Amendementen en moties op de Landbouwbegroting 1981 "Ombuiging EG-uitgaven vergt "Euro-Cocktail" van maatregelen Ekonomie onder te sterke druk kollektieve sektor W at de aankoopkapaciteit van de B G elukkig wint het inzicht veld, dat de landinrichting, een multisektorale aanpak bij uitstek in de betreffende Stemming 4 november a.s. Braks bij behandeling Landbouwbegroting 1981: zetmeel Beleid AVEBE richten op verwerkingskapaciteit 500.000 ton Geen grabbelton... Exportmoeilijkheden D, Landinrichting en grond S.B.L. Braks: "Mes in premies en subsidies" Tijdens de behandeling van de Land bouwbegroting 1981 op 22 en 23 ok tober j.l. in de Tweede Kamer der Staten Generaal is een aantal amen dementen en moties ingediend, over welke minister ir. G. Braks zich als volgt heeft uitgesproken. Amendementen Mevrouw Langedijk-De Jong heeft het hierna vermelde komplex amen dementen ingediend. Voorgesteld wordt de uitgetrokken middelen voor extra maatregelen in de agrarische sektor te verminderen met 4,5 min. en dit bedrag ten goede te laten komen aan de werk gelegenheid in natuurgebieden. Daarnaast wordt voorgesteld de uit getrokken middelen voor extra maa tregelen in de agrarische sektor te verminderen met 5,5 min. en die voor uitvoering van zgn. A-) werken met 25 min. te verlagen. Het totaal van 30,5 min. zou moeten worden gevoegd bij de gelden voor aan- koopaktiviteiten en exploitatie van gronden in tijdelijke eigendom bij de SBL (Grondbankaktiviteiten). Ten slotte is voorgesteld van het begro tingsbedrag voor A-l werken 15 min. over te brengen naar de SBL voor "toepassing van de Relatienota en voor een flexibel landinrichtings- beleid". Minister Braks was om verschilleride redenen genoopt, dit komplex amendementen van de hand te wij zen. Moties Voortman I De Kamer ware een "innovatief' aktieplan voor te leggen. Hiermee is bedoeld het scheppen van een ge- koncentreerde landbouwstrukturele aanpak waarbij onderzoek, voor lichting, onderwijs en beleid worden betrokken. Minister Braks zag in deze motie een ondersteuning van zijn beleid. In een volgende memorie van toelichting zal hij de genoemde beleidsonder delen samenvattend doen behande len. Voorts zal hij een onderzoek la ten instellen naar de specifieke land bouwproblematiek in de beheersge bieden en daarbuiten. Wöltgens Verzoekt na te gaan, hoe fiskaal en/of met subsidies de financie- ringsproblematiek van jonge agra riërs bij bedrijfsovername kan wor den verlicht. De minister wijst erop, dat het niet uitsluitend tot zijn kompetentie be hoort over deze motie een uitspraak te doen. Hij laat het oordeel over aan de Kamer. Langedijk-De Jong I Door middel van statutenwijziging zou de SBL op de kapitaalmarkt moeten kunnen opereren, teneinde de Grondbank groter armslag te ge ven. Zowel wegens het aanzienlijk grotere beroep door het Rijk op de kapitaal markt als de toenemende last van rente en aflossing, moet de minister deze motie afwijzen. Mevrouw Lan- gedijk meende ook dat de aanvraag- mogelijkheid voor een bijdrage we gens boerderijverplaatsing buiten ruilverkavelingsgebieden weer zou moeten worden opengesteld. De minister meende deze motie te moeten afwijzen om budgettaire re denen. Het Tweede Kamerlid Van der Lin den zei van mening te zijn dat het fiskale beleid voor zelfstandige on dernemers zou moeten worden af gestemd op de funkties van hun in komen: konsumptie, investering en reservering. Van dit verzoek aan de regering neemt de minister kennis. De minister was het eens met zijn tweede motie waarin hij te kennen gaf dat het ontstaan van regionale demonstratieprojekten voor toepas sing van bio-energie financieel zou moeten worden gestimuleerd. Een andere motie van Van der Lin den (er zou weer een kerstboteraktie moeten worden gehouden) wil de minister in Brussel nog eens aan de orde stellen. Gezien de beperkte in- terventievoorraad boter, is Braks van de haalbaarheid niet overtuigd. In verband met de extra middelen op de begroting voor verbetering van de produktie- en afzetstruktuur zou volgens Van der Linden een gericht programma aan de Kamer moeten worden voorgelegd, waarin betrok ken worden de kredietsituatie van jonge boeren en tuinders, voorzover de kontinuïteit in gevaar is, alsmede bijzondere knelpunten in bepaalde regio's, dan wel bedrijfstakken. De bewindsman zei hierop in het licht van vrijwel gelijkluidende toe zeggingen, die hij tijdens het debat heeft gedaan, zeer wel met deze mo tie te kunnen leven. Tijdens het aanstaande Nederlandse voorzitterschap van de EG-Raad moet volgens de heer Waalkens hoge voorrang worden gegeven aan de totstandkoming van