BELASTINGBELEID 1981
EN DE LANDBOUW
Minister Braks:
Beheersing
EG-landbouwuitgaven is
noodzakelijk
Kommissie stelt 25%
verhoging voor begroting
1981 voor
I n het kader van het dekkingsplan
worden twee maatregelen voorges
teld:
"V oorgesteld worden enige lasten
verlichtingen, die gericht zijn op het
wegnemen van door de inflatie ve
roorzaakte knelpunten en wel:
D e huidige konjunkturele (tijde
lijke) verhoging van de WIR-basis-
premie voor outillage van 7% tot 10%
wordt omgezet in een strukturele
(permanente) verhoging.
M,
I n de zuivelsektor is nog steeds
sprake van een struktureel overschot.
Van molshopen kan nog steeds niet
worden gesproken. In de gehele ge
meenschap neemt de produktie toe;
dit jaar met 3 a 4%. De aanvankelijke
verwachtingen vallen wat tegen. De
produktie-uitbreiding koncentreert
zich vooral in Frankrijk en Duits
land. Er is een ontwikkeling op gang
gekomen in rationalisatie van de
melkproduktie. Dit verschijnsel kan
erg moeilijk met een bepaald beleid
tegemoet worden getreden. "Wij
moeten uitermate voorzichtig zijn
met het zodanig aanpassen van het
beleid, dat degenen, die in het verle
den een rationalisatie-proces hebben
ondergaan, thans worden gestraft.
Dat is ook de reden waarom ik mij in
Brussel fel heb verzet tegen allerlei
voorstellen, die daarop gericht wa
ren", aldus minister Braks.
G,
D aarom wil de Kommissie 25,6%
meer uittrekken voor de drie struk-
tuurfondsen - Sociaal Fonds, Regio
naal Fonds en de struktuurafdeling
van het Landbouwfonds.
De Kommissie stelt voor de hulp
voor niet-geassocieerde ontwikke
lingslanden met 40% te verhogen en
de graanhulp met bijna 29%.
De begrotingsvoorstellen van de
Kommissie moeten nu behandeld
worden door Ministerraad en Parle
ment en in beginsel moet de begro
ting in december definitief worden
goegekeurd. Euroforum
In
H et marktbeheer in de EG is op het moment effektiever dan in het
verleden; ook moet worden gekonstateerd dat de Europese diensten er
in slagen een betere begrotingsbewaking te realiseren.
Varkenshouderij moet in E.G.
pas op de plaats maken"
H et komende EG-beleid ten aanzien van de zuivel en de akkerbouw
zal ongetwijfeld ook doorwerken naar de varkenshouderij. Als er onder
druk van de overproduktie tot maatregelen wordt besloten, die vele
bedrijven in de Gemeenschap ertoe nopen naar alternatieven voor
melkproduktie om te zien, ligt omschakeling naar varkenshouderij voor
de hand. Het grootste gevaar dat de Nederlandse varkenshouders im
mers boven het hoofd hangt, is een EG-landbouwbeleid dat zeer veel
boeren in Europa ertoe brengt in varkensproduktie te vluchten. Dat
kunnen melkveehouders zijn, maar ook akkerbouwers. We zien in
sommige delen van Frankrijk daartoe al een paar aanzetten. Waar het
nu om gaat is dan ook pas op de plaats voor de gehele varkenshouderij,
niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van de EG.
D e Europese Kommissie heeft Ministerraad en Europees Parlement
een voorontwerp van begroting voor 1981 voorgelegd. Ze beloopt on
geveer 55 miljard gulden, 805 miljard BF.
IR. D. LUTEIJN IN NIJMEGEN:
Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken
Uitgaven t.b.v. landbouwprijzen dalen
N aast de belastingmaatregelen, die nu bij de presentatie van de
Rijksbegroting 1981 worden aangekondigd, dienen voor het totaalbeeld
ook de reeds in 1980 vastgestelde of in behandeling genomen wijzigin
gen betrokken te worden.
Dekkingsplan
- een tijdelijke algemene verhoging
van de inkomstenbelasting;
- een verhoging van het verlaagde
tarief van de omzetbelasting van
4% tot 4 Vi%.
