De varkenshouderij in een moeilijke situatie PVV-regeling slachten en wegen slachtvarkens aangescherpt U it de Brabantse deelboekhou- dingen valt te lezen dat de periode mei 1979/1980 een hogere op- brengstprijs noteerde dan in de ver gelijkbare periode vooraf (mei 1978/1979). In beide boekjaren is de opbrengstprijs binnen de varkens houderij echter laag geweest. Anderzijds zijn in het laatste boek jaar de voerkosten sterk gestegen. Wat in het saldo duidelijk tot uiting komt. D, Verbeteren technisch resultaat belangrijk Inkomensgarantie Voor de toekomst Afrekenen naar geslacht gewicht Korting B innen de varkenshouderij is de zgn. varkenscyclus een bekend be grip. Daarmee wordt dan bedoeld, de op vrij regelmatige tijd terugko mende prijzen "top" en prijzendal. Niet voorzienbaar in deze situatie is, hoe hoog en breed de top en hoe diep en breed het dal is. Dit is n.l. sterk afhankelijk van vele invloeden op de Europese en zelfs de wereldmarkt. De huidige prijssituatie beweegt zich duidelijk in het dal waar we overigens niet onverwacht terecht zijn gekomen. Het is als gevolg van vraag en aanbod en staat buiten de invloed van de varkenshouder. De enige mogelijkheid om het inko men veilig te stellen is de kosten te verlagen het technisch resultaat verbeteren). Een aantal Brabantse varkenshou ders heeft dit begrepen en zijn er in geslaagd de voerprijsstijging voor een (klein) deel te kompenseren door een beter technisch resultaat. De voerprijsstijging in de varkens fokkerij komt neer op 136.50 méérkosten per zeug per jaar. De mééropbrengst door verbetering van het gemidd. resultaat (0.21 big per zeug per jaar) betekent ongeveer 25,— meeropbrengst. De hogere biggenprijs en het beter technische resultaat heeft niet kun nen voorkomen dat het saldo per zeug verslechterde. In de varkensmesterij is de situatie niet anders. Saldo opbrengst - voerkosten - direkt toerekenbare kosten, (geen huisvestings- en arbeidskosten gere kend). Het technisch resultaat in de mesterij is t.o.v. vorig boekjaar gelijk gebleven met uitzondering van het uitvalpercentage. Het is dan ook duidelijk, dat het fi nancieel resultaat ondanks de hogere opbrengstprijs toch slechter is. Al leen al de hogere voerprijs verhoogt het kostenpakket met 20,— /varken. Al met al een weinig roos kleurige situatie maar zeker niet ho peloos. Uit de huidige varkensprijsnote ring zou de voorzichtige konklusie getrokken kunnen worden dat het dieptepunt gepasseerd is. We kunnen nu Ieren wat voor de toekomst van groot nut kan zijn. Enkele facetten om niet te verge ten: Op de opbrengstprijs en voer- prijs-niveau kan de varkens houder geen invloed uitoefe nen. Het technische resultaat is af hankelijk van het vakman schap van de ondernemer. Bij een geringe marge van groot belang. de vruchtbaarheid en de kon- trole daarop zijn binnen de varkensfokkerij van groot be lang. Binnen de varkensmesterij is het de voederkonversie in re latie tot de voerprijs wat het rendement bepaalt. In een periode met hoge prij zen zijn reserveringen nodig voor egalisatie in een periode met slechte prijzen. Niet re serveren maar steeds weer in vesteren in nieuwe uitbreidin gen verhoogt het risiko. Zo leert deze tijd. Bedenk - niet het vele is goed maar het goede is veel. Gemiddeld resultaat deelboekhoudingen mesterij Mei 76/79 Mei 79/80 Groei per dier per dag 644 gr. 643 gr. Voederverbruik per kg groei 3.14 kg 3.13 kg Prijs voerpakket per 1 00 kg 46,74 54,37 Voerkosten per kg groei 1,47 1,70 Percentage uitval 2,2% 2,6% Opbrengstprijs per kg geslacht gewicht gem.kwal 3,39 3,68 F'ercentage EAA IA 70.0% 75,2% «^Saldo per mestvarken 97, 94,— ing. A.G.M. Albers Kons. Varkens en Pluimveehouderij, Tilburg Gemiddeld resultaat deel boekhouding fokkerij Mei 78/79 Mei 79/80 Worpen per zeug per jaar 1 .90 1 .93 Grootgebrachte biggen per worp 8.40 8.40 Grootgebrachte biggen per zeug per jaar 16.00 16.21 Opbrengstprijs big van 23 kg 98.44 110.23 Gem. prijs voer- pakket/100 kg 47.98 55.48 (s'Saldo per zeug per jaar 691.00 676.00 Niet het vele is goed.... er 1 januari a.s. wordt de maximale tijdspanne tussen het slachten en wegen van slachtvarkens in ons land ingekort van 60 naar 45 minuten. Tot deze aanscherping van de voor alle varkensslachterijen van enige omvang in ons land geldende - verplichte - pvv-regeling slachten en wegen slachtvarkens, besloot het bestuur van het produktschap voor vee en vlees (pw) op 10 oktober 1979. Voor de varkenshouders in het bijzonder - en voor alle