Schapenkalender
Inspraak
streekplan
Midden-Zeeland
Groeiverloop van suikerbieten
Oostenrijk weer grote
landbouwbedrijven
I
T ot het meepraten wordt iedereen
uitgenodigd. Het provinciaal bestuur
stelt het op prijs van zoveel mogelijk
inwoners te vernemen hoe zij over de
toekomst van Midden-Zeeland den
ken. Over het gehele streekplange-
bied verspreid worden gespreks
groepen gevormd, waaraan een ieder
kan deelnemen. Elke groep zal uit
ongeveer 10 a 15 personen bestaan.
SEPTEMBER
Stagnerende import van
tapioka
Vooriich tings
bijeenkomsten
Meepraten
Schema vooriich tingsbijeenkoms ten
streekplan Midden-Zeeland en
Oosterschelde
Zonnebloempitten in de
Verenigde Staten
Nu de zomer praktisch voorbij is,
breekt de dekperiode weer aan. Om
de beste kans te hebben op mooie,
gezonde lammeren moet bij de
voorbereiding worden uitgegaan
voor een gezonde fokkudde. Bij de
definitieve keuze van-- fokóoien,
moeten de volgende punten goed in
het oog worden gehouden:
Leeftijd en konditie:
Ooien, die ouderdomsverschijn-
selen vertonen, of onvoldoende
konditie hebben, niet laten dek
ken. Bij dieren, die in de herfst
van het eerste levensjaar onvol
doende zijn uitgegroeid, kan de
eerste dekking beter een jaar
worden uitgesteld.
Het gebit:
Ooien, met afwijkingen aan het
gebit uit de kudde verwijderen.
De uier:
Een goede fokooi moet twee
lammeren kunnen zogen, dus
beide uierhelften moeten gezond
zijn. Tevens moet de uier soepel
aanvoelen.
De klauwen:
Hoeven zorgvuldig nakijken. Met
een stevig zakmes of een haring
kaakmes lange tenen, omgekrul
de hoornwanden, losse of brok
kelige hoorndelen wegsnijden.
Als dat wegsnijden geen verbete
ring brengt, zullen de ooien die
nog afwijkingen aan de klauwen
vertonen, die duidelijk het lopen
bemoeilijken, uit de fokkudde
verwijderd moeten worden.
Luizen en teken:
Voorzover de ooien in de afgelo
pen zomer nog niet tegen luizen
en teken zijn gewassen, moet dit
alsnog gebeuren.
Na het uitvoeren van deze behande
lingen, moet, alvorens de ram bij de
ooien te laten, aandacht besteed
worden aan de voedingstoestand van
de ooien. Om de konditie en zo
doende ook de vruchtbaarheid te
bevorderen, dienen de schapen op
grasland met jong eiwitrijk gras te
worden geweid.
Een weiland, bemest met stikstof en
dat in augustus wordt vrijgemaakt,
levert in september genoeg jong gras.
De dektijd
De bepaling van het tijdstip, waarop
de ram bij de kudde wordt toegela
ten, eist volledige aandacht.
De draagtijd van het schaap, die op
vijf dagen na vijf maanden duurt,
dient i.v.m. de grasgroei goed in de
gaten te worden gehouden.
Op Texel laat men de ram pas na 20
oktober bij de ooien toe. Dit in ver
band met het vrij late begin van de
grasgroei in het voorjaar.
Als men, met het oog op de goede
prijzen van zuiglammeren, vroege
lammeren wil hebben, moet de ram
eerder bij de ooien worden toegela
ten. Het gevolg hiervan is een vrij
lange lammertijd, die in het voorjaar
gedurende een lange tijd extra werk
met zich meebrengt.
Wil men vroege lammeren, zoge
naamde paaslammeren, dan kan
men op "creepfeeding" overgaan.
Deze methode maakt de zuiglam-
meren d.m.v. bijvoeding met kracht
voer slachtrijp.
