"Behoud sterke agrarische sektor inzet komende moeilijke jaren" Landbouwbegroting 1981 Aandacht voor exportbevordering agrarische produkten D, V D e uitvoering van de plannen voor het herinrichtingsgebied Oost-Gro- ningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zal langs twee sporen plaatsvinden. Enerzijds komen er deelgebiedplannen, waarbij de wet telijke procedure van de Herinrich- tingswet wordt gevolgd en die naar verwachting successievelijk vanaf 1984 in uitvoering kunnen komen. Anderzijds zullen bepaalde planon derdelen versneld en vooruitlopend op deelgebiedplannen worden uit gevoerd. Het betreft in het laatste geval planonderdelen, waarvan de uitvoering technisch gezien los van de wettelijke procedure van de He- rinrichtingswet kan plaatsvinden. Voor deze aktiviteiten komen de eerstvolgende jaren middelen be schikbaar in het kader van het Inte graal Struktuurplan voor het Noor den des Lands (ISP). De regering heeft besloten om voor de periode 1981 - 1985 126 min. extra be schikbaar te stellen voor de versnelde T er ondersteuning van de beleids ontwikkeling uit hoofde van de Rela tienota zal de komende jaren moeten worden onderzocht langs welke we gen de zgn. beheerslandbouw zich bij handhaving van een ekonomische be- drijfsopzet zal moeten ontwikkelen. N; D< G egeven het feit dat de landbouw en visserij in ons land wat betreft inkomen en werkgelegenheid voor meer dan de helft afhankelijk zijn van export, acht ik grote aandacht en waakzaamheid voor de ontwik kelingen in de export van agrarische produkten blijvend gewenst. Dit is ook een algemeen belang gezien de positieve bijdrage van de agrarische bedrijfstak aan de betalingsbalans. Met het oog hierop is een systema tische en gerichte aanpak van een aantal markten om tot exportver groting te komen van veel betekenis. Naast de aktiviteiten die het bedrijfsleven zelf op dit terrein ontwikkelt, zal het departement van landbouw en visserij, veelal in nauw overleg met het ministerie van ekonomische zaken, hier een extra inspanning gaan leveren". D< Minister Braks in toelichting op begroting: H et behoud van een sterke en geschakeerde agrarische sektor zal de inzet vormen voor de komende moeilijke jaren. Momenteel neemt de agrarische sektor 12% van onze werkgelegenheid voor haar rekening en levert zij een aanzienlijk exportoverschot van 8,5 mld. op de han delsbalans. Bovendien verschaft zij ons de zekerheid dat we op elk moment kunnen beschikken over voldoende voedsel van de gewenste kwaliteit en voor een redelijke prijs. Veel aandacht voor begeleiding boeren in beheersgebieden Een en ander is slechts mogelijk bij zodanige bedrijfsresultaten dat de kontinuïteit van de land- en tuinbouwbedrijven niet in gevaar komt. Hiertoe zal op een veelheid van terreinen een krachtsinspanning noodzakelijk zijn zowel van het bedrijfsleven, als van de overheid". Aldus minister Braks in zijn Memorie van Toelichting op de land bouwbegroting 1981. voor het behoud van de sterke inter nationale konkurrentiepositie van onze land- en tuinbouw en in sa menhang daarmee voor het handha ven van een zo groot mogelijke werkgelegenheid in deze sektoren. Bijzondere aandacht verdient in dit verband de mogelijkheid door mid del van uitvoering van landinrich- tingsprojekten verbeteringen tot stand te brengen in regionale achterstanden bij agrarische inko mens en in de werkomstandigheden op land- en tuinbouwbedrijven. Het voor ruilverkavelingen beschik- Meer en minder e bezuinigingen die de regering nodig vindt, zijn ook het departe ment van landbouw niet voorbijge gaan. Hoewel de minister zijn be groting met ruim 7% heeft weten te verhogen, is er toch bezuinigd om andere aktiviteiten te kunnen op voeren of in stand te houden. Minister Braks heeft zijn bijdrage aan de bezuinigingen gezocht in het verminderen of stopzetten van enke le aktiviteiten, waarvan eigenlijk maar een relatief klein aantal men sen gebruik kan maken. Zo is o.m. besloten enige aktiviteiten van de Grondbank en de subsidië ring van boerderijverplaatsing bui ten ruilverkavelingsgebieden stop te zetten. Daarnaast is een verlaging toegepast in