Nieuwe opzet Varkensgezondheidszorg voor bestrijding van snuffelziekte Wat te doen tegen zomerwrang bij runderen G edurende de zomermaanden van 1979 is onder auspiciën van de landelijke werkgroep Zomermastitis een onderzoek uitgevoerd naar in sekten die voor bestrijding in aan merking komen. Uit de resultaten van dat onderzoek bleek dat een be paalde vlieg (Hydrotaea irritans) voorkwam in de weilanden die bij de veehouder bekend staan als "ge vaarlijk" in verband met het optre den van wrang. Bekend is dat dit in- sekt maar één levenscyclus per jaar heeft. Genoemde vlieg werd niet aangetroffen op de kleigronden, waar geen zomerwrang voorkomt. Vanaf medio juni gaat het nagenoeg uitsluitend om vrouwelijke exem plaren, die voor de voortplanting bloed, liefst runderbloed, nodig hebben. Deze insekten schuwen wind. Vandaar dat de rustplaatsen te vinden zijn aan bosranden en derge lijke. N adat in onderling overleg tussen de overheid en het agrarische be drijfsleven werd besloten de bestrij ding van Atrofische rhinitis (snuffel ziekte) met ingang van 1 augustus 1980 niet langer meer te baseren op wettelijke maatregelen krachtens de Veewet, maar uit te laten voeren door het bedrijfsleven zelf, heeft de Stich ting Gezondheidszorg voor Dieren zich beraden over de meest gewenste opzet daarvoor. H et Bestuur van de Stichting Ge zondheidszorg voor Dieren achtte het daarvoor noodzakelijk dat uit voering. wordt gegeven aan het eer der genomen besluit om de Var kensgezondheidszorg in 6 rayons te organiseren. D e georganiseerde bestrijding van Atrofische rhinitis door het bedrijfs leven zelf zal met name aandacht krijgen in de preventieve benadering doch zal zich ook richten op de be strijding op de bedrijven die met Atrofische rhinitis gekonfronteerd worden. V oor de bij de varkensgezond heidszorg aangesloten fokbedrijven is het systeem ingebouwd dat bij de verkoop van fokmateriaal aan fok- of vermeerderingsbedrijven gezond heidsverklaringen worden afgegeven indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Dit systeem zal wor den gehandhaafd. Ten behoeve daar van werden de fokbedrijven tot nu toe 6 keer per jaar bezocht. D eze maatregelen bestaan in eer ste instantie uit de overname door de gezondheidsdienst van alle varkens in de leeftijdskategorie van 0 t/m 6 maanden; voor deze dieren wordt door de gezondheidsdienst een ver goeding gegeven. H et optreden van wrang heeft te maken met de grondsoort. Wrang treedt vooral op in weilanden waar de bodem bestaat uit zand, dat een beetje klei bevat. Meestal zijn het laag gelegen percelen, waar vroeger vennen waren en waar de afwatering nog vaak te wensen overlaat. Komen er bovendien nog moerassige plek ken voor met veel houtopstand, dan zijn deze percelen bijzonder gevaar lijk omdat zij "geschikt" zijn als broedplaatsen van bepaalde insek- ten. Bij gunstige weersomstandighe- Regionale gezondheidsdiensten Bestrijding Atrofische rhinitis Fokbedrijven Maatregelen V ermeerderingsbedrij ven redelijke eisen V ergoedingenbesluit Vrouwelijke vliegen Proeven Geen kalveren meer midden in de nacht? D iverse streken van ons land zullen in de komende zomermaanden weer gekonfronteerd worden met zomerwrang bij kalveren, pinken en droogstaande koeien. De schade als gevolg van deze aandoening is de veehouder voldoende bekend en de omvang hiervan is afhankelijk van het aantal aangetaste dieren. Wanneer eenmaal zo'n etterachtige ont steking in een kwartier van het uier is ontstaan, is er weinig hoop meer op een genezing. Meestal is dit kwartier voor de melkproduktie verlo ren. Bovendien komt het geregeld voor dat vanuit deze uierontsteking via de bloedbaan ook elders in het lichaam van het