moet
K.N.L.C. bij Z.L.M
werkbezoek
E veneens naar aanleiding van de
genoemde ministeriële notitie werd
het zogenaamde bacterievuur (pere-
Kommissie
Bedrijfsontwikkeling
Landbouwschap op exkursie!
Landbouw-Comité in Breda.
EG-beleid 1980/81
Nationaal beleid
Akkerbouw en veehouderij
Zoetwatervoorziening
op
H.
Hoofdbestuur Z.L.M.
Akkerbouw
D,
M
Overige zaken
Geen aanval op het
beleid Z.L.M.
Algemene Heffing Landbouwschap in 1980 niet omhoog.
Op 30 juni jl. hield het hoofdbestuur van het Kon. Ned. Landbouw-
Comité zijn vergadering in Breda, omdat de volgende dag de Zuidelijke
Landbouw Maatschappij het een exkursie aanbood in haar Brabantse
werkgebied. Het hoofdbestuur, dat een aantal ZLM-bestuurderen te
gast had, stelde er de begroting van het KNLC voor 1981 vast, die aan
de algemene vergadering in het najaar ter goedkeuring zal worden
voorgelegd; hetzelfde gebeurde met het korte jaarverslag over 1979.
Het hoofdbestuur wijdde een eerste bespreking aan de wijze van viering
van het 100-jarig bestaan van het KNLC in 1984. Hierover ontvouwde
het dagelijks bestuur aan de hand van een advies van een speciale
werkgroep enige zeer voorlopige denkbeelden; er zal uiteraard nog wel
vaker over gesproken worden.
Het hoofdbestuur sprak in haar vo
rige vergadering al haar teleurstel
ling en ongenoegen uit over de EG-
prijsbesluiten 1980/81. Was er toen
een zekere opluchting over het toch
nog voortzetten van het gemeen
schappelijk landbouwbeleid, juist op
dit punt worden er sindsdien echter
geluiden vernomen, die het hoofd
bestuur met grote zorg vervullen. Na
de Britse eerste minister zou nu ook
de Duitse bondskanselier willen af
dingen op het stelsel van gemeen
schappelijke financiering van het
EG-(landbouw)beleid. Een andere
financieringsregeling, die nog veel
duidelijker is afgesteld op het foute
beginsel van inkomende en uitgaan
de geldstromen per land. betekent
uiteindelijk opdeling van het beleid
en dus het voor Nederland bijzonder
schadelijke einde van het gemeen
schapsbeleid. Zo'n noodlottige ten
dens moet van Nederlandse kant
zeer fel worden bestreden.
Het hoofdbestuur meent overigens
dat er goed aan wordt gedaan om
ook in Brussel de mogelijkheid van
extra maatregelen tussentijds ten be
hoeve van land- en tuinbouw open te
houden. De bevestiging van zijn er
varing dat het landbouwinkomen het
afgelopen jaar fors verslechterde,
heeft het hoofdbestuur niettemin
getroffen. Het Landbouw-Ekono-
misch Bericht 1980 toont nu daaro
Een deel van het gezelschap met links
de heer Luteyn, achter hem de heer
de Jager van de ZLM en rechts
achter de heer Hak van de gelijkna
mige conservenfabriek.
ver de verontrustende cijfers en een
verdere teruggang dit jaar is niet on
denkbaar.
Met instemming nam het hoofdbes
tuur dan ook kennis van de stappen
die het Landbouwschap ten opzichte
van de bewindslieden van Financiën
en Landbouw onderneemt om ver
betering van de inkomens- en kon-
kurrentiepositie van boeren en tuin
ders te bewerkstelligen*. De land
bouwbegroting 1981 mag niet
slachtoffer worden van, op de ver
keerde plaats doorgevoerde, "om
buigingen". En in de belastingsfeer
kan dit Kabinet alsnog iets proberen
waar te maken van de beloften in zijn
regeringsprogramma. Het hoofdbes
tuur noemde nog eens de meest
noodzakelijke belastingverlichtingen
die nodig zijn:
Er moet vrijstelling komen van niet-
privé-besteed inkomen of een gelijk
soortige maatregel. Het bedrijfsver
mogen moet veel ruimer onbelast
blijven. En bij de bedrijfsovername
moet de fiskus zich ook beperken:
geen claim op het zogenaamde
pachtersvoordeel, betere doorschuif-
mogelijkheden.
