Stand van de groentegewassen Marktonderzoek appelen West-Duitsland Teelt van spruitkool in de naaste toekomst Het bakterievuur Kleinere appeloogst in Frankrijk Dalend exportoverschot bij groenten en fruit Areaalsteekproef groenten onder glas Asperges; een belangrijk produkt In de periode van half mei tot half juni vielen in veel gebieden weinig neerslag, waardoor bij sommige gewassen moeilijkheden met de op komst en ontwikkeling voorkwamen. Daar veel groentebedrijven be schikken over een regeninstallatie valt de droogteschade mee. De neerslag die is gevallen na half juni heeft weer voor een goede algehele vochtvoorziening gezorgd. De oogstverwachtingen van de meeste ge wassen zijn goed. De produktie en kwaliteit van de groenten onder glas waren in de afgelopen weken vrij gunstig. Groenten onder glas De stand van de tomaten is over het algemeen goed. Het extra licht in de droge periode is gunstig geweest voor de ontwikkeling van de tussenge- plante tomaten. De opbrengst en de kwaliteit van de tomaten zijn tot nog toe goed. Gemiddeld ligt de produk tie hoger dan verleden jaar. Inmid dels is de oogst begonnen bij de vroegste tussenplantingen. De problemen met witte vlieg en mineervlieg lijken groter te worden. De oppervlakte tomaten was op 1 mei jl. 2.039 ha. Dit is 66 ha minder dan verleden jaar op hetzelfde tijd stip. Door de hoge lichtintensiteit van de laatste periode konden er veel kom kommers worden geoogst. Het ge volg was dat er een arbeidspiek ont stond. Over het algemeen is de kwa liteit goed. Wel bleven door het vele werk de vruchten soms te lang han gen, wat de kwaliteit niet ten goede kwam. Gemiddeld is de stand nog goed. Er zijn echter nogal wat afwij kingen door verschil in produktivi- teit en opgetreden ziekten. Aantastingen door het pseudosla- vergelingsvirus komen in toenemen de mate voor in de komkommerteelt. De oppervlakte komkommers be droeg per 1 mei jl. 702 ha. Dit is 10 ha minder dan verleden jaar. De oogst van paprika's verloopt vlot. De opbrengst en kwaliteit zijn be vredigend. Er worden nu ook papri ka's tussen de tomaten geplant. Groenten in de volle grond De aardbeigewassen hebben een goede stand en een rijke vrucht dracht. Op de bedrijven zonder be- regeningsinstallatie werd hinder on dervonden van de droogte. In het al gemeen is de opbrengstverwachting van de vroege andijvie wisselend. De zware grondsoorten in Z.W.-Ne- derland geven lagere opbrengsten dan de lichtere grondsoorten. De andijvie heeft zich goed herstelt na de regen. In de meeste gevallen is het aantal geoogste bloemkolen per ha redelijk. Als gevolg van de droogte zijn de resultaten van de vroege bloemkool niet optimaal. Het aanbod van sla zal de komende weken ruim blijven. Het droge en zonnige weer in de afgelopen perio de veroorzaakte enige rand. De stand en ontwikkeling van de vroege kroten zijn goed. De opbrengst van spinazie is goed. Dit geldt zowel voor de verse spina zie als voor de industriespinazie. Er is duidelijk een verschil waar te nemen in opbrengsten tussen percelen die niet en percelen die wel zijn bere gend in de voorgaande droge pe riode. De erwtencampagne is rond 18 juni begonnen. Gewoonlijk zijn de eerste percelen niet al te best. Het stro is gemiddeld ruim voldoende van lengte en de zettting van het gewas is goed. In het algemeen is de ver wachting dat er hoge opbrengsten gehaald worden. De peulzetting bij vroege tuinbonen voor de verse markt is onder aan de plant goed, maar in het bovenste ge deelte veel minder. Dit geeft aanlei ding tot een niet zo hoge opbrengst verwachting. Het stro van de industrie tuinbonen is aan de korte kant. Vooral bij ras sen met een