De varkenshouderij in het slop, hoe moet het nu Landbouwschap bepleit maatregelen voor kalvermesters 13 e varkensmester die nu aflevert zal voor een big 90,— betalen en aan voer 145,— hebben uitgegeven, (in totaal dus 235,— A llereerst is er het feit dat er in de E.E.G. en met name ook in ons land in de afgelopen jaren een enorme uitbreiding is geweest van de var kensstapel en daarmee van het var kensaanbod. Ook in de periode mei 1979 - mei 1980 nam de varkenssta pel weer aanzienlijk toe; bijv. in Noord-Brabant volgens schatting met 7%. Door die uitbreidingen worden wij steeds verder in een ex portpositie gedrongen, welke ons af hankelijk maakt van het buitenland. Elke varkensmester mag er vanuit gaan dat van elke 10 mestvarkens er momenteel 6 7 naar het buitenland gaan. Thans moet 15,per varken worden bijgelegd Kritiek op Nederlands kippentransport Ongedierte met gedragsstoornissen In brief aan minister Braks: Ir. J.H.G. Tuinte In januari 1980 zouden meer dan tienduizend kippen die op twee Ne derlandse vrachtauto's naar Italië werden vervoerd, bij aankomst in Udine dood zijn gebleken. Ze zaten in kleine kooitjes geperst en waren niet voldoende tegen het koude weer beschermd. De Europese Kommissie heeft laten weten, dat zij niets kan zeggen over de juistheid van dat be richt, dat was afgedrukt in het blad People. Er is een richtlijn van juli 1977 die bedoeld is om dergelijke voorvallen te voorkomen, zegt de Kommissie aan het adres van de Britse konser- vatief Michael Welsh. De Kommis sie zal de regeringen van Nederland en Italië verzoeken inlichtingen over het voorval te verstrekken. Overigens ligt er een voorstel bij de Raad over de uitvoering van ge meenschappelijke voürschriften voor het vervoer van levende dieren. Robert Hollingworth, een entomo loog aan de universiteit van Purdue, Verenigde Staten, heeft een nieuwe serie substanties gevonden, die het gedrag van insekten kunnen veran deren, zonder de dieren te doden. Deze stoffen - hij noemt ze "Pestis- tats" - brengen de insekten zp in de war, dat ze hun oriëntatievermogen verliezen en soms zelfs helemaal gaan trillen. Jonge insekten en mijten, die met dergelijke pestitats werden behan deld, hebben problemen bij het uit het ei komen. Vele sterven in het ei- stadium. Volwassen dieren kunnen niet meer paren. Teken, die zich aan warmbloedige dieren hebben vast gehecht, zijn zo verward, dat ze op houden met zuigen en afvallen. De natuurlijke vijanden en ziektever wekkers kunnen de nog levende schadelijke insekten dan totaal ver nietigen. Het is te hopen, dat ze niet ook "gedragsgestoord" worden. (De Voor) bruik ervan wordt niet of nauwelijks gekontroleerd. Het wel of niet ge bruiken dan deze middelen kan voor de mester een verschil opleveren van 60,— tot 80,— per afgemest kalf. Het Landbouwschap pleit voor één zelfde toepassing van groeibe- vorderende middelen in de gemeen schap. Steun mager melkpoeder omhoog Bij de laatste prijsbesluiten in Brus sel is de interventieprijs voor mager melkpoeder met 15,— per 100 kg verhoogd. De steun op dit poeder, dat voor de mestkalveren wordt gebruikt, werd echter niet aangepast. De mester draait nu voor de hogere kosten op, terwijl zijn inkomen toch al sterk ne gatief was. Het Landbouwschap vindt, dat de steun op mager melk poeder voor de kalversektor ook met 15,— per 100 kg omhoog moet. Voorts vraagt het Landbouwschap aanpassing (eventueel tijdelijk) van de beëindigingsregeling, zodat het inkomen uit loonmesterij als be- drijfsinkomen wordt beschouwd. Gezien de problemen zou bovendien het begrip hoofdberoep ruimer geïnterpreteerd