Herfst - Winter Bestaan akkerbouwbedrijf sterk afhankelijk van vrije produkten 3 Biologische bestrijding van insektenplagen wint steeds meer terrein Tweede ijsdag sinds 1854 overviel ons! D e Z.L.M.-voorzitter zei van mening te zijn dat het Eu ropees landbouwbeleid meer op de tocht komt te staan. Wanneer niet de 1 B.T.W.-grens doorbroken wordt zal het onmogelijk zijn een enigszins verantwoord land bouwbeleid te voeren, vooral wanneer de toetreding van Griekenland een feit geworden is. zuidelijke landbouw maatschappij Opname van een landschap in herfstsfeer. De plotseling invallende winter zou bijna een plaatje met sneeuw hebben opgeleverd. En dat begin november. Ook nu weer blijkt dat wij een uiterst grillig weertype hebben, waarmee voor de landbouw in hoge mate rekening dient te houden. Z.L.M.-voorzitter Doeleman op ledenraad: z. .m VRIJDAG 7 NOVEMBER 1980 67e JAARGANG NO. 3556 land- en tuinbouwblad n - - W if "s\\ "\n,'<-''^N 5 "Op bedrijven waar de vrije produkten aardappelen en uien een belangrijke plaats innemen, haalt men de laatste weken weer wat verlicht adem, aldus Z.L.M.-voorzitter de heer A.G.J. Doeleman maandag j.l. in de Prins van Oranje te Goes tot de ledenraad van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij. Volgens de voorzitter blijkt hieruit niet alleen hoe afhan kelijk het gemiddelde akkerbouwbedrijf in het Zuid-wes ten is van de vrije produkten, maar ook hoe belangrijk een gespreide afzet is, hoe die ook tot stand komt bij de individuele teler. Voorts blijkt volgens hem uit de totstandkoming van de transaktie met de D.D.R. overduidelijk het belang van het kunnen beschikken over belangrijke kwantums aardap pelen bij onze afzetkanalen. "Wanneer dat niet het geval zou zijn was een belangrijke afzetmogelijkheid onze neus voorbijgegaan en als individuele teler moeten wij ons dat wel realiseren", zo zei hij, eraan toevoegend, "dat het soms aanlokkelijk is om aan de zijlijn de ontwikkelingen te volgen, met de bedoeling een extra graantje mee te pikken, nadat andere het voortouw hebben genomen." Soms lukt dat, maar even goed is het mogelijk dat men ook het lid op zijn neus krijgt. En dat laatste kunnen steeds meer bedrijven bijzonder moeilijk dragen, omdat de reserves onvoldoende zijn. Mede uit de huidige marktontwikkeling van de aardap pelen zei de heer Doeleman te kunnen konkluderen, dat voor de konsumptie-aardappelentelers een aardappelen regeling een slechte zaak is. Vooral in landen met een laag kostenpeil kan het aanlokkelijk zijn tegen bepaalde interventieprijzen te gaan telen. "Bovendien kan een re geling betekenen dat er een kontigentering aan gekop peld wordt, hetgeen voor ons met meer dan 50% export zeker niet best af zal lopen". Overigens zag hij voorlopig nog geen aardappelenregeling van de grond komen. Over de produktieuitbreiding in de veehouderij de heer Doeleman te hebben gekonstateerd dat er een groeiend besef is dat uitbreiding niet ongelimiteerd door kan gaan. Hij zei echter te vrezen dat een heffing op meer-produktie onevenredig zwaar op de Nederlandse veehouderij zal komen te drukken. Uit rechtvaardigheidsoverwegingen zei de heer Doele man van mening te zijn dat als er wel een heffing op de meer-produktie komt deze zonder uitzondering op in dividuele bedrijven of gebieden dient plaats te vinden. De kans dat de prijsverhoging van tarwe opnieuw niet in de boerenportemonnaie komt is levensgroot aanwezig. De heer Doeleman moest helaas konstateren dat de akti- viteiten vooral vanuit de Z.L.M. in de produktschappen wel wat beweging op gang hebben gebracht maar dat konkrete resultaten nog niet zijn bereikt: "In het eerste gesprek tussen Produktschap, afzet- en verwerkingsbe drijven en producenten is het opnieuw duidelijk gewor den, dat verwerkers van granen door hun gunstige positie ten opzichte van de grootste aanvoerhaven Rotterdam weinig bereid zijn mee te denken met de Nederlandse graantelers om hun produkt tot een hogere waarde te brengen. Daarnaast wordt er in de E.E.G. een