Nieuwigheden ontwikkelen en toetsen in de praktijk De afkalfstal, een vergeten ruimte Paardenhouderij M.A. v.d. Ven Specialist Boerderijbouw - C.R.A.-Tilburg Perspektieven Schapenhouderij e geslachtelijke aktiviteit, de bronst, duurt bij het schaap van half september tot begin februari. De ooien worden in deze periode met tussenpozen van gemiddeld 17 dagen bronstig. De cyclus van sommige ooien is 1 a 2 dagen korter, terwijl die van andere weer 1 a 2 dagen langer is. Ook de duur van tochtigheid kan sterk wisselen. Deze be draagt gemiddeld 25 uur en schommelt meestal tussen de 20 en 40 uur. Kortere perioden komen echter ook voor. Meestal zijn de oude ooien langer bronstig dan de jonge ooien. Het hoogtepunt van de bronst wordt bereikt in de maanden oktober- november. Het is dus van belang met het oog op de dektijd juist in deze maanden alle aandacht aan de dieren te besteden. De vruchtbaarheid Deze wordt, naast erfelijke aanleg, bepaald door: het tijdstip van de dekking. Op het hoogtepunt van het deksei- zoen (oktober/november) is de vruchtbaarheid het grootst. de voedingstoestand van de ooi en. Over het algemeen brengen de zwaarste ooien de meeste lammeren. Het is dan ook van belang om te zorgen dat de ooien in een uitstekende voedingstoe stand verkeren, voordat de ram wordt toegelaten. Men kan dit bereiken door de ooien ruim voor het begin van de dektijd in een weide met jong eiwitrijk gras te laten. Zorgen voor de ram Voor verkrijging van goede resulta ten moet aan de dekram de nodige zorg worden besteed. Deze mag vooral niet te vet zijn. Vette rammen zijn dikwijls luier. Bovendien leveren zij minder goed zaad. In verband met het gevaar voor rot- kreupel moeten de klauwtjes worden besneden en ontsmet. Het verdient bovendien aanbeveling om het dier voor toelating bij de ooien te wassen met een insektendodende vloeistof tegen schurft en luizen. Het aantal ooien De resultaten zijn eveneens afhan kelijk van het aantal ooien, dat door één ram wordt gedekt. Het is daarom van het grootste belang om met het volgende rekening te houden: geef een jonge ram liefst niet meer dan 30 ooien; door overjarige rammen kunnen per seizoen 40-50 ooien gedekt worden; bij toepassing van het zogenaamd dekken uit de hand kan voor 60 ooien worden volstaan met één ram; zet de ram, voordat hij wordt toegelaten, gedurende een twee tal weken op aangrenzende twei- de. Hierdoor kunnen meerdere schapen in een kortere periode bronstig worden, waardoor in de regel de duur van de lammertijd wordt verkort. Het merken Van het vele werk dat het merken met zich meebrengt, heeft men toch veel gemak na het werpen. Het toezicht wordt vereenvoudigd, wanneer men ongeveer op de hoogte is van de werpdatum. De eerstwer- pende ooien van het koppel kunnen worden afgezonderd en eerder extra worden bijgevoed. Het merken van de ooien kan ge beuren door de borst van de ram te bestrijken met kleurstof. Wanneer men de dekram elke week van een verschillend merkteken voorziet, kan naderhand gezien worden welke ooien in de eerste, tweede en derde week worden gedekt. Tien jaar Proefstation voor de Rundveehouderij Naast kostprijsbeheersing zal de rundveehouderij in de komende jaren in steeds sterkere mate met uiteenlo pende maatschappelijke aandacht svelden te maken krijgen. De belang rijkste van deze maatschappelijke ontwikkelingen, waar zij niet omheen kan en trouwens ook niet wil, zijn de toenemende belangstelling voor het milieu (mestoverschotten), natuur