L.E.I.-cijfers versluierend
Inkomen boer en
tuinder verslechterd
zuidelijke landbouw maatschappij
Het warmbloedpaard staat momenteel volop in de belangstelling. Toch trokken ook de drie
koudbloedpaarden veel aandacht op de onlangs gehouden Groene Braderie in Middelburg.
Veel respekt voor deze robuste dieren die tot voor enige decennia onmisbaar waren bij het
werk op het land.
Voorzitter akkerbouw/commissie Z.L.M.
Trendmatige kostenstijging
Beschadiging aardappelen
LEI berekende resultaten afgelopen
boekjaar
Varkens en kippen
In- en uitvoer
z.l.m
VRIJDAG 4 JULI 1980
67e JAARGANG NO. 3539
land-
tuinbouwblad
I n het kader van een werkbezoek van het hoofdbes
tuur van het KNLC aan Noord-Brabant, vond de
hoofdbestuursvergadering van de ZLM deze keer
plaats in Breda. Na een kort welkomstwoord door
voorzitter A.J.G. Doeleman werd de agenda in een vrij
vlot tempo afgewerkt.
Uit een verslag van algemeen sekretaris mr. J. Oggel van
een op 1 9 juni jl. bijgewoonde vergadering van de vaste
tweede kamerkommissie van Landbouw mag worden
gekonkludeerd dat t.a.v. werkelijke beleidsmaatregelen
van het ministerie niet al te veel moet worden verwacht.
Budgettaire problemen bij de op tafel gekomen onder
werpen als de zuidwestelijke akkerbouwproblematiek, de
fruitteelt, zoetwatervoorziening, pachtersvoordeel e.d.
zijn een belangrijk struikelblok. Wel heeft de heer Braks
toegezegd speciale aandacht te zullen geven aan de pro
blematiek rond de zoetwatervoorziening.
De voorzitter van de Z.L.M.-akkerbouwkommissie de
heer H.C. VAN DER MAAS gaf vervolgens een over
zicht van een eerder gehouden vergadering van die
kommissie. Hij wees eerst op het feit dat de door het
LEI gekonstateerde kostenstijging in de akkerbouw
van slechts 4% (1980 t.o.v. 1979, dus in één jaar)
verwarrend werkt. Het zou volgens hem aanbeveling
verdienen de landelijke organisaties en het LEI in
kennis te stellen van "onze ergernis over deze op z'n
zachtst gezegd - versluierde informatie".
Volgens de heer Van der Maas moet het LEI niet een reeks
incidentele kostenveranderingen zoals de prijs van poot-
goed e.d. vergelijken maar zich richten op het aangeven
van de trendmatige kostenstijgingen en wel zodanig dat
de meest recente kostenstijging (op jaarbasis) van mini
maal 9% daaruit naar voren komt. Hij zei voorts na bere
keningen tot de konklusie te zijn gekomen dat de suiker
prijsverhoging voor de konsument van 8 cent slechts
voor 2 cent terug te voeren is tot de Brusselse prijsaan
passing voor de bietentelers. Uit de nieuwsmedia is ech
ter naar voren gekomen dat de volledige konsumenten-
prijsverhoging uitsluitend gebaseerd was op de teler
sprijsverhogingen: een aktueel voorbeeld uit een reeks
van misleidende en foutieve informatie over konsumen-
tenprijsverhogingen en hij stelde daarom ook voor de
betreffende instanties (ekonomische zaken en landbouw)
te verzoeken een genuanceerder en waarheidsgetrouwe
berichtgeving te verzorgen bij de aankondiging van
prijsverhogingen.
F a.v'. een in voorbereiding zijnde aktie door het pro-
duktschap en ministeriële instanties voor een beper
king van beschadiging bij oogst en transport van kon-
sumptieaardappelen, deed de akkerbouwvoorzitter de
suggestie dit onderzoek uit te breiden tot "na de
boerderij" dus ook bij de sorteerbedrijven, handel de
taillist e.d. Een dringend verzoek aan het produkt-
schap voor aardappelen vopr zo'n volledig onderzoek
is volgens Van der Maas op zijn plaats.
Een ander onderwerp dat door hem werd aangesneden
waS de situatie van de akkerbouw in het zuidwestelijk
kleigebied. Uit een brief van de minister aan de vaste
kamerkommissie van landbouw was van der Maas ge
bleken dat de heer Braks op basis van hem verstrekte
gegevens de indruk had gekregen dat de kg-opbrengsten
per ha zowel als de geldelijke inkomens van de akker
bouwers zich de laatste twee jaar in gunstige zin ontwik
keld hebben in het zuidwestelijk kleigebied. "Deze on
heuse voorlichting rangschikte van der Maas onder wat
hij noemde "politieke straatjes schoonvegerij". "Onze
verontwaardiging over deze ministeriële informatie dient
De ekonomische resultaten van de Nederlandse land- en tuin
bouw zijn het afgelopen boekjaar verslechterd. Het Landbouw-
Ekonomisch Instituut, LEI, bevestigt deze ontwikkeling in het
Landbouw-Ekonomisch Bericht 1980, afgekort tot LEB, dat over
enkele weken zal verschijnen. De kosten namen in het boekjaar
1979/80 tweemaal zoveel toe als de opbrengsten van de produk-
ten. Het gevolg daarvan is geweest dat het verschil tussen de
berekende werkelijke inkomsten en beloningsaanspraken nog
groter is geworden. Bedroeg het verschil in het voorgaande jaar
zo'n 25%, in het afgelopen boekjaar is het gestegen tot zo'n 35%,
aldus het LEI.
