ONDERWIJS NOTITIES DE LUCHT VAN RULLE AARDE EN STUDEREN "I n een groene, groene knollenschool, daar zitten de scholieren heel parmant". Het zou een aardige variant kunnen zijn op een bekend kinderliedje. Want er zijn wat scholieren in hun knollentuin en zitten daar heel parmantig vol te houden dat zij later iets met de natuur willen doen, met het groen, en alleen daarvoor verder willen studeren. Zoals anderen iets met kinderen willen gaan doen. Wie dan de opdracht krijgt om die steeds groter groeiende groene garde wegwijs te maken naar wat en waar zij daarvoor kunnen gaan studeren en waar en hoe zij met de opgedane kennis en kunde later terecht kunnen, weet wel waar hij begint maar op geen stukken na waar hij eindigt. H, J e vraagt je dan toch wel af hoe je dat allemaal diets moet maken aan die scholieren die zo parmantig in hun knollentuin zitten vol te houden dat ze iets met de natuur, met het groen willen gaan doen. Die grieze len al bij de woorden techniek en technologie. Die zijn taboe in hun knollentuin, want als die de natuur en het groen - inklusief het niet altijd groene water - zo al niet uitroeien of vernielen dan verpesten en verzieken zij die toch wel grondig. H, HOGER AGRARISCH ONDERWIJS D Vc J.W.M. van Spaandonk onder rédaktie van L. Anderson - et lijkt vrij eenvoudig. Je hebt land-, tuin- en bosbouw. Er is een Landbouw Hogeschool - straks mis schien agrarische universiteit te noe men - in Wageningen Er zijn zo'n 10 scholen die tot het hoger agrarisch (beroepsjonderwijs horen. Dat is toch wel te overzien. Ware het niét dat die Landbouw Hogeschool maar liefst 22 studierichtingen heeft en even zoveel verschillende land bouwkundige (agrarische) inge nieurs aflevert. Van sommige daar van vraag je je toch wel af of die nog iets met dat "groen en die natuur" te maken hebben en wat dan? Zoals bijvoorbeeld de landbouwkundige ingenieur moleculaire wetenschap pen of kuituurtechniek. En aan de hogere agrarische scholen is het van hetzelfde gras een wei. Behalve de hogere landbouwscholen, tuinbouw scholen en bosbouw- en kuituur- technische scholen heb je ook de ho gere school voor levensmiddelen technologie en een voor tuin- en landschapsinrichting. Zelfs de aka- demie voor bouwkunde (na de hts) in Amsterdam blijkt een agrarische af deling te hebben. Ingeblikt en ingevroren Hun keuze voor een groene studie en later een groen bestaan hebben zij gedaan om mede de verdere ver- technisering en verbetonnisering c.q. verstalisering van de verstedelijkte wereld te voorkomen. Zij hebben het niet gekozen omdat zij van boeren- komaf zijn. 80% in het agrarisch on derwijs is niet in een boerderij ge wiegd en piekert er ook niet over om zich later op een eigen stukje land te laten verkavelen. Maar ze moeten in dat hoger agra risch onderwijs toch ook niet denken dat ze daar komen om aan techniek en technologie te doen om dan van die verschrikkelijke chemie nog maar niet te praten. En zelfs niet om huishoudkunde te gaan studeren. Niet dat zij iets tegen dat huishouden hebben. Maar dat ga je toch niet stu deren. Dat is iets dat wordt gedaan. Zowel op de boerderij als op twintig hoog in de Bijlmer. Door vrouwen. Die zijn daarvoor. En die hebben met groen ook al niets meer te maken behalve dat ene kropje sla dat ze nog niet panklaar ingeblikt of ingevroren in de supermarkt halen samen met wat industrieel gekweekte plantjes en bloemen voor op het balkon of voor het raam twintig hoog. Papieren broedhokken zit je dan meteen met het gevoel dat je al je folders en verdere dokumen- tatie over het hoger agrarisch onder wijs maar beter kunt inpakken en wegwezen. Tenzij je op het onzalige idee mocht komen een exkursie te organiseren naar ergens waar de afgestudeerden van het hoger agrarisch onderwijs verondersteld worden met die natuur en dat groen bezig te zijn. Vraag de scholieren zelf niet waarheen. Ge heid dat hun eenstemmig voorstel is De Kleine Aarde. Dat is dat bioti- sche paradijsje achter in de Peel van die zelfspittende idealist Leeflang, met archiefkasten, rekentuig, tabel len, statistieken, enz. enz. In dat Westraven immers is een aan tal diensten van het ministerie van landbouw en visserij, waar het hele agrarisch onderwijs ook onder res sorteert, gehuisvest, zoals beheer landbouwgronden, algemeen be heer, dienst landinrichting, Staats bosbeheer en nog zo het een en an der. Van de honderden ambtenaren die daar alleen al werkzaam zijn kun je dan vernemen dat wie iets met natuur en groen wil gaan doen met een kans van negen op tien op zo'n kantoor terecht komt. Het zal dan misschien