Grotere aardappelen gewenst
Sterke Poot- en
Konsumptieaardappelsektor
Minister Braks: er zijn
perspektieven voor onze
agribusiness
B
T ussen alle malaise door waarmee we regelmatig in land- en tuinbouw
te maken hebben is het misschien goed ook eens wat optimistischer
klanken te laten horen. Ik zou in dit opzicht nog eens wat aandacht
willen vragen voor de goede ontwikkelingen in de pootgoedsektor en in
die van konsumptieaardappelen. Ontwikkelingen die zodanig zijn, dat
we deze produkten als voor Nederland sterke produkten kunnen aan
duiden.
D e poot- en konsumptieaardap
pelen zijn zich de laatste jaren steeds
meer gescheiden van elkaar gaan
ontwikkelen. Dat begint al bij de
teelt. De eisen die aan de pootaard-
appel gesteld worden zijn dusdanig
hoog opgevoerd, dat het alleen nog
voor specialisten mogelijk is om
pootgoed te telen dat aan de strenge
normen van NAK en PD kan vol
doen. Voordeel hierbij is, dat daar
door niet alleen een hoog kwalitatief
produkt op de markt wordt gebracht,
dat de konkurrentie uitstekend kan
doorstaan, maar dat tevens de groep
van telers beperkt houdt, waardoor
een te sterke overproduktie wordt
voorkomen.
Een belangrijk deel van de verbruikers vindt onze
Bintjes te klein
Ander rassen
Specialisatie
Handelshuizen
Sterke sektor
Ook de AGF-kleinhandelsor-
ganisaties hebben zich ge
schaard achter het streven
grotere konsumptie-aardappe-
len in de handel te brengen.
Veel groentehandelaren ver
kochten reeds 40/op gesor
teerde aardappelen. En met
veel succes, kan worden ge
zegd. Het ligt voor de hand,
dat daaraan uitbreiding wordt
gegeven, zeker nu uit onder
zoek bekend is geworden dat
zeer vele konsumenten be
zwaar hebben tegen kleine
aardappelen.
blijft, dat is als regel beneden de 50
mm, wordt bestemd voor de normale
konsumptie. Deze maatsortering van
het ras Bintje voor huishoudelijk ge
bruik is door het onttrekken van de
grovere maten te fijn geworden. Dat
zegt ons het marktonderzoek.
ij rassen als Eersteling, Doré, Ei
genheimer, Meerlander en Irene
e.v.a. rassen kennen we dit probleem
niet, daar de industrie voor deze ras
sen geen belangstelling heeft en deze
daardoor in de natuurlijke sortering
in het verkeer worden gebracht.
Bintje is echter het dominerende ras
j oals bekend is de minimummaat van de konsumptie-aardappelen,
welke als zodanig hier te lande worden aangeboden, 35 mm opwaarts.
Dat betekent, dat behoudens enkele uitzonderingen zoals o.a. kriel
aardappeltjes bestemd voor huishouding- of grootkeuken, geen aard
appelen kleiner dan 35 mm vierkantsmaat mogen worden verhandeld.
Op zichzelf zou dat een normale zaak zijn, ware het niet, dat door
bepaalde omstandigheden de maatsortering van konsumptie-aardap
pelen voor de Nederlandse konsument te fijn dreigt te worden. Aan deze
te fijne sortering kleven o.m. bezwaren m.b.t. het schillen, dat voor
huishoudelijk gebruik overwegend met de hand wordt gedaan, aldus
bericht het Vakblad voor de handel in aardappelen, groenten en fruit.
-R.ecente onderzoekingen hebben
uitgewezen, dat 58% van de Neder
landse bevolking de haar aangebo
den aardappelen te klein van stuk
vindt. Deze en andere uitkomsten
van het betreffende marktonderzoek
waren voor de organisatie van de
aardappelhandel VBNA aanleiding
zich te gaan beraden over de vraag,
op welke manier tot een iets grovere
maatsortering zou kunnen worden
gekomen.
