Verbeter
de wereld
Beurs en afzet
eks y
Zilveren jubileum
I.C.W.
Z oals wellicht bekend is mijn voorganger op verzoek van
het bestuur doende de kroniek van de Z.L.M. van na de
oorlog te schrijven. In dat verband kregen wij enkele
weken geleden het jaar 1959 tgegestuurd. Omdat de
kroniek steeds lezenswaard is gebleken las ik het jaar
1959 enkele dagen later, op zondagavond, door.
g/ir zeel
zuidelijke landbouw maatschappij
Vraagpunten
Topkaderkursus
Algemene vergadering Z.L.M.
Marktberichten, beurzen en afzet zijn voor het bestaan en het voortbestaan van de agrari
sche bedrijfstak van groot belang. Met name de afzet is onderwerp van breedvoerige
diskussie geweest binnen de ZLM. Uit het verslag van dit vraagpunt blijkt dat de Goese
beursberichten duidelijk voorzien in een behoefte. De noteringen van deze beurs komen
iedere week tot stand op de dinsdagmiddag in het cafe De Landbouw te Goes. Op de foto
een deel van de beurscommissie. Van links naar rechts: J. Remijnse, P.M. Goense en M.
Suurland; agrariërs, B.M. v. Nieuwenhuyze voorz., A. Verhage Landbouwschap, J.R. v.d.
Wekken fourage, J. Duinkerke, J.J. v. Gastel en A.C.M. v. Aert granen, zaden en peul
vruchten. Voor meer informatie over de AFZET zie elders in dit blad.
Proeffabriek
IZ
BIBLIQ J
m
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1980
67e JAARGANG NO. 3558
land-
tuinbouwblad
Vermeld werd onder andere dat er in de Wilhelminapol-
der (de W.P.) in 1959 nog 90 trekpaarden aanwezig
waren. Een opmerkelijk feit op zichzelf omdat het nog
maar zo kort geleden is. Dit feit kreeg nog meer betekenis
toen ik op maandagmorgen na lezing van de kroniek naar
Den Haag reed en bij het passeren van de W.P. juist twee
loeizware trekkers zag keren met respektievelijk een 7- en
een 9-schaars ploeg blikkerend in het zonlicht. De vraag
wat indrukwekkender is, een span paarden of deze twee
ploegende trekkers op lijn is dan wel erg moeilijk te
beantwoorden. In ieder geval kan ik mij geen indruk
wekkender demonstratie voorstellen van de razendsnelle
ontwikkelingen die zich in het boerenbestaan in precies
20 jaar hebben voltrokken. Buiten alle proporties en het
voorbeeld is daarvoor illustratief. De eerste les.
De tweede les die uit de kroniek valt te leren is dat er
ondanks de snelle ontwikkelingen eigenlijk ook weer niet
zo gek veel veranderd is. Blijkbaar is er ook in de land
bouw weinig nieuws onder de zon: de keuze van een
suikersysteem en de zoetwatervoorziening waren ook in
de vijftiger jaren al volop in diskussie. Uit deze twee
eerste lessen is een konklusie te trekken: les 3.
I n dit blad is de samenvatting opgenomen van de uit
komsten van het vraagpunt '79/'80 over de afzet van
land- en tuinbouwprodukten. Ik wil niet verhelen dat dit
vraagpunt niet alleen voor ons een hele klus is geweest.
Een pluim voor de afdelingen is daarom bepaald op zijn
plaats.
De vraag is nu hoe de opvattingen van de leden (die er
soms niet om liegen) omgezet kunnen worden in een
beleid dat uiteindelijk resulteert in onder meer financiële
verbeteringen voor de producent, dus boer en tuinder. In
ieder geval geeft dit vraagpunt daar alle aanleiding toe en
inmiddels heeft ook het Z.L.M.-bestuur zich in die rich
ting uitgesproken. Maar ook op zeer korte termijn kan dit
vraagpunt over afzet reeds z'n vruchten af gaan werpen
door het te lezen en ter harte te nemen: de verbetering
van de wereld begint ook hier bij onszelf.
