Bemesting en voorbereidende grondbewerking
bij graslandinzaai
Nieuwe regeling wegvervoer vee
en pluimvee
o,
w ateroverlast heeft een slechte
invloed op de botanische samenstel
ling van de grasmat. De opbrengst en
de kwaliteit van het voer vallen
tegen. Slecht ontwaterde percelen
hebben eerder last van droogte dan
goed ontwaterde. De draagkracht
van slecht ontwaterde percelen is in
natte tijden onvoldoende met als ge
volg stuk trappen van de zode.
Een goede ontwatering vereist een
voldoende lage grondwaterstand. In
natte perioden moet het grondwater
minstens 30 a 40 cm beneden maai
veld staan. Dit is te bereiken door
een diepe slootwaterstand eventueel
aangevuld met een drainage. Aan-
D iepe grondbewerking heeft tot
G rondonderzoek is de beste
maatstaf voor de bemesting. Kalk-
bemesting alleen op advies. De pH-
KC1 van goed grasland ligt tussen de
4.8 - 5.5. Bij verbetering van grasland
wordt het grondmonster niet geno
men van 0 - 5 cm., maar van de laag
die bewerkt wordt. Het is bekend dat
de verhoging van het Ca-gehalte van
het gras voor 70% wordt bepaald
door een bekalking van de laag 0-5
cm. en 5 tot 15 cm. Een bekalking
IMieuw graszaadmengsel
geeft eerder gras
V roege rassen blijken steeds ook vroeg door te schieten. Daardoor
neemt de kans op beweidingsresten toe. Normale vroege rassen zijn
dan ook minder geschikt en daarom is bij Vroege Weide gekozen voor
vroeg tetraploid Engels raaigras.
V roege Weide is zeer geschikt om te maaien voor stalvoedering of
voor voederwinning. Maar ook voor beweiding is het erg geschikt. Het
is dan wel belangrijk om steeds tijdig in te scharen. Tenslotte is Vroege
Weide door zijn snelle beginontwikkeling ook erg geschikt voor het
doorzaaien van grasland.
I
D,
I n deze moeilijke tijden voor de veehouder is een efficiëntere bedrijfs
voering is belangrijk. Een van de mogelijkheden daarvoor is het ver
korten van de stalperiode door te zorgen dat men in het voorjaar eerder
gras heeft. Ook uit komputerberekeningen is onlangs gebleken dat een
grasmengsel dat in het voorjaar eerder begint te groeien een duidelijk
positief effekt heeft op de bedrijfsresultaten. Door Barenbrug is enkele
jaren geleden het mengsel Vroege Weide ontwikkeld. Dit mengsel is in
1976 voor het eerst in de praktijk ingezaaid en over het algemeen is men
nu, 4 jaar later, nog erg tevreden over deze percelen. In de jaren die
volgden hebben talloze veehouders het mengsel ingezaaid. Het is hun
gebleken dat het in het voorjaar gemiddeld 1 tot 2 weken eerder gras
geeft. Nu in de praktijk bewezen is dat het mengsel goed voldoet, is het
belangrijk dat de veehouder hiervan kennis neemt.
Brochure over Nederlands
zuivelbureau
1. Egalisatie
2. Diepe grondbewerking
3. Ontwatering
4. Beregening
5. Bemesting
eder jaar weer worden grote oppervlakten slecht grasland vernieuwd.
Dat het grasland vaak zo snel vernieuwd moet worden heeft diverse
oorzaken o.a. te grote hoeveelheden dunne mest per keer, te kort
maaien, slechte ontwatering (vertrappen), verdroging (kweekvorming).
Het is echter gebleken dat onder de huidige omstandigheden de gras
mat langer mee kan, mits de verzorging en het gebruik goed zijn.
e beste tijd voor graslandinzaai is
augustus-september. Op zandgrond
verdient ondiep frezen en dan b.v. 20
cm. ploegen de voorkeur boven alleen
frezen. Op kleigrond kan doorzaaien
goede resultaten geven.
