3> Troonrede en miljoenennota M et veel belangstelling is er dit jaar uitgekeken naar de troonrede. B ij de veelheid van cijfers in de miljoenennota kijken wij, net als bij een groepsfoto, eerst hoe wij er zelf op staan. Braks voorzitter Europese Landbouwraad fS zuidelijke landbouw maatschappij De opening van de zitting der Staten-Generaal door (voor het eerst) Konin gin Beatrix. In de miljoenennota komt duidelijk het grote belang van land en tuinbouw voor onze ekonomie tot uiting. Troonrede Miljoenenno ta Vanuit; de Z.L.M. gezien Doeleman. 9WVIWCMU; "'"fl z.l.m VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1980 67e JAARGANG NO.: 3549 land- en tuinbouwblad Belangstelling, natuurlijk omdat koningin Beatrix voor de eerste maal de troonrede heeft uitgesproken .Maar vooral ook was er belangstelling hoe het kabinet denkt weer stand te bieden aan de enorme problemen waar ons land op de dag van vandaag mee te maken heeft. De troonrede bevatte dit jaar echter geen opsomming van maatregelen en wetten die de overheid voornemens is te nemen. Wel een boodschap, een oproep aan het Neder landse volk gezamenlijk het tij te keren. Dat moet moge lijk zijn wanneer het besef van saamhorigheid sterker blijkt dan de gerichtheid op eigen belang, mits onver schilligheid wijkt voor verantwoordelijkheid. Ik denk dat het goed is dat de koningin een oproep doet aan ons volk, die uitgaat boven de specifieke problemen die verwoord worden in de miljoenennota. Terecht is in de troonrede gewezen op de solidariteit die wij als volk in het verleden hebben getoond. Onze gedachten gaan dan weer terug naar 1 953. Wij hebben moeite met de kritiek die direkt losbarst na het uitspreken van de troonrede over de inhoud daarvan. Ook al is het de realiteit dat de troonrede een boodschap is van de regering en geen persoonlijke boodschap van de koningin. Het was mogelijk geweest lang van te voren te voorspel len hoe de landbouwbegroting er in grote lijnen uit zou zien. Bezuinigingen waren er praktisch niet meer mogelijk, wil het ministerie van Landbouw nog enigszins een beleid kunnen voeren. In de voorgaande jaren is er zoveel ges noeid dat de grens van het mogelijke al is overschreden. De landbouwbegroting is nu meer gestegen (8%) dan de totale begroting (6%). Onze eerste, wat algemene indruk is wel dat minister Braks zich inzet voor de land- en tuin bouw, met alle beperkingen en grenzen waar ook hij mee te maken heeft. Meer ruimte in de begroting voor ruilverkavelingen met 40,8-mln (287,1 min nu tegen 246,3 min vorig jaar). Dat is ook hard nodig om de doelstelling van 40.000 ha per jaar in uitvoering te nemen, te kunnen bereiken. De begroting van het O S fonds is gelijk gebleven Bezien zal moeten worden welke ruimte er overblijft voor het stimuleren van bepaalde bedrijfsontwikkelingen. Het bedrag hiervoor zal beperkt zijn aangezien het O S met verplichtingen zit, aangegaan in voorgaande jaren via het Rentesubsidiebeleid en het beëindigingsbeleid; Verplichtingen die over een lange reeks van jaren door werken. Twee jaar wachten wij nu op een prioriteitendis- kussie, zodat het toch wel de hoogste tijd wordt dat wij ons daarover uit kunnen spreken. In de toelichting op de begroting zijn eerder gedane toe zeggingen weer van stal gehaald o.a. de bijdrage in de keuringskosten. Nu 57,5 min (was 48 min), wat betekent dat we nog steeds niet de toegezegde 80 min bereikt hebben. Verder worden genoemd de 30 min voor de bedrijfsver- zoringsdienst en de 25 min voor energiebesparing in de glastuinbouw. Deze laatste twee posten komen niet uit de landbouw begroting maar van sociale en ekonomische zaken. Verbaasd zijn wij over de opmerking met betrekking tot het toekomstig beleid van de voorlichting. De