Dit winterseizoen wordt de 10e topkaderkursus geor
ganiseerd. Helaas moet vastgesteld worden dat daarvoor
tot op heden weinig of geen animo is. Na de twee laatste
zeer geslaagde kursussen is dat voor mij een onbegrijpe
lijke zaak. De topkader is een kursus waarin veel geld en
moeite is geïnvesteerd om een aantal jonge mensen die
boer willen worden wat bagage mee te geven om daar
mee hun belangen beter te kunnen behartigen. Een soort
overlevingspakket dat te geef is maar niet wordt aange
nomen. Ik wil hierbij daarom een laatste oproep doen aan
eventuele deelnemers om zich te melden: mannen en
vrouwen (zelfs de kinderen kunnen mee want er is voor
zien in een crèche). De kommissie topkader zuid-westen
is in ieder geval vast voornemens de 11e kursus te an
nuleren als er op 1 december I980 niet minstens acht
kandidaten zich hebben gemeld.
Al enkele weken staat in ons blad de agenda van de
algemene vergadering van deZ.L.M. die gehouden wordt
op maandag 1 december aanstaande te Etten Leur. Tij-
dens de rondgang langs de kringen werd de vraag ge
steld of ieder Z.L.M.-lid op deze vergadering welkom is.
Het antwoord luidt volmondig: ja, natuurlijk is iedereen
welkom, graag zelfs. Probeer het maar eens en u zult
merken dat de algemene vergadering van de Z.L.M. in
middels is uitgegroeid tot een groots familiefeest. En na
tuurlijk is de vrouw van de boer ook van harte welkom.
Dat spreekt.
Oggel
Kernthema: relatie onderzoek-praktijk
Het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding
te Wageningen bestaat 25 jaar. Tijdens een feestelijke
studiedag werd dit feit donderdag 13 november j.l. ge-
vierdin het Congrescentrum de Reehorst te Ede. Kernt
hema van de inleidingen die werden gehouden was: de
relatie tussen onderzoek en praktijk. Duidelijk werd ge
maakt op welke wijze het onderzoek van het ICW de
praktijk van dienst is geweest en hoopt te zijn in de
toekomst.
Hoogtepunt van de druk bezochte bijeenkomst was de
overhandiging van het boek "Research Digest 1980" door
de direkteur van het ICW de heer ir. G.A. Oosterbaan
aan de direkteur-generaal van het Direktoraat Generaal
voor Landinrichting, Grond en Bosbeheer dr. ir. W.M.
Otto. De heer Otto is nauw betrokken geweest bij de
oprichting van het instituut, en hij ging dan ook nader in
op de ontstaansgeschiedenis ervan.
ontwikkelingen van de cultuur-techniek in Nederland:
"In die tijd was Walcheren in feite een cultuurtechnische
proeffabriek waar tal van nieuwe procédés ontwikkeld
werden t.b.v. plattelandsreconstructie". Als voorbeeld
noemde hij het verplaatsen van boerderijen binnen
Walcheren, het verplaatsen van boeren naar de Noor
doostpolder en het inschakelen van de Stichting Beheer
Landbouwgronden t.b.v. de bedrijfsvergroting.
Hij wees erop, dat het ICW weliswaar formeel in sep
tember 1955 werd opgericht, maar dat dit begin tevens het
einde was van een langdurige discussie over de wijze
waarop het gehele landbouwkundig onderzoek in Ne
derland zou dienen te worden gereorganiseerd. Voor wat
betreft het cultuurtechnisch onderzoek herinnerde hij
eraan dat voor de besluitvorming op het Ministerie van
Landbouw van groot belang is geweest een nota van Ir. S.
Herweijer uit juli 1953. Ir. Herweijer, had juist door zijn
ervaringen met Landbouwherstel in Zeeland, in het bij
zonder met de grote Herverkavelingsprojecten, méér dan
iemand anders een duidelijke visie had op de nieuwe
De heer Otto tijdens zijn toespraak.