Het hoofdbestuur besprak ook de
onlangs gehouden zogenaamde uit
gebreide CLO-bijeenkomst en met
name het daar geboren idee om ko
mend najaar een "nationale dag voor
de land- en tuinbouw" te houden,
samen met verwante groepen en or
ganisaties. Het hoofdbestuur meen
de dat zo'n dag meer moet zijn dan
een rustige presentatie van de agra
rische situatie en de verlangens van
boeren en tuinders.
De eerder genoemde cijfers over het
inkomensverloop tonen aan dat een
indringender aktie nodig is om de
politiek en het publiek te doen be
seffen dat er een belangrijke bevol
kingsgroep in moeilijkheden recht
moet worden gedaan.
Vanuit beide sektoren waren er ern
stige klachten over het marktbeleid:
de te forse en gevaarlijke verlaging
van EG-exportrestituties in de zui
vel- en vleessektor. Bij de granen dan
nog de onvoldoende werkzame inle
veringsmogelijkheid, kennelijk
vooral in Nederland, en de niet-ver-
hoogde staffelvergoedingen. En de
onrechtvaardig hoge exportheffing
op suiker.
Nu de vraag weer wordt gesteld of
toch niet centrale financiering tot
(transport)steun aan de mestbanken
nodig was, bepaalt het KNLC nog
eens zijn standpunt: geen heffingen
op veevoer of anderszins voor tran-
sportsteun, wel eventueel voor akties
om andere aanwending van mesto
verschotten te bevorderen.
Rampzalig begon men in het hoofd
bestuur de ontwikkeling van de kip-
penziekte 1LT te vinden en er werd
de grootste aandacht voor gevraagd.
De gasten vanuit de ZLM maakten
van de gelegenheid gebruik om enke
le van hun problemen te noemen, o.a.
de zoetwatervoorziening waarvan de
verbetering te lang duurt en de be
hartiging van de belangen van de
kontrakttelers waaraan landelijk ook
meer gedaan zou moeten worden.
L et hoofdbestuur van het Konink
lijk Nederlands Landbouw Comité
(K.N.L.C.) heeft maandag 30 juni en
dinsdag 1 juli j.l. een werkbezoek ge
bracht aan het werkgebied van de
Zuidelijke Landbouw Maatschappij.
Dit bezoek bestond uit een gezamen
lijke vergadering met het bestuur van
de Z.L.M. en een excursie door het
Land van Heusden en Altena (Bra
bantse Biesbosch) en het gebied rond
Sprang-Capelle. Bezocht werden de
conservenfabriek van Hak te Gies-
sen, de N.V. Waterwinningsbedrijf
Brabantse Biesbosch en de han
delskwekerij Van Loon te Sprang-
Capelle.
Algemeen werd duidelijk dat het
ondernemersklimaat in Nederland
meer ruimte moet laten voor verdere
ontwikkelingen om te voorkomen
dat de concurrentiepositie van het
agrarisch bedrijfsleven verloren gaat.
Bij Hak werd gepleit voor een geza
menlijke aanpak om de Nederlandse
conserventeelt en -verwerking te be
hoeden tegen de opmars van met
name Franse conservenprodukten.