De weg van bindende voorschriften
meende men niet te moeten bewan
delen daar even goed of wellicht be
ter op basis van vrijwilligheid en
overtuiging het gestelde doel zou
kunnen worden bereikt. Het is niet
uitgesloten, dat velen vreemd zullen
opkijken bij het vernemen van de
konklusie, dat een belangrijk deel
van de Nederlandse bevolking de
haar aangeboden aardappelen te
klein vindt. Een groot deel van onze
AGF-detaillisten verkoopt reeds
sinds jaar en dag de konsumptie-
aardappelen 40 mm/opwaarts ge
sorteerd, onverschillig of het nu
Bintjes of een ander ras betreft. Zij
zien er bovendien ook nog op toe, dat
er in de door haar aangekochte
aardappen voldoende knollen in de
maatsortering 45/50 mm aanwezig
zijn. Zij hebben ondanks de soms
grote assortimentsuitbreiding, welke
de laatste decennia heeft plaats ge
had, steeds het oude gezegde in ere
gehouden, nl. dat "de aardappel de
kurk is, waarop de zaak drijft".
Op een groot aantal detailhandels
verkooppunten in Nederland is dat
echter niet het geval geweest, van
daar de uit het marktonderzoek
voortkomende klacht over te kleine
aardappelen.
Wellicht ten overvloede zij opge
merkt, dat de klachten over te fijne
sortering betrekking moeten hebben
op het ras Bintje dat met de opkomst
van de aardappelverwerkende in
dustrie het belangrijkste ras op de
Nederlandse markt is.geworden. De
verwerkende industrie koopt tegen
woordig jaarlijks tegen 700.000 ton
aardappelen. Deze zijn overwegend
van het ras Bintje, bestemd voor de
friture-produktie en gesorteerd 50
mm opwaarts. Bovendien worden
grote hoeveelheden grof gesorteerde
Bintjes geëxporteerd ten behoeve
van de buitenlandse friture-indus-
trie, aldus het Vakblad.
De maatsortering, welke dan over-
Export veevoeder naar
Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie die doorgaans geen
enkele belangstelling heeft voor de
aankoop van mengvoeders in de
Gemeenschap, heeft via Duitse han
delaars rond 500.000 ton veevoeder
in de Gemeenschap aangekocht. Het
graanembargo van de Verenigde
Staten, waarbij ook de Gemeen
schap had aangesloten voorzag niet
in een dergelijke uitwijkmogelijk
heid en kan de Gemeenschap deze
uitvoer waarschijnlijk niet tegen
houden. De Gemeenschap zal zelfs
deze export, volgens de geledende
regels moeten subsidiëren, door toe
kenning van de geldende restitutie.
Inmiddels heeft Brussel echter maat
regelen genomen en de restitutie-
kraan voor dergelijke transakties
voorlopig geheel dichtgedraaid. Het
graanaandeel in het naar de Sovjet-
Unie verkochte veevoeder zou rond
30% bedragen, wat betekent dat de
Gemeenschap deze transaktie met
rond 4 l/i tot 5 xh miljoen gulden zal
moeten subsidiëren.
geworden, waarin de grootste om
zetten plaatsvinden. Om deze aard
appel in het bijzonder wat groter aan
de markt te kunnen brengen is men
in VBNA-kringen overgegaan tot
een aktie voor de minimummaat van
40 mm. Er is daarvoor een eenvoudig
vignet "Sortering 40 mm Plus" ont
worpen, dat op de verpakking kan
worden aangebracht of bij los aan
geboden aardappelen kan worden
geplaatst. Het kenmerk mag echter
uitsluitend worden gehanteerd,
wanneer de betreffende aardappelen
inderdaad een minimummaat heb
ben van 40 mm vierkantsmaat. De
komplete kontrole-instanties zullen
er op toezien, dat de aangeduide mi
nimumsortering in overeenstem
mine is met de sortering der aardap-
pelen. Voor- het overige blijven de Gr00t 8enoeS- mevrouw?
kwaliteits- en sorteringsvoorschriften
voor de handel in konsumptie-aard
appelen van kracht.
