Ons goede vaderland
Wij maken er
geen
geheim van!
Haastige spoed is....
VERZEKERINGEN
f. den hollanderln. 10
tel: OIIOO- 24000
I n alle toonaarden wordt ons duidelijk gemaakt, dat het ekonomisch in
ons goede Vaderland niet best gaat om niet te spreken van zeer slecht.
Onze ministers zijn bezig de begroting 1981 in elkaar te timmeren en
velen zijn bang, dat zulks niet gaat lukken. Minister van der Stee zit
tegenwoordig boven op de schatkist (zou er wellicht ook in kunnen
zitten) en heeft krasse taal gesproken aan het adres van zijn kollega's
nl. dat zij dit jaar geen cent boven de begroting mogen uitkomen.
D e omzet van de Onderlinge Le
vensverzekeringsmaatschappij OBF
was in 1979 wederom gunstig. Ver
zekerd bedrag en premiestand na
men beide met 10% toe tot resp.
3.221.765.969,- en
D at het OBF snel gegroeid is blijkt
uit onderstaande cijfers:
H et lijkt ons niet de geschikte tijd
om een moeilijk onderwerp aan te
snijden en daarom zomaar wat over
zichten die wij aantroffen in de vak
pers en die U mogelijk ook interes-
D,
Wins tp er een tage
OBF naar 18,7%
De groei van het
OBF
Het OBF in 1980
Ce va ai
Hoge gemiddelden
Weinig klachten
Visscher
Groeperen van
cijfers
Wat krom ls kun je
recht praten
de L.
I
Cevaal
"Schrijver Langs de weg" mag steeds opnieuw konstateren dat de On
derlinge Levensverzekeringsmaatschappij OBF ua een zeer goede en
vertrouwde klank heeft. En wij als Voorlichtingsinstituut maken er
geen geheim van dat het OBF ons zeer nauw aan het hart ligt, en dat wij
graag het sluiten van levensverzekeringspolissen bij het OBF aan onze
leden adviseren, omdat zij ondanks haar lage premie's uniek is met haar
vorm in de "winstdeling voor alle verzekerden". Sedert haar geboorte in
1922 als het toenmalige Boerenverzekeringsfonds kent zij deze vorm
van winstdeling, en dat is uniek in de geschiedenis van de Levensver
zekeringsmaatschappijen. Het onderlinge karakter wordt daarmede
duidelijk geïllustreerd. Vandaar onze relatie met het OBF.
24.377.496,— per 31 december
1979. De netto-vermeerdering was
298.684.917,— waardoor de OBF
- portefeuille de 3 miljard-grens
overschreed. In financieel opzicht
boekte het OBF uitstekende resulta
ten. Het totale winstsaldo bedroeg
11.350.434,— tegenover
8.154.345,— in 1978. Dit laatste is
uiteraard zeer belangrijk. Van de
winst werd 7.613.490,— toege
voegd aan de reserve winstaandelen,
die daardoor stegen tot
31.488.463,— Door deze toevoe
ging werd het uit te keren winstper
centage in 1979 16,2% verhoogd tot
18,7% in 1980: m.a.w. verzekeringen
die in 1980 tot uitkering komen wor
den verhoogd met 18,7%. Dat is een
extra vermelding waard. Ook nieuw
te sluiten verzekeringen delen on
middellijk en volledig mee in het ge
noemde winstpercentage met als
enige beperking dat voor verzeke-
ringskontrakten, met een kortere
duur dan 10 jaren, een verminderd
percentage geldt, maar dat is dan ook
redelijk en te verklaren. Niet zonder
redenen schreven wij in de aanhef
van dit artikel dat de vorm van
winstdeling bij het OBF uniek is.