dier ontstekingen ontstaan. Dergelijke dieren worden dan vroegtijdig naar de slachtbank afgevoerd. N.C.B. wil van regering inwilliging De Gezondheidsdienst voor Dieren in het rayon West-Nederland is ont staan uit een fusie tussen de diensten in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. Deze nieuwe Gezond heidsdienst zal ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Var kensgezondheidszorg in Utrecht, waarbij de Gezondheidsdienst voor Dieren in Utrecht een afgeleide ver antwoordelijkheid krijgt. Voor de uitvoering van de georgani seerde bestrijding waarmee de re gionale gezondheidsdiensten zijn belast, is gekozen voor de inbouw daarvan in het reeds funktionerende Reglement Varkensgezondheidszorg van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren. Dit houdt in dat het Reglement op sommige onderdelen is gewijzigd en aangevuld, terwijl aan het Reglement zijn toegevoegd de A.R.-Voorschriften en het A.R.-Ver- goedingenbesluit. Bij de uitwerking wordt een onder scheid gemaakt in de benadering van de fokbedrijven en opfokbedrijven enerzijds en de vermeerderingsbe- drijf anderzijds. Besloten is deze bedrijven in principe voortaan 12 keer per jaar te gaan bezoeken. Dit frequentere bezoekensysteem geeft enerzijds de mogelijkheid tot intensivering van de begeleiding en de voorlichting op de bedrijven, an derzijds een snellere onderkenning van eventuele problemen, zodat ook sneller kan worden ingegrepen waardoor konsequenties tot een mi nimum kunnen worden beperkt. De beoordeling van het bedrijf is voornamelijk gebaseerd op een on derzoek naar duidelijk waarneem bare afwijkingen bij de dieren (zgn. klinisch onderzoek), zo mogelijk aangevuld met andere onderzoek methoden. Resultaten van nader wetenschappelijk- en praktijkonder zoek zullen moeten aangeven welke onderzoekmethoden daarvoor in aanmerking komen. In eerste in stantie is gedacht aan de tandstand- bepalingen om zodoende een tand- stand-norm voor het bedrijf te kun nen opbouwen. Het signaleren van verschijnselen van Atrofische rhinitis bij het bezoe kensysteem kan leiden tot het blok keren van de bedrijven voor de af gifte van verklaringen of het intrek ken van de verklaringen. In de A.R.-voorschriften is aangege ven welk nader onderzoek verricht moet worden om bij het blokkeren van de bedrijven tot een definitieve beoordeling te komen, alsmede de maatstaven welke daarbij gehan teerd worden. Afhankelijk van de bedrijfssituatie en uitgaande van de maatstaven welke in de voorschriften zijn aan gegeven, zal per bedrijf een eind beoordeling door de gezondheids dienst plaatsvinden. Indien het onderzoek geleid heeft tot het intrekken van de verklaring zul len bestrijdingsmaatregelen geno men moeten worden ter oplossing van het Atrofische rhinitis probleem op het bedrijf. t Aanvullend hieraan kan één van de volgende methoden worden ge volgd: le De overige varkens op het bedrijf van de deelnemer worden medi cinaal behandeld en/of gevacci neerd, terwijl verder geen rui ming van de dieren plaatsvindt (zgn. partiële ruiming). Op basis van de genoemde maa tregelen kan een effektieve be strijding gerealiseerd worden en kan het bedrijf, indien zich gedu rende 12 maanden geen klinische verschijnselen meer voordoen, weer in aanmerking komen voor de afgifte van verklaringen. Indien de bestrijdingsmaatrege len echter onverhoopt niet tot het beoogde resultaat leiden dan zal nagegaan moeten worden welke aanvullende maatregelen geno men kunnen worden (o.a. aan vullende overname, eventueel totale sanering). Voorgesteld wordt dergelijke gevallen ter beoordeling voor te leggen aan een landelijke daartoe ingestelde kommissie, teneinde een unifor me aanpak van deze gevallen te verkrijgen en landelijk geïnfor meerd te worden ten aanzien van de ontwikkeling van deze geval len. 2e De deelnemer laat geen varkens meer dekken en voert in de loop van de volgende 6 maanden alle varkens van zijn bedrijf af (zgn. totale ruiming langs geleidelijke weg). Er vindt een medicinale behan deling plaats om het aantal af wijkende varkens zoveel mogelijk te beperken. 