Toename melkaanvoer in BRITSE Frankrijk en Bondsrepubliek AARDAPPEL Duitsland MARKT D e eerste dag, nadat de koe ge kalfd heeft, krijgt ze 2 kg krachtvoer meer. Daarna wordt er geprobeerd om de koe naast dit rantsoen gedu rende 5 dagen 1 kg krachtvoer meer te geven per dag. Gestreefd wordt om het dier minstens 8 kg krachtvoer te laten opnemen om een zo hoog mogelijke melkproduktie te kunnen bereiken. Bij een goede voeding zal het dier ook een hogere gift langer aanhouden door een goede kracht- voerverstrekking in het begin van de lactatie. Dit wil niet zeggen dat het E meiten kunnen aan grasland veel schade veroorzaken. Om na te gaan of er schade te verwachten is, kan gebruik gemaakt worden van een pekeloplossing. In een oplossing van 1 kg zout op 5 liter water worden stukjes graszode (10 x 10 cm) ge dompeld. Na korte tijd komen de eventuele aanwezige emelten boven. Bij een aantal van 100 emelten per m2 of meer is het raadzaam om een bestrijding uit te voeren. De bestrijding is toe te passen als het vee uit de wei is en een niet te koude of natte nacht verwacht wordt. Bij ongunstige weersomstandigheden heeft de toepassing weinig zin. Als middelen zijn te gebruiken: 15 kg AA Meitic of 15 kg Luxan emelten korrels per ha of spuiten met 2 liter parathion 25%. Uit voorzorg moet het vee nog 3 weken uit de weide blijven. Mollen kunnen in grasland bij massaal optreden zeer schadelijk zijn. Bij wat hogere temperaturen kunnen mollen vooral op nieuw in gezaaid grasland aktief zijn. De mollen wegvangen is nog steeds de beste methode van bestrijden. Goede resultaten worden verkregen met het plaatsen van daarvoor speciale I n de eerste maand van de droog- stand heeft een koe aan 6900 VEM voldoende. Dit is genoeg voor on derhoud 5 kg melk. Met 9 a 10 kg AKKERBOUW INTERNATIONAAL Voldoende struktuurwaarde in het rantsoen D e gemiddelde ruwvoeropname per koe is 9 kg droge stof. Van het rant soen moet lA deel uit struktuurhou- dende droge stof bestaan. Zo zal een koe die 9 kg ds uit ruwvoer opneemt en 5 kg krachtvoer (ds 0,9) krijgt, in totaal 13,5 kg ds opnemen. Deze koe moet 4,5 kg struktuurhoudende droge stof krijgen. Het voeren van koeien die pas gekalfd zijn Indelen in produktiegroepen Onderhoud van werktuigen Graslandverzorging Het voeren van droogstaande koeien Uitrijden mengmest Rundveehouderij algemeen Uit een overzicht van de marktont wikkeling dat het Produktschap voor Zuivel heeft opgesteld, blijkt dat de melkaanvoer in Frankrijk over de eerste 9 maanden van 1980 met 6,1% is toegenomen t.o.v. dezelfde periode in 1979. De belangrijkste produktie- gebieden zijn Bretagne, Basse-Nor- mandie en Pays de la Loire, welke tezamen 45% van de totale Franse melkproduktie beheersen. Een korte analyse van het beschik bare materiaal wijst uit dat: de melkveestapels in Frankrijk in het verleden slechts in geringe mate zijn toegenomen; de langzaam stijgende melkgift in EG-aardappeloogst De Europese Kommissie raamt de EG oogst op 33 tot 33,5 miljoen ton, dat is 4% minder dan vorig jaar. Sterke daling aardappeloogst Polen De aardappeloogst in Polen brengt nog minder op dan aanvankelijk ge raamd. Men rekent op een totale opbrengst van ongeveer 30 miljoen het verleden te wijten was aan geringe vooruitgang op genetisch gebied en de matige kwaliteit van het veevoer; de melkaanvoer sinds 1970 in snel tempo is toegenomen, terwijl het verbruik op de boerderij sinds 1960 aanzienlijk is gedaald. De melkaanvoer in West-Duitsland is gedurende de eerste 9 maanden van 1980 ten opzichte van de over eenkomstige periode in 1979 met 4,6% gestegen. Evenals dit bij Frankrijk het geval is, blijkt dat ook in Duitsland de mel kaanvoer het sterkst is toegenomen in de regio's waar reeds van oudsher de meeste melk wordt geproduceerd. ton, dat is 19 miljoen minder dan in 1979. Onder normale omstandigheden ex porteert