leveranciers van slachtvarkens in het algemeen - is de duur van het tijdsverloop tussen het steken (doden) en het wegen van belang. Immers, naarmate de dieren eerder gewogen worden, treedt minder gewichtsverlies op. En men krijgt dan dus meer uitbetaald. Eerder wegen binnen het toegestane tijdsbestek, bijvoorbeeld binnen 30 mi nuten na het steken, blijft ook na 1 januari toegestaan. Maar er mag na -die datum niet langer meer gewacht worden dan maximaal drie kwar tier. e aard van de overeenkomst tus sen koper en verkoper, namelijk of de dieren afgerekend zullen worden op basis van levend gewicht of op basis van het aantal kilogrammen koud geslacht gewicht, blijft natuur lijk altijd een zaak tussen deze twee partijen. In beide gevallen is de pvv- regeling van kracht. Zo dienen alle dieren, bij verkoop op basis van levend gewicht, die tussen 's morgens zes uur en 's avonds zes uur op een door het pvv erkende weegplaats worden aangevoerd, bin nen drie uur na aankomst gewogen te worden. Een erkende weegplaats is herkenbaar aan een vignet met de woorden "pvv-weegregeling levende varkens". Erkende weegplaatsen kan men aantreffen bij veehandelaren, een slachtplaats of elders, voorzien van eerder genoemd vignet. Opgemerkt moet nog worden, dat dieren die 's avonds na zes uur wor den aangevoerd, pas de volgende morgen na 6 uur (maar dus wel voor 9 uur) gewogen hoeven te worden. Ze moeten natuurlijk altijd netjes behandeld zijn, zodat geen extra ge wichtsverlies optreedt. Hoe langer ze onderweg zijn, hoe meer dat overi gens het geval is. Het bruto-gewicht (vanaf 0 kilo) wordt tot op 500 gram nauwkeurig vastgesteld. In de pvv- regeling is overigens niets geregeld over een aftrek (tarra) van het afge drukte gewicht van levende dieren. Dat is een zaak tussen leverancier en afnemer. Zijn koper en verkoper overeen gekomen dat de afrekening van de slachtvarkens plaats zal vinden op basis van koud geslacht gewicht, dan is het zaak er voor te zorgen, dat de dieren ruim voor twee uur 's middags op de slachtplaats zijn. Dan moeten ze namelijk nog dezelfde dag ge slacht worden. Worden ze later aan gevoerd, dan moeten ze uiterlijk - en bij voorrang - de eerstvolgende werkdag geslacht worden. Met alle gevolgen van dien voor hun gewicht. De leverancier moet dan echter schriftelijk laten weten, dat hij daar tegen geen bezwaar heeft. Aan de hand van het weegbriefje en/of de afrekening, kan worden nagegaan, wanneer de dieren geslacht en ge wogen zijn. Bij verkoop tegen koud geslacht ge wicht is het, zoals in de aanhef al is opgemerkt, van groot belang, dat niet extra tijd verloren gaat tussen steken (doden) en wegen van het dier. Per 1 januari is de maximale tijd daarvoor tot 45 minuten ingekrom pen. Eerder wegen mag wel. Later niet. Er dient met geijkte, automati sche apparatuur gewogen te worden. Bij een (automatische) afgedrukt ge wicht van 500 gram en meer - er wordt tot op 100 graiyi nauwkeurig gewogen - wordt het gewicht naar boven en anders naar beneden afge rond tot op hele kilo's. Om er voor te zorgen, dat iedereen op dezelfde manier weegt, is nauw keurig omschreven in de pvv-rege ling, welke onderdelen gewogen moeten worden. De medewerkers van het Voedselvoorzienings In- en Verkoopbureau (VIB) van het mi nisterie van landbouw en visserij, die de geslachte dieren in kwaliteitsklas sen indelen, houden er toezicht op, dat dit korrekt gebeurt. 1 n de praktijk is het - ook interna tionaal - gewoonte geworden, dat de slachter zijn produkt gekoeld ver handelt. Het weegt dan echter min der dan kort na het slachten. Daarom vindt er op het vastgestelde (warm geslacht) gewicht een korting plaats. Bij een vastgesteld gewicht van 26 tot en met 70 kg wordt daarom één kg in mindering gebracht; bij gewichten van 71 tot en met 125 kg is dat 2 kg. Die korting kan oplopen tot 5 kg bij dieren van 226 kg en meer. Zijn de dieren echter te laat geslacht of wor den ze - om welke reden dan ook - niet binnen 45 minuten na het steken gewogen, dan wordt die korting ge halveerd; dus een aftrek van één kg bij dieren van 71 tot en met 175 kg en 2 kg bij dieren zwaarder dan 176 kg. Onderstaand staatje geeft een overzicht van de aftrekposten na weging in kg gewicht binnen maximaal 45 minuten na het steken minder dan 26 kg van 26 t/m 70 kg van 61 t/m 125 kg van 126 t/m 175 kg van 176 t/m 225 kg van 226 kg en meer Aftrek-gewicht voor omrekening naar koud geslacht gewicht Okg 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 12