3e De deelnemer ruimt de overige varkens ineens op (zgn. totale ruiming ineens). Zowel bij totale ruiming langs gelei delijke weg als bij totale ruiming in eens, zoals genoemd onder 2e en 3e, is het de bedoeling dat ook deze die ren niet meer voor de fokkerij wor den gebruikt. Bij de totale sanering dient het be drijf te worden ontsmet en 14 dagen leeg te staan voor er weer nieuw fokmateriaal mag worden aange voerd. Bij alle drie methoden dient er zo nodig een aanpassing plaats te vin den van de huisvesting en bedrijfs voering (inkl. aankoop van nieuw fokmateriaal). De keuze uit deze drie methoden geschiedt in overleg tussen de ge zondheidsdienst en de betrokken deelnemer. 13 e aansluiting van vermeerde ringsbedrijven bij de varkensgezond- Tijdens de vergadering van het hoofdbestuur van de NCB d.d. 23 juni jl. werd uitvoerig stilgestaan bij de besluiten die in EEG-verband de laatste tijd zijn genomen. De realiteit gebiedt te erkennen dat in de EEG de prijzen voor de ko mende jaar zijn vastgesteld en dat het ondenkbaar is hierin nog veran dering te krijgen. Des te meer moet er voor geijverd worden dat in eigen land meer moet gebeuren op het fis- kale vlak en in het kader van lasten verlichting. De financiële middelen van de overheid zijn krap, maar als land- en tuinbouw moet men door gaan te streven naar inwilliging van heidszorg als zodanig, houdt mini maal een 2-malig bezoek per jaar in, doch hierbij is geen systeem inge bouwd voor afgifte van gezondheids verklaringen (bij de verkoop van mestbiggen). Problemen ten aanzien van Atrofi sche rhinitis op vermeerderingsbe drijven kunnen enerzijds gesigna leerd worden bij het bezoekensys teem, anderzijds kunnen vermeerde ringsbedrijven zich uiteraard ook daarbuiten wenden tot de'* gezond heidsdiensten, indien op hun bedrij ven zich moeilijkheden ten aanzien van Atrofische rhinitis voordoen. Deelname van vermeerderingsbe drijven met Atrofische rhinitis aan de Atrofische rhinitis-bestrijding houdt onder meer het volgende in: intensieve begeleiding van het bedrijf door de gezondheids dienst gedurende een periode van 12 weken, overname van afwijkende biggen (tot en met een leeftijd van 12 weken) gedurende bovenge noemde periode van 12 weken (deze periode kan bij onvoldoen de resultaten eenmaal verlengd worden met een tweede periode van 12 weken); voor de overge nomen biggen wordt door de ge zondheidsdienst een vergoeding gegeven, medicamentatie en/of vaccinatie op basis van daartoe door de ge zondheidsdienst ingesteld onder zoek, den kunnen deze insekten over een groot terrein uitzwermen en worden gevallen van deze ziekte ook op ver der afgelegen percelen aangetroffen. Dat insekten een rol spelen bij het ontstaan van de wrang is al jarenlang bekend. Rond de eeuwwisseling werd de zomerwrang in bepaalde streken van Noord-Duitsland al "Fliegenstich" genoemd. Door een geregelde bespuiting met insektici- den kaft het aantal gevallen van wrang worden verminderd; een aan wijzing dat insekten een rol spelen bij het ontstaan. redelijke eisen, zo is de mening van het hoofdbestuur van de NCB. Aan het Nederlandse volk moet goed duidelijk worden gemaakt wat het grote belang is van de land* en tuin bouw voor de ekonomie, de beta lingsbalans en de werkgelegenheid. Bij het bespreken van