De teelt van graszaad
Oogst- en transport
beschadiging
bij aardappelen
Zelfverzorgingsgraad granen
bijna 100%
Graanimport Polen
Britse graanimport
Wereldgraanproduktie
Graanomslag
Rotterdam en
Antwerpen
GRAANMARKT IN DE GEMEENSCHAP IN
1980/1981
Reeds enkele jaren wordt er door het Consulentschap voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij te Goes een serie brochures uitgegeven
onder de naam "Actualiteiten". In deze serie worden diverse onder
werpen behandeld, die van belang zijn voor de akkerbouwers en de
veehouders.
Van deze serie is nu het 20ste deel verschenen. Het onderwerp, dat in
dit boekje behandeld wordt is: "De teelt van graszaad". Graszaad is één
van de kleinere akkerbouwgewassen, maar met jaarlijks in Nederland
17.000 ha zeker niet onbelangrijk.
Graszaad is een verzamelnaam voor vele grassoorten. Het grootste deel
van de oppervlakte wordt echter ingenomen door Engels Raaigras,
veldbeemd en roodzwenk. In 1979 besloegen deze 84% van de opper
vlakte graszaad in Nederland. Over deze drie soorten wordt in deze
brochure geschreven.
De laatste jaren is meer bekend ge
worden over het groeipatroon van
deze grassen, met name o.ver de fac
toren die invloed hebben op de bloei
en de zaadzetting. H ier moet men bij
de teelt goed rekening mee houden.
Een grote rol spelen in dat verband
de zaaitijden en de bemesting met
stikstof.
Een andere belangrijke teeltmaatre
gel, die uitgebreid behandeld wordt,
is het inzaaien. De keus hierbij is:
inzaaien in open land of inzaaien
onder dekvrucht. Bij de teelt van
roodzwenk en veldbeemd is de laat
ste jaren wintertarwe de belang
rijkste dekvrucht geworden. Om
daarvan een goed resultaat te kun
nen verwachten moet men bij de
teelt van wintertarwe daarmee reeds
rekening houden.
Verder komen aan de orde: de be
mesting, de gewasbescherming, de
oogst en de behandeling van overja
rige percelen. Hierbij worden recente
resultaten van proeven en de
nieuwste inzichten beschreven.
Een belangrijk onderdeel van dit
boekje is de behandeling van op-
brengstgegevens en de financiële re
sultaten. Het blijkt dat er in de prak
tijk grote verschillen voorkomen in
de hoogte van de opbrengsten en
daardoor in het "laatste regeltje".
Het boekje wordt afgesloten met van
elke soort graszaad een vergelijkende
saldoberekening.
Veldbeemd
wordt et-rit in
het zwad
gemaaid.
Bij roodzwenk kan het verbranden van het stro, mits het egaal gebeurt, een
goede verjongingsmethode zijn.
Al met al bevat dit boekje voor de
graszaadteler veel wetenswaardigs.
De prijs, f4,— per stuk, zal voor nie
mand een beletsel zijn om dit nuttige
werkje aan te schaffen. Het is te be
stellen door f4,— te storten op giro
nummer 3959908 ten name van de
Federatie van Verenigingen voor
Bedrijfsvoorlichting voor Zeeland te
Goes, onder vermelding van: bro
chure nr. 20.
Van deze serie zijn de volgende
nummers nog voorradig:
3. Teelt en bewaring van con
sumptieaardappelen, maart
1976,/ 1,50
4. Vleesproduktie met jonge stie
ren, november 1976, 1,50.
5. Grondbewerking, december
1976,/ 1,50
7. Teelt van suikerbieten, februari
1977,/ 1,50
8. Doelmatig graslandgebruik,
maart 1977, 1,50
9. Gewasbescherming - spuittech-
niek, maart 1977, 1,50
11. Veehouderij, naar beter rende-
ment, december 1977, 1,50
12. Bedrijfsgebouwen voor akker
bouwbedrijven, 2e druk, au
gustus 1978, 3,—
13. Groenbemesters - Gewasbe
scherming, februari 1978,
3,-
L6. Bouwplan en vruchtopvolging,
januari 1979, 3,—
19. Mogelijkheden voor bedrijfsaan-
passing, december 1979, 3,—
Deze nummers zijn ook op
bovengenoemde wijze verkrijgbaar
door het storten van het vermelde
bedrag en opgave van het verlangde.
