ALGEMENE VERGADERING VAN DE Z.L.M. MAANDAG 1 DECEMBER 1980 D, Hoogkonjunktuur vooral verantwoordelijk voor sterk gestegen grondprijzen V erschil van mening met een ander hebben we van tijd tot tijd alle maal weieens. In het meest gunstige geval zal na een gesprek de me ningen meer gelijkluidend komen te liggen en kan men elkaar ergens vinden. Op deze wijze is derhalve het verschil snel uit de wereld gehol pen. Deze manier van werken met elkaar is zeker aan te bevelen omdat voorkomen wordt dat lange tijd de ideeën niet gelijk op lopen. Een snelle en juiste oplossing tussen met elkaar samenwerkende partijen zal daarom te prefereren zijn boven een langdurig onderzoek, omdat op korte termijn bekend is wat de voortgang in een bepaalde situatie kan zijn. Dit geeft ook veel voordelen met betrekking tot de verstandhou ding tussen partijen. In onze samenleving, die op voortgaande ekono- mische samenwerking is gebaseerd, moet men kunnen rekenen op el- kaars vertrouwen. D, O Z.I.ITI. ZUIDELIJKE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ Namens het hoofdbestuur van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij hebben wij de eer U uit te nodigen tot het bijwonen van de welke zal worden gehouden op te 10.00 uur in Gemeenschapscentrum „De Nobelaer", A. van Berchemlaan 2 te ETTEN-LEUR. Zaal open vanaf 9.30 uur. Ontvangst met. koffie. 10.00 uur: 1. Opening en welkom door de voorzitter. 2. Notulen van de algemene vergadering van 3 december 1979. 3. Mededelingen en ingekomen stukken. 4. Rekening en verantwoording van de Z.L.M. over het jaar 1979. Verslag van de financiële commissie over het nazien van de rekening en verantwoording over 1979. 5. Begroting en contributievaststelling voor het jaar 1981. 6. Benoeming van leden van het hoofdbestuur. Ingevolge artikel 17 lid 2 van het huishoudelijk reglement wordt door de Veehouderijcommissie van de Z.L.M. ter benoeming tot lid van het hoofd bestuur voorgedragen de heer D. Hannewijk, Heinkenszand, zulks in de vacature van de heer C. de Visser, Meliskerke met als tweede kandidaat en plaatsvervanger de heer A. de Visser, Aagtekerke. Door de Tuinbouwcommissie van de Z.L.M. wordt ter herbenoeming als lid van het hoofdbestuur voorgedragen de heer P. A. Hoogenboom, Helenaveen met als tweede kandidaat en plaatsvervanger de heer G. P. Sterrenburg, Sprang-Capelle. 7. Mededeling van de benoeming door het hoofdbestuur van leden tot lid van verdienste der Z.L.M., zulks wegens het 50-jarig lidmaatschap der Maat schappij. 8. Rondvraag. 9. Korte inleiding door de heer Ir. E. Talstra, Consulent voor de Varkens- en Pluimveehouderij in Noord-Brabant en Zeeland van het Consulentschap te Tilburg over het onderwerp: Algemene aspekten van de intensieve veehouderij op het akkerbouwbedrijf. 10. Sluiting van het morgengedeelte. 11. Heropening van de vergadering door de voorzitter. 12. Jaarrede van de voorzitter. 13. Inleiding door de heer Drs. H. H. Faber, lid van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Middenstandsbank N.V., Amsterdam over het onderwerp: „Enige perspectieven voor de kleine en middelgrote zelfstandige onder nemer". 14. Gedachtenwisseling. 15. Afscheid van de heer G. P. A. van Nieuwenhuijzen als vice-voorzitter der Z.L.M. 16. Sluiting. Tussen 12.00 en 13.15 uur wordt aan de bezoekers van de vergadering door de Z.L.M. een lopende lunch aangeboden. Na afloop van de vergadering is er gelegenheid om persoonlijk afscheid te nemen van de scheidende vice-voorzitter, de heer G. P. A. van Nieuwenhuijzen. Namens het hoofdbestuur: A. J. G. Doeleman, voorzitter. Mr. J. Oggel, secretaris. e werkelijkheid is echter wel an ders. Regelmatig worden er geschil len aan de diverse rechters voorge legd, waarbij elke partij hoopt op een voor hem zo gunstig mogelijke uit komst. Deze uitkomst is natuurlijk in een bepaalde richting te beïnvloeden door op een juiste wijze bepaalde feiten en bewijsmiddelen naar voren te brengen. De rechter kent n.l. niet de feiten die aan het tussen partijen bestaande geschil ten grondslag liggen, terwijl partijen tevens het bewijs van de fei ten moeten aandragen. De hoofdre gel in een procedure is: ieder die be weert een recht te hebben of zich op een feit beroept moet, om zijn recht te staven, het bestaan van dat recht of van