De bronsttijd
De bronsttijd van het schaap loopt
van september t/m januari. Als de
ram voortijdig toegelaten wordt, zal
in september slechts een klein aantal
ooien worden gedekt en de overige
pas in de daarop volgende maanden,
zodat de lammertijd wordt verlengd.
Op het hoogtepunt van de bronsttijd
(oktober/november) is de vrucht
baarheid hoger, zodat meer lamme
ren kunnen worden verkregen. Kies
de ram met zorg, hij vertegenwoor
digt de halve waarde van de kudde.
Voor aankoop van een ram dient
men zich tot een vertrouwd adres te
wenden. Het overbrengen van ziek
ten kan daardoor tot een minimum
worden beperkt. Na aankoop van de
ram is het raadzaam de volgende
voorzorgsmaatregelen te treffen:
Voorkom besmétting tijdens het
vervoer (d.m.v. kontakt met an
dere schapen).
In verband met het gevaar voor
rotkreupel moeten, na ontvangst
van de ram direkt de hoeven
worden gekontroleerd en onts
met.
Was het dier met een insekten-
dodende vloeistof ter voorko
ming van schurft en luizen.
De kleur van de in ons vorige bulletin
genoemde gele bieten is er nog niet
beter op geworden. Het aandeel van
deze bieten in de nationale opper
vlakte is echter beperkt en wordt
verre overtroffen door goede gewas
sen.
Naar onze mening en ervaring zijn er
geen mogelijkheden de toestand op
de percelen met gele bieten te ver
beteren.
Het geven van extra stikstof is be
paald ongewenst.
Proeven over het diep losmaken van
de grond tussen de rijen hebben in
het verleden geen positief resultaat
opgeleverd.
Resultaten monsterneming 11 augustus 1980
De vorm van de bieten is in het al
gemeen goed en van vergelingsziekte
is nog nauwelijks sprake, beide om
standigheden die een goede groei
mogelijk maken.
Misschien wat tegen de verwachting
van velen in zijn de bieten goed ge
groeid. Het suikergewicht blijft iets
achter bij het zesjaarsgemiddelde.
De in ons vong bulletin uitgesproken
verwachting dat de opbrengst wel
iets beneden "normaal" (en dat
"normaal" is ca. 48 ton per ha) zal
blijven, kan dus aangehouden wor
den.
Gebied
Wortel gewicht
Suikergehalte
Suikergewicht
kg/ha
kg/ha
I. Zeeland
32.100
n.i
4190
II. W.Brabant-Z.Holl.Eil.-Betuwe
29.400
12.9
3770
III. Z.Holland vast - N.Holland
34.500
11.9
4100
IV. N.O.P. - O.Flevoland
37.100
12.4
4610
V. Noordelijke klei
32.800
12.4
4080
VINoord, zand en dal
28.500
12.7
3610
VII. Z. en 1.0. zand en löss
28.800
12.6
3620
Gemiddeld Nederland 1980
31.500
12.6
3970
Gemiddeld Nederland 1979
28.000
12.2
3430
Gemiddeld Nederland 1974 t/m 1979
31.500
13.2
4170
In Oostenrijk is met ingang van 1 juli
een wet van kracht geworden waarbij
grenzen zijn gesteld aan de omvang
van landbouwbedrijven. Reeds bes
tonden voorschriften inzake het aan
tal mestvarkens per bedrijf, waarbij
kortelings nog het maximum-aantal
fokzeugen verlaagd werd.
Thans met de nieuwe wet zijn er ook
bepalingen inzake het maximale
aantal dieren per bedrijf.
Zonder speciale toestemming mogen
per bedrijf niet meer gehouden wor
den dan 400 mestvarkens, 50 fokvar-
kens, 130 mestkalveren, 22.000
mestkuikens en 10.000 leghennen.
Worden per bedrijf meer dan één
van de genoemde veesoorten gehou
den, dan mag het totaal de 100% niet
overschrijden.
