IS UITBREIDING VAN DE BEREGENING MET GRONDWATER MOGELIJK? d) Voor behoud landschap is medewerking boeren nodig 25 jaar I.C.W. Vooral door de droge omstandigheden in de zomer van 1976 is de beregening in de landbouw sterk uitgebreid. Uit de in dat jaar gehouden enquête in de landbouw bleek dat buiten de tuinbouw onder glas 26.146 beregenings- en bevloei- ingsinstallaties aanwezig waren tegen 10.238 in 1973. Mede door de zich nog steeds uitbreidende grondwate ronttrekkingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening doet zich de laatste tijd steeds meer de vraag voor of onge limiteerde onttrekking van grondwater voor beregening in de landbouw niet moet worden tegengegaan of dat zelfs in bepaalde gebieden beperkingen moeten worden opgelegd aan het onttrekken van grondwater voor dit doel. Instituut voor Kuituurtechniek en Waterhuishouding Wageningen Aanzienlijk Grens Bestuur Landbouwschap: Weerstand zal toenemen! Reservaten Ruilverkavelingen Grondbank r(%x y V_ J Het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding te Wageningen herdenkt dit jaar het feit dat het 25 jaar geleden werd opgericht. Het onderzoek van deze onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende instelling heeft be trekking op verschillende aspekten van de waterhuishouding, de waterkwaliteit, de bodemtechniek en de landinrichting. Op 13 november aanstaande wordt in het Congrescentrum "De Reehorst" te Ede ter gelegenheid hiervan een studiedag gewijd aan het thema "Relatie onderzoek en praktijk". Eveneens in het kader van dit jubileum vindt publikatie plaats van een serie artikelen in de vakpers ten einde aan de beteke nis van het onderzoek voor de praktijk een ruimere bekend heid te geven. Onderstaand artikel is een van deze reeks. Een regenbui op z'n tijd is beter en goedkoper dan de beste regeninstal latie! Thans is volgens de Grondwaterwet Waterleidingbedrijven voor grond waterwinningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening een vergun ning nodig van de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. De overige onttrekkingen van grondwater zijn gebonden aan pro vinciale verordeningen die van pro vincie tot provincie verschillen, vooral wat betreft de kapaciteit waar beneden een installatie moet blijven heid grondwater aangegeven. De cijfers zijn in miljoenen m3 per jaar. J. Wesseling wil men zonder benodigde vergun ning water kunnen onttrekken. Vol gens de inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen Wet Grondwa- terbeheer zal het verlenen van ver gunningen voor alle onttrekkingen aan de provincies worden gedele geerd, die de beslissing over het al of niet verlenen zullen moeten toetsen aan een door hen opgesteld grond waterbeheersplan. Uit bovengenoemde enquête blijkt dat de bij de landbouw in gebruik zijnde installaties voor bijna een derde deel gebruik maakten van grondwater. De hoeveelheden grondwater die in 1976 met berege ning waren gemoeid zijn dan ook zeker aanzienlijk. Vanzelfsprekend zal in de meeste jaren de berege- ningsbehoefte geringer zijn, doch dit neemt niet weg dat beregening een forse aanspraak op het grondwater kan doen. Om dit duidelijk te maken is in onderstaande tabel een aantal gegevens bij elkaar gebracht. Dit be treft in de eerste plaats de omvang van grondwateronttrekkingen door waterleidingbedrijven en partikulie- ren (voornamelijk industrie) volgens de Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven (VEWIN) voor het jaar 1975. Daarnaast is het grondwatergebruik in 1976 ten be hoeve van beregening gezet. Tot slot is per provincie de door het Rijksin stituut voor Drinkwatervoorziening mogelijk geachte windbare hoeveel- Waterleiding Part. Beregening Winbaar Groningen 23 20 0 65 Friesland 39 17 1 130 Drenthe 45 21 2 200 Overijssel 59 35 23 175 Gelderland 101 100 76 395 Utrecht 58 23 7 140 IJsselmeerpolders 4 0 0 35 Noord-Holland 46 6 5 60 j Zuid-Holland 54 19 1 130 Zeeland 5 0 0 5 Noord-Brabant 160 100 125 440 Limburg 62 45 59 195 Totaal 656 386 299 1970 Uit de tabel blijkt dat de winbare hoeveelheid grondwater in 1976 nergens is overschreden. Wel be droegen de hoeveelheden gebruikt voor beregening vooral in Noord- Brabant en Limburg bijna de helft van de overige onttrekkingen terwijl dit in Gelderland bijna 40% was. Zouden regionale cijfers ter beschik king staan dan zou blijken dat er de len in de drie genoemde provincies zijn waar men aan de grens van de mogelijkheid komt. Dit blijkt duide lijk als de in 1976 voor beregening gebruikte hoeveelheden per ge meente worden bekeken. Dan blijkt namelijk dat er vooral in Noord- Brabant en Limburg gemeenten voorkomen waarin de onttrokken hoeveelheden voor beregening al leen een waterschijf van 100 tot 200 mm vertegenwoordigen. Als vuistregel wordt wel gehanteerd dat een derde deel van de nuttige neerslag die ongeveer 300 mm per jaar gemiddeld bedraagt als grond water kan worden onttrokken. Bovendien