dat feit bewijzen ("die beweert, bewijst"). De wet heeft ons diverse mogelijk heden gegeven om het bewijs van bepaalde feiten te kunnen leveren. Zij noemt ondermeer: schriftelijk bewijs getuigenbewijs bewijs van vermoedens de bekentenis de gerechtelijke eed. Het beste bewijs is dat middels ge schriften. Niet voor niets luidt het spreekwoord: "het slechtste papier is beter dan het beste geheugen". De schriftelijke bewijsmiddelen be staan uit akten en andere geschriften. Het woord akte wijst reeds op het doel waarvoor het is opgemaakt n.l. te dienen als bewijs. Deze zijn dan ook allen getekend en worden veelal opgemaakt door openbare ambtena ren (meestal een notaris). De andere geschriften zijn bijv. alle niet onder tekende papieren, zoals bioscoop kaartjes. nota's, telegrammen, circu laires, folders, e.d. Ook de toelichting bij het aangiftebiljet inkomstenbe lasting en ook de volledige boek houding van een bedrijf moet hiertoe worden gerekend. e rechter is in zijn waardering van een geschrift, dat geen akte is, volle dig vrij. In artikel 7 Wetboek van Koophandel, wordt bepaald, dat de rechter vrij is ten voordele van een ieder aan diens boekhouding de be wijskracht toe te kennen, die hij juist acht. Hoe beter daarom de boekhou ding (regelmatig bijgehouden - kas- kontrole e.d.) is, hoe groter de moge lijkheid om als juist bewijsmateriaal te dienen. ok in het fiskale procesrecht is het bovenstaande van toepassing. De verdeling van de bewijslast brengt mee dat de inspekteur zal moeten aantonen (bewijzen) dat U een hoger inkomen hebt genoten dan U hebt aangegeven. Anderzijds rust op de belastingplichtige de plicht om zijn aftrekposten (b.v. bedrijfskosten, buitengewone lasten, giften, schul den e.d.) aan te tonen. In dit verband is het daarom bijzonder belangrijk dat over een goede boekhouding wordt beschikt en voorts dat kwitan ties, fakturen e.d. van alle aftrekbare uitgaven voorhanden zijn. Steek penningen mogen dan in bepaalde gevallen wel tot de aftrekbare kosten zijn gerangschikt, het betekent niet dat elke ondernemer maar uitgaven onder de niet aantoonbare rubriek steekpenningen kan boeken. De konklusie van dit verhaal mag zijn dat hoe beter gedokumenteerd u uw zaken afhandelt, hoe meer kans op succes u bij verschil van mening zult hebben. i; V eerbeek Hoewel strukturele faktoren de vraag naar grond verklaren, zijn het vooral de konjunkturele faktoren geweest die verantwoordelijk zijn voor de fabelachtig gestegen hoogte van de grondprijzen van ak kerbouwgrond en grasland, het prijzennivo van agrarische grond in de voorbije jaren zal voor lopig wel een historisch rekord blijken te zijn, het is bepaald niet ondenkbaar dat het prijsnivo van grond de eerstkomende tijd zal dalen tot onder het nivo van de periode voor de grote stijging. Dit zijn enige konklusies en verwachtingen die staan in een recent uitgebracht rapport getiteld: "Achtergronden van prijsstijging en -da ling van agrarisch onroerend goed". Dit rapport is samengesteld door ir. J.S. Knipscheer en drs. C.P. Veer man van de Interuniversitaire Inter- fakulteit Bedrijfskunde te Delft. Zij hebben bij hun onderzoek enquêtes gehouden onder o.m. agrariërs, ma kelaars, financieringsadviseurs, ban kiers en voorlichters van standsorga nisaties. In het rapport, dat een inzicht geeft in het investeringsgedrag van agrari sche ondernemers in agrarisch on roerend goed, worden voor de hoge prijzen ook nog andere faktoren aangewezen die daarop van invloed zijn geweest: de auteurs noemen o.m. sociaal-psychologische en psy chologische faktoren, stimulerings maatregelen e.d. Tot slot stellen de onderzoekers dat zij van mening zijn dat het prijsnivo van agrarische grond zal dalen tot onder het nivo van voor de grote sterke stijging, dit als gevolg van toenemend aanbod dat veroorzaakt wordt door negatieve effekten die voortkomen uit fouten die in het verleden zijn gemaakt en uit een af nemende vraag door een daling van de koopkracht op lange termijn. Het onderzoek is gehouden in het zuidwestelijk kleigebied, het weste lijk weidegebied, het oostelijk zand gebied, het noordelijk klei en weide gebied en in het noordelijk zandge bied. AGENDA LUNCHPAUZE van 12.00 tot 13.15 uur 13.30 uur: PAUZE 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 4