Bestrijding van wortelonkruiden in de stoppel
H
M,
D eze lastige wortelonkruiden zijn
in de stoppel te bestrijden wanneer er
voldoende hergroei is vanaf 20 cm
hoog. Spuiten bij groeizaam weer met
12 1 MCPA of 6 1 2,4-D amine per ha.
Als gelijktijdig klein hoefblad voor
komt, verdient het gebruik van 2,4-D
amine de voorkeur.
v
AKKERBOUW
INTERNATIONAAL
kweek
Klein hoefblad
j A.C.M. Mulders
Akkermunt en smeerwortel
Kweek op kleigrond
Kweek op zandgrond
oewel we over een groot aantal onkruidbestrijdingsmiddelen be
schikken die in de verschillende kuituurgewassen mogen worden aan
gewend, blijken toch een aantal onkruidsoorten in bepaalde gewassen
moeilijk te bestrijden. Dikwijls zijn bestrijdingsmiddelen nodig die door
het kuituurgewas slecht worden verdragen. De belangrijkste onkruiden
waar het hier om gaat, zijn kweek en kleinhoefblad. Ook fioringras -
distels - riet - veenwortel - akkermunt en heggenwinde kunnen proble
men geven. De meeste van deze onkruiden kunnen zich goed in de
stoppel ontwikkelen en uitbreiden.
- echanisch zijn de wortelonkrui
den door herhaaldelijk te bewerken
belangrijk terug te dringen. De me
chanische bestrijding is gebaseerd op
de uitputting van de wortelstokken.
Ondiep met stoppelploegen begin
nen en daarna enkele keren herha
len. De weersomstandigheden bepa
len het resultaat. In een natte nazo
mer zal het effekt klein zijn.
Er zijn de laatste jaren goede bestrij
dingsmiddelen aan de markt om in
de stoppel te gebruiken en zodoende
te voorkomen dat het volgend kui
tuurgewas van bovengenoemde on
kruiden schade lijdt. Over het alge
meen zijn deze middelen bedrijfsze-
kerder dan de mechanische bestrij
ding.
IClein hoefblad is een zeer lastig
onkruid dat in hakvruchten chemisch
niet is te bestrijden. In granen en
graszaad kan wel gespoten worden
maar van een echte bestrijding, voor
al in granen, is meestal geen sprake.
Dit onkruid heeft een zodanig her
stellingsvermogen dat het voortdu
rend weer terugkomt. In de stoppel
geeft een chemische bestrijding het
beste effekt.
In het vooijaar, wanneer het hoef
blad een probleem vormt, is een
ieder van plan een bestrijding in het
najaar uit te voeren op die percelen
AKKERBOUW
VAN DE DRIE PRODUKTIE-
EAKTOREN grond, arbeid en
kapitaal is grond zonder meer de
belangrijkste. Wees er zuinig op
en probeer daarom deze in een
goede staat te houden. Naast een
goede ontwatering en kalkvoor-
ziening moet U de organische stof
niet vergeten. Dit kan op verschil
lende manieren n.l. met vaste mest,
drijfmest, maar ook met een
groenbemester.
HOEWEL EEN MCPA (groei
stoffen) bespuiting op aardappelen
is toegestaan, blijft dit toch een
noodmaatregel. Is het noodzake
lijk, in verband met het voorko
men van distels, perzik kruid e.d.
probeer dan te wachten tot na de
bloei van de aardappelen. Voor die
tijd gespoten, kost het opbrengst
en ook de sortering wordt er na
delig door beïnvloed.
NA HALF JULI SPEELT alleen
de zuigschade een rol, als dan nog
veel bladluizen op uw bieten voor
komen. Als regel valt deze zuig
schade wel mee. Ook is dan de tijd
natuurlijke afbraak zo langza
merhand gekomen. Tot augustus
moet U wel de bieten blijven kon-
troleren op de aanwezigheid van
vooral zwarte luizen
NA EEN DROOG VOORJAAR
is de kans op kali gebrek in kon-
sumptie-aardappelen Bintjes
vooral op de rivierkleigronden
groot. Is uw grond en gewas ge
voelig voor kaligebrek, gebruik
dan 250 kg zwavelzure kali per ha.
Zwavelzure kali geeft in het ras
Bintje praktisch geen bladver
branding. A ndere rassen zijn hier
voor wel gevoelig.
BIJ INSEKTEN EN planten
ziekten weet U nooit van te voren
of ze er zullen zijn en/of ze schade
zullen doen aan het gewas. Het
weer en de omstandigheden spelen
hierbij ook een grote rol. Wilt U
schade voorkomen, dan zult U nog
dagelijks uw gewassen in de gaten
moeten houden. Ongewenste gas
ten komen als regel onverwachts.