niet Westra ven of iets soortgelijks zijn, het mag misschien een knusser kantoortje er gens achter in Drenthe zijn of een verbouwd oud herenhuis in Den Haag, maar een kantoor is het wel. En waar je mee te maken krijgt zijn hoofdzakelijk papieren. Maar met die papieren zijn ze wel met het landschap bezig, met de groene lon gen van het bedreigde welzijn. wel iets grondig veranderd zijn in die landbouw dat die niet meer van vader op zoon te leren is. Opstel at vooral veel meisjes voor land bouw kiezen is niet vanwege dat huishouden. Integendeel. Nou, daar die daar ook weer is weggelopen toen het toch ook een bedrijf begon te worden. Zul je Leeflang heten. Moet je eens kijken wat er gebeurt als je voorstelt om met z'n allen een verkennend bezoek te brengen aan de x maal zoveel verdiepingen hoge kantoorflat Westraven aan de rand van Utrecht. Ja, inderdaad, dat monster van een gebouw, waar de ambtenaren niet in wilden, omdat er aan de ene kant het drukke verkeer van een rijksweg voorbij raast en aan de andere kant een opslagplaats voor chemische produkten niet alleen het milieu verpest maar ook nog gevaar oplevert voor explosie. Maar in die afgrijselijke kantoorflat zitten wel honderden afgestudeerden van het hoger agrarisch onderwijs. En achter hun tekentafels en kaartenbakken blijken zij het nog best naar hun zin te hebben ook. En dat niet alleen vanwege dat snoepje van een kantine op de begane grond, gevat in glazen wanden die uitzicht laten op een breed, niet al te druk bevaren water. In dat stapelkantoor wordt dag in dag uit van alles met natuur en groen en water gedaan. En daarmee is niet gedoeld op de paar bloembakken die als op ieder kantoor tegenwoordig ook hier niet ontbreken. Nee, er wordt op papier duchtig met natuur en groen gestoeid in die broedhok ken van vier bij drie aan bureaus en Je zal waarschijnlijk niet in de "vrije natuur" komen te werken, maar zo vast zal je niet gauw komen te zitten. Het is hier nu niet de plaats om daar verder op in te gaan. Dit is bedoeld als een algemene in leiding om een indruk te geven van waar we mee bezig zijn als we het hebben over agrarisch onderwijs, het onderwijs om te leren iets met natuur en groen te doen. In die kijker is het dan ook wel zinnig om eens te bezien waar we het eigenlijk over hebben als wij het over die natuur en dat groen, over dat zogeheten agrarische heb ben. Er blijkt namelijk aan het agrarisch" bestaan, de agrarische wetenschap, het agrarische onderwijs en het agrarische beroepsleven van alles te pas te komen, waarvan men zich af vraagt wat dat er nu eigenlijk mee te maken heeft. Niet alleen techniek, technologie, chemie enz. maar ook sociologie, politicologie, mathema tiek en wat al niet. En zeg dan niet te gauw dat er tenminste geen theologie aan te pas komt. Het eerste land bouwonderwijs in Nederland werd iets meer dan honderd jaar geleden in opdracht van de regering gegeven door dominees en pastoors. Overi gens wel verwonderlijk dat terwijl de landbouw ongeveer zo oud is als de mensheid zelf, het strikte landbouw onderwijs een van de jongste onder wijsvormen is met een Landbouw Hogeschool die pas 60 jaar bestaat en een hoger landbouwonderwijs dat in feite nog jonger is. Er moet dan toch L et zou in dat perspektief best eens aardig zijn om die parmantige scholieren, die zo nodig iets met na tuur en groen willen doen, eens een opstel te laten maken over wat er ei genlijk met die natuur en dat groen is gebeurd. Je gaat dan uit van het steeds meer gebruikte woord agra risch. Dat is afgeleid van het latijnse woord ager, gewoon akker. Het gaat dus gewoon om het akkertje van zoveel hektare grond. De wereld is zo'n ak kertje datje nauwelijks ziet liggen in het heelal. Nederland is zo'n akker tje, dat ook maar weer een stukje op de wereldkaart is. Maar laten we het niet te groot ne men en ons beperken tot pakweg de Randstad Holland. Nou, wat is er met dat akkertje in de loop der tijden gebeurd tussen nu en de verleden tijd dat een handjevol mensen daar met plukken, jagen en vissen ruim vol doende voedsel kon vinden? En dan stap voor stap nagaan wat er gebeurt naarmate er steeds meer mensen ko men die op die akker moeten wonen en daar hun voedsel vinden. Door de steeds meer nodige bebou wing voor bewoning blijft er steeds minder grond over om het voedsel op te brengen voor almaar meer men sen. Een krankzinnige situatie. Er moet van alles uitgevonden worden om op dat steeds kleinere, slinkende stukje grond eindeloos meer voedsel te produceren en wat die almaar meer mensen verder nodig hebben voor hun