Regionale demonstratie grondbewerking op
zandgrond
E r werd geploegd met tweeschari-
ge wentelploegen voorzien van een
vangbeugel waarmee de enkele en
dubbele vorenpakker aan en afge
koppeld werd.
D,
D,
D eze zeer zware kombinatie werd
op de demonstratie in de 2,60 m
werkbreedte uitvoerig gedemon
A.F. Peeters
C.A.R. Zevenbergen
Specialist
Landbouwwerktuigen
en Arbeid.
H et is vaak moeilijk een goed zaaibed te maken. Dit geldt ook voor
zandgronden. De laatste jaren is hier steeds meer aandacht aan bes
teed. Dit heeft geleid tot nieuwe en/of gewijzigde werktuigen waarmee
betere resultaten kunnen worden bereikt. Tijdens een regionale de
monstratie op het bedrijf van Wodania B.V. te Wouw werden op 15
april belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om verschillende van
deze werktuigen te zien werken.
Opzet van de
demonstratie
Resultaten van de
gedemonstreerde
werktuigen
I
Samenvatting
Wereldproduktie en
-konsumptie van tarwe
vrijwel gelijk
Cj r werd met werktuigen gede
monstreerd op drie verschillende
objekten n.l.:
- l)Ploegen in kombinatie met een
vorenpakker
- 2)Vroeg geploegde grond (5 maart)
met werktuigen al of niet met in
gebouwde vorenpakker
- 3)Laat geploegde grond (daags
voor de demonstratie) met de
zelfde werktuigen als bij 2.
Om een goede beginontwikkeling
van het gewas te krijgen, is een niet te
vaste of te losse homogene bouwvoor
nodig. Daarom werden aan het zaai
bed de volgende eisen gesteld:
- voldoende aandrukken van de
grond
- vrij grove ligging om verslemping
te voorkomen
- goed vlak voor verdere zaai-,
verzorgings- en oogstwerkzaam-
heden.
Ploegen in kombinatie met
vorenpakker
Aan de enkele vorenpakker, met 6
gietijzeren ringen van 70 cm doors
nee - werkbreedte 85 cm, was
bovendien nog een sterren verkrui-
melrol gemonteerd. De werking was
door het vlakke ploegwerk goed en
net voldoende aangedrukt. Voor de
zware zandgrond was de verkruime
ling niet te fijn. De dubbele voren
pakker met 2 gietijzeren vorenpak-
kerrollen (doorsnee 70 cm) drukte de
grond nog vaster aan. Vooral op
lichtere gronden zal dat wenselijk
zijn. Wanneer bieten of andere fijne
zaden gezaaid moeten worden, is een
ondiepe nabewerking nodig om de
geulen van de ringen van de voren-
pakker weg te werken. De voren
pakkers aan de ploeg zijn prima
werktuigen voor laat te ploegen
grond. Er zal echter nog iets bedacht
moeten worden om de zware voren-
pakker gemakkelijk te kunnen tran
sporteren bijvoorbeeld transport-
wielen of iets dergelijks.
Aparte bewerkingen na het
ploegen
2^. lie werktuigen werden zowel op
de vroeg als op de laat geploegde
grond gedemonstreerd, waarbij als
eis was gesteld, in een werkgang de
grond voldoende aandrukken en een
zaaibed van 5 cm diep maken, ge
schikt om mais te zaaien.
Triltandkultivator met
verkruimelrol
eze triltandkultivator liet duide
lijk zien niet bruikbaar te zijn op
laatgeploegde grond welke vooraf
niet is aangedrukt. Bij vooraf aan
drukken is met deze triltand wel een
goed zaaibed voor mais te maken.
Wel moet men oppassen voor te diep
werken en een te fijne ligging van de
grond door de kleine verkruimelrol.
Een grote rol b.v. van 40 cm die dient
als ondersteuning en niet als ver-
kruimelaar is op zandgrond beter op
zijn plaats.
Op de vroeg geploegde grond was de
werking een stuk beter, maar toch
zou iets aandrukken van de grond
vooraf nog gunstiger zijn geweest.
Doordat geen dubbellucht werd ge
bruikt, werden de sporen met name
onvoldoende weggewerkt.
T riltandkultivatorcombinatie
met vorenpakker tussen de
wielen.