moet worden opgemerkt dat indien de totale geschatte win bare hoeveelheden werkelijk zou Als men het landschap wil behouden kan dat alleen door en met de boeren. Toch worden streekbewoners tot nu toe onvoldoende betrok ken bij het opstellen van beheersplannen. Ook de voorlichting over de te nemen beleidsmaatregelen is in het algemeen onvoldoende. Op deze wijze reageerde het bestuur van het Landbouwschap in de openbare vergadering van 8 oktober jl. op de plannen van de regering ten aanzien van het beheer van waardevolle agrarische kultuurland- schappen. Door middel van zogenaamde beheersregelingen en be heersplannen wil de regering de ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Voorzover daar voor de landbouw beperkingen uit voortvloeien, moeten die door het toekennen van beheersvergoedingen worden gekompen- seerd. worden opgepompt dit lokaal tot schade aan niet beregende land bouwgronden en natuurgebieden zou leiden. Grondwateronttrekking voor be regening vindt meestal plaats op het moment dat de grondwater standen zo diep zijn gedaald dat een verdere verlaging in de meeste gebieden geen verdere nadelige gevolgen voor de be groeiing heeft. Bovendien zullen de onttrokken hoeveelheden van jaar tot jaar sterk wisselen, af hankelijk van de optredende kli maatsomstandigheden. Dit neemt niet weg dat mag worden verwacht dat in de komende jaren de weerstand tegen het gebruik van grondwater voor beregening in de landbouw vooral op de oostelijke en zuidelijke zandge bieden toe zal nemen. Het bestuur van het Landbouwschap stelt zich, evenals de regering, op het standpunt dat de beheersbepalingen zodanig moeten worden toegepast dat de agrarische bedrijfsvoering in technische en organisatorische zin niet in het gedrang komt. Maai- en beweidingsbeperkingen moeten met zorg worden getoetst op hun uit voerbaarheid. In het bijzonder dient met de sociaal-psychologische aan vaardbaarheid van de beheersbepa lingen rekening te worden gehouden. Toch blijkt, dat het in de praktijk bijzonder moeilijk is op grond van deze uitgangspunten beheersplan nen te maken die ook voor de be langhebbenden in het gebied aan vaardbaar zijn. Ook de beheersver goedingen staan aan toenemende kritiek bloot. Het Landbouwschap vindt, dat deze vergoedingen op een voor de betrokkene meer duidelijke en doorzichtige wijze moeten wor den vastgesteld. Voor de aanleg van reservaten in ruilverkavelingsgebieden wil de re gering minder geld beschikbaar stel len. Het bestuur van het Landbouw schap vindt, dat de prioriteit van de landinrichting hierdoor niet mag worden doorkruist. Als dat wel het geval is, zullen er beleidskeuzen moeten worden gedaan, waarbij óf de omvang van de reservaten moet worden beperkt óf er gekozen moet worden voor een langduriger over- gangsbeheer. In de bestuursvergadering van het Landbouwschap noemden enkele woordvoerders de bestaande plan nen voor beheers- en reservaatsge- bieden veel te ambitieus. Men deed een beroep op de provincies om nog eens kritisch na te gaan in hoeverre er budgettair mogelijkheden zijn alle voornemens te verwezenlijken. Het bestuur van het Landbouwschap uitte zijn voldoening over het hand haven van de hoge prioriteit van de ruilverkavelingen. Wel moet het voor 1981 uitgetrokken bedrag, ge zien de omvang van het pakket van werken, als een uiterste minimum worden beschouwd. Om geen ver traging te krijgen in de uitvoering van het ruilverkavelingsprogramma zullen er voor de komende jaren ex tra middelen moeten komen. In de praktijk blijkt, dat de Stichting Beheer Landbouwgronden in ruil verkavelingsgebieden weinig of geen grond meer verwerft ten behoeve van bedrijfsvergroting. Het Land bouwschap wijst er met nadruk op, dat de realisering van landinrich tingsplannen voor de belangheb benden hierdoor minder aantrekke lijk wordt. Het bewaren van een ze ker evenwicht in de taakstelling voor grondverwerving ten behoeve van landbouwkundige en natuurweten schappelijke doeleinden is naar het oordeel van het Landbouwschap ze ker gewenst. De beperking van de aktiviteiten van de Grondbank om budgettaire reden acht het bestuur van het Landbouw schap een ernstige zaak. De sterk toenemende belangstelling voor de Grondbank ziet men als een bewijs, dat dit instrument in een periode van hoge grondprijzen aan zijn doel beantwoordt. De aanvragen werden immers alleen toegekend indien de betrokkene niet in staat is de grond in eigendom te aanvaarden, tenzij met verlies van rendement. Het besluit van de regering om de werking van de Grondbank te beperken treft in ster ke mate de ondernemers, die zonder hulp van bedrijfsvergroting moeten afzien. Het bestuur van het Landbouwschap pleit tenslotte voor een snelle invoe ring van de Wet Vervreemding Land bouwgronden en een spoedige her ziening van de Pachtwet. Voor een goed funktionerende grondmarkt is dat onontbeerlijk. 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 11