Melkontvangst per RM0 nader
gereglementeerd
Afgravingen aan
(betere) banden!
Geslaagden
H.L.S. te
Dordrecht
Gestegen konsumptie van
eieren en gevogelte
Schelhaas weerlegt alarmverhalen over
kosten EG landbouwpolitiek
Jaarverslag Pluimvee en Eieren
Wegen
Deeloverleg moet beleidsvoortgang op
onderdelen verzekeren
FNZ-bestuur vindt verlaging restituties
onverantwoord
Produktschap voor Zuivel
Steen des aanstoots in de Europese Gemeenschap blijven de uitgaven
van het Europese landbouwbeleid, aldus drs. H. Schelhaas, voorzitter
van het Produktschap voor Zuivel, waarvan het bestuur woensdag 18
juni in Rijswijk in openbare vergadering bijeen was.
De simpele feiten zijn echter dat niet zoals in de dagbladpers wel luidt
dat de Europese landbouwpolitiek 70% van alle Europese uitgaven
opslokt, maar slechts 40%.
Dit, aldus Schelhaas, omdat in de landbouwbegroting ook veel onei
genlijke landbouwuitgaven verscholen zitten, indien deze eruit gehaald
worden dan resteert aan eigenlijke landbouwuitgaven slechts 40% van
het totale EG budget.
Overigens bedragen de uitgaven van
de Europese Gemeenschap slechts
ongeveer 2% van de begrotingsuit
gaven van de negen afzonderlijke
lidstaten.
De EG-uitgaven omvatten nog geen
0,5% van het totale bruto-inkomen in
de Gemeenschap en de negen landen
geven drie maal zoveel uit voor de
eigen landbouw als het totale ge
meenschappelijke landbouwbudget
van de EEG bedraagt.
Ingrijpende beslissingen over het
landbouwbeleid verwachtte Schel
haas niet voor maart 1981, dat wil
zeggen voordat de Franse verkiezin
gen achter de rug zijn.,..
Bedreiging
Een bedreiging voor gemeenschap
pelijk Europa zag Schelhaas in de
opvatting van de Britse premier
mevr. Margaret Thatcher, dat een
land evenveel uit de EG kas moet
terug ontvangen als het erin stopt.
Een opvatting die ook welwillend
oor heeft ontvangen van de Duitse
en de Franse premier en zelfs van
onze eigen minister-president.
Door de rol die Engeland het laatste
jaar heeft gespeeld, is een gevaarlijke
diskussie begonnen over de finan
ciële bijdrage die elk land aan de
EEG geeft. Gaat de politiek van de
"juste retour" door dan wordt het
beginsel van de financiële solidariteit
Op vrijdag 20 juni werden 37 studen
ten van de 4-jarige Hogere Land
bouwschool te Dordrecht gediplo
meerd, te weten:
AFSTUDEERRICHTING: AGRA
RISCHE BEDRIJFSKUNDE
I. T.J. Bor, Noordeloos; 2. L.D. de
Geus, Mookhoek; 3. F.J.M. Govaert,
Groede; 4. J.N.P. Hofmans, Schie
dam; 5. J.A. de Hoop, Gameren; 6.
P. Kappetein, Mijnsheerenland; 7.
J.M. Kole, Ridderkerk; 8. P.J. Kooi
man, Lievelde; 9. H.G. Lammerts
van Bueren, Bunnik; 10. F.B.C.M.
Nabuurs, Wanroy; 11. J. Rijkaart,
Bergambacht; 12. P. Schep, Lex-
mond; 13. H.M. Stierman, Rotter
dam; 14. J.W. Wolters, Rotterdam.
AFSTUDEERRICHTING: PLAN
TENTEELT
15. J.B.M.M. Augustijn, Hoeven; 16.
U.W. Dijkshoorn, Breda; 17. J.A.
v.d. Graaff, Geervliet; 18. W.C.
Harteveld, Den Hoorn; 19. J.H. van
den Hoek, Zevenhuizen; 20. Th. B.
van der Horst, Zwijndrecht; 21.
M.A.J.M. Huysmans, Dinteloord;
22. Ph. J. Jongeneel, Gouda; 23.
R.M. Kapsenberg, Sluis; 24.
A.S.F.M. Koenraadt, Standdaarbui-
ten; 25. W. van der Kooy, Delft; 26.
L.C.M. Mabesoone, Teteringen; 27.
M.H. Meijdam, Rotterdam; 28.
M.D. Moelker, Biddinghuizen; 29.
J.C. Moerland, St. Annaland; 30.
C.I. Mol, 's-Heer Arendskerke; 31.
G. van Nieuwenhuijzen, Middelhar-
nis; 32. F.A. Zevenbergen, Piershil.
AFSTUDEERRICHTING: VEE
HOUDERIJ
33. J.C. Groen, Sliedrecht; 34. F.L.
Jansen, Ouderkerk a/d IJssel; 35.
L.P. Sintnicolaas, 's-Gravendeel; 36.
H.A.F. v.d. Star, Den Haag; 37.
T.A.M. van Vliet, Arkel.
afgebroken en is het einde van de
EEG nabij.
Velen zijn van mening dat met de
Drs. H. Schelhaas.
toetreding van Engeland het paard
van Troje is binnengehaald.