Een voorbeeld om dit duidelijk te
maken: 200 mestvarkens is 50% van
het maximum daarbij nog 25 fok-
varkens of 50% van het maximum,
mogen op één bedrijf aangehouden
worden, zonder andere veesoorten,
waarvoor de beperkende bepalingen
gelden.
Vergunning voor grotere bedrijven
Wil men per bedrijf meer dan het
voorgeschreven maximale aantal
dieren aanhouden, dan is daarvoor
een speciale vergunning van de mi
nister voor land- en bosbouw nodig.
Deze vergunning mag alleen dan
verleend worden, als de veredelings-
landbouw een "boeren-zaak" blijft
en de marktverhoudingen daardoor
niet verstoord worden.
Voor eigen verbruik mogen per be
drijf 8 mestvarkens extra gehouden
worden, alsook 440 mestkuikens en
200 leghennen.
Indien meerdere personen één be
drijf voeren, dan geldt voor dat be
treffende bedrijf toch dat niet meer
dieren worden aangehouden als
wettelijk bepaald.
Indien één persoon meerdere bedrij
ven voert, dan geldt ook voor hem
het maximale aantal dieren op de
verschillende bedrijven, dus niet per
bedrijf. Wat het maximale aantal
leghennen betreft, dit heeft betrek
king uitsluitend op aan de leg zijnde
hennen.
Bedrijven die bij het yan kracht
worden van de wet, dat lis op 1 juli
van dit jaar per bedrijf meer dieren
hadden dan thans maximum is aan
gegeven kunnen bij de minister een
speciale vergunning aandragen, tot
30 september van dit jaar. i
Dat geldt voor bedrijven]met meer
dan 20.000 mestkuikens iof 10.000
leghennen.
De invoer van tapioka in de Ge
meenschap stagneert of loopt zelfs
terug. Voor een deel is dat toe te
schrijven aan droogte en hoge prij
zen in Thailand. Een en ander geeft
reden aan de veronderstelling dat
althans op korte termijn geen scher
pe maatregelen verwacht worden om
de import te beperken, vooropgezet
dat de totale invoer in de Gemeen
schap de 5 miljoen ton 's jaars niet of
nauwelijks zal overschrijden. Dat in
Thailand een minimum-exportprijs
vastgesteld is zal deze ontwikkeling
zeker ten goede komen.
n het komende najaar zal een inspraakronde worden gehouden over
het voorontwerp streekplan Midden-Zeeland. Vorig jaar heeft het
streekplan ook al ter diskussie gestaan; het ging toen om het vaststel
len van de doelstellingen die ten grondslag moesten liggen aan het
streekplan. Inmiddels zijn de doelstellingen verder uitgewerkt in het
z.g. voorontwerp streekplan. De grote lijnen voor de inrichting van
Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland zijn er in aangegeven. Woning
bouw, kleine kernen problematiek, wegenaanleg, rekreatiemogelijkhe-
den en de landbouw zijn enkele onderwerpen uit het voorontwerp. Voor
de landbouw belangrijke punten zijn de mogelijkheden voor een land
bouwkundige verbetering op Walcheren, de toepassing van de relatie
nota en meer in het algemeen de verhouding van de landbouw met
natuur en landschap en het kamperen bij de boer. O.a. deze onderwer
pen zijn beschreven in een 44 pagina's tellende brochure welke een
samenvatting geeft van het voorontwerp. De brochure is gratis ver
krijgbaar bij het bureau voorlichting van de provincie Zeeland, postbus
6001,4330 LA Middelburg of telefonisch 01180 - 27351 toestel 226.
oor de inwoners van het streek-
plangebied worden in de periode van
1 tot en met 11 september voor
iedereen toegankelijke voorlich
tingsbijeenkomsten gehouden: Mid
delburg 1 sept., Vlissingen 2 sept.,
Oostkapelle 3 sept., Goes 4 sept.,
Heinkenszand 8 sept., Kapelle 9
sept., Yerseke 10 sept., en Colijns-
plaat 11 september. Alle bijeenkom
sten beginnen om 8 uur 's avonds. Er
zal nadere informatie worden gege
ven over de inhoud en de betekenis
van het streekplan en over de moge
lijkheden mee te denken en mee te
praten over het voorontwerp.
