KNLC kommeritaar
Bijdrage regeling
aansluitingskosten P.N.E.M.
«fa
D.
Suikerbeleid zonder visie
H,
Wat is een faillissement?
D e woorden faillissement en surséance van betaling komen we re
gelmatig tegen in de dagbladen. De teruglopende ekonomische bedrij
vigheid is er helaas de oorzaak van dat tal van bedrijven in financiële
problemen komen. Een ieder van ons zal wel een voorbeeld hiervan
kunnen noemen. Wat betekenen beide woorden nu?
S ursance van betaling is een alge
meen uitstel van betaling aan een
bepaalde schuldenaar toegestaan,
met betrekking tot de konkurente
niet bevoorrecht) vorderingen. Het
verleende uitstel kan in het voordeel
van zowel schuldeisers als schulde
naar zijn; een tijdelijke malaise kan
soms een faillissement niet wettigen.
Door een tijdelijk uitstel kan soms
worden bereikt dat de schuldeisers -
zij het te laat - alsnog volledig wor
den voldaan.
Zelffinanciering
Surséance
De Provinciale Noord-Brabantse Energie Maatschappij is de leveran
cier van elektriciteit in Noord-Brabant. In de meeste gevallen zal men
dus (ook de agrariërs) bij de P.N.E.M. moeten zijn wanneer men een
elektrische aansluiting wil of als men verzwaring wil van de bestaande
aansluiting.
In sommige gevallen zal men echter bij de gemeente moeten zijn, omdat
sommige gemeenten een eigen elektriciteitsbedrijf hebben en zelf zor
gen voor de distributie (dit zijn 's Hertogenbosch, Oss, Vugt, Dongen,
Waalwijk, Eindhoven, Tilburg, Breda, Roosendaal en Bergen op
Zoom).
In dit artikel gaat het enkel over de stroomlevering en de aansluitings
kosten als de elektriciteit direkt van de P.N.E.M. komt.
Deze regeling geldt voor iedereen die in het verzorgingsgebied van de
P.N.E.M. zit, dus ook voor de landbouwbedrijven.
Vooraf enige verduidelijking: van de hoofdaanieg voor de
Aansluitingskabel - De kabel vanaf
de langs de openbare weg liggende
laagspannings (L.S.) hoofdkabel tot
bij de meter in woning of bedrijf.
Hoofdaanieg - Die kan bestaan uit:
woon onder de eerstgenoemde bij
drageregeling.
Voor meer informatie kunt u altijd
terecht bij de rayonkantoren van de
P.N.E.M. die in vele plaatsen geves
tigd zijn.
Bewaar dit artikel, u kunt er gemak
van hebben.
A. Lindenberg.
1. Laagspannings (LS) hoofdkabel.
Deze ligt meestal langs de open
bare weg en hiervan kan direkt
met behulp van een aansluitkabel
worden afgetakt.
2. Hoogspannings (HS) kabel, ook
wel genoemd de 10 KV distribu
tiekabel met daarbij horende 10
KV transformatiestation.
Alle genoemde bedragen zijn geldig
tot 31 december 1980. Daarna zullen
ze vermoedelijk iets hoger zijn, doch
het principe zal hetzelfde blijven. De
eventuele nieuwe tarieven voor 1981
zijn nu nog niet bekend.
Aansluitingskosten /verzwaringskos-
ten voor bedrijven al of niet met
woonhuis.
A. De hoofdkabel ligt langs de weg.
Basiskosten:
van de hooldaanleg voor
P.N.E.M.
Uiteraard moeten ook in dit geval de
bovenvermelde basiskosten altijd
betaald worden.
Voorbeeld: aansluiting van 2 bedrij
ven.
Hiervoor moeten bijv. de volgende
investeringen worden gedaan:
800 m. H.S. kabel a 40,00 32.000
transformatiestation 10 KV 18.650
200 m. L.S. kabel a 30,00 6.000
56.650
P.N.E.M. bijdrage 2 x 25.000
50.000
resteert voor betrokkenen
6.650 dit is voor elk 3.325,00
basiskosten bijv. 3 x 50 A 2.675,00
Aansluitkabel per bedrijf is bijv. 40
m, hiervan zitten de eerste 25 m. in
de basiskosten dus 15 m. x bijv.