de personeelsformatie van 120 plaatsen, waarvan 70 ten laste van het onderzoek. Daartegenover staan enkele maatre gelen ter versterking van de konkur- rentiekracht van de agrarische sek tor. Dit voorjaar zijn reeds extra middelen uitgetrokken ten behoeve van de bedrijfsverzorging 30 min.), alsmede voor energiebespa rende maatregelen in de glastuin bouw 25 min). Zo zullen de ko mende jaren onderzoekprojekten m.b.t. energiebesparing worden ont wikkeld en getoetst. Bovendien zijn nu met ingang van 1981 voor langere duur extra gelden beschikbaar voor andere maatrege len. Een deel daarvan zal ten goede komen aan de exportbevordering. Hiervoor zal een gericht programma worden ontworpen. Waar mogelijk en gewenst zullen de agrarische handel en industrie in het kader van het sek- torbeleid maximaal worden onder steund. Voor bijdragen in de kosten van de keuring van agrarische produkten is een hoger bedrag uitgetrokken. In de meeste sektoren kan daarmee de be leidsdoelstelling om naar een bijdra ge van 50% te groeien, worden ver wezenlijkt. Voor de vleessektor zal dit percentage niet worden bereikt. Het beleid in die sektor wordt pri mair gericht op verbetering van de doelmatigheid van de keuring, ge paard aan het bereiken van kosten besparingen. Landinrichting oortzetting van de aktiviteiten op het terrein van de landinrichting acht minister Braks van onverminderd belang. Goede inrichting van de kuituur- grond is een onmisbare voorwaarde bare bedrag is met 40,8 miljoen verhoogd. Bijzondere landinrichtingsgebieden Dit o.m. blijkt uit hetgeen minister ir. Braks schrijft in de paragraaf over inrichting en beheer van het lande lijke gebied. Veel aandacht moet worden besteed aan de voorlichting en begeleiding van agrariërs die beheersovereen komsten sluiten. Betrokkenen moe ten met raad en daad worden bijge staan bij de vraag hoe de bedrijfsvoe ring kan worden aangepast. Tevens is van betekenis dat per gebied wordt nagegaan hoe bestaande instrumen ten van het landbouwbeleid kunnen worden ingezet om het beheersbeleid te ondersteunen. Braks wil produktie funktie bos stimuleren Een kijkje in het relatienotagebied Oirschot - Best aast de ons meer vertrouwd zijnde funkties van het bos op het gebied van landschap, natuur en re- kreatie vindt minister Braks het noodzakelijk veel meer aandacht aan de produktiefunktie van ons bos te besteden. Ekonomisch produceren de bosbedrijven kunnen - naast een 10 bijdrage in de bestrijding van het houttekort in de wereld - een be langrijke bijdrage leveren aan het betaalbaar houden van de andere funkties van het bos. In zijn beleid zal het stimuleren van een doelmati ge beheersplanning dan ook een be langrijk onderdeel blijven vormen. De Boswet uit 1961 is niet meer in alle opzichten een toereikend instru ment om het beheer in goede banen te leiden. Een aan de behoeften van deze tijd aangepaste Boswet en het daarbij behorende instrumentarium is daarom in voorbereiding. In bossen en natuurterreinen is veel zinvol werk te doen. De bewindsman wil dit werk blijvend mogelijk ma ken, niet alleen ter verhoging van de werkgelegenheid daar, maar ook ter verbetering van de rentabiliteit van het bosbedrijf. vloeiende uit de verplichtingen op genomen in rapporten, bedoeld in art. 34 van de Ruilverkavelingswet 1954. In dit kader valt ook te beden ken, dat de komende uitwerking van de Wet vervreemding landbouw gronden de mogelijkheden voor grondverwerving door financieel minder draagkrachtigen zullen ver ruimen. Door het grondbankbeleid op deze wijze bij te stellen, verwacht minister Braks dat bij de beschikbare middelen het volume van de overige aankoopaktiviteiten kan worden ge waarborgd. Pacht uitvoering van de herinrichting op onderdelen voor dit landsgebied. Grondbankstelsel herzien IVf adat vorig jaar de voorwaarden voor financiering via de Grondbank waren verruimd, nam de belangstel ling zodanig toe dat reeds na enkele weken het geld opraakte en de aan- vraagmogelijkheden moesten worden opgeschort. Mede in het licht van de bezuiniging heeft minister Braks be sloten tot inperking van de werkings sfeer van de Grondbank. Hij wil