Zorgen door toenemende
bedrijfsrisiko's
D e voorzitter van de Z.L.M.de heer A.J.G. Doeleman,
deelde in zijn openingswoord op de hoofdbestuursver
gadering van 4 augustus 1 980 mee dat bij het besluit om
deze hoofdbestuursvergadering in deze drukke vakantie-
en oogstperiode door te laten gaan, de weersomstandig
heden een grote rol hebben gespeeld. Veertien dagen
geleden wisten we nog niet dat er een einde was geko
men aan de periode, waarin abnormaal veel regen viel.
De toen opgetreden weersverbetering is voor veel gras
zaad op tijd gekomen, maar in andere gewassen heeft de
regen duidelijk zijn sporen achter gelaten, zij het, dat'er
grote verschillen zijn per grondsoort, gewas en bedrijf. In
zijn algemeenheid is er duidelijk sprake van schade in
zowel de akkerbouw, veehouderij als tuinbouw.
A an de hand van overzichten door de diverse kringvoorzitters
kon een tussenbalans worden opgesteld betreffende de situatie
in de landbouw na de vele regen van de laatste weken.
zuidelijke landbouw maatschappij
Voor menige agrariër met een gunstig gelegen bedrijf kan de recreatie voor
een welkome aanvulling van het inkomen zorgen. Een voorbeeld hiervan is
de heer P. Lampert (rechts op de foto) die een mini-camping exploiteert' te
Biggekerke. Elders in dit blad kunt u hier meer over lezen.
Algemene situatie in de land- en
tuinbouw
VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1980
67o JAARGANG NO. 3543
land- en
tuinbouwblad
z.l.m
Bij veel ondernemers zijn daarmee de zorgen toegeno
men en blijkt de vergrote kwetsbaarheid in ekonomisch
en bedrijfstechnisch opzicht van de in aantal toenemende
eenmansbedrijven. Deze ontwikkeling steekt bijzonder
schril af tegen de alarmerende situatie bij de werkgele
genheid met een kwart miljoen werklozen. Het sociaal
ekonomisch klimaat in Nederland is van dien aard dat
vooral op de kleinere bedrijven, en niet alleen in de land
en tuinbouw, de ondernemer en zijn gezin bijzonder
zwaar worden belast en de arbeidskosten inklusief sociale
lasten zijn zo hoog opgelopen dat het niet verantwoord is
ekstra werkgelegenheid te scheppen.
In Nederland is de situatie zover uit de hand gelopen dat
zelfs vanuit de hoek waar men dat niet zou verwachten de
waarschuwende vinger wordt opgestoken. Ik doel daarbij
op de diskussienota van Arie Groeneveldt. Het is de
hoogste tijd dat dit kabinet een hard beleid gaat voeren.
Dat betekent in de eerste plaats een gezond ondernemers
klimaat ook voor de land- en tuinbouw zodat een nieuwe
generatie bereid is het werk over te nemen. De mogelijk
heden en het zicht op de toekomst moeten aanvaardbaar
en verantwoord zijn.
Hoge prioriteit heeft daarbij een gunstiger op de zelf
standige ondernemer afgestemd fiskaal beleid zowel in
de inkomens- als in de vermogenssfeer en bij de bedrijf
sovername.
Met steeds meer klem zal de georganiseerde landbouw
aan moeten dringen bij de overheid op een fundamentele
wijziging van het fiskale stelsel voor de agrarische sektor.
Naar onze mening is het slechte ekonomische- en fiskale
klimaat en.de maatschappelijke ontwikkeling in Neder
land er de oorzaak van dat de emigratie de laatste jaren
sterk is toegenomen. En niet zoals minister Braks denkt,
dat dit zonder meer het gevolg is van de hoge grondprij
zen.
De Wet Vervreemding Landbouwgronden zal weinig in
vloed hebben op de verbetering van de bedrijfsstruktuur
en bij de oplossing van de problemen van de bedrijfso-
verdracht. Wij moeten de diskussie hierover dan ook
meer zien als een afleidingsmanoeuvre van de overheid
om meer invloed te krijgen op de grondmobiliteit dan om
de positie van de individuele ondernemer te verbeteren.
Bijzonder gevaarlijk is het o.a. om bij de toetsingskriteria
een maximale bedrijfsgrootte in te vullen zonder dat
daartegenover een inkomensgarantie staat via een
marktbeleid en zonder dat er duidelijk inzicht is over de
vraag wat er verstaan wordt onder akkerbouw b.v. in
gebieden waar de omstandigheden zich minder lenen
voor de teelt van o.a. aardappels en grove tuinbouwpro-
dukten.
Het zou voor de kleinere bedrijven wel eens gunstig kun
nen zijn dat grotere bedrijven verder uit kunnen groeien,
zodat die niet genoodzaakt zijn een bouwplan te voeren,
waardoor zij konkurrent zijn van de kleinere bedrijven, die
zich specialiseren op bepaalde meer arbeidsintensieve
produkten. Specialisatie in de richting van bepaalde ge
wassen bevordert de kwaliteit en daarmee de konkurren-
tiepositie.
