Ga eens de
boer op
erf en
akker
65.000 ha groenten van de
"vollegrond"
D e laatste dagen is het 's morgens
in de vroegte koud en dragen we een
dunne trui tot een uur of acht. Met
een stevige stok in de hand gaan we
dan al het werk bekijken en voelen
we ons soms als een grote rijke ak
kerbouwer uit Noord-Beveland, zo'n
vijftig jaar geleden. Nou niet jalours
worden hoor Huib, dat is flauwekul!
't Is hier niet allemaal rozegeur en
maneschijn, 't Barst van de slangen
en bijne iedere boom die uit de grond
wordt gelicht door de bulldozer her
bergt onder haar wortels wel zo'n
serpent. Meestal zijn het kleine din
gen, maar soms is dat ook anders.
Vorige week tijdens het maaien vin
gen we op één dag twee grote Pyt
hons. Een was van kop tot staart bij
na vijf meter lang. Van zulk krui
pend geniep in het gras schrikken we
nog steeds danig. Eergisteren trapten
we bijna op een jonge Python van
twee meter lengte.
W e hebben onze bruine boontjes
weer in de week staan en over een dik
uurtje kan dat potje op het vuur en
kunnen we daarmee weer genoeg
voedsel voor een dag of vier in de
koelkast zetten. We willen er geen
keukenpraatje van maken, maar we
kunnen er niet omheen dat we naast
het vele veldwerk ook onze vaardig
heid in de keuken moeten bewijzen.
Het leven van een tijdelijk alleen
staand man valt niet mee! Een dub
bele taak. Steels kijken we regelma
tig naar de kalender en tellen we de
dagen die ons nog scheiden van
Corry en de kinderen. Die dagen van
de kalender afkijken dat gaat niet, 't
moet zijn tijd hebben. Overigens ko
men we weinig tekort want we kun
nen beschikken over een goede
voorraad voedsel. Om iedere dag
met de pollepel in het geweer te ko
men is onbegonnen werk, dan eten
we net zo lief brood. We zorgen dat
we een grote pan met het een of an
der hebben en dan scheppen we
daaruit iedere dag wat voer dat we
vervolgens handig versieren met een
schaaltje salade of wat andere
groenten. Daarnaast hebben we ook
nog de zorg voor de was en het
schoonhouden van ons huisje. Te
vens mogen we de tuin niet vergeten,
want nu de bloemen al welig bloeien
willen we toch zeker alles in ere
houden tot Corry persoonlijk de re
sulterende schoonheid van haar in
spanningen zelf kan aanschouwen, 't
Gaat hard hier, want we hebben nu
al boontjes geoogst uit de groenten-
tuin en dat was precies twee maan
den na het zaaien. We hebben het
spul maar in de diepvries gedaan,
want we hadden nog zoveel andere
dingen om te eten. We hebben er het
handboek op nageslagen om te zien
hoe je boontjes diepvriest, wel of niet
blancheren? Wel, dus nog meer werk
aan die rotbonen! Maar dat is alle
maal niet zo erg, veel ernstiger is dat
er op het ogenblik een groot tekort
aan bier is. We kunnen ons iedere
avond één flesje veroorloven en dan
Exkursie 4e jaars leerlingen van de
L.H.N.O. "De Oesterschelp" te Tholen
D e leerstof van het 4e leerjaar La
ger Huishoud- en Nijverheidsonder
wijs voor Kennis der Natuur is inge
deeld in 6 thema's.
Alleenstaand man zet
boontjes in de week
Ga eens de boer op! Dat is een enorme
belevenis, zeker ook voor kinderen.
Het rotste was dat we naar huis
moesten,zei een kind eens nadat het
voor het eerst op een boerderij was
geweest. Er is zóveel te zien.
Nederland? Dat is, zo denken buiten
landers vaak, toch dat land van molens
en klompen en zo, en van tulpen en
van boeren en boerinnen in kleder
dracht? Agrarische zaken kenmerken
het beeld van ons land in den vreemde.
Een beeld, dat het goed doet, maar niet
lijkt op de werkelijkheid. Er is veel
veranderd in agrarisch Nederland.
Wie de boer op gaat zal dat ontdek
ken. Het lijkt zo rustig op het platte
land, maar in werkelijkheid bruist het
in de agrarische wereld van de aktivi-
t ei ten.