voorrang verlenen aan grondbankfinanciering bij bedrijfso vername, door een opvolgend kind of een pachter, alsmede bij bedrijfs- vergroting in beheersgebieden en ter ondersteuning van het Relatienota- beleid. Een en ander heeft geen ge volgen voor de uitgifte van gronden onder erfpachtvoorwaarden voort- e stijging van de eigenaarslasten heeft zich ook na de strukturele bij stelling van de pachtnormen in 1977 voortgezet. Om deze stijging in de pachtnormen tot uitdrukking te laten komen en tevens een bijdrage te le veren aan het tegengaan van de ver mindering van het pachtareaal, is het streven erop gericht nog dit najaar een wijziging van het Pachtnormen- besluit 1977 tot stand te doen komen. Daarnaast is het de bedoeling het komende parlementaire jaar het wetsontwerp tot wijziging van de Pachtwet in te dienen. Dit voorstel bevat naast wijzigingen van technische aard, o.m. de moge lijkheid van tussentijdse ontbinding van de pachtovereenkomst bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de pachter en beperking van het kontinuatierecht tot de pachter die nog geen 65 jaar is. Dit o.m. schrijft minister ir. Braks (landbouw en visserij) in de Memo rie van Toelichting op de begroting van zijn departement over zijn be leidsvoornemens t.a.v. de exportbe vordering van agrarische produkten. Ontwikkelingen bij export Evenals in 1978 steeg het volume van de afzet van agrarische produk ten in 1979 met ruim 6%. Deze stij ging was vooral te danken aan de groei van het exportvolume (ruim 10%). De binnenlandse konsumptie nam slechts met 2,5% toe. Het over schot op de handelsbalans van agra rische produkten is in 1979 opgelo pen tot 8,5 mld 3%). De stijging was volledig het gevolg van de volu me-ontwikkeling van de export bij een nagenoeg konstant prijspeil. Opvallend is de sterke toeneming van de agrarische export in 1979 naar het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door die naar België/Luxemburg en Italië. De ontwikkeling op de voor ons zo belangrijke Westduitse markt was daarentegen teleurstellend en die op de markt van de Verenigde Staten zelfs negatief. Marktbewerking T-J itbreiding van de Europese Ge meenschappen met Griekenland, Spanje en Portugal kan wellicht voor een aantal produktgroepen nog tot een vergroting van de exportmoge lijkheden leiden. Voortdurende kwaliteitszorg en aanpassing en ver nieuwing van ons produktensorti- ment zijn daarbij van grote beteke nis. De aktiviteiten van het ministe rie van landbouw en visserij zijn mede daarom de laatste tijd sterker gericht op het geven van meer be kendheid in het buitenland aan Ne derlandse nieuwigheden. Het streven is erop gericht, door middel van re gelmatig overleg met partikuliere en publiekrechtelijke organisaties die zich belasten met bevordering van de export van agrarische produkten, tot een gekoördineerde en daarmee in tensieve marktbewerking te komen. Deze marktbewerking betreft vooral de begeleiding en promotie van onze export. Om slagvaardig op marktontwikke lingen te kunnen inspelen is meer en geavanceerd marktonderzoek nodig. Daarbij gaat het vooral om direkt op de konsument gericht onderzoek. In het kader van de Nationale Raad Landbouwkundig Onderzoek TNO worden het overleg en de samen werking gekoördineerd tussen marktonderzoekinstellingen van be drijfsleven en overheid, teneinde tot bundeling ën versterking van de on derzoekinspanning te komen. "Holland Expo" 'e markt van OPEC (Oil Produ cing and Exporting Countries) en NIC (Newly Industrialising Coun tries) wordt gekenmerkt door groei ende koopkracht. Daar liggen mo gelijkheden voor onze eindproduk- ten en/of agro-industriële projekten. Het departement van landbouw en visserij zal in samenwerking met het bedrijfsleven de handelsvoorlichting op deze markten intensiveren en ini tiatieven ontwikkelen om handels kontakten tot stand te brengen en te begeleiden. In dat verband vindt on der meer in nauw overleg met het ministerie van ekonomische zaken de voorbereiding plaats van een va rende tentoonstelling ("Holland Ex po II"), gericht op het Verre Oosten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 10