Het is beter de ontwikkeling over te laten aan het vrije
ondernemerschap, dan ons in een keurslijf van allerlei
regelingen te dwingèm Een vrij ondernemerschap in de
land- en tuinbouw, waarin ik het volste vertrouwen heb,
ook in een tijd waarin het pessimisme dreigt te overheer
sen.
Binnen land- en tuinbouw dienen wij ons te wapenen
tegen pessimisme. Gezamenlijk zullen wij naar nieuwe
wegen dienen te zoeken, die de jonge boer voor de toe
komst voldoende perspektief biedt, m.a.w. het beleid in
belangrijke mate te richten op het individueel bedrijf.
Ik denk dat wij daar als landbouworganisatie in de ko
mende tijd ons sterk mee bezig zullen moeten houden.
Globaal konden de volgende konklusies worden getrokken:
Bruine bonen hebben het meest geleden. Dit gewas levert een
misoogst op. Ook de zaaiuien hebben het zwaar te verduren
gehad. Op het "uieneiland" Tholen rekent men slechts op een
halve oogst. Elders is het wellicht minder slecht, maar verwacht
men toch ook een sterke oogstreduktie.
Een ander gewas dat vrij veel tot veel nadeel ondervond is
graszaad. Vooral Roodzwenk stelde erg teleur. Bij andere gras
soorten loopt de schade uiteen van gering tot sterk. Konserven-
erwten moesten onder zeer moeilijke omstandigheden worden
geoogst, wat de struktuur van de grond niet ten goede kwam. Er
waren grote opbrengstverschillen. De produktie was lager naar
mate er later was gezaaid. Een aantal percelen kan niet tijdig
worden geoogst voor de konservenindustrie. Bij de landbou-
werwten lijken de vroeggezaaide percelen niet tegen te zullen
vallen. De laatgezaaide percelen zullen een Veel lagere op
brengst geven.
Het vlas is door de droogte te kort gebleven. Van karwij was de
opbrengst echter niet onbevredigend.
Wat de granen betreft is de situatie moeilijk te beoordelen.
Straks bij het oogsten zal blijken in hoeverre schade is berok
kend door de weersomstandigheden. Top-opbrengsten lijken er
in elk geval zeker niet in te zitten; de room is er af.
De suikerbieten bieden een wisselvallig beeld. Op de lichtere
gronden is het gewas vaak geel en moet rekening worden» ge
houden met een forse oogstreduktie. Op de zwaardere grond is
de stand meestal beter. Dooreengenomen wordt rekening ge
houden met een opbrengst die 10-20% beneden normaal zal
liggen. De aardappels lijken er ondanks alle nattigheid nog re
delijk voor te staan. Plaatselijk is er schade door rot, maar de
invloed hiervan op de totale produktie is beperkt. Wel is er
sprake van kwaliteitsverlies door groeischeuren en andere mis
vormingen. Uiteraard kan bij diverse gewassen het weer in de
komende periode nog voor meevallers, maar ook voor verdere
tegenvallers zorgen In de overzichten werd steeds gewag ge
maakt van grote plaatselijke verschillen. De lichtere gronden
zijn meestal in het nadeel, vooral wegens slempgevoeligheid.
Verder kwam steeds het grote belang van een goede ontwatering
naar voren. De investeringen in drainage brengen nu een goed
rendement op.
Wat de veehouderijsektor betreft is weliswaar de hooi- en kuil-
voerwinning deels mislukt, maar na de regen was èr een vlotte
grasgroei, waardoor het nadeel minder groot lijkt te worden dan
eerst werd gevreesd. Niettemin zal de ruwvoederpositie op me
nig bedrijf zorgen baren.
De snijmais werd uiteenlopend beoordeeld. Speciaal in het
oostelijk deel van Noord-Brabant is de stand beslist niet opti
maal.
In de diskussie over de algemene situatie bleek het bestuur van
mening dat de Z.L.M. haar belangenbehartigende taak dient uit
te voeren met oog voor de realiteit. Dat vergt harde standpunten
i.v.m' de bedrijfsekonomisch slechte situatie in belangrijke
agrarische bedrijfstakken. Daarnaast zal zo veel mogelijk moe
ten worden gedaan om de individuele agrarische ondernemers
te begeleiden bij het onderkennen en oplossen van problemen.
In de komende maanden zal met verschillende instanties en
instellingen overleg plaatsvinden. Vervolg op pag. 4
In dit nummer treft U o.a. aan:
Voorlopige uitkomsten landbouwtelling
pag. 2
Verzekeringsnieuws
pag. 3-4
Sociaal economische voorlichting
pag. 5
Voor de vrouw
pag. 6
Onderwijs
pag. 7
Mini-campings op Walcheren
pag. 9
Tuintips
pag. 10
Geld en goed
-pag. 10
België wil geen grote bedrijven
pag. 12
De maand augustus
pag. 14-15
Fokveedagen en veekeuringen
pag. 16-1 8
Echte boter - niet te versmaden
pag. 19
Tuinbouw
pag. 21 en 23
P.J. Zuid-geluid
pag. 25
1