BIRGIX Het NIVAP bedrijft aktieve propaganda Bietenopbrengst geraamd op 5f8 miljoen ton In 1978/79 meer geïnvesteerd in landbouw dan in 1977/78 pootaardappelen I n de afgelopen periode maakten de weersomstandigheden een vlot verloop van de oogst van de granen en het stro mogelijk. Ook is er op de meeste plaatsen een redelijke hoeveelheid regen gevallen, hetgeen gunstig is voor de nog te velde staande gewassen, de stoppelbewerking en de inzaai van de stoppelgewassen. zojuist: verschenen D e teelt van de suikerbietén on dervond veel problemen als gevolg van de droge periode in het voorjaar en de wateroverlast daarna. De ver wachtingen waren aanvankelijk dan ook niet best. De resultaten van de monsternemingen door het Instituut voor Rationele Suikerproduktie vie len echter steeds beter uit. Er zijn zeker percelen en vooral plekken waar het gewas te veel heeft geleden, maar in het algemeen hebben de bieten zich goed hersteld. I n het algemeen was er de afgelo pen weken voldoende gras voor be weiding en werd nog zoveel mogelijk gras ingekuild. In Zeeland was de neerslag gering, waardoor op een P rinsjesdag heeft niet alleen somberheid te zien gegeven. Eén van die lichtpunten is stellig de betere waardering van de agrarische export en daarmee gepaard gaande meer geld voor exportbevordering van land bouwproducten. De pootgoedsektor haakt hier graag op in. I n de pootgoedsektor zijn twee be langrijke stichtingen, waar een groot deel van het geld, verkregen uit areaalheffing en plombeheffing, doorstroomt. De ene stichting is de Stopa, die als hoofdtaak de garan tieregeling uitvoert. De andere stich ting is het NIVAP (Nederland Insti tuut voor Afzetbevordering Pootaar dappelen). Het bestuur van het NI VAP wordt gevormd door 3 poot- aardappeltelers, 3 exporteurs en 1 kweker. Voorts hebben zitting in dat bestuur een aantal belangrijke advi seurs, te weten: het hoofd van de af deling exportbevordering van het Ministerie van Landbouw en de di- rekteuren van diverse Wageningse instellingen en instituten, nl. PD., NAK, RIVRO, SVP, IBVL en IAC. Een zeer gewaardeerd en belangrijk adviseur is voor ons verder Dr.ir. D.E. van der Zaag. Als U de samen stelling van dit bestuur eens rustig overziet en tot u door laat dringen, dan is hier sprake van een brede sa menstelling. Een samenstelling, waarbij overheid, wetenschap en praktijk samen de pootaardappel begeleiden naar het buitenland. Waarbij vooral het doorstromen van kennis vice-versa van doorslagge vende betekenis is gebleken tot nu toe bij het welslagen van ons werk. Exportpromotie kost f 100,—per ha STAND VAN DE LANDBOUWGEWASSEN: In met name bedrijfsgebouwen MJJLJL V\JX JL wintergerst zéér geschikt voor alle gronden! A. Vermeer speciale aardappelkursussen in di verse talen voor speciale landen of groepen van landen. Hoewel we vaak ook eigenlijk met een stukje ontwikkelingswerk bezig zijn, blijft de taakstelling en opdracht: bevor dering van de export van Neder landse pootaardappelen. De uitkomsten van de monsterneming van suikerbieten van 8 septem ber geven aanleiding te verwachten dat de ha-opbrengsten tenminste even groot zullen zijn als het gemiddelde van de afgelopen 6 jaar en dat dientengevolge de bietenopbrengst ca. 5.800.000 ton zal bedragen. In de volgende tabel zijn de resultaten van de tweede voorlopige oog- straming van 8 september 1980 vermeld. Opbrengst in kg/ha Geoogste oppervlakte (ha) Totale produktie (min. kg.) 1978 1979 1980 1978 1979 1980 1) 1978 1979 1980 Konsumptieaardappelen 2) inkl. uitval 37,3 36,0 37,0 91.115 97.280 102.044 3.396,7 3.504,1 3.764,9 exkl. uitval 32,7 32,5 32,5 2.983,4 3.163,8 3.297,6 w.v. op kleigrond inkl. uitval 37,5 36,5 37,5 76.818 82.443 86.372 2.893,7 2.995,9 3.252,8 