lage peulzetting, kan dit bij het maaien en dorsen veel verlies opleveren. De zetting van de tuinbo nen lijkt goed. Als gevolg van het droge weer is de groei van de plantuien vertraagd. Door de neerslag in de tweede helft van juni is deze situatie veel gunsti ger geworden. Verwacht wordt dat de oogst medio juni zal beginnen. Over het algemeen is de stand en ontwikkeling van de zilveruien goed. Spruitkool is naar produktiewaarde gerekend, na uien het belangrijkste vollegrondsgroentegewas in ons land. De waarde van de handelsproduktie bedroeg in de periode 1974/1977 on geveer 70 miljoen gulden gem. per jaar. De teelttechnische ontwikke lingen in de laatste jaren worden ge kenmerkt door de overgang van zaadvaste naar hybride rassen en van handpluk naar machinaal oogsten. De sterke belangstelling die spruit kool bij de producenten ondervindt, komt onder andere tot uitdrukking in de areaaltoename. Ook bij spruitkool worden de pro- duktiemogelijkheden uiteraard be grensd door de vraag naar dit pro dukt. Deze vraag komt voor meer dan de helft uit het buitenland, waarvan 75% uit West-Duitsland. Het Nederlandse areaal in de West- duitse markt nam toe van 55% (1960 t/m 1966) tot 74% (1970 t/m 1974). De teelt van spruitkool is vooral ge- koncentreerd in Zuid-Holland en Noord-Brabant. Gemiddeld is de oppervlakte spruitkool per bedrijf niet groot; in Zuid-Holland 2,72 ha en in Noord-Brabant 1,14 ha. De teelt komt dan ook voornamelijk op tuinbouwbedrijven voor. Ongeveer twee derde deel van de landelijke spruitenaanvoer wordt machinaal geoogst. De gemiddelde produktie van spruitkool per ha is in geval van handpluk 16.200 kg/ha, dit is 2700 kg hoger dan bij machinale oogst. (13500 kg/ha), als gevolg van geringere oogstverliezen. De te realiseren opbrengstprijs per kg spruitkool, bij volledige beloning van de oogstarbeid, ligt bij handpluk en machinale oogst op hetzelfde ni veau. Het aandeel van de arbeids kosten bedraagt respektievelijk 39 en 28%. De handpluk komt dus in het nadeel als de arbeidskosten meer dan proportioneel stijgen. Over de periode 1974/1975 tot en met 1977/1978 werd voor spruitkool een kg-prijs ontvangen die meer dan kostendekkend was, ook bij volledi ge beloning van alle kostenfaktoren. Als gevolg hiervan nam het aanbod toe. Over deze periode verbeterde de produktiviteit met gemiddeld 1,9% per jaar als gevolg van de stijging van de kg-opbrengst per ha en de sterke beperking van het aantal arbeidsu ren. Rekening houdend met deze fakto- ren, alsmede met de te verwachten inkomens- en bevolkingsontwikke lingen, zou bij volledige beloning van de oogstarbeid in 1981 5475 ha spruitkool kunnen worden geteeld. Een verdergaande uitbreiding zou tot een opbrengstprijs leiden, waarbij de beloningsaanspraken niet of 14 slechts ten dele zouden kunnen wor den gehonoreerd. L.E.I. (Deze publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van 17,25 op girorekening no. 41 22 35 van het Landbouw-Ekono- misch Instituut te Den Haag. Ver meld dient te worden: "Zend Publi katie no. 4.92".) De eerste kantitatieve raming van de appeloogst 1980 uit Frankrijk is bin nen. Het betreft hier gegevens over de oogst in Zuidoost Frankrijk. Uit eerdere berichten valt op te maken dat dit het enige gebied in Europa is waar nachtvorstschade opgetreden is' Uit de cijfers blijkt het ook. De oogst zal naar het zich op 1 juni j.l. liet aanzien in dat gebied, waar nor maal rond 20% van alle Franse ap pelen vandaan komen, ca. 340.000 ton groot worden. Dat is .10% minder dan de 375.000 ton die daar vorig jaar geoogst werd en ook iets minder dan in 1978 (345.000t) maar belang rijk meer dan in 1977 (280.000t). Over