Uit het LEB blijkt dat na de vrij- gunstige uitkomsten van de
melkveehouderijbedrijven in 1978/79, in 1979/80 de gemid
delde arbeidsopbrengst flink is gedaald en wel van 45.700 tot
naar schatting 32.400 op de grotere, en van bijna 20.000 tot
circa 16.000 op de kleinere bedrijven.
Op de akkerbouwbedrijven bleef de gemiddelde arbeidsop
brengst ongeveer gelijk: op de grotere deed zich een daling voor
van 29.700 tot 28.900; op de kleinere een stijging van
13.100 tot f 15.700. Op de grotere gemengde bedrijven met
veel intensieve veehouderij verminderde de arbeidsopbrengst
van 23.600 tot 22.400, op de kleinere bedrijven van
11.500 tot 9.100.
De gemiddelde arbeidsopbrengst op de glasgroente- en de-
glasbloemenbedrijven daalde van 1978 op 1979 sterk: respek-
tievelijk van 21.000 tot 9.000 en van 11.700 tot min
6.900.
Ook op de champignonbedrijven deed zich een daling voor: van
45.300 tot 28.500.
De produktiewaarde van de landbouw bedroeg in 1979/80 naar
schatting 21,3 miljard, ruim 1 miljard meer dan een jaar
tevoren. Vrijwel de hele toename kwam voor rekening van de
arkenshouderij en de pluimveesektor, die een stijging te zien
gaven van respektievelijk 750 miljoen en 300 miljoen. De
roei van de totale opbrengstwaarde was het resultaat van een
kleine vergroting van de produktieomvang (1,5%) en een iets
sterkere stijging van de prijzen 4%).
De produktiewaarde van de glastuinbouw bedroeg in 1979 naar
schatting 3,3 miljard, 7 a 8% meer dan in 1978. Deze toename
was vrijwel geheel het gevolg van een vergroting van de gepro
duceerde hoeveelheden. De kostenstijging wordt geraamd op
ruim 12%, vooral als gevolg van de gestegen energiekosten. Ook
in de glastuinbouw is de achterstand tussen beloning en belo
ningsaanspraken, die in 1978 ca. 25% bedroeg, verder toegeno
men.
In 1979 steeg de uitvoer van voor de Nederlandse land- en
tuinbouw van belang zijnde agrarische produkten met 1,9
miljard, terwijl de invoer met 1,7 miljard toenam. Het saldo
op de agrarische handelsbalans nam derhalve met 200 mil
joen toe tot een bedrag van 10 miljard. De laatste jaren blijft
de groei van de Nederlandse agrarische export overigens achter
bij die van andere EG-landen.
De rechtstreekse bijdrage van de land- en tuinbouw aan het
nationaal inkomen was in 1978 ongeveer 4,5%; tezamen met de
indirekte bijdrage - via toelevering en verwerking- bedroeg de
totale bijdrage in 1978 20 miljard ofwel circa 9%. Van dit
bedrag kwam bijna de helft van de rundveehouderij, terwijl de
intensieve veehouderij en de tuinbouw elk ongeveer 20% voor hun
rekening namen.
én aan de minister én aan de vaste kamerkommissie ter
kennis gebracht te worden. Men zal, zo vervolgde hij, er
wel geen belangstelling voor hebben maar wellicht kun
nen we ondermeer nog eens trachten uit te leggen dat
voor dit jaar de groen be mesters onder graan grotendeels
mislukt lijken, dus de revenuen zullen nog lang op zich
laten wachten. Voorts dient de minister en zijn raadge
vers, zo meende van der Maas, nog eens uitgelegd te
worden dat de geldelijke inkomens over de laatste twee
jaar telkens verslechteren i.p.v. verbeteren. Hij besloot
zijn betoog met de mededeling dat de akkerbouw-
kommissie de gestelde prioriteit in de laatste leden
raadsvergadering onderschrijft te weten de urgentie
van een praktische invulling van het nationaal zelf-
standigenbeleid. Fiskaliteiten in de vorm van een
aangepast premieheffings- en inkomstenbelastingre
gime alsmede de drastische beteugeling van de fiskale
diefstal in de bedrijfsopvolgingssfeer dienen daarbij
volgens de kommissie absolute voorrang te hebben.
(vervolg hoofdbestuursvergadering op pag. 10).