exkl. uitval 33,5 33,0 33,0 2.559,3 2.725,2 2.848,3 op zandgrond inkl. uitval 35,0 34,5 32,5 14.297 14.837 15.672 503,0 508,2 512,2 exkl. uitval 29,5 29,5 28,5 424,1 438,6 449,3 Zaaiuien 44,0 42,5 38,0 11.912 10.806 10.826 522,1 456,9 409,9 1Beteelde oppervlakte voorlopig 2) Inklusief pootaardappelen De bruine bonen rijpen nu snel af. Op de goed doorlatende en ontwaterde gronden heeft het gewas zich de laatste weken nog wat hersteld. Het aantal peulen per plant en het aantal korrels in de peulen zijn laag, zodat op een slechte oogst gerekend wordt. Deze ongunstige toestand werd gro tendeels veroorzaakt door de aan houdende regen in de bloeiperiode Bij het Landbouw-Ekonomisch Instituut is een publikatie verschenen over de financiële positie van de landbouw, met gegevens inzake de vermogenspositie, de inkomens, de investeringen en de financierings middelen van de landbouwers in 1978/79 en in de twee voorafgaande jaren. Uit deze publikatie blijkt o.m. dat er in 1978/79 op de landbouwbedrij ven 4,2 mrd is geïnvesteerd (in het voorgaande jaar 3,8 mrd.). De toename van de investeringen is voornamelijk het gevolg van hogere investeringen in bedrijfsgebouwen: in 1978/79 bijna 1,6 mrd tegen ruim 0,9 mrd in 1977/78. Vooral op bedrijven met rundvee houderij en op bedrijven met inten-' sieve veehouderij werden de be drijfsgebouwen uitgebreid. De groei van deze investeringen zal mede ve roorzaakt zijn door de Wet op de In vesteringsrekening (WIR), die in mei 1978 van kracht werd. De beschikbaar gekomen eigen fi nancieringsmiddelen (besparingen, afschrijvingen en vermogensmuta ties), waren in 1978/79 even hoog als in het voorgaande jaar 2,8 mrd). Daarnaast werd 2,3 mrd aan nieu we leningen afgesloten, dit is ruim 0,6 mrd meer dan in het vooraf gaande jaar. Het totaal aan financie ringsmiddelen werd - behalve voor bovengenoemde investeringen - ge bruikt voor aflossing van leningen 0,5 mrd) en versterking van de li quiditeitspositie 0,4 mrd). In mei 1979 bedroeg het totale vreemde vermogen op de land bouwbedrijven 13 mrd. Ondanks de sterke toename van het vreemde vermogen in de laatste jaren, bleef - omdat ook het eigen vermogen is gestegen - het aandeel van het eigen vermogen in de financiering van de landbouw hoog (in mei 1979 81%). OyERZICHT Het eigen vermogen is toegenomen als gevolg van besparingen en vooral door opwaardering van de produk- tiemiddelen, met name van de grond die ook in 1978/79 verder in prijs steeg. Uit het rapport blijkt verder dat het ondernemersinkomen - het inkomen dat de boer door inzet van eigen ar beid en eigen vermogen uit zijn be drijf heeft verkregen - in 1978/79 ge middeld 34.800,— bedroeg tegen 33.100- in 1977/78. De gemid delde ondernemersinkomens per be- drijfstype liepen sterk uiteen en ook tussen de bedrijven onderling waren er aanzienlijke inkomensverschillen. Zowel in 1977/78 als in 1978/79 was het ondernemersinkomen op onge veer de helft van de landbouwbedrij ven minder dan 30.000,— Het besteedbaar inkomen - dit is het ondernemersinkomen verhoogd met de berekende vergoeding voor arbeid van medewerkende gezinsleden en met inkomsten van buiten het bedrijf, en verminderd met betaalde belastin gen en premies volksverzekeringen - bedroeg in 1978/79 gemiddeld 48.700,— en in het jaar daarvoor 46.100,—De spreiding van de besteedbare inkomens was, evenals die van de ondernemersinkomens, groot, zoals uit onderstaand over zicht blijkt. INKOMENSKLASSE (in 1000 gld.) Percentages van het totaal aantal bedrijven Ondernemers inkomen Besteedbaar inkomen (juni - juli). De oogst is begonnen. Bieten Hieronder de resultaten van de vier de en laatste monsterneming van 8 september 1980: 1976/77 1977/78 1978/79 1976/77 1977/78 1978/79 minder dan 10 30 21 20 12 9 9 10 - 20 20 14 12 14 8 9 20 - 30 16 14 18 20 14 13 30 - 40 9 15 13 16 15 14 40 - 50 7 11 9 9 14 13 50 - 60 5 7 7 9 12 10 60 - 80 4 9 11 8 14 15 80 en meer 9 9 10 12 14 17 TOTAAL 100 100 100 100 100 100 Gemiddeld per bedrijf (x f. 1000,-) 30,9 33,1 34,8 44,3 46,1 48,7 (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 23,— op girorekening no. 41.2235 t.n.v. het Land bouw-Ekonomisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend Publika tie No. 3.95".) 