20,00 300,00
per bedrijf is dat 6.300,00
Let op: ook hier worden de bijzon
dere aanlegkosten zoals boven ge
noemd, in rekening gebracht en
moeten worden betaald voor zover
Bij een hoofdbeveiliging van max. vermogen
1 x 25 ampère 5,5 kV A
3 x 25 ampère 16,5 kVA
3 x 35 ampère 23,1 kV A
3x50 ampère 33,0 kV A
3 x 63 ampère 41,6 kVA
3 x 80 ampère 52,8 kVA
Als de afstand van de hoofdkabel
(langs de weg) naar de meter niet
meer is dan 25 meter is hiermee de
kous af.
Is de afstand groter dan moeten de
meerdere meters aansluitkabel be
taald worden tegen 14,00 tot
20,00 per meter (dit hangt af van
de zwaarte van de benodigde aan
sluitkabel).
Let op: Bijzondere kosten zoals
kruisen van spoorlijnen, watergan
gen, kanalen, andere bouwkundige
belemmeringen en/of bijzondere
bestratingen worden altijd in reke
ning gebracht.
B. De hoofdkabel ligt niet langs de
weg
In dat geval zult u begrijpen dat de
P.N.E.M. soms grote investeringen
moet doen om uw bedrijf toch van
stroom te voorzien. Er moet dan een
uitbreiding van de "hoofdaanieg"
plaatsvinden. Afhankelijk van de si
tuatie zijn er voor de P.N.E.M. de
volgende mogelijkheden:
a. Doortrekking van de hoofdkabel
als laagspanningskabel
b. Doortrekking van de hoogspan
ningskabel als 10 KV distributie
kabel en het oprichten van een
10KV transformatiestation.
Wat zijn in dat geval de kosten
Laagspanningskabel kost 30,—
per meter.
Hoogspanningskabel kost 40,—
per meter
Een 10 KV transformatiestation kost
18.650,— De P.N.E.M. neemt van
al deze kosten de eerste 25.000 per
aansluiting voor zijn rekening, het
meerdere wordt bij betrokkene in
rekening gebracht In 't geval echter
dat het aan te sluiten bedrijf gemeten
langs de openbare weg minder dan
500 meter van een bestaand open
baar transformatiestation is gelegen
zijn alle kosten in deze uitbreiding
eerste aansluitkosten
175,—
175,—
1.175,—
2.675,-
3.975,-
5.675,-
bij verzwaring naar volgende waarde
1.000
1.500
1.300
1.700
2.000
e voorstellen betreffende de EG-
marktordening voor suiker en isoglu-
cose die de Europese Kommissie op
30 september j.l. heeft bekend ge
maakt, zijn bij het bedrijfsleven
uitermate slecht gevallen. En terecht.
Niet alleen wordt in deze voorstellen
een onredelijke financieel offer van
de producent verlangd; in feite wordt
een forse stap in de richting van af
braak van een gemeenschappelijk
suikerbeleid gezet. Het Nederlandse
agrarische bedrijfsleven heeft dan
ook via het Landbouwschap dringend
bij minister Braks aangedrongen op
afwijzing van de nu voorliggende
voorstellen en op het in grote lijnen
handhaven van de nu funtionerende
marktordening.
