Stro hakselen en onderploegen steeds meer in belangstelling H, N, D eze waarde is niet gemakkelijk precies aan te geven. In de praktijk gaat het effekt op de toestand van de grond of op de groei van het gewas altijd samen met andere faktoren. Volgens proeven mogen we het meeste efTekt verwachten bij gewas sen als aardappelen en bieten. PRIMA TERRA Samenvatting Alternatief verbranden onverstandig V óór de komst van de maaidorser was het oogsten van stro een vanzelfsprekende zaak. Graan en stro werden tegelijk geoogst en bin nengehaald. Nu staat dit meer los van elkaar en wordt er over de oogst van het bijprodukt stro vaak meer gesproken dan over die van het graan zelf. De belangstelling om het stro niet of wel te oogsten wordt ieder jaar weer voor een belangrijk deel bepaald door de op dat moment geldende en de te verwachten stroprijzen. Op veel bedrijven is een •investering in stro-oogstmachines nauwelijks of niet rendabel. Wil men met weinig arbeid en niet te zware inspanningen de stro-oogst mecha niseren, dan is al gauw een investering van minimaal 8.000,— vereist. Bovendien moeten dan nog de kosten voor het persen van stro worden berekend. Deze kunnen globaal op 25,— a 30,— per 1000 kg worden gesteld. Verbranden Hakselen en onderploegen Hi Een goede verdeling is een eerste vereiste De waarde van stro als organische bemesting kuikenmest Tel. 01174-202 Opbrengst Australië beperkt graanexport naar Sowjet-Unie Serie Zuidwest - bodem best nr. 12 het volgende voorjaar rekening te houden met deze voor het stro noodzakelijke extra N. - et zal duidelijk zijn, dat in jaren met lage stroprijzen de moeite en in spanningen voor het bergen van stro niet of nauwelijks worden beloond. Een ander alternatief is het stro te hakselen en als organische stofvoor- ziening voor de grond te bestemmen. De waarde als organische stofvoor- ziening voor de grond is voor een belangrijk deel afhankelijk van een goede vertering. Naast de kosten die moeten worden gemaakt voor het hakselen, kan slecht verteerd stro leiden tot moeilijkheden bij het vol gende gewas. Uit onderzoekingen is gebleken, dat het stro zoveel moge lijk moet verteren voordat het vol gende gewas wordt geteeld. Hieruit volgt, dat de vertering zoveel moge lijk in de nazomer en herfst moet plaatsvinden. Een derde mogelijkheid om de stroproblepien op te lossen is de meest radikale, namelijk verbran den. Gelukkig gebeurt dit de laatste jaren slechts sporadisch. Terecht ziet men in de praktijk in, dat het niet verstandig is een geteeld gewas of een deel daarvan door brand te ver nietigen. Met het stro verbranden ook de stoppels. Samen geeft dat dus verlies van veel organische stof. Ver branden brengt ook risiko mee voor belendende percelen en de rookont wikkeling kan gevaar voor het ver keer opleveren. Bovendien komen bij het verbranden de mineralen zoals P2O5 en K2O ongelijkmatig verdeeld terecht, namelijk in banen op het land. Het meeste stro wordt gehakseld met aanbouwhakselaars achter de trekker. Deze methode heeft het voordeel dat het hakselen buiten de maaidorstijd kan plaatsvinden en de maaidorskapaciteit niet ongunstig wordt beïnvloed. Wanneer het stro kort gehakseld moet worden en een flinke kapaciteit wordt vereist, is veel motorvermogen nodig. In dikke brede strozwaden zal bij een flinke rijsnel heid al gauw een trekker van 50-60 kW (ca. 70-80 pk) nodig zijn. L iervoor is de laatste jaren een toenemende belangstelling. Onder- geploegd stro hoeft geen problemen te geven wanneer het stro maar goed kort wordt gehakseld, goed wordt verspreid, reeds kan voorverteren in een groenbemester of goed met de grond wordt gemengd en niet te diep wordt ondergeploegd. Het meest aantrekkelijke systeem van stro onderploegen is ongetwijfeld dit te doen in kombinatie met de teelt van een GROENBEMESTER. De vertering van vooraf gehakseld stro vindt dan voor een deel reeds plaats in het nog te velde staande groenbemestingsgewas, hetzij klaver hetzij gras. Van eventuele effekten die wel eens optreden na het onder ploegen van stro als gevolg van een minder goede verdeling of vertering is dan geen sprake. Op kaal land verloopt de vertering wat langzamer. Een goede verdeling van het gehak- selde stro en een goede menging door de grond zijn daar voor een snelle vertering gewenst. Dit proces vraagt bovendien wat extra stikstof, namelijk 30 kg N per ha. Het is over het algemeen niet nodig om de ze extra stikstof reeds in de nazomer te geven. De bodemtemperaturen zijn dan zodanig hoog, dat er wel voldoende stikstof in de bouwvoor aanwezig is. Wel is het goed om bij de vaststelling