de richtlijn voor harmonisatie van het toelatingsbe leid voor gewasbeschermingsmidde len, die in het ontwerp is ingediend. De minister ziet in deze motie een ondersteuning van zijn positie. Van Rossum De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Water schappen moeten als adviserend lid zijn vertegenwoordigd in de Centrale Cultuurtechnische Commissie. De minister zal dit verzoek bevorderen. De stemmingen over deze amende menten en moties zullen plaats heb ben op 4 november a.s. De begroting 1981 voor het Land bouw Egalisatie Fonds werd zonder hoofdelijke stemming op 23 oktober aangenomen. •W illen we niet dat het EG-landbouwbeleid volledig uit de hand loopt, dan zal een duidelijke rem moeten worden gezet op de ontwik keling van de landbouwuitgaven. Dit zal een beleidsombuiging vergen, die niet kan worden beperkt tot de zuivelsektor. Er dient als het ware een "Euro-Cocktail" van maatregelen te worden genomen, waarbij de dosering is aangepast aan de specifieke situatie in de sektoren. Ik kies daarbij uitdrukkelijk voor een politiek waarbij het markt- en prijsbeleid hoofdpijler blijft voor de inkomensontwikkeling van onze land- en tuinbouw". Dit o.m. zei minister ir. G. Braks in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de begroting 1981 van zijn departement op 22 en 23 oktober j.l. innen de financiële mogelijkhe den moet het beleid zo worden bij gesteld dat er financiële ruimte ont staat voor een aangepast prijsbeleid. Het uitgavenniveau is beslist niet de enige graadmeter van de doelmatig heid van het beleid. Vaak is zelfs het tegendeel het geval. Soms kan het nodig zijn, de doelstellingen van een redelijk inkomen èn marktevenwicht onafhankelijker van elkaar te reali seren, bijvoorbeeld door maatrege len te introduceren die de produk- tiegroei beperken. In een aantal sektoren van de land bouw is het prijsbeleid een aan slij tage onderhevig instrument gewor den voor een effektieve beïnvloeding van het marktevenwicht. Het is terecht dat bij het prijsbeleid naar de markt wordt gekeken. Een overvoerde markt vraagt om terug houdendheid met betrekking tot de prijsaanpassing. De inkomenspoli tieke funktie van de EG-prijsbeleid, kan echter niet zomaar onder de tafel worden geveegd. Dit zou volstrekt onrechtvaardig zijn ten opzichte van de werkers in land- en tuinbouw, die exklusief onderworpen zijn aan Eu ropese besluitvorming wat betreft hun sociaal-ekonomische positie. Voorzitter Landbouwschap: ningrekening bij AVEBE. Het Landbouwschap vindt dat zo'n bij drage dit jaar buiten beschouwing zou moeten blijven. In ieder geval zou het percentage niet hoger mogen zijn dan in 1979. Voorzitter Luteijn zei, dat de struk- tuur van het veenkoloniale akker bouwgebied - en daarmee de positie van de akkerbouwers - verbeterd zou kunnen worden door bedrijfsvergro- ting en kultuurtechnische aanpassin gen. Hij pleitte ervoor om de moge lijkheden op dit gebied optimaal te benutten. Voor het vervangen van de fabrieksaardappelen door andere gewassen zag hij weinig mogelijkhe den. In individuele gevallen kunnen telers uitwijken naar andere teelten, zoals suikerbieten. Een dergelijke overschakeling zou kunnen worden bevorderd door voor dit doel in EG- verband extra quotumruimte te kreëren. In het veenkoloniale akkerbouwge bied is een belangrijke inkrimping van het areaal fabrieksaardappelen niet mogelijk. De verwerkingskapa citeit bij AVEBE mag daarom niet beneden de 500.000 ton zetmeel ko men. Voorzitter Luteijn van het Landbouwschap heeft dit benadrukt in een gesprek met de kommissies voor Landbouw en Ekonomische Za ken uit de Tweede Kamer over de problematiek bij AVEBE. In het gesprek onderstreepte de heer Luteijn ook, dat de vermogenspositie van de telers dermate krap is dat ze nauwelijks ruimte hebben om zelfbij te dragen aan het oplossen van de financieringsproblemen bij AVEBE. De opbrengst aan fabrieksaardappe len ligt dit jaar 15 procent lager dan normaal. Vorig jaar werden de telers verplicht om 5% van hun opbrengst te storten op een achtergestelde le- Ir. G. Braks: 'Tem... 13 e inkomensontwikkeling in de agrarische sektor wordt naast het "Brusselse" beleid bepaald door o.m. het nationale beleidsinstrumenta rium; onderzoek, voorlichting, on derwijs, bedrijfsontwikkeling en lan dinrichting. Bovendien heeft minis ter Braks bewust op de begroting 1981 25 min. opgenomen, ter ver betering van de inkomens resp. li quiditeitspositie van land- en tuin bouwbedrijven. Dit. bedrag, dat be slist geen grabbelton is waaruit ieder het zijne maar kan claimen, vormt een financieel beleidsinstrument, gericht op de kontinuïteit