Waar gaat het in hoofdzaak om. De
Europese Kommissie wil in feite de
kosten van het Europese suikerbeleid
verder terugdrukken. Zonder zich
overigens af te vragen wat dan die
kosten netto zijn. Als we gaan reke
nen blijkt namelijk het hele suiker
beleid over de laatste tien jaar geen
cent aan de Gemeenschap gekost te
hebben. Uiteraard als we de kosten
verbonden aan import van 13 miljoen
ton suiker uit de ACP-(ontwikke-
lings-)landen buiten beschouwing la
ten. Dit heeft immers niets met land
bouwbeleid te maken. Het blijkt nu
dat de heffing op B-suiker van maxi
maal 30 procent en de heffingen op
export bij hoge wereldmarktprijzen
voor suiker, zoals op dit moment,
voldoende geld in het laatje brengen
om de exportrestituties in jaren met
lage weredmarktprijzen voor suiker,
te financieren. Voegen we daar nog
bij dat de toekomstperspektieven
voor suiker wel eens wezenlijk anders
zouden kunnen worden met tekorten
en hoge wereldmarktprijzen als ge
volg van de winning van energie uit
suiker (zie Brazilië) dan valt in feite
elke reden om de suikerregeling in
ongunstige zin voor de producenten
te veranderen weg,
Let belangrijkste voorstel van de
Kommissie is om alle kosten voort
vloeiende uit de export van binnen de
Gemeenschap geproduceerde suiker,
door de producent te laten betalen.
Daartoe wordt de invoering van een
heffing van maximaal 2 procent op de
A-suiker en 40 procent op de B-suiker
voorgesteld. De Kommissie beroept
zich daarbij overigens op het princi
pe-besluit wat de Ministerraad in dit
kader in juni j.l. nam. Ik ben van me
ning dat de Landbouwministers, in-
klusief minister Braks, zich vooreerst
nog maar eens goed moeten bezinnen
op dit naar mijn mening onverant
woorde en onjuiste principebesluit.
Wat heeft de suikerbietenteler ei
genlijk nog aan een Europees suiker
beleid wat hem middels een systeem
van zelffinanciering geen wezenlijke
prijsondersteuning in relatie tot de
kostenontwikkeling meer garandeert.
Waarbij dan bovendien de hoogte van
de heffing nog afhangt van de wijze
waarop het marktbeheer wordt ge
voerd. En dat onttrekt zich volledig
aan de invloed van diezelfde produ
cent.
De Kommissie gaat overigens in haar
voorstel nog verder met de afbraak
van het Europees suikerbeleid, door
ook de richtprijs te willen afschaffen.
Een richtprijs is in de marktordening
ingebouwd als doelstelling voor het
prijsbeleid. Het is mij volstrekt on
duidelijk hoe de Kommissie dan
straks nog een goed prijsbeleid denkt
te kunnen realiseren.
Als we dan voorts nog de onwerkbare
voorstellen zien om de quotum's di
rekt aan de suikerondernemingen toe
te wijzen en per onderneming de mo
gelijkheid te geven om voor een kon
trakten- dan wel mengprijssysteem te
kiezen, zal het duidelijk zijn dat ik het
totale suikervoorstel als volstrekt
buiten de realiteit staande van de
hand wijs. Met dit soort gebrekkige
voorstellen toonde Kommissie toch
wel erg duidelijk haar brevet van on
vermogen om een evenwichtig Euro
pees landbouwbeleid te voeren. Het is
te hopen dat de Ministerraad met wat
meer visie en realiteitszin te werk zal
gaan bij de besluitvorming rondom
het nieuwe suikerregime.
Luteijn
ze niet in de 25.000 per bedrijf
vallen die de P.N.E.M. voor zijn re
kening neemt.
In Ruilverkavelingen
In ruilverkavelingen geldt t.a.v. de
P.N.E.M. precies dezelfde bijdrage
regeling als bovenvermeld m. m.u.v.
de kosten die besteed worden aan het
leggen van een 10 KV kabel als on
derdeel van de hoofdaanieg. Deze
kosten worden bij de plaatselijke
kommissie van de Ruilverkaveling in
rekening gebracht.
Bijzondere aansluitingen
Voor de kosten van een aansluiting
voor objekten die niet als woning of
woning/bedrijf worden aangemerkt
zoals bijv. melkkast, beregeningsin-
stallatie, alleenstaande veldschuren,
schrikdraadinstallatie, onderbema
lingen, e.d. geldt een afwijkende re
geling.
Hier geldt zoals boven omschreven,
als géén uitbreiding van de hoofd
aanieg nodig is, dezelfde regeling.
Dus afhankelijk van de zwaarte van
de hoofdbeveiligingen resp. 175,00
- 1.175,00 2.675 enz. aan basis
kosten.
