Kwaliteitsaanduiding
agrarische produkten
noodzakelijk
Een balans van de wetgeving op
ministerie van Landbouw
H
Braks vreest toename
zelffinanciering
Landbouwbegroting 1981
Resultaten "Nationaal
Tuinbouwbedrijf"
uiteenlopend
H,
W eersomstandigheden, bodem
gesteldheid, mogelijkheid tot optre
den van ziekten en plagen en des-
Residuenbeleid wordt strakker
D e kwaliteit van de agrarische produkten moet voor de konsument
herkenbaar zijn. Dat is het streven van minister Braks, zoals blijkt uit
zijn memorie waarin hij o.m. schrijft "Zo al niet de kwaliteit van het
produkt voor de konsumenten bij aankoop beslissend is, dan is dat toch
wel de prijs die zij bereid zijn voor een bepaalde kwaliteit te betalen.
Regelmatig voorkomende verschillen in kwaliteit bij een bepaald pro
dukt kunnen ertoe leiden dat konsumenten hun koopgedrag wijzigen.
Het is dus tevens een afzetbelang dat voor konsumenten kenbaar is,
welke kwaliteit zij kopen en dat kwaliteiten geen grote schommelingen
vertonen".
Krachtiger aanpak
residuenbeleid
Goed
ondernemersschap niet
afstraffen
Welzijn dieren
V,
Rapport
"Waterbehoefte"
binnenkort gereed
Opbrengstwaarde glastuinbouw toegenomen
dering van goede voedingsgewoon
ten.
Tijdens zijn voorzitterschap 'van
de EG-Landbouwraad in het eer
ste halfjaar vau 1981 ziet minister
Braks het ook als zijn taak ervoor
te zorgen dat de problemen in
EG-verband niet vooral afgewen
teld worden op de moderne, ges
pecialiseerde bedrijven. De nei
ging hiertoe is volgens hem duide
lijk aanwezig. Dit zou een afstraf
fen betekenen van efficiëntie en
goed ondernemerschap, karakte
ristieken waaraan juist de Neder
landse land- en tuinbouw haar po
sitie te danken heeft, aldus de mi
nister in zijn Memorie van Toe
lichting bij zijn begroting.
kundigheid van de telers zijn zo wis
selend, dat landbouwprodukten per
soort daardoor grote kwaliteitsver
schillen kunnen vertonen. Volgens
de bewindsman is het met name deze
faktoren die indeling in kwaliteits
klassen, normering en kwaliteitsaan
duiding noodzakelijk maken.
Besluiten op basis van de Land-
bouwkwaliteitswet bieden de moge
lijkheid, het kwaliteitsbeleid mede af
te stemmen op de konsumentenbe-
langen. Op basis van die wet zijn
binnenkort Algemene Maatregelen
van Bestuur te verwachten voor bo-
terprodukten, vleeswaren, samen
gestelde vleesprodukten, bloembol
len, scharreleieren en babyvoeding.
Ten behoeve van de totstandkoming
van een zo doelmatig mogelijk en
samenhangend keuringsbeleid, dat
een wezenlijk onderdeel vormt van
het kwaliteitsbeleid, is begonnen met
het doorlichten van de diverse keu-
ringsaktiviteiten.
Het kwaliteitsbeleid zal zich ook
richten op dé verbetering van de
voedingswaarde als kwaliteitsaspekt
van levensmiddelen en op de bevor-
- et toenemende belang van be
heersing van residuen in de land
bouw en de voedselvoorziening
maakt het noodzakelijk dat het resi
duenbeleid nog krachtiger wordt
aangepakt, zo stelt de minister. Met
name wordt hier gedoeld op de be
heersing van residuen van bestrij
dingsmiddelen, diergeneesmiddelen,
meststoffen etc. Gewerkt wordt aan
de uitbreiding van de wettelijke mo
gelijkheden om regelend te kunnen
optreden. Het betreft de in voorbe
reiding zijnde Diergeneesmiddelen
wet, de herziening van de Meststof
fenwet, alsmede een verdere invul
ling van de Bestrijdingsmiddelenwet
en de Landbouwkwaliteitswet.
De minister wil voorts een meer te
rughoudend beleid wat betreft de
toevoegingen van konserveermidde-
len, kleurstoffen en smaak- en geur-
stoffen in levensmiddelen.