Bij het waterwinningsbedrijf werd
erop gewezen dat Zeeland nog steeds
geen "klant" is van het bedrijf hoe
wel er wel een pijpleiding voor in
dustriewater is aangelegd naar het
Sloegebied. Van Z.L.M.-zijde werd
daarop ingehaakt met de opmerking
dat deze pijpleiding dan wellicht
aangewend zou kunnen worden voor
de zoetwatervoorziening ten behoe
ve (van delen) van de Zeeuwse Land
en Tuinbouw. De excursie werd on
der meer begeleid door mensen van
het Hoogheemraadschap Alm en
Biesbosch, het Landbouwschap
Noord-Brabant en van de Z.L.M.
Aandacht werd er tenslotte besteed
aan de uitvoering van de ruilverka
veling Z.A.K.-Beneden Donge.
matiger te informeren over de knel
punten in de land- en tuinbouw. Re
cente ervaringen hebben geleerd dat
daar behoefte aan is.
aandag vergaderde in Breda
ook het hoofdbestuur van de Z.L.M.
Besloten werd dat er via het Land
bouwschap Noord-Brabant opnieuw
aandacht gevraagd zal worden voor
de (grond)watervoorziening in
Zuid-West Brabant. De moeilijkheid
is hier dat er vooral vanuit België
nogal wat water wordt onttrokken.
Voorts werd besloten politici regel
'e knelpunten in de Zuidweste
lijke akkerbouw zullen verder wor
den uitgediept, ondermeer naar
aanleiding van een recente notitie
van de Minister van Landbouw aan
de vaste Kamercommissie. Bij deze
notitie werden door het Z.L.M.-
hoofdbestuur nogal wat vraagtekens
geplaatst.
In dit verband deelde de voorzitter
van de Akkerbouwcommissie de
heer H.C. van der Maas mede dat
zijn commissie zich geheel kan vin
den in de knelpunten en prioriteiten
zoals die laatstelijk door de Leden
raad van de Z.L.M. werden gefor
muleerd.
Knelpunten: de bedrijfsgroottes-
tructuur, de concurrentiepositie en
de zoetwaterproblematiek.
Prioriteiten: zelfstandigenbeleid,
aanpassing van het marktbeleid en
verhoging van de produktiviteit.
Naar aanleiding van een desbetref
fende brief van de Kring Axel bena
drukte het'hoofdbestuur dat de ge
noemde knelpunten en prioriteiten
door bedrijfsleven en overheid geza
menlijk moeten worden aangepakt.
Bij de verdere uitdieping zal daarom
de Provinciale Direktie voor de Be
drijfsontwikkeling in Zeeland in de
persoon van de H.I.D. Ir. M. Sanders
nauw betrokken worden. Ten aan
zien van het graanbeleid werd be
sloten druk te blijven uitoefenen op
de Nederlandse overheid. Uit gege
vens blijkt dat de Nederlandse boer
in vergelijking met Frankrijk aan de
verkeerde kant zit. Dit komt met na
me tot uitdrukking in de boerenprijs.
Een soepeler interventiebeleid in
Nederland zou hier aan tegemoet
kunnen komen. Over het algemeen
werd geconstateerd dat de concur
rentiepositie door een en ander be
hoorlijk is scheef gegroeid.
vuur) besproken. De overheidsdien
sten en met name C.R.M., zullen bij
de bestrijding van deze verwoesten
de ziekte zeer snel op één lijn moeten
komen. Alleen bij "vrij mandaat"
van de Plantenziektekundige Dienst
kan het bacterievuur doeltreffend
bestreden worden.
De noodzaak van de voortzetting van
het ruilverkavelingsbeleid in Zee
land (Walcheren en West Zeeuws
Vlaanderen) zal krachtig benadrukt
blijven worden. Ook het afschotver-
gunningenbeleid (artikel 53 vergun
ningen) zal opnieuw aan de orde
worden gesteld.
Er werd besloten ten aanzien van de
algemene situatie in de land- en
tuinbouw aan te sluiten bij het lan
delijk beleid ondermeer via een na
tionale dag van de landbouw, die als
het aan de Z.L.M. ligt best een min of
meer "dreigend karakter" mag heb
ben. Tenslotte nam het hoofdbestuur
kennis van de exploitatierekening
1979 die een batig saldo laat zien van
ruim 150.000 gulden.