1952
1957
1962
1967
1972
1977
1978
1979
Leden
17.187
23.176
28.069
33.575
38.036
53.077
56.392
59.383
Verzekerd
kapitaal
eigen rekening
83.182.693
165.495.182
285.202.594
530.655.512
1.028.321.852
2.534.493.889
2.923.081.052
3.221.765.969
Deze snelle groei is mede te danken
aan het instellen van agentuurin-
spekties: m.a.w. samenwerking met
tussenpersonen zoals banken, stand-
sorganisatie's en onderlinge verze
keringsinstellingen zoals ons eigen
ZLM-voorlichtingsinstituut. De om
zetstijging bij leven-individueel in
1979 was bij de meeste maatschap
pijen ruim 10%. De ekonomische si
tuatie zal in de leven-sektor zonder
meer ook zijn invloed gaan laten
gelden op de levenproduktie. De
bouw en het kopen van woningen is
in verband met het hoge renteper
centage afnemend, dat betekent
minder investeren en daardoor min
der hypotheken gekoppeld aan ka
pitaalsverzekeringen. Een niet of
matig stijgend inkomen zal eveneens
mee gaan spelen bij het sluiten van
levensverzekeringen. De tijd zal be
wijzen of de produktie in 1980 we
derom stijgende zal zijn. Toch blijft
het sluiten van deze verzekeringen
urgent, niet alleen om de nabestaan
den financieel veilig te stellen maar
vooral ook om juist in deze ekono
misch minder rooskleurige tijd nog
iets te sparen voor de oudedag.
W ij adviseren u een OBF-polis te'
sluiten met een winstpercentage dat
er niet om liegt. Immers als uw
OBF-polis in 1980 tot uitkering komt
zal er 18,7% meer worden uitbetaald.
Ook op uw in 1980 gesloten polis zal
bij een eventuele uitkering bij over
lijden direkt 18,7% extra worden uit
betaald. Graag zullen wij daarbij
bemiddelen. Stelt niet uit tot morgen
wat u heden doen moet.
Als je dat allemaal zo leest en hoort,
d.w.z. als je maar lang genoeg op
hetzelfde punt blijft hameren moet
iedereen er in gaan geloven. En toch
hebben wij de indruk, dat een groot
aantal mensen van mening zijn, dat
hun buurman het beter heeft dan
hij/zij - zelf en derhalve blijft kan
keren op iedere maatregel waarbij
hij/zij mogelijk iets in moet leveren.
Nog erger, men dreigt al met staken
zodra één of andere maatregel ter
sprake komt. Wij zijn een vreselijk
verwend volkje geworden, waarop
Toon Hermans zijn weergaloos mooi
liedje maakte: "Over de moeheid"
samen met prof. Reutefleut met de
voornaam Knudde. Luistert U nog
maar eens naar dat liedje en U bent
weer helemaal bij wat er in ons goede
Vaderland fout zit. Al jaren wordt er
geroepen, dat ons onvolprezen pak
ket aan sociale voorzieningen een te
zware last vormt voor ons nationaal
inkomen. Pogingen om daaraan,
zelfs maar iets bij te sturen, worden
ogenblikkelijk de kop ingedrukt.
Pogingen om iets bij te sturen aan de
pensioenvoorzieningen voor ambte
naren roept ogenblikkelijk grote
Zi o langzamerhand breekt de vakantieperiode weer aan en in allerlei
bedrijfstakken is hierdoor een hevige onrust merkbaar. Men wil persé
een aantal zaken nog voor de vakantie geregeld zien. Omdat iedereen
dat eigenlijk graag wil, loopt het niet zo vlot als men verwacht hetgeen
dan weer aanleiding is tot nog haastiger spoed. Laat U hiertoe niet
verleiden mensen, want overeenkomstig het aloude gezegde is dit nog
zelden goed geweest. Het leidt alleen tot irritaties en spanningen en als
U in zo'n toestand met vakantie gaat...
Hartinfarcten en aanrijdingen zijn het resultaat. En als U, ondanks het
energie-probleem, toch een verre reis gaat ondernemen, zorg er dan
voor dat U uitgerust bent alvorens in de auto te stappen en houdt U aan
de tips die U elders in dit blad vindt.