Wie de boer op gaat wordt niet ver
welkomd door een mannetje in een
blauwe kiel met rode halsdoek en
een zwart petje op. De boeren en
tuinders van nu zijn moderne on
dernemers. Vakmensen, die, -vaak
samen met vrouw en soms ook met
een of meer kinderen, kapitale be
drijven leiden.
Er is veel veranderd: nieuwe en gro
tere stallen, meer dieren, meer en
betere machines, andere gewassen
op de.akkers en in de kassen, minder
boeren en tuinders, maar grotere en
betere produkties. Een koe bijvoor
beeld, gaf vroeger gemiddeld 2500
liter melk per jaar, als ze nu gemid
deld 5000 liter geeft is dat heel ge
woon. De opbrengsten per hektare
van granen, aardappelen en suiker-
bieten verdubbelden. Of het nu om
akkerbouw, veeteelt of tuinbouw
gaat: de Nederlandse land- en tuin
bouw is toonaangevend in de hele
wereld.
Iedereen die wel eens een bezoek zou
willen brengen aan een boerderij of
tuinbouwbedrijf in ons land kan "de
boer op". Wie een briefkaart stuurt
aan: "De boer op", postbus 91430,
2509 EA 's-Gravenhage ontvangt
gratis een fraai boekwerkje, waarin
de namen en adressen staan van een
kleine 200 gastvrije boeren en tuin
ders.
Behalve de adressen, zijn in het
boekje ook allerlei gegevens (en il
lustraties) over de Nederlandse land
en tuinbouw te vinden. En er staat in
waar men terecht kan als men wil
logeren of kamperen op een boerde
rij. "De boer op" is een aktiviteit van
de Stichting Public Relations Land
en Tuinbouw.
Uit het laatste thema "De Mens en
zijn verantwoordelijkheden" zijn en
kele aspekten gekozen om als projekt
te behandelen. Eén daarvan was b.v.
het onderwerp "huisdieren" waarbij
het ging om honden, katten en een
den maar ook om koeien, schapen
e.d.
Na een uitgebreide behandeling van
het theoretische gedeelte zijn aan
sluitend enkele exkursie's gemaakt
o.l.v. docent K.d.N. dhr. Steveas.
Na gevraagde informatie aan de
voorzitter van de Z.L.M. kring Tho-
len/St. Philipsland en tevens lid van
de beheerskommissie van de school,
dhr. M.J.C. Kosten, werden de kon
takten gelegd met de bedrijven van
de Gebr. Noom te St. Maartensdijk
en de Fam. Koese te St. Annaland.
Met stralend weer vertrokken de
leerlingen vanuit Tholen per Fiets
naar St. Maartensdijk waar men een
gastvrij ontvangen werd op het be
drijf van dhr. Noom en waar men
getuige was hoe en wat er zoal komt
kijken als de dierenarts eraan te pas
moet komen en hoe de melk wordt
opgehaald.
Hierna vertrokken leerlingen en do
cent naar St. Annaland naar de fam.
Koese, ook hier was het verblijf zeer
plezierig.
Bij beide bedrijven was goed het
verschil te zien tussen de manieren
om koeien te houden. Duidelijk was
ook dat de ekonomische opzet van
een bedrijf voor de dieren niet hoeft
te betekenen dat "de dieren erop
achteruit gaan".
Vanuit school zou men het zeer op
prijs stellen wanneer gastheren en
gastvrouwen van de uitnodiging ge
bruik zouden willen maken de dia-se
rie te komen bekijken.
Dit mede als dank voor de gastvrije
ontvangst op de bedrijven. Wat ple
zierig is het als school te weten dat
het mogelijk is exkursies te kunnen
maken, omdat mensen hiervoor tijd
willen vrijmaken.
Zo wordt het mogelijk het geleerde
op school in de praktijk te laten
funktioneren en aanvullen.