minister vindt dat de voorlichting meer een vormend karakter moet krijgen, en minder als adviesvoorlichting moet gaan funktioneren. Wij vragen ons af of dit de gedachte is van de minister zelf of een meningsvorming op het ministerie van landbouw. Wil men op voorhand een bepaalde me ning neerleggen? Een schot voor de boeg nu het de be doeling is in brede kring binnen de voorlichtingsdienst te diskussiëren over het toekomstig beleid van de voorlich ting. Wij vinden dat deze diskussie ook plaats moet vinden in de Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling en de Landelijke Raad. Nauwlettend zullen wij ook het beleid bij het landbouwkundig onderzoek moeten volgen wanneer daar 70 arbeidsplaatsen ingeleverd moeten worden. De ze bezuiniging mag niet ten koste gaan van het onderzoek gericht op de moderne bedrijfsvoering. Wij hebben nu al het gevoel dat wij op onderdelen achter raken bij ont wikkelingen in de ons omringende landen. Voor de grondbank komt er geen ekstra geld beschik baar. Daardoor is het nodig dat de aktiviteiten beperkt worden tot bedrijfsopvolging en bedrijfsvergroting in be heersgebieden. Wij blijven het een slechte zaak vinden dat, nu de grondbank na een zeer trage start goed funk- tioneert, de deur nu praktisch geheel wordt dichtgegooid. Dat geldt ook voor de subsidie op boerderijverplaatsing. Voor individuele gevallen was dit een belangrijke aan vulling om de problemen bij bedrijfsverplaatsing te ver lichten. Positief is de verruiming tot ƒ247 min (vorig jaar 190 min) voor de bevordering van produktie en afzet van landbouwprodukten. Als bedrijfsleven zullen wij daar positief op in moeten spelen en gezamenlijk zoeken naar meer afzetmogelijkheden en het verbreden van het as sortiment, waarbij kwaliteit hoog genoteerd dient te staan. Dat zal des te belangrijker zijn wanneer wij verder lezen dat min. Braks bijzonder somber gestemd is over de financiering van het landbouwbeleid door de E.E.G. De minister is van mening dat wij er rekening mee moeten houden dat de landbouw zelf een gedeelte van de lasten zal moeten gaan dragen bij het wegwerken van over schotten. Een bijzonder somber toekomstbeeld. Het gevaar bestaat dat de lasten van deze zelffinanciering onevenredig zwaar op schouders van de rationeel gevoerde bedrijven komt te rusten. Vóürs! VOOi" MscJsrisnc! is cen aevaarliike ontwikkeling. En wanneer wij dan tot slot nog even ver der kijken dan de landbouwbegroting dan blijkt dat er opnieuw geen nadere uitvoering wordt gegeven aan de toezegging maatregelen te nemen tot verlichting van de sociale en fiskale druk voor de kleine zelfstandigen. En dat terwijl wel erkend wordt dat veel ondernemingen in het midden- en het kleinbedrijf nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden. Lastenverlichting vooral ook voor de land- en tuinbouw van levensbelang. Nodig wanneer men inderdaad streeft naar het bevorderen van een lonende land- en tuinbouw zoals koningin Beatrix dat in de troonrede heeft uitges proken. meer over de begroting van het ministerie van land bouw vindt u op de pagina's 3,4,10,11 ,en 12. In het eerste half jaar van 1981 zal Nederland het voorzitterschap van de Raad van Ministers van de EG bekleden. Minister Braks zal dan leiding moeten ge ven aan de Raad van landbouwministers. Uit zijn Memorie blijkt, dat hij het dan als een grote verant woordelijkheid acht om te voorkomen -dat het ge meenschappelijk landbouwbeleid vastloopt. De mi nister signaleert een zekere hernationalisatie van het landbouwbeleid. Verder wijst hij op het gevaar dat men in Brussel niet tot zodanige beleidsombuigingen komt dat men binnen de financiële mogelijkheden kan blijven. 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 1