de hele groente- en fruitsektor gezien is Nederland een netto-expor terend land. In 1979 bedroeg bij een totale exportwaarde van 2,93 miljard gulden en een importwaarde van 2,29 miljard, het exportoverschot 640 mil joen. Overigens neemt het overschot op de groente- en fruitbalans gestadig af, zelfs als we geen rekening houden met de geldontwaarding. Doen we dit wel en rekenen we alles om naar guldens van 1979 dan is het positieve saldo gedaald van 1,5 miljard in 1970 tot de eerdergenoemde 640 miljoen nu. De waarde van de export was in 1970 (omgerekend in guldens van 1979) ongeveer even groot als vorig jaar maar de import is in die tijd reëel gezien met 55% gestegen. De toename van de import zien we vooral bij fruit, zowel vers als ver werkt. Het exportoverschot komt vnl. uit de verse groentesektor en voor een klein deel uit die van de verwerkte groenten. Anders gezien wordt het exportsaldo verkregen uit een zeer groot export overschot bij de handel met de EEG-partners en een kleiner im portsaldo bij de handel met derde landen Min of meer toevallig kwamen wij in het bezit van een deel van de uitkomsten van een Westduits marktonderzoek naar de appelmarkt aldaar en het is met toestemming van het betreffende onderzoekbureau dat we die gegevens publiceren. De deelnemers aan dit appelonderzoek betalen DM 68.000,— per jaar (buitenlandse afnemers betalen geen BTW). Ze krijgen daarvoor uiteraard belangrijk meer detailinformatie dan men ons gratis ter be schikking stelde. 97% weet rasnamen Wat eigenlijk het meest opvalt is het feit dat niet minder dan 97% van de ondervraagde Duitse huisvrouwen de naam van de gekochte appelva riëteit wist te noemen en 88% ook het land van herkomst. Ze wisten uiter aard van te voren dat deze gegevens gevraagd werden en konden dus bij het kopen extra opletten en zonodig informeren. Maar dat blijkt dan toch maar te lukken. Mogelijk speelt hier de Gründlichkeit van "de" Duitser mede een rol. Zoals gezegd betreft het hier een steekproef bij 2500 huishoudingen. Dat betekent dat een uitkomst van 1% in werkelijkheid (althans in 9 van de 10 gevallen) tussen de 0,6 en de 1,4& zal liggen. Een uitkomst van 10% is bij zo'n steekproefomvang ei genlijk 8,8% a 11,2% en 50% is in werkelijkheid 48 a 52%. Bij lage uit komsten moeten we dus naar ver houding wat meer speling inkalkule- ren. Granny verdrong Golden Wat het aandeel van de gekochte appelrassen betreft blijkt dat van de Goudreinette op kalenderjaarbasis te schommelen tussen 7% en 10%, met een neiging tot stijgen. Het aan deel van de Cox's bedroeg de afge lopenjaren 10 a 13%, zonder dat daar een bepaalde ontwikkeling viel waar te nemen. Anders ligt dat bij de Golden en de Grannies. De eerste is duidelijk op haar retour (ca. 50% be gin 70-er jaren werd krap 40% tegenwoordig) en de laatste is even- duidelijk in opmars (5 a 6% werd 10 a 12%). Kennelijk heeft de' Granny de Golden voor een deel verdrongen. Blijft de vraag welke Golden moest wijken. Die van het Zuidelijk Hal frond, de Europese import-Golden, of de Duitse? Volgens de maandelijkse areaal- steekproef groenten onder glas van het C.B.S. waren begin juni j.l. de arealen van zowel tomaten als kom kommers kleiner dan vorig jaar. Het totale tomatenareaal besloeg op 1 juni 2.147 ha. Dit betekent een vermindering van 144 ha 6%) vergeleken met vorig jaar en 174 ha met 1978. De aanplant in de maand mei (z.g. "koude tomaten") betrof 174 ha. Vorig jaar in diezelfde maand was dat 252 ha. Gezien de bijna gelijke tomatenaanplanten van februari t/m april zal de aanvoer de komende tijd wel gelijke tred houden met die van vorig jaar. Later in het seizoen, d.w.z. na 1 