VEEHOUDERIJ
VOLGENS BETROUWBARE
schattingen neemt het aantal ha
grasland dat gescheurd en op
nieuw moet worden ingezaaid, be
duidend toe. Een intensief gebruik
waarop de verzorging en de on-
kruidbestrijding niet voldoende
zijn afgestemd, kunnen tot gevolg
hebben dat de grasmat sneller in
kwaliteit achteruitgaat. Hebt U
weieens berekend wat een perceel
grasland aan werkloon - graszaad
en opbrengstderving uitgedrukt in
geld kost?
IN DE PRAKTIJK BLIJKT
duidelijk dat niet op alle grond
soorten doorzaaien van ouder
grasland de oplossing geeft om de
zode blijvend te verbeteren. Op
zandgrond en lichtere zavel krij
gen tuintjesgras, muur en andere
onkruiden in een zeer korte tijd
weer de overhand. Alleen op
zwaardere kleigronden, waar het
maken van een zaaibed moeilijk
heden geeft, kan doorzaaien de
oplossing zijn. Wel moeten vooraf
kweek en andere onkruiden wor
den doodgespoten. Hoe korter het
gras bij doorzaaien, hoe beter het
resultaat zal zijn.
KOMT BIJ DOORZAAI te veel
oud materiaal voor, dan komt het
uitgezaaide graszaad niet vol
doende op de bodem van de geult
jes. Met een diep afgestelde cir
kelmaaier wordt de oude vegetatie
goed afgeslagen. Daarnaast is het
nodig het gemaaide gras bij elkaar
te harken en van het perceel af te
voeren.
Komt meer dan 30% kweek voor
dan moet deze bij een lengte van
15 cm met 3 I Roundup worden
bestreden. Na 14 dagen kan he-
rinzaai plaatsvinden. Valt er na
inzaai onvoldoende regen, dan is
kunstmatige beregening strikt
noodzakelijk.
J C.A.R. Zevenbergen,
1 Spec. PI. Ziekten en Onkruidbe-
i strijding
waar dit mogelijk is. Wanneer echter
de tijd van de chemische bestrijding
is aangebroken, zijn de moeilijkhe
den van het afgelopen voorjaar weer
vergeten en een bestrijding vindt dan
meestal niet plaats.
Klein hoefblad is met één behande
ling niet voor 100% op te ruimen. De
bestrijding zal enkele jaren achter
een plaats moeten hebben om een
perceel vrij te krijgen. Om een goed
resultaat te behalen, moet het hoef
blad een vlotte groei hebben. Dit is te
bereiken door na het ruimen van het
gewas stikstof te strooien. Wanneer
een grasgroenbemester geteeld
wordt, komt deze stikstof zowel de
grasgroei als de ontwikkeling van het
klein hoefblad ten goede. De bestrij
ding moet plaats hebben als het blad
ongeveer een doorsnede heeft van 7
cm en liefst bij groeizaam weer. Het
onkruid moet droog zijn tijdens de
toepassing en de grond vochtig. Bij
een grasgroenbemester moet er op
worden gelet dat de bespuiting
plaatsheeft voordat het gras het
hoefblad gaat overwoekeren.
Een goede bestrijding wordt verkre
gen met 5 a 612,4-D amine per ha. Er
zijn nog wel andere middelen aan de
markt, doch deze zijn veel duurder.
oor de bestrijding van kweek
staan ons diverse middelen ten
dienst. Sommige moeten toegepast
worden op de groene, goed groeien
de kweek en andere op de zwarte
grond na het ploegen. Dalapon en
glyfosaat moeten gespoten worden
op een goed groeiende kweekmat
van 10 15 cm hoog.
Voor goede resultaten moet de
kweek tijdens de toepassing in de
volle groei zijn. Amitrol thiocya-
naat spuiten op een kweekmat die op
zijn hoogtepunt van de groei is. Deze
genoemde middelen worden via het
blad naar de wortels vertranspor-
teerd. Amitrol thiocyanaat heeft
naast een redelijke bestrijding van de
kweek een goede werking tegen klein
hoefblad, akkermunt en distels.
Glyfosaat (Roundup, Agrihem Gly
fosaat) geeft een zeer goede kweek-
doding en bestrijdt tevens klein
hoefblad, akkermunt, distels en
veenwortel. Dit laatst genoemde on
kruid moet echter voor een goede
doding voldoende blad hebben.
Veenwortel (roodbeen) groeit in de
nazomer zeer traag. Door de granen
zeer hoog te maaien, houdt men vol
doende blad over voor het verkrijgen
van een goed resultaat. De dosering
bedraagt 6 1 per ha. Bij alleen kweek
is 4 1 per ha voldoende. De hoeveel
heid water per ha is zeer belangrijk.
Bij 6 1 per ha 6001 water en bij 41 per
ha 400 1 water gebruiken. Na de toe
passing van bovengenoemde midde
len de stoppel 5 6 weken met rust
laten. Dus in die tussentijd geen
grondbewerking uitvoeren.