veel te terughoudend exportbeleid gevoerd. Men berekent wel de kosten van het exportbeleid, maar men vermindert die niet met de opbrengsten van de heffingen van o.a. mais. En op dit moment is de situatie voor een progressief export beleid gunstig o.a. yoor gerst nu deze op het ni veau ligt van de interventieprijs binnen de E.E.G." Ter gelegenheid van het 20-jarig hestaan van de Werkgemeen schap Geintegreerde Bestrijding van Plagen heeft dit onderdeel van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek een boekje samengesteld waarvan het eerste exemplaar vrijdag 31 oktober j.l. in Wageningen officieel is uitgereikt aan vertegen woordigers van het onderwijs waarvoor het ook vooral is be stemd. In het boekje "Landbouw zonder spuit" wordt een over zicht gegeven van de mogelijkheden die er zijn om met biologi sche methoden ziekten en plagen te bestrijden. Jarenlang onderzoek binnen de Nationale Raad voor Land bouwkundig Onderzoek TNO (NRLO-TNO) heeft ertoe geleid, dat het gebruikmaken van biologische methoden in de strijd tegen insektenplagen steeds meer terrein wint. Het spuiten met veelal milieu-onvriendelijke insekticiden, die zowel schadelijke als nuttige insekten verdelgen, wordt geleidelijk minder vanzelf sprekend. De groeiende aandacht voor de alternatieve bestrijdingsmetho- den valt ook te verklaren uit de steeds strengere eisen, die uit het oogpunt van volksgezondheid en milieuhygiëne worden gesteld en de daarmee samenhangende hogere ontwikkelingskosten van een nieuw middel dat alle gewenste eigenschappen bezit. Daar door neemt de kans op het vinden van een dergelijk middel af, terwijl biologische methoden nu al mogelijkheden bieden. Afgelopen maandag hebben we in ons land de eerste IJSDAG beleefd sinds 10 november 1919 en tevens de tweede sinds het K.N.M.I. in ons land metingen verricht en dat is reeds vanaf 1854! De kou zoals we die de afgelopen week een paar dagen hebben gevoeld is voor deze tijd van het jaar ongewoon. De heer Hermens van het K.N.M.I.: "Deze lage tempe raturen zijn voor de eerste week van november inderdaad ekstreem. Maandag j.l. hebben we de tweede ijsdag in anderhalve eeuw meegemaakt". (Onder een ijsdag ver staat het K.N.M.I. een dag waarop de temperatuur niet boven het vriespunt is geweest. Bij een vorstdag komt de gemiddelde temperatuur niet boven het vriespunt.) Een weerkundige bij het K.N.M.I., de heer Wammes, vertelde ons nog dat over de eerste vijf dagen van no vember de normale metingen een minimum aangaven van 4 graden boven nul en een maximum van 11 graden' boven nul. De laatste, zo vroeg in het jaar vallende, koude dag was de vierde novemberdag in 1941. De thermometer heeft toen een minimale temperatuur aangegeven van -3.8 gr.C. en de gemiddelde temperatuur die dag was -0.8 gr.C. (dit was dus wel een vorstdag maar geen ijsdag zoals afgelopen maandag). Deze ekstreem lage temperaturen waren volgens Wam mes een toevallige samenloop van omstandigheden: in ons land was het helder weer met weinig wind. Mede daardoor kon de koude noord-oostelijke wind zo naar ons land stromen. Deze vroege winter heeft ook de boeren overvallen. Als het maar even kan, zo blijkt ook nu weer, dienen zo rond 1 november toch de aardappelen en uien "binnen" te zijn terwijl er afdekmateriaal in huis moet zijn om de bieten die liggen te wachten op vervoer naar de fabriek af te kunnen dekken! Tot nu toe is nog nauwelijks sprake van schade. Als de vorst aanhoudt ontstaan toch wel problemen met de bie ten en enige tuinbouwprodukten. Europees beleid Over het funktioneren van het Europees landbouwbeleid zei de Z.L.M.-voorzitter dat we zoveel mogelijk via poli tieke kanalen onze zorgen duidelijk moeten maken. Vorige week vond een gesprek plaats met Europarle mentariër S. Jonker. Daarin werd onder andere duidelijk dat door landbouwcommissaris Gundelach te weinig weerstand wordt geboden aan de politieke druk. Vervolg verslag ledenraad op pag. 16 en 18.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 1