augustus, zal de aanvoer waarschijnlijk verminderen, omdat er in mei maar liefst 78 ha minder werd aangeplant dan in 1979. De komkommeraanplant in de maand mei bedroeg 76 ha; slechts 1 ha meer dan vorig jaar. De totale aanplant dit seizoen beslaat nu 778 ha. Dit betekent een vermindering met 9 ha vergeleken met vorig jaar. De prijzen voor komkommers zijn momenteel (begin juli) nog goed, maar of dit zo zal blijven moet wor den afgewacht (de prijzen in juli 1979 waren niet best). Het glasseizoen is nu vrijwel afgelo pen. Het areaal sla onder glas be sloeg op 1 juni j.l. nog 30 ha. De aanplant in de maand mei bedroeg >5 ha. Een ziekte die soms wordt aangeduid als "vuur" is het perevuur. Sinds kort is de officiële naam hiervoor: bakte rievuur. Het komt algemeen voor op Meidoorn, Peer, Cotoneaster en (minder algemeen) op Appel, Lijster bes, Vuurdoorn en Stransvaesia. De ziekte wordt veroorzaakt door de bakterie Erwinia amylovora. Ze is herkenbaar aan vochtige plekken op de bast van de wat grotere takken waaruit in de zomer en herfst soms wit tot bruin bakterieslijm druppelt en aan de verdroogde en verschrom pelde bladeren, bloesems en jonge vruchtjes die vaak tot in de winter aan de tak blijven zitten. Het lijkt er soms op alsof de tak in aanraking is geweest met een brandende fakkel, vandaar de naam van de ziekte. De ziekte is gevaarlijk om haar bes mettelijkheid (epidemiën!), en het feit dat ze zich snel in de boom of struik verspreidt en deze kan doden. Verspreiding vindt als regel plaats door insekten die het bakterieslijm van de ene boom overdragen op - de bloesems van - de andere. Er bestaan nog geen bestrijdingsmiddelen voor deze ziekte. Verspreiding kan wor den tegengegaan door zwaar aange taste exemplaren te rooien en bij lichte aantasting de zieke takken te snoeien en ter plekke te verbranden. (snoeigereedschap steeds ontsmetten met bijv. alkohol of formaline en zorgen dat er geen bakterieslijm aan kleding e.d. blijft hangen!). Het is raadzaam om belangrijke be plantingen regelmatig op verdachte verschijnselen te kontroleren, zodat op tijd maatregelen genomen kun nen worden waardóór het soms mo gelijk is om de boom nog te redden. Bij het aantreffen van de verschijn selen (of bij twijfel hierover) kunt U hiertoe kontakt opnemen met de be- plantingsdienst van uw gemeente of direkt met de distriktskantoren van de Planteziektekundige Dienst. De asperge is echt iets voor fijnproe vers. Zij hebben er in het (korte) sei zoen veel voor over om deze lekkernij te kopen. In de winkel kosten ze al gauw een tientje per kg maar voor de liefhebber is dit in de aspergetijd geen bezwaar. Uit marktonderzoek weten we dat rond een kwart* van de huis vrouwen weieens verse asperges ko pen. Door de hoge kilogram-prijzen zijn asperges ondanks de kleine produktie toch wel een belangrijk produkt. In een periode van ongeveer twee maanden steken de Nederlandse te lers voor rond de 35 min gulden (1979) uit de grond. Ter vergelijking: de produktwaarde van een belangrijk produkt als bloemkool was vorig jaar 48,5 min gulden en die van zaaiuien met z'n enorme produktie was in '78/79 niet meer dan rond de 40 min gulden. Bij asperges gaat het overigens niet alleen om het hier te lande geteelde produkt. Er is ook import van ver werkte asperges ter waarde van rond 20 min gulden. Dit produkt komt voornamelijk uit Taiwan. In West- E)uitsland bedroegvorig jaar de (c.i.f.-)importwaarde voor verse en verwerkte asperges rond de 225 min D-Mark. In Frankrijk zijn asperges bij de verse groenten naar de waarde gezien na bloemkool zelfs het tweede exportprodukt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 14