Het onderploegen
van bietenblad
Top-kaderkursus gaat
binnenkort van start
W anneer we schrijven over bietenblad dan wordt hiermee bedoeld
een vereenvoudiging van namen als:
I
E en grote opeenhoping van bieten
blad in de grond kan ongunstig wer
ken. De vertering verloopt dan on
voldoende, er treedt zuurstofgebrek
en blauwkleuring van de grond op.
Dit is ongunstig voor de groei van de
wortels van het volgende gewas. Op
die manier krijgt men in plaats van
een positieve een negatieve werking.
Dikke zwaden bietenblad dienen
Kees de Rijke wint Nederlands
kampioenschap ploegen
Serie Zuid West -
bodem best nr. 18
AKKERBOUW
VEEHOUDERIJ
Wat is de
bemestingswaarde?
Hoe onderploegen?
Voor jonge boeren en boerinnen uit
Zuid- West-Nederland
Voor de vierde keer
Aardappelexport in
september 1980
KONSULENTSCHAPPEN VOOR
DE AKKERBOUW EN DE RUND
VEEHOUDERIJ IN ZUIDWEST
NEDERLAND
A. de Regt
suikerbietenkoppen en -blad; suikerbietenloof en koppen;
bietenkoppen en loof; koppen en blaren enz.
Met de opkomst van de zesrijige bietenrooisystemen is de hoeveelheid
bietenblad vrij sterk gedaald, doordat de koppen grotendeels met de
bieten worden afgevoerd. Met de TOENAME VAN DE MECHANI
SATIE van de bietenoogst is ook het onderploegen van het bietenblad
toegenomen. Enerzijds omdat het door het kleiner worden van de
koppen het produkt voor de voederwinning in waarde afnam, anderzijds
omdat het inkuilen erg arbeidsintensief is. Tegelijkertijd zien we dat in
de voederwinning een verschuiving plaats vindt van bietenblad naar
snijmaïs.
n Zeeland wordt van 85% van de
oppervlakte bieten het loof onderge-
ploegd. Om de hoeveelheid bieten
blad per ha te bepalen zal er reke
ning mee moeten worden gehouden
dat de verschillen van perceel tot
perceel en van jaar tot jaar vrij groot
kunnen zijn. Het tijdstip van oogsten
speelt niet zo'n grote rol. Dit is vooral
van invloed op de voor de voeder-
winning oogstbare hoeveelheid.
HET IS EEN KUNST om een
goede groenbemester te telen.
Maar het is een grotere kunst om
de groenbemesting goed onder te
werken. Wikken en Siletta geven
meestal niet zo veel problemen,
want al blijft er wat boven de
grond, er komt toch geen nagroei.
Een grasgroenbemesting moet
echter foutloos ondergewerkt wor
den. Dat kan alleen met een ploeg
die in orde is en waarvan de ploeg
en voorscharen scherp zijn. Zijn er
veel sporen in uw land, dan is
dwars overploegen beslist nodig
om goed werk te kunnen leveren.
EEN PLOEG HEEFT veel ge
heimen. Maar gelukkig is er ook
nog een vlugschrift dat op eenvou
dige manier uitlegt welke die ge
heimen zijn. Hulp zoeken en vra
gen om goedploegwerk te leveren,
is geen minderwaardig iets. Het is
veel erger dat U geen moeite doet
om zelf het brevet van "meester-
ploeger" te veroveren.
VERLEDEN JAAR WERDEN
er op de zwaardere grond heel wat
hektares wintertarwe overgezaaid,
omdat het land te droog was. De
gezaaide tarwe nam iets vocht op,
begon te kiemen en verdroogde.
O ver zaaien was toen nodig. Nog
steeds geldt, dat tarwe om goed te
kiemen veel vocht nodig heeft. De
grond moet goed nat zijn. Van
zelfsprekend weer niet als U moet
zaaien, wacht uw tijd af, die komt
zeker.
ER ZIJN NOG WEINIG proe
ven genomen met het geven van
stikstof aan wintertarwe in de
herfst. Meestal heeft de kleine
tarweplant wel voldoende de be
schikking over stikstof in de
grond. Misschien zou een erge
magere stoppel van vlasland of
graan na graan wel eens een tekort
kunnen geven. De regelmatige ge
bruikers van organische bemesting
zitten beslist niet met dat pro
bleem. Hun grond bevat soms al
een teveel aan stikstof. Ga dus zo
maar niet tot een herfstbemesting
over.