Alvorens tot herinzaai wordt overge
gaan is het vaak nodig dat enkele
kleine kultuurtechnische werken
worden uitgevoerd.
m in natte perioden geen over
last van water te hebben mogen er
geen ingesloten laagten in het per
ceel voorkomen. Zijn deze oneffen
heden niet te groot dan is het vaak
mogelijk om na wat dieper te ploe
gen b.v. 50 60 cm. de grond vlak te
schuiven met een bulldozer of
schraapblok (kilverbord). Bij gron
den met een dun humeus dek moet
men oppassen dat niet te veel of liefst
geen humeuze grond verplaatst
wordt. Zijn de hoogte verschillen wat
groter dan is de beste manier boven
grond terugschuiven en dan de on
dergrond egaliseren.
doel de vochtvoorziening van de ge
wassen zo optimaal mogelijk te ma
ken. In tegenstelling tot diverse ak
kerbouwgewassen vallen bij gras
land de resultaten van een diepe
grondbewerking op zandgrond
tegen. Gras blijkt niet in staat om het
vocht op grotere diepte in de grond
aanwezig voldoende snel naar boven
te zuigen en te benutten. Voor gras
land is het voldoende om voor het
inzaaien te zorgen dat de grond tot
een diepte van 40 50 cm voldoende
los is.
C.R.A.-Tilburg.
Specialist Bodem en Bemes
ting
W. Limbeek
vullende ontwatering middels grep
pels is niet aan te bevelen. Greppels
zijn bij de veldwerkzaamheden bij
zonder hinderlijk en vragen om goed
te funktioneren het gehele jaar veel
onderhoud.
O m droogtegevoelig grasland van
voldoende water te voorzien is bere
gening nodig. Om droogteschade te
voorkomen moet men met berege
nen tijdig beginnen. Men moet be
ginnen zodra de helft van het op
neembare water in de bovenste
grondlaag van 25 cm verbruikt is.
Begin vooral tijdig en geef niet meer
water dan de grond maximaal kan
vasthouden. Al wat men meer geeft
zakt weg naar de ondergrond buiten
het bereik van de graswortels.
van diepere lagen heeft weinig effekt
op het kalkgehalte van het gras. Dus
kalk niet diep onderploegen. De on-
dergeploegde zode heeft een vol
doende hoge pH voor vertering en
ook voldoende kalk voor de bewor-
teling van het gras. Het beste is de
kalkgift te berekenen voor een laag
van 10 a 15 cm. en aanwenden over
het geploegde land en dan goed in
werken.
Fosfaat en kali kan men aanwenden
via dunne mest, 30 m3 per ha voor
het ploegen en 20 m3 na het ploegen.
Bij ploegen of op ijzerrijke grond
steeds 200 kg super per ha geven.
Koper en cobalt. Wanneer uit het
onderzoek blijkt dat de koper en co-
balt toestand te laag is kan men deze
voor het inzaaien op peil brengen.
Op bedrijven met veel dunne mest
van mestvarkens is een extra koper
bemesting veelal niet nodig. Op deze
bedrijven kan men volstaan met b.v.
2 kg cobaltsulfaat per ha te strooien.
Magnesium en natrium. Deze mest
stoffen geeft men in het voorjaar
over de graszode.
Vroege weide
Tetraploide rassen zijn op een speciale wijze gekweekt en blijken
smakelijker te zijn dan gewone rassen. Er is gekozen voor het beste
ras: BARVESTRA.
Een nadeel van tetraploide rassen is dat ze een iets opener zode
hebben. Dit probleem is opgelost door het mengsel aan te vullen met 2
rassen die een erg goede zodedichtheid hebben: BARENZA en
BARSTELLA. De uiteindelijke samenstelling wordt dan: 60% BAR
VESTRA, 25% BARENZA en 15% BARSTELLA.
Smakelijker gras
B ij beweidingsproeven blijken koeien een duidelijke voorkeur te hebben
voor tetraploide rassen. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen:
1ze zijn veel minder gevoelig voor kroonroest
2. ze hebben eën hogere verteerbaarheid
3. in het najaar worden ze niet zo slap
4. vaak hebben ze een iets hoger suikergehalte
Als gevolg hiervan wordt Vroege Weide door het vee vaak beter opgenomen
dan de gangbare blijvend grasland mengsels, zoals bijv. B.G. 3.
Gebruiksmogelijkheden
(Voor informatie kunt u schrijven naar Barenbrug Holland B.V.,
Postbus 4, 6800 AA Arnhem).
Met ingang van 14 juli 1980 zullen voertuigen voor het vervoer van vee
en pluimvee aan bepaalde eisen moeten voldoen. Tevens zullen vanaf
die datum voorwaarden worden gesteld aan het inladen en het vervoer
van die dieren, alsmede aan de wijze van verpakking, de belading van de
voertuigen en de bescheiden die het vee bij internationaal vervoer
moeten begeleiden.