Er zijn aanwijzingen dat oogst- en transportbeschadigingen bij aard
appelen de laatste jaren een toenemend probleem vormen. Veelal zijn
de beschadigingen gevolg van een onjuiste afstelling van de apparatuur.
Deze beschadigingen vormen niet alleen een bezwaar bij de afzet op de
binnenlandse markt, waar men vooral bij de verwerking tot aardappel-
produkten in steeds sterkere mate met dit euvel in aanraking komt.
Ook voor het behoud van de voor ons land zo belangrijke exportpositie
is het noodzakelijk, alle aandacht te besteden aan het leveren van een
kwaliteitsprodukt.
In samenwerking tussen overheid en
het bedrijfsleven is thans een lande
lijk aktieplan opgesteld, gericht op
beperking van oogst- en transport-
beschadigingen. In het kader van
deze aktie zal tijdens het komende
oogstseizoen een aantal regionale
demonstraties gehouden worden. De
diensten voor de bedrijfsontwikke
ling zullen over deze demonstraties
nadere mededelingen verstrekken.
Voorts ligt het in het voornemen van
de Landelijke Begeleidingscommis-
Ook op wereldniveau rekent men
algemeen met een grotere produktie
dan vorig jaar. Zoals bekend nemen
de Verenigde Staten ongeveer 24%
van de wereldproduktie voor hun
rekening en ongeveer 55% van de
wereldexport
Internationale tarwemarkt
De internationale Tarweraad ver
wacht dat in het jaar juli 1979 tot en
met juni 1980 de wereldhandel in
tarwe ongeveer 81 miljoen ton heeft
bereikt, waarbij de onderlinge han-
sie, op een aantal individuele bedrij
ven de daar gebruikte oogstketen te
doen doorlichten.
Bij voornoemde aktiviteiten zal te
vens de nog betrekkelijk nieuwe me
thode om opsporing van beschadigin
gen - de zg. kleurmethode - in de
praktijk worden geïntroduceerd. Met
behulp daarvan kan op snelle wijze
een aanwijzing verkregen worden,
waar en in welke mate beschadigin
gen optreden.
del tussen de EG-landen buiten be
schouwing is gebleven.
Voor 1980/1981 rekent men met een
wereldhandel die minstens van ge
lijke omvang zal zijn, uiteenlopend
van 80 tot 85 miljoen ton.
Ontwikkelingslanden
Hoewel de vooruitzichten van de
tarweoogst in de ontwikkelingslan
den in het algemeen niet ongunstig
zijn, rekent men toch met een grotere
invoerbehoefte in die landen. Men
rekent dat ongeveer 50% van de
wereldhandel in tarwe zal zich blij
ven richten op de ontwikkelingslan
den Dit met name op landen als
Egypte, Brazilië, Bangladesh, Korea
en Algerije.
Socialistische landen
Ook de landen met een geleide eco
nomie, ook wel aangeduid als socia
listische landen, zullen een belang
rijk deel van de wereldhandel in tar
we nodig hebben. Zo rekent men op
een grote invoerbehoefte van de
Sovjet-Unie, ook al zijn de oogst-
vooruitzichten daar momenteel gun
stig. In China heeft de droogte geleid
tot lagere opbrengsten en het wordt
daarmee in verband niet onmogelijk
geacht dat China een invoerbehoefte
zal hebben die groter zal zijn dan de
in 1979/80 ingevoerde 8 miljoen ton.
Reeds heeft China voor 1980/81 on
geveer 4,5 miljoen tarwe aangekocht.
Voorraden exportlanden.
Naar raming zullen de begin voorra
den in het seizoen 1980/81 in de vijf
belangrijkste exportlanden zich be
wegen tussen de 124 en 136 miljoen
ton, vergeleken met 128,2 miljoen
ton in 1979/80.
De export in 1980/81 van die vijf
landen (USA, CANADA, Argenti
nië, Australië en EEG) zal tussen de
76 en 80 miljoen ton liggen (79,3). De
eind voorraden 1980/81 worden
voorlopig geraamd op 44 tot 60 mil
joen ton (49,6).
In het eerste half jaar werd in Polen
4,7 miljoen ton graan en voedermid
delen ingevoerd.
Voor het jaar juni 1979/1980 ver
wacht men dat de import in totaal
rond 8 tot 8Vi miljoen ton heeft be
dragen, aldus Amerikaanse bronnen.