de situatie in de diverse sektoren van de land- en tuinbouw moest worden vastgesteld dat enkele sektoren een zeer moei lijke tijd doormaken en te maken hebben met slechte prijzen zoals aardappelen, varkens, eieren, kal koenen, en in het bijzonder de sla. In toenemende mate komen dan ook de land- en tuinbouwbedrijven in moeilijkheden als gevolg van de voortgaande kostenstijging. aanpassing huisvesting en be drijfsvoering. Indien de genoemde bestrijdings maatregelen niet tot het beoogde doel leiden dan kan door de hiervoor reeds genoemde landelijke kommis sie nagegaan worden welke aanvul lende maatregelen op dergelijke be drijven genomen kunnen worden. In het zgn. "A.R.-Vergoedingenbe- sluit" wordt aangegeven in welke gevallen en onder welke voorwaar den vergoedingen worden gegeven bij de bestrijding van Atrofische rhi nitis. Uitgangspunt daarbij is wel dat de eerste verantwoordelijkheid bij de varkenshouder zelf ligt, en dat dus ook de bestrijdingsmaatregelen, zoals deze door de Gezondheids dienst worden voorgeschreven, door de varkenshouder worden uitge voerd. Bij vergoedingen voor de overname van afwijkende dieren op vermeer deringsbedrijven wordt uitgegaan van de richtprijs voor mestbiggen van het Landbouwschap, waarbij niet behoeft te worden getaxeerd. De uiteindelijke vergoeding zal 60% van de gebruikswaarde bedragen. 13 ij vergoedingen voor de overname van de groep dieren van 0 t/m 6 maanden op fokbedrijven is wel spra ke van taxatie. Nagegaan wordt of daarbij ten behoeve van de fokdieren gebruik kan worden gemaakt van een landelijk prijzenschema voor fokdie ren. De uiteindelijke vergoeding van de overgenomen varkens op de fok bedrijven zal voor gezonde dieren 80% van de gebruikswaarde en voor afwijkende dieren 60% van de ge bruikswaarde bedragen. In samenwerking met veehouders en praktizerende dierenartsen zijn proeven genomen ter voorkoming van wrang. Deze hadden enerzijds betrekking op het in de tepels in brengen van langwerkende antibio tica en anderdeels op het bespuiten van het dier met een bepaalde soort vliegenbestrijdingsmiddel. Bij het toepassen van antibiotica moeten de dieren afzonderlijk worden behan deld. De jonge dieren zonder ont wikkelde tepels zijn moeilijk te be handelen. De werkingsduur van de in aanmerking komende preparaten is niet langer dan drie tot vier weken. Daar wrang bij gunstig weer tussen half juni en begin oktober kan op treden, zijn meerdere behandelingen noodzakelijk. Bij kalveren en pinken in "beruchte" weilanden kan eveneens gebruik worden gemaakt van een spray op basis van een insektenwerend middel met lange werkingsduur. Hiertoe worden de kalveren en pinken bij el kaar gedreven en wordt vooral de uierstreek om de veertien dagen be spoten (met rugspuit of bloemen- spuit). De resultaten zijn zeer gun stig. Andere preventieve methoden, o.a. vaccinaties, zijn hier en in het buitenland beproefd maar deze heb ben niet tot goede resultaten geleid. Kan men de koeien zover krijgen, dat ze alleen nog overdag kalven? Een Canadese veefokker gelooft dat voor elkaar te hebben, eenvoudig door zijn drachtige koeien slechts op bepaalde uren van de dag te voeren. Zijn berichten kl:nken zo overtui gend, dat wetenschappers te Mani toba de zaak nu grondig willen on derzoeken. Men wil nagaan of de koeien, die op de gebruikelijke tijden worden gevoerd, hoofdzakelijk 's nachts en dieren die laat in de mid dag of vroeg in de avond hun maal krijgön meestal overdag kalven, zoals bovengenoemde veefokker be weert. Naar men zegt moeten de late voedertijden vanaf ongeveer een maand voor de te verwachten ge boorte worden gestaakt. (De Voor)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 4