Polen ongeveer 500.000 ton aardappelen per jaar. Dit jaar werden slechts geringe hoe veelheden uitgevoerd naar andere landen van het Warschau-pact te weten Bulgarije, Roemenië en Hon garije. Deze uitvoer is in feite een ruiltransaktie met tomaten. De omvang van het surplus aan aard appelen in Groot Britannië is zo groot dat de Potato Board momen teel uit de bij haar aangediende hoe veelheden tegen sterk verlaagde prijs aardappelen aanbiedt met de bestem ming: voeraardappelen. Er is in Groot Britannië altijd nog een garantieprijs van 43,94 per ton. De Board zou over rond 423.000 ton aan overschotten aan aardappelen beschikken. De prijs waarvoor deze aardappelen beschikbaar gesteld worden aan de veehouders ligt op 17 voor losse aardappelen en 22,50 in zakken van 25 kg. Minimum-af name 40 ton, voor veehouders die' resp. 18,50 en 24 per ton moeten betalen. De Board verwacht dat rond 87.000 ton, die in november en december gekontrakteerd werden bij de telers, een bestemming zullen vinden als veevoeder. Exportkansen De betrekkelijke schaarste aan aard appelen in een aantal landen zou ook voor Groot Britannië mogelijkheden tot export bieden, aldus de vice- voorzitter van de Britse Potato Board. Vorig jaar werden 40.000 ton konsumptieaardappelen uitgevoerd, dit jaar zouden dat 80.000 ton kun nen zijn. rantsoen en de krachtvoergift regel matig te kontroleren en af te stem men op de behoefte van de dieren. Rantsoenberekening vraagt weinig extra werk, maar wel inzicht en rou tine. Indien U verandering ziet in de melkproduktie (vetgehalte) van de koe of groei van het dier, ga dan eens na of de voederwaarde en de sa menstelling van het rantsoen in overeenstemming zijn met de ener gie- en eiwitbehoefte van het dier. Enkele struktuurwaarden van ruw voer zijn: - Stro, graszaadstro, weidehooi en voordroogcuil 1 - Kuil van najaarsgras,en snijmais- kuil 0,5 - Maaikneuskuil najaarsgras en bietenkoppenkuil 0,3 - Krachtvoer, droge pulp. per- spulp, aardappelen, voederbieten 0 droge stof uit goed hooi of voor- droogkuil wordt aan deze energie behoefte voldaan. Dit kan ook met 20 kg bietenkoppenkuil -I- 10 kg snijmais -I- 6 kg voordroogkuil. In de tweede maand van de droog- stand heeft een koe voor onderhoud 10 kg melk aan 11 kg ds uit goede voordroogkuil of goed hooi vol doende. Is het ruwvoer van matige kwaliteit dan zal het dier 2 kg krachtvoer nodig hebben om aan de norm van 9150 VEM te kunnen vol doen. Dit is ook te bereiken met 20 kg bietenkoppenkuil 20 kg snij mais 5 a 6 kg voordroogkuil. De laatste week voor het afkalven krijgt de koe minstens 1 kg kracht voer extra bij het verstrekte rantsoen. Snijmaïskuil is een goed voer, maar heeft geen hoge struktuurwaarde. Wanneer het ruwvoerrantsoen uit 4 kg ds voordroogkuil, 4 kg ds snijmais 1 kg ds aardappelen bestaat, bevat het rantsoen (4 x 1) (4x0,5) (1 x 0) 6,0 kg struktuurhoudende dro ge stof. Dit is dus goed in bovenge noemd voorbeeld. Wanneer het ruwvoerrantsoen uit 3 kg ds hooi 3 kg ds bietenkop bladkuil 3 kg ds voederbieten be staat dan bevat het rantsoen (3x1) (3 x 0,3) (3 x 0) 3,9 kg struk tuurhoudende droge stof, hetgeen onvoldoende is. Veelal is de mest dan dunner door een minder goede penswerking en zal de produktie van het dier minder zijn. Een hoge produktie is alleen te be reiken met ruwvoer met hoge voe derwaarde en hoge struktuurwaarde. voeren belangrijker is dan de koe. Bij eerste kalfkoeien moeten we extra voorzichtig te werk gaan, zodat we niet te snel gaan opvoeren. Vooral jonge melkkoeien vragen daarom nog extra aandacht voor produktie en extra groei ofwel jeugd toeslag. O p vrijwel elk bedrijf kan met produktiegroepen worden gewerkt. Zo kunnen de dieren worden inge deeld in 3 groepen namelijk droge koeien, laag-produktieve- en hoog- produktieve dieren. Op een bindstal kunnen de koeien als groep worden geplaatst. Op