De middelen TCA en chloralhydraat
moeten toegepast worden.op zwarte
grond. Dus spuiten direkt na het op
wintervoorploegen. Bij te grove lig
ging van de grond, op niet slempige
grond, eerst een grove egaliserende
bewerking met een kultivator uit
voeren. Door deze bewerking wordt
niet alleen de berijdbaarheid van de
grond voor de spuitmachine beter,
maar dit komt ook het resultaat van
de bespuiting ten goede.
In verband met de lange veiligheids-
termijn van deze middelen, moet als
1 ,J
V. I
.v d
U t
yijïfëf
v mm s
Kweekbestrijding in de stoppel. Op de voorgrond het effect na 19 dagen;
schoon
uiterste datum van toepassing beslist
niet later dan één december worden
gesteld. Beter nog is het de bestrij
ding voor half november uit te voeren.
Vooral als volgend jaar granen, mais
of erwten geteeld worden welke erg
gevoelig zijn.
Op zandgrond kunnen dezelfde mid
delen voor de kweekbestrijding wor
den aangewend als die, welke ge
noemd zijn voor kleigrond.
Dalapon, amitrol thiocyanaat en
glyfosaat dienen te worden toegepast
op de bestaande kweekmat. Deze
middelen passen niet na de teelt van
aardappelen, bieten en mais omdat
dan geen goed ontwikkelde kweek
aanwezig is na het ruimen van het
betreffende gewas. Hier komen in
aanmerking TCA en choralhydraat.
Zonder voorafgaande grondbewer
king spuiten met 60 kg of 1 per ha.
Het middel moet dan meteen inten
sief 8 cm diep worden ingefreesd.
In verband met een wachttijd van 3
en 4 maanden kan bij een late toe
passing, na een droge winter in gra
nen en aardappelen maar vooral in
mais schade optreden. Spuit daarom,
wanneer mais het volggewas is, niet
later dan eind oktober. Voor andere
volggewassen niet later dan half no
vember.
Vergeet vooral de kweekbestrijding
niet op percelen grasland die voor de
teelt van bouwlandgewassen worden
benut. Bij voldoende kweekontwik-
keling 10 a 15 cm hoog) kan dan
eind september begin oktober 4 1
Roundup of Agrichem Glyfosaat in
400 1 water per ha worden toegepast.
Ook kan tot half november TCA of
chloralhydraat in een dosering van
60 kg of 1 per ha worden gebruikt.
Ter verkrijging van een goede ver
deling van TCA of choralhydraat is
het nodig de grasmat vóór het spui
ten al een keer intensief, 18 cm diep,
met de frees te bewerken.
Amerikaanse graanexport
naar Sovjet-Unie
Ondanks een gedeeltelijk graanem-
bargo tegen de Sovjet-Unie werd dit
seizoen ongeveer 15 miljoen ton
Amerikaanse tarwe en voergraan
naar de Sovjet-Unie uitgevoerd. Ver
geleken met vorig seizoen is dat 4
miljoen ton meer. Hierbij inbegrepen
is het graan dat via andere landen
naar de Sovjet-Unie werd verkocht.
Dat is meegedeeld tijdens een bijeen
komst van experts vorige week in
Brussel.
Daar werd ook melding gemaakt van
een transaktie van 1,4 miljoen ton
Canadese tarwe bestemd voor Chi
na.
Er bestaat tussen Canada en China
een driejaren overeenkomst, waar
van de genoemde transaktie van 1,4
miljoen ton in het tweede jaar van
deze overeenkomst valt. In het eerste
jaar van de overeenkomst werd 2
miljoen tarwe naar China verkocht.
De overeenkomst voorziet in een le
vering van 8,4 miljoen ton in drie
jaar.
Met de verscheping van de 1,4 mil
joen ton zal in augustus worden be
gonnen en zal ongeveer een half jaar
in beslag nemen.
Franse tarwe voor China
Uit Frankrijk is door SECOPA
150.000 ton tarwe naar China ver
kocht met een restitutie van 84
ECU/ton.
De leveringen zullen plaats vinden
vanaf augustus.
Britten weren Spaanse en
Griekse aardappelen
De Britse regering heeft een import-
stop afgekondigd voor aardappelen
uit Spanje en Griekenland. Als reden
wordt aangegeven dat de Spaanse en
de Griekse regering de aardappelex
port subsidiëren, waardoor zij op de
Britse markt kunnen komen tegen
prijzen die lager zijn dan die van
Britse aardappelen.
Tot 6 juni kwamen ongeveer 33.000
ton aardappelen uit Spanje in Enge
land aan; vergeleken met 22.000 ton
gedurende het gehele vorige seizoen.
Minder sterk is de import uit Grie
kenland gestegen.
Verwacht wordt dat Griekenland
niet meer dan het traditionele kwan
tum van 15.000 ton zal leveren.
5