Het is de bedoeling dat de gespreks
groepen in de maanden oktober en
november enkele malen (in de
avonduren) bijeenkomen. OpgaVe
voor de gespreksgroepen kan tot 20
september a.s. geschieden op het
hierboven vermelde adres van het
bureau voorlichting van de provin
cie. U kunt daar ook alle gewenste
informatie krijgen over de inspraak
procedure.
Naast deelname aan de gespreks
groepen kan ieder individueel en el
ke organisatie schriftelijk reageren
op het voorontwerp streekplan. De
termijn om te reageren sluit 1 no
vember 1980.
maandag 1 september
Middelburg (Konsert- en gehoorzaal,
ingang Verwerij straat)
dinsdag 2 september
Vlissingen (Open Hof, Alex. Gogel-
weg, Paauwenburg)
woensdag 3 september
Oostkapelle (sportzaal De Halve
Maan, Torenstraat 35)
donderdag 4 september
Goes (Prins van Oranje, Nieuwstraat
14)
maandag 8 september
Heinkenszand (La Paloma, Dorps
straat 50)
dinsdag 9 september
Kapelle (De Vroone, C.D. Vereeke-
straat 74)
woensdag 10 september
Yerseke (Restaurant Nolet, Lepel
straat 7)
donderdag 11 september
Colijnsplaat (Dorpshuis De Brug,
Jachthaven)
dinsdag 16 september
Sint Maartensdijk (Rekreatiecen-
trum Haestinge, Sportlaan 2)
woensdag 17 september
Sint Philipsland (Dorpshuis De
Wimpel, Eendrachtstraat 52)
maandag 22 september
Bruinisse (Dorpshuis, Molenstraat
52)
dinsdag 23 september
Burgh-Haamstede (Rekreatiezaal
Ger. Kerk, Hoge Zoom 5)
woensdag 24 september
Zierikzee (Mondragon, Oude Haven
13)
Aanvang alle bijeenkomsten om 8
uur 's avonds.
Naast deze door het Provinciaal
Bestuur georganiseerde bijeenkom
sten zal de Gewestelijke Raad van het
Landbouwschap in nauw overleg met
de landbouworganisaties voorlich-
tings bijeenkomsten beleggen met de
kringbesturen en de afgevaardigden
van de afdelingen. Daarna zal het
standpunt van de landbouw worden
geformuleerd en ter kennis van het
provinciaal bestuur worden gebracht.
In het oogstjaar 1978/79 hebben de
Verenigde Staten Argentinië ver
drongen als tweede op de ranglijst
van producenten van zonnebloem
pitten. Beide landen hebben overi
gens een produktie die ver achter ligt
bij die in de Sovjet-Unie.
Tussen 1976/77 en 1978/79 is de
Amerikaanse produktie van zonne
bloempitten meer dan verdrievou
digd van 1,8 miljoen ton tot 3,5 mil
joen ton. Voor 1980/81 evenwel
hebben de Amerikaanse boeren hun
areaal zonnebloempitten met 20%
verminderd en kan er zodoende op
een produktie van slechts 2,7 miljoen
ton gerekend worden. In 1978/79
werden 1,4 miljoen ton zonne
bloempitten uitgevoerd, alsmede
40.000 ton zonnebloemolie.
Venezuela en Japan waren de groot
ste afnemers van zonnebloemolie,
Mexico en een a&nfèl Europese lan
den waren belangrijke afnemers van
zonnebloempitten. In 1977/
5