Minister ir. Braks (landbouw en visserij) heeft daartoe in overeen
stemming met de staatssekretaris van verkeer en waterstaat bij be
schikking Wegvervoer vee en pluimvee besloten.
Veewagens
Werden voorheen de veewagens ge
keurd door inspekteurs van de Ne
derlandse Vereniging tot Bescher
ming van Dieren, voortaan zal dit
gebeuren door ambtenaren van de
Veterinaire Dienst. Een keuringsbe
wijs, dat na goedkeuring tesamen
met een aluminium kontroleplaat,
die op het voertuig moet worden
aangebracht, wordt afgegeven, is
maximaal vijf jaar geldig.
Tussen keuring en afgifte van het
keuringsbewijs mag gedurende twee
maanden vee vervoerd worden met
een verklaring, die na de keuring
wordt afgegeven.
Goedkeuringsbewijzen afgegeven
door de Rijksdienst van het Wegver
keer zijn niet langer geldig. Houders
hiervan krijgen echter automatisch
een ontheffing geldig tot het tijdstip
waarop de wagen weer gekeurd moet
worden.
Voor de keuring van veewagens en
voor de afgifte van de keuringsbe
wijzen en kontroleplaten worden
geen kosten in rekening gebracht.
In de beschikking zijn per kategorie
dieren gedetailleerde voorschriften
opgenomen die de beladingsdicht
heid betreffen.
Overige vereisten
Voorts zijn algemene eisen opgeno
men voor de laadbrug, ten aanzien
van het in- en uitladen (o.a. de hoek
die de laadbrug mag maken met de
weg of het los-, resp. laadperron), de
verlichting, het drenken en voederen
der dieren, het gebruik van tussen-
schotten en/of bakken, de bodem
bedekking, de vrije stahoogte der
dieren en ten aanzien van enkele
andere faktoren die het welzijn der
dieren raken.
Daarnaast zijn eisen opgenomen
m.b.t. de ventilatie-openingen en is
een drinknippelinstallatie verplicht
gesteld bij transporten van slacht-,
fok- en gebruiksvarkens die langer
dan 18 uur duren.
Papieren bij grensoverschrijding
Bij grensoverschrijdend vervoer is
een zgn. welzijnscertifikaat nodig.
Zolang hiervoor in EG-verband nog
geen model is vastgesteld, wordt een
stempel op het gezondheidscertifi-
kaat aangebracht. Zonder het wel
zijnscertifikaat of het gezondheids-
certifikaat voorzien van vorenver-
meld stempel is geen export moge
lijk. Het certifikaat wordt verstrekt
per vervoermiddel.
Het vervoer van vee en pluimvee
binnen een boerenbedrijf is van een
aantal eisen vrijgesteld. Deze voer
tuigen hoeven bijvoorbeeld niet te
worden gekeurd.
Marktonderzoek, reklame, informa
tie en aktie in handel en horeca, voe
dingsvoorlichting. Dat zijn enkele
belangrijke aktiviteiten van Het Ne
derlands Zuivelbureau. Ze staan be
schreven in een nieuwe brochure:
"Wat doet Het Nederlands Zuivel
bureau?".
De aktiviteiten van het NZB worden
verricht in kantoren in Nederland,
Duitsland, België, Frankrijk en
Groot-Brittannië. Ter bevordering
van de afzet van melk- en zuivelpro-
dukten, die voor ons land van grote
betekenis zijn. In de zuivelsektor
werken 250.000 mensen, de totale
zuivelexport bedroeg in 1978 rond de
vier miljard gulden.
Het zuivelbedrijfsleven heeft het
NZB opgericht om in kollektief ver
band de afzet te bevorderen. Met
slogans als "Kaas uit het vuistje" en
"Echte boter" wordt aandacht ge
vraagd voor de zuivelprodukten in
hun totaliteit en niet voor bepaalde
merken afzonderlijk. Zo worden ook
recepten samengesteld, waarin melk
en zuivelprodukten zijn verwerkt en
die via het Weekmenu in veel Ne
derlandse bladen een plaats krijgen.
Om maar enkele voorbeelden te
noemen van deze aktiviteiten die
staan beschreven in de nieuwe bro
chure.
(De brochure is voor belangstellen
den gratis verkrijgbaar bij het NZB,
postbus 30, 2280 AA Rijswijk, tele
foon: 070 - 98.55.50, toestel 154).