WIE MET EEN steek-thermo-
meter werkt, moet wel weten dat
zo'n ding de juiste temperatuur
aangeeft. Net zoals een gewicht
geijkt moet zijn en een weegbrug
het juiste gewicht moet vermelden,
zo mag uw thermometer geen af
wijking vertonen. Vraag de leve
rancier of hij wil nagaan of uw
thermometer nog goed werkt.
Straks gaat het vriezen en dan
moet U het weten of ondervinden.
HET HERFSTWEER WAS
ideaal voor de groei van uw stop
pelgewassen. Zo zelfs dat vele
stoppelknollen en bladkool zo'n
goede stand hebben, dat nitraat
vergiftiging bij voeren moet wor
den gevreesd. Wees vooral bij de
aanvang met het voeren van deze
gewassen voorzichtig. Geen grote
hoeveelheden ineens maar zoveel
mogelijk kleinere porties verspreid
over enkele keren voeren. Wan
neer U een hoog nitraatgehalte
verwacht, is het beter om een
monster voor onderzoek op nitraat
te sturen naar Oosterbeek.
ER ZIJN ZGN. probleembedrij
ven waar een beduidend aantal
koeien het vertikt om zowel door
kunstmatige inseminatie of na
tuurlijke dekking drachtig te wor
den. In zo 'n geval kan het niet tij
dig afkalven veel melkgeld kosten.
Het enigste wat U dan nog kunt
doen, is kontakt opnemen met uw
dierenarts om een onderzoek in te
stellen naar de oorzaken. U moet
er altijd voor zorgen dat ook de
Gezondheidsdienst hierbij wordt
betrokken.
ZQlX)OR HET JAAR moet een
veehouder nogal eens een beroep
doen op de dierenarts. Na gene
zing van een dier blijven er als re
gel nog wat pillen of zalf over. Be
waart U deze resten tot er weer
eens een dier ziek is met naar uw
mening dezelfde ziekteverschijn
selen? Deze handelwijze is om
twee redenen niet aan te raden. In
de eerste plaats schijn bedriegt, het
dier kan dus een geheel andere
ziekte hebben. In de tweede plaats
kan de samenstelling van het mid
del tijdens de bewaring zijn gene
zende waarde hebben verloren.
B ij de berekening van de bemes
tingswaarde van bietenblad wordt
uitgegaan van 30 ton per ha met 15%
droge stof en in die droge stof 2,9%
stikstof, 0,8% P2O5, 4% K20, 1,5%
CaO en 1% MgO. De gehalten aan
CaO en MgO worden op de kalkrijke
gronden als regel verwaarloosd. Van
de stikstof wordt alleen die hoeveel
heid gerekend die in het volgende
jaar op de kunstmestgift bespaard
kan worden. De ervaring heeft ge
leerd dat dit sterk kan variëren; ge
middeld rekenen we hiervoor plm.
30 kg N per ha.
De minerale meststoffen uit het bie
tenblad worden gewaardeerd aan de
hand van de op dit moment geldende
prijzen van kunstmeststoffen. De or
ganische stof becijferen we op 2 cent
per kg. Dit in tegenstelling met de
organische stof in bijvoorbeeld stal
mest die op 3 cent wordt gewaar
deerd, omdat daarin het humufika-
tiekoëfficiënt duidelijk gunstiger ligt
dan bij bietenblad.
De bemestingswaarde per ha wordt
dan als volgt:
4500 kg organische stof a 2 cent
90,00
30 kg stikstof a 1,35 40,50
36 kg fosfaat 1,20 43,20
180 kg kali a 0,55 99,00
bemestingswaarde totaal per ha
272,70
Bij het opmaken van het bemes
tingsplan voor het nieuwe teeltjaar
kunnen deze gegevens worden ge
bruikt. De resultaten van het gron
donderzoek dienen er dan wel aan te
pas te komen.
Wordt er na de bieten tarwe geteeld,
dan kan men bij de tweede stikstof
gift nog rekening houden met het
ondergeploegde bietenblad.
Het onderploegen van bietenblad kan het beste plaats vinden enige weken na
het rooien.
vóór het onderploegen dan ook ges
preid te worden.
Door pas 2 a 3 weken na het rooien te
ploegen is de massa bietenblad door
verwelking wel tot de helft of nog
minder teruggelopen, vooral bij zon
nig weer. Wat er dan uit verdwenen is,
is echter water. Hierdoor ondergaat
de bemestingswaarde per ha weinig
verandering.