en landschap (landschapsparken, be heersgebieden e.d.) en het welzijn van de dieren. Daarnaast zal ook meer aandacht moeten worden geschonken aan het welzijn van de mens in de landbouw. Hierbij valt te denken aan zowel de fysieke als de psychische belasting van de boer en zijn medewerkers. Ook deze zaken hebben vele aspek- ten, die niet uitsluitend door specia listen in diverse vakgebieden kunnen worden aangepakt, maar die ge- koördineerd en gezamenlijk in het verband van de totale bedrijfsvoe ring zullen moeten worden bekeken. Met o.m. deze uitspraken onder streepte de plv. direkteur-generaal voor Landbouw en Voedselvoorzie ning, dr. ir. M.P.M. Vos het belang van de Stichting Proefstation voor de Rundveehouderij (P.R.). Een en an der had 23 september j.l. plaats op het P.R. te Lelystad, waar het tienja rige bestaan van de stichting feeste lijk werd herdacht. Eerder ging dr. Vos in op de oorza ken die geleid hebben tot het ont staan van de stichting, alsmede op de ontwikkelingen waarbij het P.R. de afgelopen jaren een belangrijke rol heeft gespeeld, zoals kalveropfok, technieken van herinzaai en door zaai van grasland, het ontwikkelen van normen voor de voedervoorzie ning, het optimaliseren van bedrijfs systemen, het gebruik van snij maïs, de toepassing van krachtvoerauto- maten, rationele rund- en schape- vleesproduktie. enz. Binnenkort zal, zij het vooralsnog op bescheiden schaal, het P.R. ook aan dacht gaan geven aan de paarden houderij. Wat betreft de voorlichting is er in 1979 een organisatie opgezet, waar bij zeven personen volledig bij de voorlichting in de paardenhouderij betrokken zijn. Het praktijkgerichte onderzoek ten behoeve van de paar denhouderij zal in de komende jaren bij het P.R. gestalte moeten krijgen. Door direkt gerichte investeringen is in het verleden vooral aan de huisvesting van melkkoeien prioriteit gegeven. Aan de bijruimten als afkalfbox, afzonderbox en de opvang van kalveren werd maar heel weinig aandacht besteed. Bij de bouw van de ligboxenstal werd om begrijpelijke redenen de bestaande grupstal en andere ruimten hiervoor bestemd. Door ontwenning van het koptouw of halster worden de koeien steeds onhanteerbaarder zodat men de dieren maar liever laat waar ze zijn. Bij een recent onderzoek bleek dat op de ligboxen- stalbedrijven in verre weg de meeste gevallen de dieren in een ligbox afkalven. Van de noodzakelijk te nemen hygiënische maa tregelen kan dan geen sprake zijn. Menige veehouder heeft door eigen ervaring dit probleem leren kennen en wil in deze situatie verbetering brengen. De kalveropfok begint bij de geboorte, daarom is dit artikel gewijd aan de afkalfbox. In 4 tekeningen is een veel voorkomende situatie uitgebeeld. Bij elke tekening is een korte toelichting gegeven. Voorlichtingscampagne kalveropfok De belangstelling voor een goede kalveropfok neemt sterk toe. In de achter ons liggende jaren is bij de sterke uitbreiding van het aantal melkkoeien te weinig rekening gehouden met de eisen die aan een goede kalveropfok gesteld moeten worden. De huisvesting, voeding en verzorging is onvoldoende en bij de geboorte worden te weinig hygiënische maatregelen genomen. Het gevolg is een hoge kalversterfte, geringe groei en te hoge afkalfleeftijd. De rundvee- houderij-konsulentschappen in Noord-Brabant starten daarom een voorlichtingscampagne om hierin verbetering te brengen. In een reeks van vier artikelen vragen wij Uw aandacht voor de