De heer Braks heeft in zijn toelich
ting op de begroting voor het jaar
1981 ook een overzicht gegeven van
de stand van zaken m.b.t. de wetge
ving op zijn departement. Hieronder
treft u dit kort samengevat aan:
Uitvoering
Landbouwkwaliteitswet
Totstandkoming 1980/81 van be
sluiten inzake boterprodukten, kaas-
produkten, bloembollen, babyvoe-
L et rapport van de Studiekommis
sie Waterbehoefte in Land- en Tuin
bouw, die na de droge zomer van 1976
door de ministers van landbouw en
van verkeer en waterstaat is inges
teld, kan binnenkort tegemoet wor
den gezien, aldus Braks. In overleg
met het departement van verkeer en
waterstaat is voorts een aanvang ge
maakt met een nadere studie van de
zoetwatervoorziening van Zuidwest-
Nederland.
Spoedig kan de afronding worden
verwacht van een onderzoek in
Noord-Holland, dat inzicht beoogt te
geven in de faktoren en processen die
de kwaliteit van het oppervlaktewa
ter bepalen' Dit onderzoek zal de
basisinformatie verschaffen voor de
opstelling van mogelijke beheers
maatregelen. Het ligt in de bedoeling
bij volgende studies op dit terrein
voorrang te geven aan de zandge
bieden.
dingsprodukten, vis en visprodukten,
vleeswaren en verwerkte groenten en
fruit.
Gezondheidswet voor dieren
Onder andere: wijziging schadever
goedingsregeling en bevoegdheden
tot het stellen van eisen aan de be
drijven op het gebied van gezond
heid en welzijn van diererr. Nieuwe
regeling ter vervanging van de Vee
wet, Vogelziektenwet en dergelijke.
(Indiening 1980).
Diergeneesmiddelenwet
Nieuwe regeling voor diergenees
middelen, alsmede voor veterinaire
sera en entstoffen. (Indiening 1981).
Wet kanalisatie
diergeneesmiddelen
Herziening regeling voor kanalisatie
van zogenaamde sterkwerkende
diergeneesmiddelen. Wetsontwerp
in behandeling bij de Tweede Ka
mer.
Uitoefeningswet
diergeneeskunst
Regeling tuchtrecht; herziening re
geling beperkte bevoegdheid van
veeverloskundigen en castreurs. (In
diening 1981).
Meststoffenwet
Herziening wegens veroudering; aan
banden leggen van ongewenst ge
bruik van meststoffen. (Indiening
1981).
Zaaizaad- en Plantgoedwet
Herziening in verband met de EG-
regeiing rassenlijsten en eventueel in
verband met het gewijzigde Verdrag
tot bescherming van kweekproduk-
ten. (Indiening 1980).
Landinrichtingswet
Nieuwe regeling ter vervanging van
de Ruilverkavelingswet. Wetsont
werp in behandeling bij de Tweede
Kamer.
Pachtwet (1e ondertekenaar
Justitie)
Herziening ter beperking van het
kontinuatierecht na de 65-jarige
leeftijd, ter vervroeging van de wet
telijke overdrachtsleeftijd, en om in
breng van pacht in een maatschap
mogelijk te maken. (Indiening 1981).
Boswet
Herziening in verband met strooisel-
roof en versterking van de beheer-
saspekten. (Indiening 1981/1982).
Wet vervreemding
landbouwgronden
Regeling van de landbouwkundige
toetsing bij overdracht van land
bouwgronden. Wetsontwerp in be
handeling bij de Tweede Kamer.
Beheerswet voor
landbouwgronden
Wettelijke regeling met betrekking
tot beheersovereenkomsten en ge
bieden waarvoor deze kunnen wor
den gesloten. (Indiening 1981/1982).
Vestigingswet
landbouwbedrijven
Vestigingseisen, in het bijzonder
voor de intensieve veehouderij. (In
diening 1981).
Plantenziektenwet
Wijziging ter verruiming van moge
lijke bestrijdingsaktiviteiten en uit
breiding tot bloembollenziekten.
(Indiening 1981).
Wet op de
Contractproduktie
Regeling inzake algemene kontrakt-
voorwaarden voor betrokken land-
bouwsektoren. (Indiening 1982).
Door scheve verhouding vraag en aanbod
In de EEG heeft de landbouwproduktie de neiging meer toe te
nemen dan de vraag. Aldus minister Braks. Voor de zgn. "vrije
produkten" veroorzaakt dit een druk op de opbrengstprijzen. Bij
de produkten met een prijsgarantie brengt dit een sterke groei
van de gemeenschapsuitgaven met zich, terwijl het plafond van de
middelen in zicht is.