Hierbij is wederom max. 25 meter
aansluitkabel inbegrepen. Moet ech
ter de hoofdaanieg uitgebreid wor
den, dan zal bij dit soort aansluitin
gen altijd minstens 75% van alle
hiermede verbonden kosten door
betrokkene(n) betaald moeten wor
den.
Hier kunnen de kosten dus, als langs
de weg geen hoofdkabel ligt, zeer
snel hoog oplopen.
De P.N.E.M. draagt hier nooit meer
bij dan 25% van de investeringen in
de hoofdaanieg en dat nog met
maximaal 25.000.
Niet in deze kategorie bijzondere
aansluitingen vallen: Alleenstaande
ligboxenstallen, tuinderij, manege,
polderbemaling etc. Deze vallen ge-
-T aillissement is een gerechtelijk
beslag op het gehele vermogen van
een schuldenaar ten behoeve van
zijn gezamenlijke schuldeisers. Het is
bedoeld om afzonderlijke beslagen
van verschillende krediteuren te
voorkomen. De faillietverklaring ge
schiedt door de rechtbank van de
woonplaats van de schuldenaar. Bij
elk faillissementsvonnis worden een
rechter-kommissaris (lid van de
rechtbank) en een curator (meestal
een advokaat) benoemd. De curator
is belast met de afwikkeling van de
boedel; de rechter-kommissaris
houdt daarop toezicht.
De eerste taak van de curator is het
opmaken van een staat van bezittin
gen en schulden. Hij geeft alle be
kende schuldeisers bericht van het
faillissement. Ook de P.T.T. wordt
hiervan in kennis gesteld en alle post
voor de gefailleerde wordt daarna
naar de curator, als bestuurder over
de failliete boedel, gezonden.
Het faillissement kan worden aan
gevraagd door één of meer schuldei
sers, op eigen verzoek of door het
Openbaar Ministerie (om redenen
van algemeen belang). Het gevolg
van het faillissement is dat de gefail
leerde van rechtswege de beschik
king en het beheer over het vermo
gen, dat tot het faillissement behoort,
verliest. Hij blijft wel handelsbek
waam, maar mag de boedel niet door
zijn handelingen verbinden.
Lopende overeenkomsten kunnen,
mits met machtiging van de rechter-
kommissaris, worden nagekomen,
terwijl andere verbintenissen door de
curator mogen worden te niet ge
daan. Zelfs mag de curator de nie
tigheid inroepen van handelingen
door de gefailleerde verricht vóór het
faillissement en wel indien:
- de schuldeisers daardoor bena
deeld zijn;
- de handeling onverplicht was;
- de schuldeisers werden bena
deeld;
- ook de tegenpartij op de hoogte
was van de benadeling van de
schuldeisers.
De vaststelling van alle schulden le
vert altijd de nodige moeilijkheden
op, doch eenmaal bepaald kan tot
vereffening van de boedel worden
overgegaan. Het faillissement ein
digt veelal door het verbindend wor
den van de slotuitdelingslijst, maar
ook door opheffing wegens gebrek
aan baten. Mocht later de gefailleer
de weer over vermogen gaan be
schikken dan kunnen de benadeelde
schuldeisers hem alsnog weer aan
spreken voor betaling van de restant
vorderingen.
Surséance, die door de schuldenaar
middels een procureur zelf wordt
aangevraagd bij de rechtbank, kan
hooguit voor 1 x/i jaar worden ver
leend. De rechtbank benoemt daar
bij een bewindvoerder, die het toe
zicht op de boedel heeft.
Gedurende de surséance kan de
schuldenaar niet tot betaling van zijn
konkurente schulden worden ged
wongen. Hij is daartoe wel bevoegd,
mits hij de medewerking van de be
windvoerder heeft en hij de schul
deisers alleen in evenredigheid van
hun vorderingen betaalt.
De surséance eindigt door intrek
king.
Gaarne wens ik u toe niet of slechts
sporadisch met het bovenstaande
van doen te krijgen.
Veerbeek
3