'it is dezelfde triltandkultivater
als de voorgaande maar met een in
gebouwde vorenpakker tussen de
wielen. De 8 gietijzeren ringen heb
ben een diameter van 70 cm. Ten
opzichte van de normale triltand
kultivater was dit een hele verbete
ring. Toch was het aandrukken van
de vorenpakker op de laat geploegde
grond nog onvoldoende. Het verschil
tussen de vaste sporen van de wielen
en de vorenpakker was goed merk
baar. Op de vroeg geploegde grond
werkte deze combinatie goed. Er
werd minder diep ingespoord zodat
een egaal vast aangedrukt zaaibed
werd verkregen.
Kultivaterkombinatie met
vorenpakker.
grond is alleen een goed resultaat te
verwachten als bij dubbelluchtmon-
tering praktisch wiel aan wiel wordt
vastgereden door met het werktuig
half te overlappe overlappen.
Op de vroeg geploegde grond was de
werking redelijk goed.
Dubbelluchtmontering zou nog be
ter voldoen omdat dan nog minder
ingespoord zou worden.
Vorenpakkerkombinatie met
twee vorenpakkerrollen
streerd. De machine heeft eerst een
vorenpakkerrol met 22 gietijzeren
ringen (diameter 70 cm) daarna de
kultivatortanden en daarachter een
vorenpakkerrol met holle schijven
(diameter 50 cm). Deze kombinatie
maakte goed werk. Het was eigenlijk
de enige die ook tussen de wielspo
ren bij laat ploegen, de grond vol
doende aandrukte. Op de vroeg ge
ploegde grond was het aandrukken
misschieil wel te vast, zodat zo'n
machine niet nodig is. Vanwege het
grote gewicht, ongeveer 1200 kg, is
minstens een trekker nodig met een
hefvermogen van 2.000 kg in de ko
gels. Het lijkt dan ook meer een ma
chine voor de loonwerker.
n deze kombinatie is een voren
pakker over de volle breedte van het
werktuig gemonteerd met 24 gietij
zeren ringen met een diameter van
52 cm. Op de laat geploegde grond
was het aandrukken van de grond
door de vorenpakker onvoldoende.
De diepe sporen werden door de en
kele bandenmontering onvoldoende
weggewerkt. Op laat geploegde
Deze demonstratie maakte duidelijk dat er voor vroeg geploegde
grond, die reeds wat bezakt is, voldoende werktuigen in de handel
zijn om in één werkgang de grond voldoende aan te drukken en
zaaiklaar te maken.
Op laat te ploegen gronden past het beste een dubbele vorenpakker
aan de ploeg. Voor gemakkelijk transport van de vorenpakker
moet nog een oplossing worden gezocht.
Wanneer bij laat ploegen de grond nog kunstmatig aangedrukt
moet worden, zijn er nog geen panklare werktuigen die hieraan
voldoen. De dubbele vorenpakkerkombinatie doet het goed, maar
zal vaak te zwaar zijn voor de gemiddelde trekker op het land
bouwbedrijf.
AKKERBOUW
KOOLZAAD KOMT op niet veel
bedrijven in het bouwplan voor.
Voor de zware kleigronden is het
toch een redelijk gewas en groeit
op iedere grond die een open
struktuur heeft. Het gewas is
overgevoelig voor natte voeten. De
beste zaaitijd voor het zuiden is
vanaf eind augustus tot half sep
tember. Hoe beter het land, hoe
later zaaien.
VANAF HALF AUGUSTUS is
het zaak aandacht te besteden aan
de bestrijding van de witlofmi-
neervlieg op de witlofpercelen. De
bestrijding kan uitgevoerd worden
met 1 ¥2 kg/1 dimethoaat 20% per
ha. De bespuiting tweemaal her
halen met een tussenpoze van twee
weken. De laatste bespuiting niet
later dan drie weken voor de oogst
van de wortelen. Bestrijding op het
veld is vooral van belang voor die
wortels die na de oogst bewaard
moeten worden.
WORTELEN DIE LANGER
dan 5 maanden op het veld staan,
zijn, ook als een grondbehandeling
voor het zaaien heeft plaatsgehad,
onvoldoende beschermd tegen de
wortelvlieg en er moet dan een
tweede bestrijding worden uitge
voerd met 20 - 30 kg diazinon per
ha. De veiligheidstermijn is twee
maanden. Regen of beregening
kort na de toepassing werkt zeer
gunstig. Bij de bespuiting dus ook
veel water gebruiken.