Naar ons blijkt wordt het artikel
in de P.Z.C. van 18 juli j.l. door
enkelen beschouwd als een aan
val op het beleid van de Z.L.M.
Het artikel is een weergave van
een aantal mogelijkheden, die de
boeren zouden kunnen aangrij
pen en die we hen als dienst voor
de bedrijfsontwikkeling bij di
verse gelegenheden voorhouden.
In geen enkel opzicht hebben wij
hierbij politieke oogmerken ge
had en willen dit uitdrukkelijk
verklaren teneinde een eventuele
verkeerde indruk weg te nemen,
ir. M. Sanders
ing. R. Krijger
De kommissie Bedrijfsontwikkeling en Agrarische Voorlich
ting (BOAV) van het Landbouwschap heeft op donderdag 3
juli j.l. een werkbezoek gebracht aan het Westland. Daarbij
werd onder meer een tweetal bedrijven bezocht in Honselers-
dijk. Het eerste bedrijf was de rozenkwekerij van de heer H.
Veerbeek aan het Poeldijksepad, die (rechts op de foto) het
gezelschap tekst en uitleg geeft over zijn kwekerij. Naast de
heer Verbeek staat de heer AJ.C. Doeleman (voorzitter van
de kommissie BOAV) en de heer ir. J.E.J. Ammerlaan (kon-
sulentschap voor de Tuinbouw in Naaldwijk).
Voorts werd een kijkje genomen op het glasgroentebedrijf van
de heer Kuyvenhoven aan de Middelbroekweg. 's Middags gaf
de heer B. Uittenbroek, direkteur van de Rabo-bank in
Naaldwijk, een uiteenzetting over de financierings problema
tiek in de glastuinbouw. Over het algemeen zijn de vooruit
zichten in de glastuinbouw volgens hem niet zo somber als de
laatste tijd weieens wordt gesuggereerd. Als voornaamste
knelpunten noemde hij de situatie op de arbeidsmarkt en de
snel gestegen energieprijzen. De heer Ammerlaan ging daarna
nog in op de voorlichting in de glastuinbouw. De exkursie aan
het Westland werd afgesloten met een bezoek aan de DE-
NAR-kas in Rijswijk. Met deze demonstratie-energiearme
kas zal begin september in de praktijk worden gestart.
lililllIBMW» '"[Iflïïtf
mmpwnj11
Het niveau van de Algemene Hef
fing van het Landbouwschap gaat in
1980 niet omhoog. Het bestuur van
het Landbouwschap heeft in zijn
openbare vergadering van woensdag
2 juli j.l. de Verordening Algemene
Heffing en Opcenten 1980 vastges
teld. Daarmee, werd tevens besloten
de Algemene Heffing voor 1980 te
handhaven op het niveau van 1979.
Het Landbouwschap verwacht na
melijk, dat de uitgaven in 1980 in de
pas zullen blijven met de inkomsten,
die zijn gebaseerd op de Algemene
Heffing van vorig jaar.
Voor het jaar 1980 zijn de lasten van
de Gewone Dienst van het Land
bouwschap geraamd op
23.528.300,— De dekking van dit
bedrag wordt vrijwel geheel verkre
gen uit de Algepiene Heffing. Het
"bestuur van het Landbouwschap be
sloot met de vaststelling van de Ve
rordening tevens tot het opleggen
van bestemmingsheffingen, onder
meer in de vorm van opcenten.
Het totaal der opcenten Al
gemene Heffing is voor het jaar 1980
geraamd op 3.458.865,—
Van dit bedrag wordt 1.205.750,—
bestemd voor subsidiëring van het
onderzoek in de akkerbouw-, vee
houderij- en tuinbouwsector. De bij
drage van 121.750,— aan de ak
kerbouw betreft hoofdzakelijk het
regionaal onderzoek en het onder
zoek bestrijding aardappelcyste-
naaltje.