kalverop- -<2« o/Aalfslol is een oer 6e ter at grops ia met i/'mer e malen, At A oei en A o en niet door (/e rep pelt oi oe ooeryo ng Aomen, Aorr urn Ael onderAeAfe ot lneem óoor ie maAen en Is looi er een goede toer Art/,'mie A. iff Mei zer s nede. /en drfff mtslgrt/yi ieefl A*l roor deel dol de rttesl d/recl/'n de grt, /t> ieree/ti Aornt. /Vo deel ij ecAier dat er moei Iff A mei slro do u-er Al Ann worden 7 Ze Z7/7*rL\?tT/. o/fof/io* met </ry/meftroosl*r4 B een gesZolen mesl. S°r>9 /s Ayj/eniseAer ie u-er Ae/t en le emls/nel- lort en fel is minder go eoor ly A iroor fel ft os g of o re n Ao/jf Y"sci/l/ende rati zet. st/s lemen ifn atoge li/A moor Af slolreffels Men poen of ff door Ael AeA lopen, J oor een Aaye An ie - /toom U oor nil ie /looisen Aon c/e Aoe urffar l/,jjen. tekening doorsnede ofAolf/o*ml Qesloitn rlotr tist jaM - hM ekgpjn, AM Moo r aanzicht mat j lal rappe Ls fok. Het onderwerp in deze editie is de afkalfstal. Daarna kunt U verwachten de huisvesting van 0-2 maanden de voeding van 0 - 2 maanden de voeding van 2 - 6 maanden. in De voorzitter van het bestuur van het P.R., tevens adjunkt-direkteur Vee houderij en Zuivel van het ministe rie, ir. P.G. Koks, ging in op de per spektieven van onze rundvee- en schapenhouderij. Wanneer we spreken over een ge middelde omvang van de melkvees tapel van 35 melkkoeien moeten we bovendien bedenken dat dit cijfer sterk wordt beïnvloed door het grote aantal vooral kleinere bedrijven, die binnen afzienbare tijd zullen worden opgeheven en dientengevolge de laatste jaren struktureel weinig zijn ontwikkeld. De gemiddelde omvang van het op kontinuïteit gerichte bedrijf is dan ook aanzienlijk groter dan het ge middelde van 35 melkkoeien. Het is algemeen bekend dat in de 80-er jaren minder de schaalvergro ting en meer de opvoering van de kwaliteit van de produktie op de voorgrond zullen staan. In een tijd van melkoverschotten en van druk op de melkprijs kan de post omzet en aanwas voor de melkvee houder wellicht nog een lichtpunt betekenen om een inkomensverbe tering te realiseren. Kruisen van een deel van de melkveestapel met stie ren en vleesrassen moet derhalve niet bij voorbaat worden uitgesloten. Dit mede gezien de gunstige onderzoe kresultaten met het mesten van stie ren als kruisingsprodukt van de Ne derlandse rassen en met name het Italiaanse ras Piamontese. Ook in de schapenhouderij - een an dere aktiviteit van het P.R. - zijn be langrijke ontwikkelingen gaande. Na jarenlang onderhandelen, is op 30 mei 1980 een gemeenschappelijke marktordening voor schapevlees vastgesteld, met het gevolg dat de Engelse schapenhouders t.z.t. onbe perkt toegang krijgen tot de Franse markt. Ongetwijfeld zal hierdoor de prijs van lamsvlees dalen. Vooral na de overgangsperiode betekent dit een sterke druk op de rentabiliteit in de schapenhouderij Een mogelijkheid om deze op een aanvaardbaar peil te houden ligt wel licht in het verhogen van de lamme- renproduktie per ooi. Daarbij zal de gunstige slachtkwaliteit van de Tex elaar zo veel mogelijk behouden moeten blijven. Een ekonomische uitwerking van kruisingsonderzoek heeft aangetoond, dat de rentabiliteit van de schapenhouderij langs deze weg aanzienlijk verbeterd kan wor den. Derhalve is het een goede zaak dat momenteel bepaalde kruisings systemen op een aantal praktijkbe- drijven en op de Waiboerhoeve voor verdere praktijktoepassing ontwik keld worden. 14

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 14