De gezamenlijke AGF-detailhandels-
organisaties zijn van oordeel dat het
door de VBNA genomen initiatief
onze ondersteuning verdient en advi
seren de aangesloten leden gaarne in
overleg met de leverende groothandel
over te gaan tot het toevoegen van
40/op gesorteerde aardappelen aan
het assortiment.
Het lijkt waarschijnlijk, dat onder
druk van de komende beperkingen
van het vrij besteedbare inkomen
van de konsumentenschare meer dan
in de achter ons liggende jaren de
aandacht zich op de aardappel zal
richten. Want deze aardappel is, hoe
men het ook bekijkt, nog steeds een
der gezondste en goedkoopste voe
dingsmiddelen. Een deel van de
konsumenten' heeft echter bezwaren
tegen de wijze waarop hen de aard
appel wordt aangeboden.
Als AGF-specialiSten hebben wij in
de huidige problematiek te voorzien
en dienen we het publiek die aard
appelen te bieden, welke het wenst.
Het ligt in de lijn der verwachtingen,
dat een kwalitatief goed aanbod van
aardappelen het ruimschoots zal
gaan winnen van stuntwerk met
goedkope partijen. Uiteindelijk is het
prijsverschil voor de konsument zo
klein, dat deze daarin nauwelijks een
beletsel zal kunnen vinden om voor
een iets hogere prijs tot aankoop van
goede door hem gewenste aardap
pelen over te gaan.
Vooral als hem wordt voorgerekend
dat door het mindere schilverlies de
iets hogere prijs ruimschoots wordt
gekompenseerd.
Nationale Coöperatieve Raad voor Land- en Tuinbouw
Tijdens de openbare vergadering van
de Nationale Coöperatieve Raad voor
Land- en Tuinbouw op 12 november
j.l. gehouden in het Nederlands Con
gresgebouw te Den Haag, heeft mi
nister ir. Braks zijn visie gegeven op
het perspektief voor onze agrarische
produktie, handel, verwerking en af
zet in de jaren '80.
Pootaardappelen worden in Neder
land vroeg gerooid, zo omstreeks 1
augustus, waardoor deze aardappe
len in veel gevallen minder geschikt
zijn voor een aantal konsumptiedoel-
einden. Dat is de reden mee, dat zich
een heel specifieke konstumptieaard-
appelsektor heeft ontwikkeld. En
de eisen die vandaag aan de moder
ne konsumptieaardappel worden
gesteld zijn ook zodanig, dat het een
groot vakmanschap vereist, om aan
die eisen te kunnen voldoen.
Die steeds hoger opgevoerde eisen
leiden ook hier tot een goede kon-
kurrentiekracht en tot een beperking
van de groep van telers van dit vrije
produkt. Verdere uitbetaling naar
kwaliteit zal tot nog grotere speciali
satie leiden en tot nog grotere sterkte
in konkurrentie.
Er zijn zowel voor pootaardappe
len als voor konsumptieaardappelen
een aantal handelshuizen tot ont
wikkeling gekomen die tot grote
daadkracht in de markt in staat zijn.
Deze handelshuizen, waaronder en
kele sterke koöperaties, hebben aan
de ene kant sterke bindingen met
kwekers en telers en aan de andere
kant met de afnemers in de markt in
binnen- en buitenland. En zo zijn er
vloeiende lijnen ontstaan van pro
dukt naar konsument-gebruiker.
Vooral het beschikken over het pro
dukt door de handel is van essentiele
betekenis. In de pootgoedsektor is
ongeveer 85% van het produkt in
handen van handelshuizen; in de
konsumptiesektor ruim 50%, hetgeen
nog sterk groeiende is. Een uitermate
gunstige situatie, waardoor de markt
op efficiënte wijze bediend kan wor
den, het gehele jaar door. De inves
teringen gedaan voor be- en verwer
kingen kunnen daardoor ook renda
bel worden aangewend. Bij de ver
binding teler-handelaar neemt de
poolvorm de overhand, dat wil zeg
gen: afrekenen op gemiddeld ge
maakte prijzen met staffels voor be
waren en kwaliteit.