1980 1979 Gemiddelde 1974- 1979 Wortelgewicht kg/ha Suikergehalte Suikergewicht kg/ha 48.000 15,0 7.170 43.100 15,0 6.470 46.000 15,3 7.030 De stand van de snijmais is duidelijk het best op de hogere gronden, maar ook daar is veel verschil waar te ne men. Over het algemeen zijn de ge wassen niet zo zwaar. De kolfzetting varieert van matig tot goed. Ook dit geeft aanleiding te verwachten dat de opbrengsten per perceel aanzienlijk kunnen verschillen omdat 50% van de drogestofopbrengst bepaald wordt door de kolf. Grasland en voedervoorziening aantal bedrijven een tekort aan gras voor beweiding ontstond. Globaal kan, wat de ruwvoedervoorraad voor de komende stalperiode betreft, ges teld worden dat deze niet ruim is. De kwaliteit van het in het voorjaar geoogste kuilvoeder en hooi is goed. Daarna kon gelukkig tot nog toe veel geoogst worden, maar gemiddeld van mindere kwaliteit. In het volgende landbouwoogstbe- richt zal uitvoerig worden ingegaan op de ruwvoederpositie in de ko mende winter. Budget 1981 O ok het NIVAP beraadt zich al weer volop over de begroting voor 1981. Het ziet er naar uit, dat de voorstellen komen te liggen in de buurt van 3 miljoen. Dat is on geveer 300.000,— meer dan vorig jaar. In totaal betalen we dan een bedrag van 100,— per ha poot aardappelen, alleen aan export-pro- motie. Een aktieve propaganda ver breedt de exportkansen en verkleint mogelijke Stopa-overschotten. Ik wil de extra stimulans, die de overheid wil geven aan exportbevor dering bijzonder waarderen. Het geeft ons moed om op de ingeslagen weg door te gaan. Dit temeer waar onze overheid dus op een aantal plaatsen daarin een bijdrage levert. 't Is mooi werk, die exportpromotie, vooral als er wat resultaat uitkomt. En dat kunnen we in de pootgoed sektor duidelijk konstateren. Het hand in hand gaan van wetenschap, bedrijfsleven met overheid geeft stel lig het beste rendement. Het NIVA.. Het werk H et NIVAP heeft een groep men sen in dienst, die onder leiding van een direkteur "de wereld doortrekt". Vroeger bestond het belangrijkste deel van het werk uit het aanleggen van rassenproeven in het buitenland samen met het RIVRO in Wagenin- gen. Ons Nederlandse RIVRO heeft goede kontakten met buitenlandse instituten door de gehele wereld, waardoor gemakkelijker proefplaat- sen van importantie gevonden kon den worden. Hoewel de rassenproe ven nog steeds een belangrijk deel van het werk uitmaken, is de taak van de "proefveld-assistenten" uit gegroeid tot ware pootaardappelam- bassadéurs. Beladen met een brede kennis van het Nederlandse poot- goed trekken zij de wereld door. Zij adviseren bij de behandeling van het geïmporteerde pootgoed, geven teelt-aanwijzingen, vermarketing en bewaring van het eindprodukt. Zij zoeken, vaak samen met de land- bouw-attachés naar nieuwe teeltge- bieden, houden inleidingen en ver zorgen tentoonstellingen. Nieuw in het werk van de buitendienst is vooral ook het inrichten van zgn. aardappelprojekten, waarbij de ge hele teelt en bewaring door Neder landse deskundigen gedurende en kele jaren wordt begeleid. We halen buitenlanders naar ons land om te laten zien, hoe wij werken, houden crocchette rosti patate frïtte 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 8