J. Provoost.
Bij tuinbouw wordt tegenwoordig vaak gedacht aan tuinbouw in
kassen. Dankzij de glastuinbouw kunnen we bijna het hele jaar
door beschikken over bijvoorbeeld sla, tomaten en komkommers:
Toch beschikt Nederland ook over een belangrijke vollegrond-
stuinbouw, dat is de tuinbouw in de buitenlucht. Zo'n 65.000 ha
wordt hier met vollegrondsgewassen beteeld. Laten we eens kijken
welke gewassen van de "vollegrond" komen. Er wordt in ons land
jaarlijks zo'n 700 ha andijvie geteeld en ongeveer 2.400 ha asperges.
Augurken beslaan een oppervlakte van ca. 800 ha. 2.600 ha wordt
beteeld met bloemkool. Boerenkool beslaat ongeveer 200 ha.
Stamsperziebonen: 6.500 ha. Nóg is Chinese kool met ongeveer 55
ha een klein gewas, maar het areaal is groeiende. Doperwten nemen
zo'n 5.500 ha voor hun rekening. Knolselderij is een nog betrekke
lijk klein gewas, maar bezet toch al een oppervlakte van 2.000 ha.
Koolrabi: 150 ha. Met kroten wordt een oppervlakte van 625 ha
beteeld. Prei vinden we op 1.750 ha. Behalve de sla uit de kas,
verdient ook de buitensla de aandacht: 1.300 ha. Wat de diverse
koolsoorten betreft: die beslaan bij elkaar zo'n 25.000 ha. Uien zijn
ook een belangrijk vollegrondsgewas: 16.000 ha, evenals wortelen
(penen) met een areaal van 3.150 ha. Tenslotte is er nog witlof, een
produkt dat eigenlijk tweemaal wordt geteeld en verhandeld. Eerst
worden de wortels als vollegrondskultuur opgekweekt (op 3.300 ha)
en daarna worden ze binnengebracht om later de getrokken stron
ken te leveren die bij de groenteman zijn te vinden.
den dan is er nooit een tijd van op
tijd beginnen. Voor half zeven moet
alles van de werkplaats zijn. Het lukt,
ronkend en brommend vertrekt de
hele karavaan. De andere teamleden
klagen dat ze er wakker van worden.
Dat zal ons echter een zorg zijn want
wie in de tropen tot zeven uur op bed
wil liggen is niet goed wijs. Terwijl de
zon op een prachtige wijze opkomt
draaien overal de machines en be
ginnen we meteen aan ons dagelijkse
wandelrondje.
O fschoon die beesten volslagen
ongevaarlijk zijn, sprongen we zeker
een meter in de hoogte van schrik.
Maar wij hebben gelukkig stevige
schoenen en dikke sokken en een
echte grote slang zou daar niet door
bijten. De chauffeurs lopen nog gro
tendeels op hun blote voeten. Omdat
iedere machine tijdens het ontbossen
met twee man werkt, moet er altijd
eentje aanwijzingen geven aan de
man die op dat moment bedient. Hij
die dan tussen het gras en de wortels
door moet draven is op zijn dood dat
hij ineens op een slang zal trappen.
Bijen vormen een grote plaag. Hor
den van die kleine uiterst venijnige
bijtjes worden aggressief als de bull
dozer een boom ontworteld waarin
ze een nest hebben. Meestal begin
nen de chauffeurs van de bulldozers
nu al vooraf té ontdekken waar de
bijen huizen. Weten ze dat, dan
wordt er eerst in de buurt van die
struik een houtvuurtje met veel rook
aangelegd, waarna de bijen er van
door gaan en het werk verder kan
gaan...
SCHRIJFKOUTER
Kiberege, 15 juni '80
brengt Jacky en Kristian mee om
hier in Tanzania de grote vakantie
door te brengen. De jongens schrij
ven dat ze er met genoegen naar uit
kijken. Jack wil met alle geweld op
een grote bulldozer werken en Kris
tian wil persé tijgervis gaan vangen
in de Kilombero rivier. Aan ons zal
het niet liggen, want die vakantie
móét een waar hoogtepunt worden
voor de jongens maar ook voor óns,
want daarna moeten en kunnen we
tot december alleen maar schriftelijk
met elkaar kontakt onderhouden.
Wanneer je zo een poosje alleen leeft
begin je al vrij snel speciale gewoon
tes er op na te houden. De radio heeft
bij ons etensbord een vaste plaats
gekregen en de maaltijden worden
zo gepland dat we 's morgens om
negen uur de Belgische Radio ont
vangen, om half twee 's middags
luisteren we naar Radio Nederland
en 's avonds om zeven uur stemmen
we af op de BBC.