van de be drijven en daarmee op het behoud van arbeidsplaatsen. De bewinds man zegde toe voor dat bedrag een gericht beleid te ontwikkelen in overleg met de Kamer en het be drijfsleven. e moeilijkheden die ons land on dervindt bij de export van varkens- en kalfsvlees hebben een ernstige terug slag gehad op de prijzen. Het laat zich niet aanzien dat deze moeilijkheden op korte termijn worden opgelost. Minister Braks heeft in de afgelopen weken, bij de Europese Commissie een partikuliere opslagregeling voor kalfsvlees bepleit. Hij hoopt dat deze begin november in werking kan tre den. Tijdens zijn voorzitterschap van de EG-Raad van ministers van landbouw in het eerste halfjaar van 1981, zal minister Braks zich inzetten om de harmonisatie van het veterinaire en sanitaire beleid in de Gemeenschap te versnellen. gebieden, goede perspektieven biedt voor het scheppen van mogelijkhe den voor het natuurbehoud, de re- kreatie en tal van andere aktiviteiten is, meent minister Braks. Voortgaan met een uitvoeringsprogramma van 40.000 hektare integrale landinrich ting, met de uitbreiding en instand houding van ons bepaald niet om vangrijke bezit aan bos- en natuur gebieden en met de toepassing van het instrumentarium van de Relatie nota zijn voorwaarden voor een suc cesvol beleid op de lange termijn. Ook anderszins zullen wij in de ko mende tijd de gelegenheid moeten vinden, aan deze materie voortdu rend aandacht te geven. In dat kader wees de bewindsman op de ontwerp-Landinrichtingswet, die het wettelijke instrumentarium moet leveren voor een integrale landin richting en die bij de Kamer in be handeling is en op het instrumenta rium van het Struktuurschema Lan dinrichting. Dat zal de hoofdlijnen van het in het komende decennium te voeren landinrichtingsbeleid aan geven. Hij verwacht dat dit schema binnen enkele maanden als beleids voornemen zal worden gepubliceerd. "In de loop der jaren is een zekere wildgroei aan premies en subsi dies ontstaan. Daar kan best het mes in, mits alle ministers de po litieke durf hebben om ook een aantal heilig verklaarde "koeien" te melken. Maar dit mag er niet toe leiden dat goed funktione- rende steunmaatregelen worden aangetast. Nu, na 10-15 jaar acht hij het op zijn plaats, een evalua tie te maken over de doelmatig heid van premies en subsidies", aldus minister Braks tijdens de behandeling van zijn begroting 1981 één dezer dagen in de Tweede Kamer! SBL betreft, wees de bewindsman erop dat ondanks de bijstelling van het Grondbankbeleid, met de be schikbare middelen het volume van de overige aankoopaktiviteiten is ge waarborgd. Slechts het niet struktu- rele deel van de Grondbank is afge schaft. Daarbij gaat het om een ver spreid liggende aankoop bij indivi duele boeren, die slechts een beroep doen op de Grondbank om hun bedrijf te vergroten. A ndriessen bij Molenaars: Op de 10de Algemene Jaarvergade ring van de Nederlandse Vereniging van Veevoederfabrikanten en -han delaren NIMO heeft mr. F.H.J.J. Andriessen een rede gehouden over Ekonomie en Politiek. Politiek ging mr. Andriessen er be paald niet omheen in zijn rede die met veel instemming werd beluisterd. De noodzaak tot matiging zowel in de kollektieve als in de partikuliere sek tor is, aldus mr. Andriessen in de loop van de jaren steeds duidelijk geble ken. Naar opvatting van mr. Andriessen is vandaag méér matiging nodig dan in achter ons liggende jaren werd voor zien. Matiging met het oog op de werkge legenheid, waar onze samenleving niet aan ontkomt is een zaak met twee aspekten twee kanten die elkaar onderling beïnvloeden. De kollek tieve sektor moet terug om de parti kuliere sektor meer ruimte te geven, de partikuliere inkomens moeten te rug om ruimte voor investeringen en verbetering van konkurrentiepositie te scheppen. De heer Andriessen sloot zich aan bij een analyse van het Kabinet over de ontwikkeling van de kollektieve sektor op langere ter mijn. Daarin heet het dat ook in de komende jaren beleidsombuigingen op het gebied van de kollektieve uit gaven en beperking van partikuliere inkomens onderling zeer nauw sa menhangende centrale beleidsthe ma's zullen zijn en dat met een zeer zware afwegingsproblematiek reke ning moet worden gehouden. De ekonomie wordt te zeer ingedrukt door de voortdurend toenemende druk van de kollektieve sektor. Loonsverlaging voor méér werk heeft zijn beperkingen. Voor werk moet geïnvesteerd worden en de beslissing over die investering moet bij de on derneming blijven, waar ook de risi- ko's worden gedragen, aldus de heer Andriessen. vdw

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 5