Voor een zo sterk van het gemeenschappelijke landbouwbeleid
afhankelijke agrarische sektor als de onze is deze situatie niet
zonder gevaar.
Voorzover het niet gelukt, de ontwikkeling van de kosten van
het EEG-markt- en prijsbeleid beter te beheersen, zal er niet aan
zijn te ontkomen, dat de agrarische producenten een toenemend
deel van de financiële last zelf moeten dragen, zo meldt de
Memorie van Toelichting.
olgens de minister ziet het er naar
uit dat het internationale beleid voor
het welzijn van dieren meer en meer
gestalte krijgt. Een zuiver nationale
benadering leidt er immers gemak
kelijk toe, dat problemen niet wer
kelijk worden aangepakt, maar als
het ware over landsgrenzen heen
wegschuiven naar elders. In ons land
is het onderzoek naar het welzijn van
landbouwhuisdieren de laatste jaren
aanzienlijk uitgebreid. Diergedrags-
kundigen, landbouwkundigen en
veterinairën proberen in nauwe sa
menwerking enerzijds welzijnskrite-
ria vast te stellen en anderzijds nieu
we veehouderijsystemen te ontwik
kelen en bestaande te verbeteren.
Bedrijfsleven en overheid steunen
daarbij daadwerkelijk het opzetten
van praktijkgerichte onderzoekpro-
jekten.
De minister acht dit een gelukkige
ontwikkeling.
De opbrengstwaarde van de glastuinbouw als geheel nam in 1979 met
ruim 9% toe. Dit o.m. blijkt uit de jaarlijkse exploitatierekening die het
Landbouw-Ekonomisch Instituut (LEI) voor de glastuinbouw heeft
opgesteld. De stijging was vooral het gevolg van de wederom sterke
uitbreiding van de produktie van potplanten en snijbloemen (respek-
tievelijk met 15,5% en 8,5%). Verder was er sprake van een stijging van
de opbrengstprijzen bij de potplanten (4,5%) en de glasgroenten (1,4%).
In de snijbloementeelt konden de opbrengstprijzen zich ternauwernood
op het niveau van 1978 handhaven. De totale kosten van de glastuin
bouw zijn in 1979 met ruim 8% gestegen. De vrij scherpe stijging van de
brandstofkosten, mede onder invloed van de koude winter, heeft hierbij
een rol gespeeld.
Uit de cijfers voor 1979 blijkt dat de
bedrijfsuitkomsten in de glasgroen
teteelt het afgelopen jaar wat ver
slechterd zijn. Weliswaar stegen de
opbrengsten met ca. 5%, doch de
toename van de kosten was wat gro
ter. Bij de kosten namen die van on
derhoud en afschrijving af ten ge
volge van het WIR-effekt. Voor de
bloemisterij onder glas waren de be
drijfsresultaten in 1979 opnieuw
minder gunstig. De oorzaak moet
worden gezocht in de omstandigheid
dat er, evenals in 1978, tegenover de
stijging van de kosten geen verbete
ring van de opbrengstprijzen stond.
Gemiddelde arbeidsopbrengst per ondernemer in de tuinbouw (in guldens/jaar)
Groenteteelt onder glas
Alle
bedrijven
Zuidhollands
glasdistrikt
1976
1977
1978
1979 1)
34.100
15.100
21.000
17.800
38.000
15.900
29.200
25.000
Bloemisterij onder glas
Snijbloemen
Potplanten
Alle bedrijven
Zuidhollands
glasdistrikt
1976
1977
1978
1979 1)
21.400
27.900
11.700
3.000
25.900
43.000
20.100
10.200
43.000
42.400
58.500
67.000
Champignon
bedrijven
Bloembollenteelt
Zandgronden Kleigronden
1976
1977
1978
1979 1)
70.000
81.000
45.300
35.000
28.700
34.000
44.300
44.300
77.400
58.000
59.700
29.300
Groenteteelt in
de volle grond
Boomkwekerijen
in Boskoop
Fruitteelt
(gespecialiseerde bedrijven)
1976/77
1977/78
1978/79
1979/80 1)
46.200
17.000
12.600
17.100
36.100
47.500
32.300
42.300
9.400
34.800
-7.400
-5.600
1) Deze cijfers dragen een voorlopig karakter en inkl. WIR-effekt. Exkl. WIR-effekt zijn
de resultaten in de glastuinbouw en champignonkuituur 10.000 a 14.000 lager, voor
de vollegrondsteelten is het verschil kleiner (max. 5.000).
12