een ligboxenstal is het niet altijd gemakkelijk om produk- duktie is beter in de hand te houden, doordat in de melkstal aangepaste porties krachtvoer gegeven kunnen worden. Bovendien kunnen de koei en beter verdeeld het krachtvoer op nemen. Het melken verloopt vlotter doordat de groep koeien ongeveer evenveel melk geeft ofwel een gelijke melktijd vraagt. .A. Is voor een bepaald werktuig het werk is beëindigd, dan moet het grondig worden schoongemaakt en worden behandeld met een vocht werende laag, meestal vet of verf. Werktuigen slijten zowel tijdens het gebruik als gedurende de rustperio de. Slijtage is niet te voorkomen, maar wel te beperken door een goed onderhoud. Wilt U bepaalde werktuigen op een later tijdstip gebruiken, zorg dan dat het in orde is. Wij denken bij het veebedrijf o.a. aan maai-apparatuur, schudders, opraapwagen, kunst meststrooier e.d., maar ook aan bij voorbeeld de weidepomp. Berg het materiaal overzichtelijk op in een aparte ruimte. Er zijn vele ar gumenten om uit te stellen maar zorg dat uitstel geen afstel is. Goed onderhouden werktuigen vra gen wel wat moeite, maar veelal weinig kosten. y. Hier is verharding onder de kuil hard nodig. tiegroepen te maken, maar met een beetje wil is veel te bereiken. Pro duktiegroepen hebben het voordeel dat elk dier beter wordt benaderd. Immers het basisrantsoen en de krachtvoergiften kunnen beter aan gepast verstrekt worden. De pro- ÏÏBSÊRÊÊBIt F" -**■■■■.■ Als de omstandigheden het toelaten, moet de drijfmest worden uitgereden, ook al is de kelder niet helemaal vol. klemmen, waarvan er verschillende in de handel zijn. Het plaatsen van de klemmen in de loopgangen vereist echter wel enige routine. Ook wordt wel eens gebruik gemaakt van de zogenaamde mollenploeg, Er worden dan oppervlakkig gangen getrokken, waarbij gelijktijdig ver giftigd lokaas uitgelegd wordt. Voor het verkrijgen van een goed resultaat zou gelijktijdig het grasland in een gehele streek moeten worden be handeld. Als de omstandigheden het toela ten, moet de mest worden uitgereden ook al is-de kelder maar gedeeltelijk vol. Benut daarom iedere geboden kans, ook tijdens de winterperiode. Tracht niet op alleen de huiskavels te dumpen, maar neem de tijd voor ver der gelegen kavels grasland en/of bouwland. Zorg voor een regelmatige verdeling van de drijfmest en geef niet meer dan 15 ton drijfmest per ha. Tracht in de kelder een gelijkmatig produkt te verkrijgen, hetgeen moge lijk is door voor het uitrijden goed te mengen of zonodig eens terug te pompen. Een ongelijke verdeling in hoeveelheid en dikte is nadelig voor de graszode. Op akkerbouwgrond en snijmaisland is drijfmest zeer ge schikt. "Kennis is macht" Voor het komende winterseizoen zijn de eerste vergaderingen weer vastgesteld. Voor de rundveehouderij zal er deze winter speciale aandacht worden besteed aan een doelmatige voeder winning en een goed graslandgebruik. De rentabiliteit van veel veehouderijbedrijven kan nog aanmerkelijk verbeteren door een goede graslandverzorging (aanleg, verbetering, onderhoud) en een doelmatig graslandgebruik (N-bemesting, tijdstip van veehouderijbedrijven de melkproduktie per melkkoe en de omzet en aanwas per dier nog aanzienlijk verhoogd worden. Speciaal voor U worden er bijeenkomsten, vergaderingen en kursussen belegd om U op de hoogte te houden van de moge lijkheden en ontwikkelingen voor Uw bedrijf. Met onderling kontakt en uitwisselen van ervaringen kunt U meer kennis en rendement voor Uw bedrijf opdoen. Het kontakt met anderen betekent, dat U het bedrijf ook eens beziet uit een andere hoek. Dat kan nog belangrijker zijn dan te weten hoe U het zelf doet. Probeer deze winter de geplande bijeenkomsten te bezoeken of tracht een kursus te volgen. De bedrijfsvoorlichters, C.J. G overs, J.M.J, van Aerts. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 11