moeten worden. Daarnaast zal het Borgstellingsfonds een aktieve rol dienen te spelen als het gaat om garantieverlening aan mesters die in de huidige onzekere situatie voor eigen rekening en risiko doorgaan met de produktie. Het schap vraagt de minister ook te overwegen de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen te versoepelen, zodat gedupeerde mesters sneller worden geholpen. Ontkoppeling Het Landbouwschap wijst verder op de sterke opleving van de export van levende kalveren, die zijn bestemd voor de mesterij. Hierdoor wordt de prijs van de aan te kopen kalveren ontkoppeld aan de rentabiliteit van deze sektor. Minder slachtingen in ons land zijn nadelig voor de mester en betekenen bovendien een ver plaatsing van werkgelegenheid naar elders. De gemiddelde opbrengst (inklusief toeslagen) kan thans gesteld worden op 285,— zodat uit de resterende 50,— de dierenartskosten, huisvestingskosten, afleverkosten, rente- en overige kosten betaald moeten worden. Normaal staat voor deze kosten een bedrag van 65,— per varken zodat gesteld kan worden dat thans op ieder varken gemiddeld 15,— wordt toegelegd, (voor een bedrijf met 1200 mestvarkens is dat op jaarbasis een bedrag van 45.000,— Dit bedrag is echter erg afhankelijk van de individuele omstandigheden en kan daarom sterk variëren. De oorzaken Dat "Gaan naar het buitenland" is overigens zeker geen automatisme; men stelt in onze exportlanden te recht eisen aan de kwaliteit van het ingevoerde vlees (slachtkwaliteit, chemische- en bakteriologische kwaliteit etc.). Alleen over de normering, de me thodiek van bemonstering en -bepa ling verschillen de meningen nogal eens, getuige b.v. de trichinekwestie met West-Duitsland en de huidige Salmonellakwestie met Italië. Men is in andere Europese landen nogal eens geneigd om de enorme ontwik keling van de varkenshouderij in ons land toe te schrijven aan een handig gebruik van de E.E.G.-maatregelen. Hoe dan ook, de ontwikkelingen in Nederland zijn een doorn in het oog van een aantal E.E.G.-partners en zijn mede daarom te noemen als een van de oorzaken van de herhaalde lijk optredende veterinaire moeilijk heden aan de grenzen. Cyclus verstoord ^Een normaal verloop van de var kenscyclus gaf evenals de prognose van het varkensaanbod, een prijsda ling aan in de 2de helft van 1980. In werkelijkheid kwam de inleiding tot het prijsdal al een half jaar eerder, zodat de cyclus in feite verstoord is. De voerprijzen, die een zo belangrijke invloed hebben op de kostprijs van het varkensvlees, zijn stabiel en op een tamelijk hoog niveau gebleven. Het is thans, gezien de prijsontwik keling - c.q. -verwachting van soya-, tapioca- en andere grondstoffenprij- zen niet te verwachten, dat de voer prijzen binnen afzienbare tijd veel omlaag zullen gaan. Konsumptiedaling De ekonomische situatie in de Euro pese landen (Duitsland wellicht uit gezonderd) is van dien aard, dat de huishoudbudgetten niet meer stijgen als voorheen, terwijl de kosten van levensonderhoud voortdurend stij gen. Dit is van invloed op de bedra gen die met name aan de luxere vleessoorten worden besteed. In het eerste kwartaal van 1980 werd in Nederland een konsumptiedaling gekonstateerd van 2%. Maar in tussen blijft de Europese varkenssta pel groeien en daarmee de konkur- rentie op de markt tussen binnen- en buitenland. Er is momenteel een groeiende le vende export van biggen en slacht- varkens naar het buitenland. Voor wat de biggen betreft betekent dit althans voor de fokkers een prijson dersteuning, die echter op korte en op langere termijn ten nadele van de mester