Zo heeft b.v. de A.N.W.B. aan de
hand van een duizendtal rapporten
met een gezamenlijk schadebedrag
van ongeveer 4,5 miljoen gulden een
overzichtje gepubliceerd waaruit de
spreiding van de schadebedragen
blijkt.
Dit ziet er als volgt uit:
beneden/ 1.500,
tussen 1.500,— en 2.500,—
1
tussen 2.500,— en 3.500,--
8,1%
17,3%
Het merendeel (62,6%) ligt dus tus
sen 1.500,— en 4.500,- De ge
middelde waarde van de betrokken
voertuigen bedroeg 12.600,— De
gemiddelde schade uitgedrukt in een
percentage van de gemiddelde
waarde: 35%. Dit geeft wel te den
ken.
E en ander overzicht werd door ons
aangetroffen in het jaaroverzicht
1979 van het Verbond van Verzeke
raars in Nederland en handelt over
het aantal klachten dat wordt inge
diend bij de Raad van Toezicht door
mensen die menen door een verze
kering maatschappij onheus te zijn
bejegend.
Dit overzicht laten we hieronder in
z'n geheel volgen:
Visscher
dan zien we een totaal in 6 jaar van
321 klachten (gem. 53 per jaar)
waarvan er 41 (gem. 7 per jaar) ge
grond werden verklaard.
Op een totaal aantal schadegevallen
van 1,4 miljoen per jaar in feite te
verwaarlozen.
Naast de Raad van Toezicht is er nog
het Inlichtingen en Klachtenbureau
(I.K.B.) waar ontevreden mensen
vaak telefonisch hun bezwaren
spuien. In 1979 gebeurde dit 1.262
maal waarvan 149 maal gerecht
vaardigd.
In deze gevallen werd door tussen
komst van het I.K.B. de.zaak met de
betreffende maatschappij naar ge
noegen opgelost.
Het verloop vanaf 1975 was als volgt:
1975 170 gevallen
1976 205 gevallen
1977 196 gevallen
1978 154 gevallen
1979 149 gevallen
Er zit dus zelfs nog een verbetering
in.
Wij verbinden hieraan vérder geen
tussen 3.500,— en 4.500,-
23,5%
branche
1974
1975
1976
1977
1978
1979
21,8%
alg. aanspr.
14
3
18
3
16
3
22
2
26
1
22 5
tussen 4.500,— en/ 5.500,-
11,4%
brand inbraak e
d. 29
0
12
0
21
1
30
1
25
3
25 2
tussen 5.500,— en 6,500,-
9,2%
motorrijtuigen
56
10
62
10
49
9
46
4
57
4
51 4
tussen 6.500^ en 7.500,-
med. verz.
54
3
-35
3
38
4
40
3
22
1
26 3
tussen 7.500,— en 8.500,-
4,0%
2,3%
transport
diversen
7
3
2
1
10
5
2
0
5
5
2
1
5
4
1
0
12
6
3
0
8 1
7 2
boven 8.500,—
2,4%
totaal
163
19
142
18
134
20
147
11
148
12
139 17
alle bedragen zijn exklusief B.T.W.
In de linkerkolommen het aantal in
gediende klachten en in de rechter
het aantal dat daarvan gegrond werd
verklaard.
Als we in onze eigen branche blijven
konklusies want dan zou ons licht
zelfgenoegzaamheid verweten kun
nen worden.
Wij tonen U alleen de cijfers.
wèerstanden en protestakties op en
zo kunnen wij een poosje doorgaan.
Niemand lijkt bereid iets van zijn
verkregen welvaart in te leveren.
Men blijft verwijzen naar de buur
man, die het waarschijnlijk iets beter
heeft. Het is zoals Ovidius het zo
mooi heeft gezegd:
"Het graan op de akker van een an
der staat altijd weliger en het vee van
de buurman heeft altijd grotere
uiers".
Hoe het ook zij, feit is, dat in 1979
een bedrag van 86 miljard.gulden
aan sociale uitkeringen werd uitge
geven dat is een derde van ons na
tionaal inkomen. Feit is ook, dat
tegenover 10 werkende thans 6 niet-
werkenden staan. Deze laatste groep
stijgt en het groepje, dat de nationale
koek moet verdienen wordt steeds
kleiner.