Om echter een regelmatige verdeling
van de organische stof en van de mi
nerale meststoffen te krijgen, blijft
het ook na verwelking van het blad
aan te bevelen om de zwaden te
spreiden.
Ook dit jaar organiseert de kommissie Top-kadervorming Zuidwesten
(samengesteld uit vertegenwoordigers van de stands- en jongerenorga
nisaties, het koöperatieve bedrijfsleven en enkele waterschappen) een
kaderkursus voor jonge boeren en boerinnen uit Zeeland, West-Bra
bant en de Zuid-Hollandse eilanden.
Doel van de kursus is: jonge mensen, die werkzaam zijn in het boeren
bedrijf de kans te geven zich verder (algemeen) te scholen en te ont
wikkelen. Eventueel kunnen zij dan een plaats bekleden in het kader
van de agrarische wereld. De kursus is daarom vooral gericht op:
1het aanleren van sociale vaardig
heden, als spreken in het open
baar, vergader-, gespreks- en dis-
kussietechniek, opkomen voor
belangen.
2. het verkrijgen van inzicht in onze
maatschappij.
3. het ontwikkelen van persoonlijke
visie en meningen over verschil
lende zaken, die met jezelf en de
samenleving te maken hebben.
Er komen algemeen vormende en
levensbeschouwelijke onderwerpen
aan bod. Daarnaast wordt aandacht
besteed aan agrarische-, (bedrijfs)e-
konomische- en politieke onderwer
pen.
De kursus krijgt vorm in 3 weken in
internaatsverband, t.w.
12-16 januari
26-30 januari
9-13 februari
Deze kursus vindt plaats op het vor
mingscentrum "Hedenesse" te Cad-
zand. Om het mogelijk te maken, dat
meer vrouwen aan de kursus kunnen
deelnemen, organiseren we, bij vol
doende deelname, een crèche met
kinderleiding voor kinderen bene
den de 6 jaar.
De leeftijdsgrenzen zijn 21 en 30
jaar. De kursus wordt afgerond door
het maken van een individueel
werkstuk, gevolgd door een eindges
prek.
U kunt zich voor deze kursus nog
opgeven tot 1 december a.s. De kos
ten bedragen 150,— per persoon.
Voor opgave en nadere informatie
kunt u het sekretariaat van de Kom
missie Topkadervorming Zuidwesten
bellen: telefoon: 01100-21010 (toe
stel 12 of 15). Adres: Grote Markt 28,
4461 AJ Goes.
Onder ongunstige weersomstandig
heden zijn vrijdag en zaterdag 10 en
11 oktober jl. in het Drentse Klazi-
naveen de Nationale Ploegwedstrij-
den gehouden. De belangstelling was
kleiner dan voorgaande jaren het
geen behalve aan het weer ook kan
worden geweten aan de wat excen
trische ligging van dit Drentse dorp.
De Zeeuw Kees de Rijke wist zich in
een veld van deelnemers opnieuw als
eerste te plaatsen. Daarmee heeft de
Tholenaar zich verzekerd van een
reis naar Ierland waar de wereld
kampioenschappen in 1981 plaats
zullen vinden.
Naast het rondploegen konden de
toeschouwers op de Drentse dal
gronden ook genieten van demon
straties ploegen met paarden en met
oude trekkers. Voorts waren er voor
het eerst behendigheidswedstrijden
voor trekkers.
Volgens het Produktschap voor
Aardappelen is in de maand sep
tember 81.000 ton konsumptie- en
industrieaardappelen uitgevoerd.
Hiervan was 13.500 ton bestemd
voor de zetmeelindustrie.
Hierdoor is de totale export van
oogst 1980 op 116.000 ton gekomen.
Van de vorige oogsten is tot 1 okto
ber uitgevoerd:
oogst 1979 70.000 ton
oogst 1978 60.000 ton
oogst 1977 69.000 ton
oogst 1976 136.000 ton
In de kalenderweek van 29 septem
ber tot en met 4 oktober is 29.000 ton
konsumptie- en industrieaardappe
len uitgevoerd.
Dit weekcijfer is extra hoog door een
tijdelijke stagnatie in de ontvangst
van de exportformulieren in de
voorgaande week.
De invoer van konsumptie- en in
dustrieaardappelen bedroeg in de
maand september 19.000 ton, waar
van 17.000 ton uit West-Duitsland,
voornamelijk bestemd voor de zet
meelindustrie.
8