is. De slachterijen ondervin den moeilijkheden bij het werven van personeel en hebben een hoog ziekteverzuim, zodat men, gekop peld aan de (nog) te hoge inkoopbe dragen per geslacht varken tot hoge kosten komt. Dat dit snijdt in de konkurrentiepositie behoeft geen betoog. Wat kan de varkenshouder(ij) doen? O p het eerste gezicht weinig meer dan een afwachtende houding aanne men tot de periode met slechte prij zen weer voorbij is; de varkenscyclus is min of meer een gegeven; de prijzen van voer, gebouwen e.d. liggen gro tendeels vast al is een kritisch verge lijken van de prijzen zeker de moeite waard. Wat het afsluiten van kontrakten betreft wordt volstaan met te verwij zen naar Mededelingen no. 209 van het L.E.I. waarin gekonkludeerd wordt dat alléén in bijzondere ge vallen (in het eerste jaar na een grote doende efficiënt en hoeven vanuit dat oogpunt dan ook niet groter te zijn. Gezien de steeds strenger wordende kontroles op residuen, smetstoffen, het vóórkomen van besmettelijke ziektes etc., is het een dwingende noodzaak om het met de gezond heidsbewaking zeer nauw te nemen. Dit is niet alleen van belang voor de exportpositie, maar ook voor het be halen van zo goed mogelijke resulta ten op het bedrijf zelf. Hiermee kom ik dan op het allerbelangrijkste wat de varkenshouder in deze moeilijke periode kan doen, nl. het trachten te verbeteren van de technische resulta ten. Hieraan zitten twee aspekten nl. verlaging van de kosten (bijv. door betere groei, voerkonversie, kleinere uitval) en verhoging van de opbreng sten (bijv. meer biggen per zeug per jaar). Een beter advies is op dit mo ment niet te geven. Konsulentschap voor de Varkens- en Pluimveehouderij, Tilburg investering of bij weinig eigen ver mogen) prijsegalisatie en financie ring bedrijfsekonomische motieven kunnen zijn die pleiten voor het af sluiten van kontrakten. Nu de over schotten onder invloed van diverse omstandigheden meer struktureel van aard gaan worden is het zinvol om als tak varkenshouderij ook na het prijsdal de uitbreidingen te ma tigen. Wij prefereren geen grote bedrijven maar produktieeenheden die uiteen lopen van gezinsbedrijf tot bedrijven met 2 k 3 arbeidskrachten. Gezondheidsbewaking Er moeten op korte termijn onder steunende maatregelen worden ge nomen om de ongunstige ontwikke ling in de Nederlandse vleeskalver- houderij tegen te gaan. Volgens het Landbouwschap, dat een brief over de moeilijkheden in deze sektor aan landbouwminister Braks heeft ge stuurd, zijn de uitkomsten in de vleeskalverhouderij uitermate on gunstig en verslechteren deze nog steeds. Nederland telt ongeveer 3.000 kalvermesters. Uit cijfers van het Landbouw-Eko- nomisch Instituut (LEI) blijkt, dat de mester gemiddeld geen vergoeding krijgt voor zijn arbeid en er boven dien 100,— per afgeleverd kalf moet bijleggen. Het Landbouwschap meent, dat een deel van de kon- traktgevers wel wil doorgaan met kontrakteren, maar met een lagere prijsgarantie voor de mester. Daarbij gaat het om ongeveer de helft van het huidige marktaandeel. Wat betreft de andere helft bestaat er onzeker heid of de kontraktgevers gaan af bouwen. Een aantal kalvermesters krijgt geen kontraktverlenging aan geboden en kan ook bij anderen geen kontrakt meer afsluiten. De konkurrentieslag met andere EG-lidstaten wordt extra bemoeilijkt door een verbod van bepaalde mid delen die de groei bevorderen. Deze zijn elders wel toegestaan of het ge Produktie-eenheden met (voor een gespecialiseerd bedrijf 100 zeugen of 1200 mestvarkens per man) zijn vol-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 6