Aanpassing landbouwforfait in de
omzetbelasting (BTW)
In verband met de voorgestelde ver
hoging van het verlaagde omzetbe
lastingtarief zal het krachtens de
BTW-landbouwregeling geldende
verrekenpercentage aangepast wor
den van 4,5 tot 4,75%.
Dit betekent dat de land- of tuin
bouwer, die de BTW-landbouwre
geling toepast, met ingang van 1 ja
nuari 1981 over zijn verkopen 4,75%
over de prijs inklusief omzetbelas
ting vergoed zal krijgen 4,99%
over de prijs exklusief omzetbelas
ting).
Lastenverlichtende maatregelen
Rentevrijstelling
De tijdelijke saldovrijstelling van
rente in de privésfeer wordt perma
nent gemaakt en verhoogd van
500,- tot 700,-
Winstaftrek op voorraden
Hiermede wordt beoogd de finan
ciering van voorraden te vergemak
kelijken. De aftrek wordt afhankelijk
van de hoogte van de inflatie en be
draagt dan een bepaald percentage
van de boekwaarde op de beginba
lans van de voorraden. Deze win
staftrek zal bijv. toegepast kunnen
worden ten aanzien van de bloem-
bollenkraam, slachtpluimvee,
slachtvarkens en -biggen, voorraden
veevoer en andere voorraden, als
mede zaaizaad en pootgoed e.d.
Bijzondere winstaftrek
De tijdelijke bijzondere winstaftrek
(1,4% van het eigen vermogen met
uitzondering van o.a. landbouw
grond) zal permanent worden ge
maakt en waar nodig aangepast.
Zelfstandigenaftrek
De tijdelijke zelfstandigenaftrek zal,
an afwachting van de oordeelsvor
ming over een ter zake verrichte stu
die, met een jaar worden verlengd.
Deze aftrek^ bedraagt thans
2400,— bij een winst van minder
-dan 30.000,— en loopt geleidelijk
af tot bij een winst van 77.000,—
Voorts is nog een bedrag van 110
min uitgetrokken voor nog nader in
te vullen maatregelen ter bevorde
ring van het beleggen in risikodra-
gend vermogen.
Maatregelen in het kader van
het ombuigingsbeleid
regeling inzake het al dan niet
opleggen van een aanslag in
komstenbelasting; Dit betekent
dat bij incidentele inkomsten
(vakantiewerkers e.d.) minder
snel een teruggaaf wordt ver
leend;
- intensivering van de fiskale frau
debestrijding.
Verhoging WIR-premie voor
outillage
Daarnaast bestaat het voornemen
om gedurende de periode van 13
september tot 1 juli 1981 de basis
premie voor outillage om konjunk
turele redenen te verhogen tot 12%.
In verband hiermede en met het oog
op de per 19 juli jl. van kracht ge
worden Energie- en Milieutoeslag
zullen de voor het WIR-fonds be
schikbare middelen worden aange
past.
Overige maatregelen, reeds
vastgesteld of nog in
behandeling
dit kader worden de navolgende
maatregelen voorgesteld:
- bevriezing bejaardenaftrek en
arbeidsongeschiktheidsaftrek;
- wijziging in de thans bestaande
Voor de EG-begroting zijn in 1980 voor de landbouw 11,5 mrd Reke-
neenheden (een Rekeneenheid 2,75) uitgetrokken. Naar ver
wachting zullen de uitgaven dit jaar binnen de begroting blijven.
Dit o.m. zei minister ir. Braks (landbouw en visserij) in de bijeenkomst
van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede
Kamer op 15 september jl. Daarin werd gesproken over het verslag van
de Nederlandse regering over het funktioneren van de EEG en Euratom
in 1979.
O,
'ver de EG-begroting 1981, zei
minister Braks dat daarin voor land
bouw 12,9 mrd. RE zijn uitgetrok
ken. Hierin zijn de gevolgen van de
eventuele prijsaanpassingen voor
1981/1982 niet begrepen. Er zit nog
wat ruimte in 1981, maar een uiterste
inspanning moet voorkomen dat er
een beroep op moet worden gedaan.