Hevige regenval heeft 200.000 ha
landbouwgrond overstroomd. Niet
temin zijn de vooruitzichten van de
graanoogst nog vrij gunstig, zij het
dat men wel een achterstand van
25.000 ton van de produktie van
oliehoudende zaden ten opzichte van
de planning verwacht. De land-
bouwproduktie kampt nog steeds
met de gevolgen van de misoogsten
van vorig jaar, waardoor de dierlijke
produktie een achterstand met vorig
jaar vertoont.
In het eerste half jaar zijn de staats
aankopen van vlees ten opzichte van
vorig jaar met 2,7% gedaald.
Tot 10 juni werd dit seizoen, dat is
vanaf 1 augustus 1979, werd in Groot
Brittannië 2.062.000 ton tarwe inge
voerd, vergeleken met 2.214.000 ton
in de overeenkomstige periode van
voorgaand seizoen. De maïsimport
daalde van 2.929.000 ton tot
2.614.000 ton. De gedaalde invoer
De wereldproduktie aan granen zal in
1980/81 naar ramingen van het
Amerikaanse ministerie van Land
bouw rond 1581 miljoen ton bedragen
dat is 61 miljoen ton meer dan de
laatste raming aangaf. Men verwacht
een grotere produktie in de Sovjet-
Unie, alsook in Oost en West-Eu
ropa, doch een lagere produktie in
Canada en de Verenigde Staten. Ver
wacht wordt een produktie van 444
miljoen tarwe, 30 miljoen ton meer
dan in 1979/80.
De voergraanproduktie wordt ge
raamd op 743 miljoen ton, dat is 15
miljoen ton meer dan in 1979/80,
terwijl de rijsproduktie geraamd is
op 394 miljoen ton.
Ondanks de in de Sovjet-Unie ver
wachte grotere produktie wordt de
invoerbehoefte van dit gebied ge
raamd op 30 miljoen ton, die vooral
om de gevolgen van de slechte oogst
van 1979 en het graanembargo van
de Verenigde Staten te kompense-
ren. De Sovjet-Unie heeft reeds met
Argentinië een overeenkomst geslo
ten voor de levering van 4 miljoen
ton voergranen per jaar, gedurende
een periode van vijf achtereenvol
gende jaren. Naast deze voergranen
in hoofdzaak mais en sorghum zal
Argentinië 500.000 ton sojabonen
leveren. Het Amerikaanse ministerie
van Landbouw raamt de Argentijnse
maisoogst dit seizoen, dat in februari
1981 eindigt op 6,5 miljoen ton of
bijna 2,5 miljoen ton minder dan
vorig seizoen.
N^eldt de Graan Elevator Maat
schappij voor het eerst sedert 10 jaar
een teruggang in de omslag van gra
nen en derivaten, Antwerpen meldt
een grotere graanomslag dan vorig
jaar. De teruggang in Rotterdam be
rust voor een deel op de vergrote
omslagkapaciteit in West-Europa,
alsmede de marktontwikkelingen.
Anderzijds heeft de havenstaking de
Rotterdamse haven duchtig parten
gespeeld, niet alleen in,de graanom
slag, maar ook in het stukgoederen-
verkeer.
van tarwe schrijft dé Britse Graan
Authority toe aan een groter ver
bruik van inlandse tarwe in de
mengvoeders, dit ook in verband met
de prijsstelling van voertarwe ten
opzichte van voergerst. Voor mense
lijke konsumptie werd meer mais
aangewend, doch voor diervoeding
werd nogal wat minder mais aange
wend dan vorig jaar.
5
In het seizoen 1980/1981 zal de graanoogst in de Europse
Gemeenschap naar raming ongeveer 115 miljoen ton op
leveren. Voor wintertarwe en wintergerst rekent men op
een grotere oogst, voor zomergranen op een kleinere oogst
dan vorig seizoen. Hoe de graanmarkt in de Gemeenschap
zich zal ontwikkelen is in hoofdzaak afhankelijk van de te
voeren exportpolitiek. Dat betekent, gezien de financiële
armslag van de Commissie een niet al te gemakkelijke
situatie. Dit ook al omdat traditionele exportlanden klaar
staan dumpingklachten in te dienen tegen de Gemeen
schap, zulks in het kader van de GATT-afspraken.
Ook elders grote produktie