Dat alles moet gebeuren tussen het
vele werk door. We zijn er werkelijk
in geslaagd om een strakwerkpro-
gramma in elkaar te zetten. Alle
trekkers en bulldozers draaien nu
volledig in shift. Dat betekent dat we
zelf iedere dag om half zes naast ons
bed staan, vlug scheren, koffie drin
ken en om zes uur gereed staan op de
werkplaats om de chauffeurs te ver
welkomen. Met een zeer vriendelijke
groet als ze op tijd zijn en met een
boze dreigend waarschuwende stem
als ze te laat zijn. In het begin waren
er enkelen te laat. We hebben dat
toen meteen op hun loon gekort.
Hard en soms ook gedaan met
tegenzin, maar als we zo niet op tre
Deze grote Pythonslang raakte bekneld tussen de
rondvliegende messen van de bushmower.
Dezelfde dag sneuvelde opnieuw een knaap van een
Python tussen de maaimachine.
Een van de K.M.F. (Kiberege Maize Farm) mede
werkers poseert er hier mee.
zijn wij nog goed af, want de anderen
in ons blokje van acht kamertjes zit
ten helemaal zonder. Welliswaar een
beetje hun eigen schuld, want die
hebben zichzelf niet op zuinig rant
soen gezet en dan moet je later niet
zeveren als de kist leeg is. Hoopvol
wordt met ieder transport dat naar
het onooglijke plaatsje Ifakara gaat
alles wat we aan leeg biermateriaal
hebben meegegeven maar het komt
iedere keer ook weer terug, helemaal
onder het stof en verder net zo leeg
als toen het wegging. Koffie dat
drinken we nu. Ook veel citroensap
want die citroenen zijn hier gratis te
krijgen. De een of andere missionaris
heeft ooit eens van die citroenbomen
laten planten omdat er in de vruch
ten zoveel vitamine c zit. Je moet een
Tanzaniaan echter geen zure citroen
voorzetten want hij kauwt nog net
zolief het eelt van zijn voetzolen. Het
meest vervelende is echter dat er
geen post komt. Daar kijkje toch wel
erg naar uit. Iedereen hier op de
farm. Wanneer de auto terugkomt
uit Ifakara, waar we een postbus
hebben, heeft iedereen ineens de een
of andere boodschap in de buurt van
dit vehikel en kijkt heimelijk of er
post is. Het probleem ligt niet bij de
schrijvers want die houden zich wel
aan hun belofte. Het probleem ligt
dieper, onder het chassis van een
autobus. Er is een bepaalde maat
schappij die een kontrakt hebben
afgesloten om met hun gammele bus
alle post die bestemd is voor de Ki-
lomberovalley in het hoofdpostkan
toor van Morogoro op te halen. He
laas zijn nu de banden van die bus
versleten en nieuwe banden zijn
meer dan uiterst schaars in dit soms
wat vreemde land. De bus rijdt niet
en nu wordt ook de post niet opge
haald. Wel komen er waarschijnlijk
daaglijks andere bussen voorbij en
zullen er ook wel Landrovers uit Ifa
kara in en langs Morogoro komen,
maar ja die hebben geen kontrakt en
bovendien wat zou je jezelf druk
maken? Een paar weken geleden zijn
we toevallig zelf eens gaan kijken in
het postkantoor in Morogoro met de
vraag of er misschien postzakken la
gen voor Ifakara. Ik geloof het wel
zei de ambtenaar. Met een brede
lach kwam hij terug en zei dat er
maar liefst 15 zakken post gereed
voor verzending lagen. Al een poos
je. We hebben daarna gretig die hele
buit meteen meegenomen en de an
dere dag bij het postkantoor van
Ifakara afgeleverd. Dan wordt
iedereen plots overstroomd met post
en vervolgens is het weer lange tijd
stil tot er iemand opnieuw zo vrien
delijk is om de post op te halen. De
autobus staat nog steeds stil want er
zijn geen banden te krijgen.
O ver een paar weken gaat ook hier
het leven weer zijn normale gang
krijgen. Corry komt weer terug en ze
11