Wij zullen anders te sterk onder druk
komen van de politieke begrenzin
gen. Om dit te vermijden zal een vrij
zware politieke krachtsinspanning
op Europees niveau nodig zijn, niet
om het landbouwbeleid te herzien;
er zal wezenlijk moeten worden ge
probeerd de bestaande instrumenten
te rationaliseren. Een evaluatie is
nodig van het beleid dat in de afge
lopen 20 jaar met een zekere voort
varendheid is opgebouwd. In die
voortvarendheid is men, mede door
de politieke tegenstellingen, er ei
genlijk nooit toe gekomen om eens
na te gaan of de verschillende in
strumenten nog wel zo goed aan hun
doelstellingen voldoen. Er moet toch
worden gekonstateerd dat er nogal
wat regelingen in het beleid zijn blij
ven hangen, waarbij de vraag kan
worden gesteld in hoeverre de uitga
ven die daarmee verband houden,
ook werkelijk ten goede komen aan
de boeren, voor wie uiteindelijk het
beleid is bedoeld. Dit vereist een vrij
zware aanpak, omdat men natuurlijk
niet tot besluitvorming in de Ge
meenschap kan komen, als zo'n eva
luatie tot resultaat zou hebben dat
slechts een enkele lidstaat een offer
zou moeten brengen. Minister Braks
is van mening dat een pakket van
maatregelen moet worden genomen,
dat leidt tot een zuiniger beheer van
middelen en waarbij elke lidstaat een
offer brengt.
Over dat pakket van maatregelen
kon de bewindsman, in het licht van
de voorbereidingen van ons voorzit
terschap van de EG nog niet ingaan.
Een kleine werkgroep van zijn de
partement is bezig met het opstellen
Ik ben van mening dat we juist De varkenshouderij maakt in 1980
een heel moeilijk jaar door. De prij
zen zijn gedurende een uitzonderlijk
lange periode ver weggezakt.' De
Europese Kommissie heeft een reeks
maatregelen getroffen om de markt
enigszins te beschermen. Luteijn
stelde nadrukkelijk, dat het onder de
huidige omstandigheden niet ve
rantwoord is de uitbreidingen in de
varkenshouderij voort te zetten:
"Een pas op de plaats betekent niet
alleen niet meer uitbreiden en beter
produceren, maar ook dat we de po
sitie die we hebben moeten zien vast
te houden". Hij doelde hiermee, be
halve op de marktproblemen, tevens
op de weerstanden die in EG-ver-
band tegen de ontwikkelingen in de
Nederlandse landbouw ontstaan.
-et het oog op het totaalbeeld
van de belastingwijzigingen per 1 ja
nuari 1981 zijn nog van belang de
maatregelen, die reeds zijn vastges
teld of nog in behandeling bij de
Staten-Generaal. Het betreft hier de
navolgende regelingen:
- de herziening van de vermogens
belasting en de suksessierechten;
- de belastingreparatiewetgeving,
daaronder begrepen de wijziging
van het bijzonder tarief in de in
komstenbelasting;
- de regeling inzake de provinciale
belastingen.
k ben van mening dat we juist
vanuit Nederland richtlijnen moeten
geven aan een Europees zuivelbe
leid, dat een dergelijke omschakeling
in de richting van de varkenspro
duktie voorkomt. Dit zou immers bij
de huidige zelfvoorzieningsgraad tot
een katastrofale situatie kunnen lei
den".
Dit onder meer zei de voorzitter van
het Landbouwschap, ir. D. Luteijn,
donderdag 18 september jl. in Nij
megen, waar de algemene vergade
ring van het Centraal Bureau voor de
Varkensfokkerij in Nederland werd
gehouden. Luteijn ging bij zijn inlei
ding in op de toekomst van de var
kenshouderij in Nederland in het
kader van het EG-beleid. Toe
komstkansen, die niet los gezien
kunnen worden van ontwikkelingen
in de zuivel- en akkerbouwsektor,
die kunnen resulteren in een nog
grotere varkensproduktie. Luteijn
vindt, dat een nationaal en Europees
beleid, dat de produktie van plan
taardige eiwitten op EG-bodem sti
muleert, voor de gehele agrarische
sektor van groot belang kan zijn. Het
onderzoek op dit terrein moet wor
den aangemoedigd, terwijl een sti
muleringspremie in de beginjaren
zinvol lijkt. Hoge heffingen op
graanvervangende produkten (zoals
soja en tapioca) moeten er echter niet
komen, aldus Luteijn.