HEEL WA T PERCELEN knol
selderij zijn aangetast door de
bladvlekkenziekte. Regelmatige
kontrole van de percelen en regel
matige behandeling van de zieke
percelen zal nodig zijn om de
schade tot een minimum beperkt te
houden. Bij aantasting zal mini
maal 3 keer in de 14 dagen gespo
ten dienen te worden. Is het blad
bestemd voor konsumptie dan mag
alleen koperoxychloride worden
gebruikt tegen 2 -2.5 kg per ha.
DE LUIS- EN WANTSEN -
BESTRIJDING in knolselderij
blijkt op veel bedrijven tegen te
vallen. Het resultaat is vaak
slechter naarmate minder water
wordt gebruikt. Bij warm weer
tegen de avond spuiten met min
stens 4001 water geeft als regel een
goed resultaat. Spuit met een gro
ve druppel en een druk van circa 6
atmosfeer om het hart van de
planten goed te raken.
VEEHOUDERIJ EN
AKKERBOUW.
VORIG JAAR werd voor vrijwil
lige kavelruil 2.300 ha aangemeld
en 2.700 ha voltooid. Sinds deze
regeling van kracht werd, is ruim
19.000 ha vrijwillig verkaveld.
Was U ook bij een van deze deel
nemers? U weet toch dat de gehele
administratieve procedure U geen
cent kost? Het subsidiebedrag
voor aanpassingswerken die
voortkomen uit verkavelingspro-
jekten is inmiddels van f 500,—
tot f 800,— per ha verhoogd.
EEN VRIJWILLIGE KAVEL
RUIL is mogelijk wanneer 3 of
meer grondeigenaren met een of
meer percelen aan de verkaveling
deelnemen. Als voorwaarde is o.a.
gesteld dat de ingebrachte grond
tot gevolg heeft dat de percelen
korter bij de bedrijfsgebouwen
komen te liggen of aan bestaande
percelen een oppervlakte wordt
toegevoegd. Het doel van vrijwilli
ge kavelruil is gemakkelijker en
meer rendabel werken. Twee fak-
toren die elke ondernemer, zeker
in een tijd van dure arbeidskosten,
zullen aanspreken.
DENK NIET TE VLUG: "ik heb
wel een perceel voor mijn buur
man, maar hij heeft geen perceel
met dezelfde oppervlakte en een
gunstige ligging dat bij mijn per
celen aansluit". Umoet wat verder
kijken. Misschien heeft een derde
die meedoet voor U wel een gun-
stig gelegen perceel. U krijgt dan
een zogenaamde driehoeksruil.
Ook het verschil in oppervlakte
behoeft niet altijd een belemme
ring te zijn. Krijgt U door ruil een
oppervlakte aan huis van 10 ha en
het perceel op afstand zou verkl
eind worden van 5 naar 2 ha dan
kan de ruil toch wel verantwoord
zijn.
In het seizoen 1980/81 zullen pro-
duktie en konsumptie van tarwe in de
wereld volgens de Internationale
Tarweraad vrijwel met elkaar in
evenwicht zijn.
De wereldtarweproduktie wordt
voor 1980 geraamd op 440 miljoen a
450 miljoen ton, vergeleken met 424
miljoen ton verleden jaar. De Raad
voegt er aan toe dat het dus tot de
mogelijkheden behoort dat de pro-
duktie in de buurt komt van de re-
kordproduktie in 1978 van 450 mil
joen ton. De konsumptie zal waar
schijnlijk toenemen overeenkomstig
de laatste ontwikkelingen en kan
eveneens uitkomen op een cijfer dat
dicht bij de 450 miljoen ton ligt.
Aan het einde van het seizoen
1980/81 (30 juni) zullen de wereld-
tarwevoorraden toch nog ongeveer
100 miljoen ton bedragen. Als som
mige importerende landen van de
gelegenheid gebruik maken om hun
voorraden opnieuw op te bouwen,
voorraden die na oogst 1979 terug
liepen, dan zouden de voorraden in
de belangrijkste exporterende lan
den kunnen dalen.
(The Financial Times)
8