I ntussen wordt ons bureau over-
de Lange.
spoeld met jaarverslagen van kollega
verzekeraars en andere instellingen.
Wat nu zo eigenaardig is, dat alle
verslagen beginnen met een grote
zorg uit te spreken omtrent onze va
derlandse ekonomie om dan in alle
toonaarden wereldkundig te maken
hoe goed het in eigen bedrijf gaat. Er
wordt gegoocheld met produktie-
percentages (bruto of netto) met
omzetgroei in guldens en percenta
ges, met winstmarges etc. Het kan
niet op want weet U wij in Nederland
zijn een stel materialisten van de
eerste orde. Wij zijn gek van grote
cijfers, grote winsten, van groter
doen dan we zijn. Vandaar, dat uit-
sloverige gedoe met groei- en winst
cijfers, terwijl over de procentuele
kostenstijgingen niet teveel wordt
uitgewijd.
De gewone man moet wel de indruk
krijgen, dat er nog twee bedrijfstak
ken in Nederland zijn, Verzekeraars
en banken, waar het wel goed gaat.
Het is dus toch geen kwestie van al
lemaal de broekriem wat aanhalen
want die twee bedrijfstakken moetje
effen nationaliseren en dan kunnen
we met z'n allen weer even vooruit.
Nou, dat is dan die buurman, die ze
eerst moeten aanpakken. Dat zijn
dan de verzekeraars en banken, die
via premies en provisies teveel geld
weghalen bij de konsument.
Althans zo lijkt het, ware het niet,
dat, zoals wij al schreven, de realiteit
geheel anders ligt.. De winstcijfers
zijn nl. erg geflatteerd en mede te
danken aan tijdelijke meevallers,
zoals b.v. een hoge rentestand. De
technische resultaten kunnen nl. ne
gatief zijn terwijl er toch winst is.
Waar de massa dan geen bal van
snapt is het feit, dat verzekeraars bij
wijze van spreken morgen bij de Mi
nister van Ekonomische Zaken aan
tafel kunnen zitten-om voor de één of
andere branche een nieuwe premie
verhoging te bepleiten. Hoe valt het
één met het ander te rijmen?
Het zou o.i. een goede zaak zijn, dat
verzekeraars afzagen van teveel na
druk te leggen op hun groei en ge
flatteerd winstcijfer ter wille van de
konkurrentie. Zij laden daarmee het
odium op zich zowat de enige winst
gevende bedrijfstak te zijn en halen
daarmede de wolven uit het bos.
e vereniging van assurantietus
senpersonen ergeren zich al jaren
lang aan het feit, dat ambtenaren in
diensttijd (en dus op kosten van de
gemeenschap) ten behoeve van hun
kollega's bemiddelen in kollektieve
verzekeringen en andere zaken. Dat
juist van die zijde op dit euvel gewe
zen wordt is begrijpelijk want zij zien
een stuk van hun boterham (hun
werk) wegebben via kanalen die de
gemeenschap dan mag betalen. Daar
zijn vragen over gesteld aan de Mi
nister van Financiën, v.d. Stee en die
goeie man ziet er niks kwalijks in, dat
ambtenaren kollektieve verzekerin
gen verzorgen. Hij stelt nl. dat die
bemiddeling plaatsvindt via perso
neelsverenigingen en wanneer de
ambtenaren dan in hun diensttijd
wat aktiviteiten ontplooien ten be
hoeve van verzekeringen voor hun
kollega's moet dat worden gezien in
het kader van een verantwoord so
ciaal personeelsbeleid, dat behoort
bij de sekundaire arbeidsvoorwaar
den. Ziezo, en daar moet iedereen
afblijven. Och de heer van der Stee is
pas minister van Financiën. Hij
toonde zich bereid wat dieper in de
materie te duiken en dat is al heel
wat. Daar wilden wij het voor deze
keer maar bij laten.
7