Een behoud van de huidige markt
positie is, zo zei Luteijn, mogelijk.
Wel zal er voor individuele bedrijven
ruimte moeten zijn noodzakelijke
aanpassingen door te voeren. Zeker
op het terrein van het fokkerijbeleid
is er echter geen tijd om te rusten op
basis van de huidige voorsprong.
Luteijn brak een lans voor een har
monisatie van het veterinaire beleid
in Europa, een moeilijke en moeiza
me weg, die van Nederlandse kant
met vasthoudendheid vervolgd moet
worden.
van een inventarisatie. Met betrek
king tot het gemeenschappelijke
landbouwbeleid zal naar de mening
van de minister moeten worden ge
kozen voor een meer kontinue aan
pak. Met een rationele aanwending
van de bestaande middelen moet
gekomen kunnen worden tot een ni
veau van nog geen 60% van de totale
begroting.
Zuivel
Dat wil niet zeggen, dat hij tegen het
instrument van een aanvullende hef
fing - superheffing - is. Politiek gezien
is het belangrijk, een signaal te geven.
Belangrijk is voor hem de wijze
waarin een dergelijke heffing wordt
gegoten. Daarover bestaan nog de
nodige reserves. Op dit punt zal erg
voorzichtig moeten worden gehan
deld. Aan een extra heffing, die
zwaarder zal zijn voor degenen, die
met een groeiende produktie te ma
ken hebben, zal niet kunnen worden
ontkomen.
Dit betekent een toeneming met 25% ten opzichte van de begroting
voor dit jaar die door het Parlement in de julirzitting defintief werd
vastgesteld. Die goedkeuring was zes maanden opgehouden door een
geschil met de Ministerraad over een reeks uitgaven
evolg daarvan was dat de uitga
ven van de Gemeenschap waren
vastgepend op het niveau van vorig
jaar zodat nieuw Gemeenschapsbe
leid niet kon worden uitgevoerd en
bestaand beleid niet uitgebreid.
Christopher Tugendhat, Kommis
sielid voor de begroting, verklaarde
de voorgestelde verhoging van de
begroting voor volgend jaar uit het
feit dat het ging om de eerste "be
groting voor Tien" als gevolg van de
toetreding van Griekenland in ja
nuari' Bovendien wees hij erop dat
uitgaven zijn voorzien ter uitvoering
van het akkoord tussen de partners
inzake de bijdragen van het Vere
nigd Koninkrijk tot de begroting.
Tugendhat betoogde niettemin dat
de Kommissie bij de opstelling van
het voorontwerp rekening gehouden
heeft met de moeilijke ekonomische
toestand en het uiterste doet om te
zorgen dat "waar geld wordt uitge
geven, het goed besteed is".
Het niveau van de uitgaven voor on
dersteuning van de landbouwprijzen
- één van de moeilijkste konfliktge-
bieden tussen Parlement en Raad -
ligt verhoudingsgewijs lager dan de
laatste jaren: 65% van de totaal
voorgestelde uitgaven voor 1981
tegen meer dan 70% dit jaar.
Bovendien wordt voorgesteld dat de
uitgaven voor landbouwprijssteun
slechts met 12,7% mogen toenemen,
te vergelijken met gemiddeld circa
23% in voorgaande jaren en met een
toeneming van 25% van de totale
begroting-1981.
Tugendhat wees er ook op dat de
Kommissie bepaalde strukturele ve
randeringen voorstelt die een beter
evenwicht in de begroting beogen
vooral tussen de uitgaven voor de
landbouw en de andere uitgaven.