levensonderhoud. Dat be gint met het land ontginnen en be bouwen, het fokken van vee en vis, omdat er niet genoeg meer te pluk ken, te vissen en te jagen is. Dat gaat dan van primitieve bebouwing ver der naar intensivering, veredeling, vertechnisering, industrialisatie. Boerderijtjes worden bedrijven, be drijven worden fabrieken, een vier kante meter moet even veel gaan Opbrengen als vroeger een hele pro vincie en de produkten worden in geblikt of ingevroren naar de markt getransporteerd. Op den duur zal er geen stukje akker meer over zijn, alleen nog maar ge bouwen, waarin mensen opgestapeld worden en gemaakt wordt wat zij nodig hebben, als het niet anders kan nog met het beetje grond dat wij van die akker zorgvuldig hebben be waard. Meer mensen dan akker oor die parmantige scholieren een griezelverhaal om van te smul len. Maar zonder dat ze er erg in hebben zullen zij dan ontdekken wat er gaandeweg aan kennis en kunde nodig is geworden om op die akker te kunnen blijven bestaan. Ook dat die kennis en kunde ontwikkeld moeten worden om te kunnen worden on derwezen en geleerd. Dat dat niet meer alleen is kennis en kunde van land en vee, maar steeds meer tech niek met alles erop .en eraan alsook de kennis en kunde van hoe zo'n nog steeds groeiende mensenmassa op zo'n steeds kleiner wordend akkertje nog uit de voeten kan. Dat is dan het vak van de socio-, ago-, geo-, anth- ropo-, plano- en nog vele andere lo gen. En dan zijn we nog altijd met het akkertje, met het agrarische bezig. En al voortgaande met ons verhaal komen we dan tot de ontdekking dat we dat akkertje niet alleen nodig hebben om van te leven, maar ook om te kunnen ademen en verpozen, dat het niet alleen maar akker is maar ook tuin en park, niet buiten maar ook in de steden hoort. En dan zitten we meteen bij de rekreatie, toerisme, bouwkunde en noem maar op. En dan zijn het de agrariërs weer die er voor staan dat we iets van dat akkertje overhouden waar we dat nodig hebben, zo niet voor voeding en zo, maar dan wel als park, tuin, bos etc. Na het schrijven van het vrije opstel zullen die scholieren, die per se iets met natuur en groen willen doen, ontdekken hoeveel er nodig zijn die dat willen en wat die allemaal voor vreemde kennis en kunde zullen moeten opdoen om het te kunnen doen. Zij zullen dan ook beseffen dat het onzin is te veronderstellen dat die allemaal op dat beetje akker dat er nog over is gaan staan spitten. Dat zij het agrarische vak in akelige school gebouwen en niet in een school tuintje zullen moeten leren en het zullen moeten uitoefenen niet in een eigen biotisch volkstuintje, met lie slaarzen aan in de Bieschbos of mosgroen geüniformeerd dwalend over een landgoed van een vergeten douairière, maar bij elkaar gedreven in kantoorkamertjes van drie bij vier in Westraven of iets van dien aard. Maar zij zullen zich dan ook bewust zijn dat èn het onderwijs in èn het uitoefenen van het agrarisch vak al tijd lekker naar de grond zal blijven stinken en dat zij toch met de natuur en het groen bezig zijn. Zoals de honderden mannen en vrouwen achter de komputers op Cape Cana veral bezig zijn met de immense he melruimte, waar zij twee uitverkore nen in hebben gelanceerd. Anders En hier ügt dan meteen het ant woord op de vraag of het aparte landbouwonderwijs nog wel zin heeft als daarvoor hetzelfde moet worden geleerd wat in het andere hoger onderwijs ook wordt onder wezen. Of dat onderwijs beperkt moet blijven tot de strikte land- bouwvakken zoals akkerbouw en veeteelt voor dat stukje akker dat wij nog over hebben of voor die heleboel akker die in grote delen "van de wereld nog braak ligt. Het antwoord is: nee. Het land bouwonderwijs onderscheidt zich niet in hoofdzaak omdat het andere vakken omvat, doch veel meer om dat het anders is. Het houdt zich be zig met alle problemen zover die di- rekt met de grond te maken hebben en gebruikt daarvoor alle kennis en kunde die nodig kan zijn. Wat het ook doet, het staat altijd met twee voeten in de mulle werkelijkheid. Het stinkt inderdaad naar de aarde. En dat is het waarschijnlijk waarom steeds meer jonge mensen naar dat landbouwonderwijs trekken. Het deert niet dat ze daarmee zeer waar schijnlijk op een kantoor of in een fabriek terecht komen. Dat zijn dan toch nog altijd kantoren en fabrieken waar de lucht van de rulle aarde hangt. En die lucht overheerst die van papier, chemische preparaten, staal en beton. Het is de lucht van de natuurlijke en groene werkelijkheid die wij dreigen te verliezen. Vandaar. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 8