van de stikstofgift in 10 aarmate de werkbreedte van de maaidorsers toeneemt, wordt het moeilijker om het stro over de volle breedte te verdelen. Een hoog toe rental en kort hakselen is voor een goede spreiding vereist. Wanneer het spreiden door middel van spreid- borden wordt geregeld, moet veel aandacht worden besteed aan de af stelling. Soms zijn voor de verdeling van het stro extra werpschijven aan gebracht. Deze kunnen het gehak- selde stro in het algemeen beter en over een grotere breedte verdelen. De grotere werkbreedte van de maaidorsers stelt ook hoge eisen aan de opneembreedte van de hakse- laars. Tot voor kort kon men alge meen volstaan met hakselaars met een opneembreedte van 1,50 m. Voor zeer brede strozwaden is echter een opneembreedte van minimaal 1,80 m gewenst. Rijdt de trekker over het strozwad dan kan verbreding van de spoorbreedte nodig zijn om het opnemen van het strozwad te verge makkelijken. Om de waarde van stro te berekenen kunnen verschillende methoden worden gevolgd. We kunnen hierbij uitgaan van de samenstelling van stro (analyse) en een bepaalde waar de van de organische stof. Men kan ook een berekening maken op basis van de invloed van stro op de op brengst van de volggewassen. Op levert en strooit in W.Zvl. basis van langjarige proeven is dit efTekt voor aardappelen 3% en voor bieten 2%. Uitgaande van tarwe met een gemiddelde opbrengst van 4000 kg stro per ha en deze per centages kan de bemestingswaarde globaal als volgt worden berekend: Een opbrengst van 4000 kg stro komt overeen met 3200 kg organi sche stof. Hiervan is na 1 jaar verte ring nog een rest over van 30% is Stro om onder te ploegen moet goed kort worden gehakseld en goed wor den verspreid. trekkelijk te maken. Daarbij moet dan bedacht worden, dat er nog geen vergoeding gerekend is voor de eigen arbeid. De gehaltes aan kalk en magnesium zijn in deze berekening verwaar loosd. Deze zijn vrij laag en in veel gronden zijn deze mineralen in vol doende mate aanwezig. Er is ook geen rekening gehouden met de waarde van de extra gegeven stikstof omdat deze stikstof op langere ter mijn weer beschikbaar komt. 960 kg effektieve organische stof per ha. De stro-opbrengst van gerst en haver is gemiddeld wat lager. Bij de beslissing of men het stro ver koopt of onderploegt moet men dus rekening houden met de waarde die het stro heeft voor het eigen bedrijf en de verkoopprijs. De verkoopprijs moet dus minimaal f 64,— of 41,— per ton zijn om verkoop aan- Advertentie IM De beslissing over de bestemming van het stro moet wor den bezien in relatie tot het geheel van: bodemvrucht baarheid, verkoopprijzen en bedrijfsorganisatie. De bruto bemestingswaarde varieert van 130,— tot 220,— per ha. De waarde van het stro bij onderploegen is bij aanwending voor aardappelen 64,- per ton en bij aanwending voor suikerbieten 41,— per ton, waarbij nog niet berekend is de waarde van de eigen arbeid. Bij niet oogsten zijn goed hakselen en een gelijkmatige verdeling van het stro onmisbare voorwaarden voor een goed resultaat. De kombinatie van stro met een groenbemestingsgewas of met de toediening van organische mest geeft een maximaal effekt. De vertering komt dan al vroeg op gang. Bij strotoediening op kaal land moet het stro na het hak selen zo snel mogelijk ondiep worden ingewerkt en goed door de bovenlaag worden vermengd. Vooral op de zware gronden kan strotoediening dan gekombineerd worden met een extra stoppelbewerking en het vroeg op wintervoor- ploegen. KONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ IN ZUIDWEST NEDERLAND J. Kodde De Australische regering zal de tota le graanexport naar de Sowjet-Unie in het seizoen 1980/81 tot 3,9 miljoen ton beperken, ongeveer evenveel als voor dit jaar wordt verwacht, aldus de Australische minister van landbouw Peter Nixon. Hij zei dat voor alle graanexporten een vergunning nodig zal blijven. Het besluit was genomen met goed keuring van de Verenigde Staten, dat zelf 8 miljoen ton graan naar de Sowjet-Unie zal verschepen krach tens een bestaande overeenkomst. De federale regering besloot na af kondiging van het graanembargo kontrole te gaan uitoefenen op de export van graan door Australië om dat zij de VS had beloofd het door het embargo veroorzaakte Russische tekort niet aan te vullen. Naar verwachting zullen de Austra lische graanverkopen aan de Sow jet-Unie dit boekjaar ongeveer 4 miljoen ton bedragen. Volgens de heer Nixon kan de limiet van 3,9 miljoen ton gewijzigd worden als toekomstige ontwikkelingen daartoe aanleiding zouden geven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 10