De hoge kwaliteit van het Neder
landse pootgoed, de grote kracht van
het handelsapparaat en de goede
begeleiding, hebben tot een welhaast
unieke exportprestatie geleid van
pootaardappelen over de gehele
wereld: 425.000 ton per jaar oftewel
70% van de produktie. De goede or
ganisatie van dtTvermarkting van
konsumptieaardappelen heeft geleid
tot grote mogelijkheden voor de
aardappelverwerkende industrie.
Van de Nederlandse konsump
tieaardappelen, die op de markt ko
men, wordt thans ongeveer 50% ver
werkt tot produkten. Dat schept een
veilige basis voor de Nederlandse
konsumptieaardappelen. De aktie
radius van de verkoop wordt daar
door minder beperkt door hoge
transportkosten.
r\ I met al vind ik, dat de pootaar-
dappel en de konsumptieaardappel
gedragen wordt door een uitstekende
marktorganisatie. Een gelukkig feit
is hierbij stellig, dat het element
"markt" volledig zijn funktie heeft.
Dus het spel van vraag en aanbod be
paalt in overwegende mate de prijs.
Voor de duurdere pootaardappelen is
het gelukkig dat er een minimum
prijssysteem is via de Stopa. Hoewel
voor konsumptieaardappelen de
voermarkt de minimum prijsbasis is,
wordt deze toch nog al wat versterkt
door toenemende kontrakten met de
industrie. En dat geldt uiteraard het
meest voor de pools.
Ik heb een groot vertrouwen in de-
toekomst, maar dan moeten we wel
op de ingeslagen weg doorgaan.
Steeds meer geldt: Aardappelen ge
plant? Maar dan in koopmans hand!
A. Vermeer
De afgelopen jaren heeft onze agri
business zijn afzet toch nog aanzien
lijk vergroot. Enerzijds doordat kon
sumenten meer loon in handen kre
gen, maar vooral omdat werd inge
zien dat de marktpositie alleen kon
worden behouden door voortdurende
efficiencyverbetering.
Veel sektoren in onze agribusiness
behoren tot de meest efficiënte in de
EEG.
Voor het binnenland zag ir. Braks
voor de komende tien jaren:
weinig of geen groei van de
vraag;
mogelijkheden de importpro-
dukten, die onze konkurrentie
momenteel goedkoper kan aan
bieden, te verdringen;
een kleine verschuiving in de af-
zetstruktuur ten gunste van het
grootwinkelbedrijf, omdat de
konsument steeds meer op de
prijs zal letten en wellicht zijn
winkelkeus hiervan zal laten af
hangen.
Voor wat betreft onze export, maakte
de bewindsman onderscheid tussen
de EEG en derde landen. Hij achtte
het met de goede struktuur van onze
agribusiness mogelijk, ons aandeel
op sommige markten van lidstaten
nog te vergroten. Daarvoor moeten
wel alle beschikbare troeven bij het
konkurrentiespel worden ingezet.
Dat kan door niet alleen te mikken
op een degelijk exportprodukt van
konstante kwaliteit, maar daarnaast
ook op een breder assortiment dat
met een goede service op nieuwe
deelmarkten wordt ingevoerd en be
geleid.
Voor wat betreft onze prijskonkur-
rentie. Onze produktiviteitsontwik-
keling heeft de kostenstijging en de
waarde van de gulden niet kunnen
bijhouden. We moeten het hebben
van produktiviteit en kostenbeheer
sing, en dan vooral van een gema
tigde loonkostenontwikkeling.
We kunnen dan onze verworven
voorsprong ten volle benutten. De op
handen zijnde uitbreiding van de
EEG (Griekenland, Spanje, Portu
gal) en het verder aanboren van de
Engelse markt bieden nog ruimte
voor positieve ontwikkelingen.
Tenslotte moeten we een afzetmarkt
zoeken in een aantal nieuwe kapi
taalkrachtige landen, met name die
van de OPEC. Voor een aantal pro
dukten, met name voor uitgangsma
teriaal en bepaalde zuivelprodukten,
liggen hier mogelijkheden.
Wij zijn echter niet alleen op die
markten. Een vasthoudende export-
inspanning is hier essentieel.