Schelhaas pleitte ervoor dat op de
post van Landbouwkommissariaat
een Nederlander benoemd zal wor
den.
Het hoofdelijk verbruik van eieren in Nederland Is voor 1979 berekend
op 190 stuks, dat is 5 meer dan in 1978.
Dat blijkt uit het Jaarverslag van het Produktschap voor Pluimvee en
Eieren, dat deze dagen is verschenen.
De eierproduktie bereikte in 1979 een rekord met bijna 7,5 miljard
stuks. Het laat zich aanzien dat de produktie nog verder zal toenemen
in 1980, mede gelet op de hogere cijfers van de inleg van broedeieren in
het vierde kwartaal van 1979 en ook daarna.
Dat zal ertoe leiden dat in de tweede
helft van 1980 de eierproduktie gro
ter zal zijn dan vorig jaar.
Van de totale produktie van eieren
In overleg met de Algemene Inspektiedienst van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, de Dienst van het IJkwezen, het Nederlands
Instituut voor Zuivelonderzoek (N.I.Z.O.), de erkende kontrole-in-
stellingen, de Werkgroep Kontroleproblemen bij rijdende meikont-
vangsten (R.M.O.'s) en het Produktschap voor Zuivel, is dezer dagen
de gewijzigde tekst van de Algemene Voorwaarden, verbonden aan het
gebruik van R.M.O.'s, tot stand gekomen.
Deze Algemene Voorwaarden,
waaraan gedurende vele jaren door
deskundigen is gewerkt, zijn - gezien
de in de loop der jaren veranderde
apparatuur en de verder ontwikkelde
inzichten met betrekking tot hef toe
passen van rijdende melkontvang-
sten - onlangs door de voorzitter van
het produktschap vastgesteld. Aan
de zuivelfabrieken en andere be
langhebbenden werd inmiddels een
exemplaar van deze Algemene
Voorwaarden verstrekt. Belangrijke
punten zijn onder meer: de voor
waarden met betrekking tot het
vaststellen van de zgn. omrekenings-
faktor (dit is de faktor, waarmee de
gemeten liters worden omgerekend
in kilogrammen), de monstername,
de behandeling en de eisen, die wor
den gesteld aan de deskundigheid
van de R.M.O.-chauffeurs. Bij de
zgn. melkmetermethode zijn ook de
eisen ten aanzien van de meetnauw-
keurigheid van de volumemee-
tapparatuur van belang. Wanneer de
"peilstokmethode" wordt toegepast
dienen de betreffende boerderij tanks
geijkt te zijn.
Met deze aanpassingen is weer een
stap gezet in de richting van het offi:-
cieel in de reglementen inbouwen
van de methode van de rijdende
melkontvangst.
Volgens het reglement "Bepaling
vetgehalte en gewicht van melk en
room" van het Produktschap voor
Zuivel, zijn de ondernemers van zui
velfabrieken verplicht de van vee
houders ontvangen melk bij de ont
vangst op het bedrijf te wegen. Door
de opkomst van het rijdend mel-
kontvangen werd een aantal hande
lingen, zoals de hoeveelheidsmeting
en monstername, verplaatst van de
fabriek naar de boerderij. Reeds in
1961 werd de mogelijkheid van een
ontheffing in dit reglement opgeno
men om per RMO melk naar de fa
briek te kunnen transporteren. Aan
een dergelijke aan een zuivelfabriek
verleende ontheffing werden door de
voorzitter van het produktschap
voorwaarden verbonden. Bij de
steeds bredere toepassing van de rij
dende melkontvangst ontstond de
behoefte tot het vaststellen van Al
gemene Voorwaarden. Deze Alge
mene Voorwaarden, die in 1975 van
kracht zijn geworden, geven het pro
duktschap de mogelijkheid zoveel
mogelijk uniform op te treden. In
specifieke gevallen konden indivi
duele ondernemers in aanmerking
komen voor aangepaste voorwaar
den.
(Geïnteresseerden kunnen voor na
dere informatie kontakt opnemen
met de afdeling Veehouderij, Zui-
veltechnische en Kwaliteitsaangele
genheden van het Produktschap voor
Zuivel te Rijswijk (Z.H.)
070-907740, toestel 143)
tel.
Behandeling Paardennota uitgesteld
Minister Braks is met de Vaste Kommissie voor landbouw en visserij
der Tweede Kamer overeengekomen, 25 juni a.s. (openbaar) mondeling
overleg te voeren over een aantal zaken, de paardenhouderij betreffen
de. De bewindsman heeft de Kommissie een notitie toegezegd op basis
waarvan dit overleg zal plaatsvinden.
Een en ander is het gevolg van het uitstel door de Tweede Kamer van de
behandeling van de nota "Paarden in Nederland", die was vastgesteld
op 23 juni a.s.
In afwachting van die behandeling
heeft de bewindsman zich zeer te
rughoudend opgesteld en vrijwel
iedere beleidsdaad op dat gebied
opgeschort. Er zijn echter ontwikke-
lingen gaande waarvoor op korte
termijn beleidsuitspraken noodzake
lijk zijn. Hij wees in dit verband op
regionale en partikuliere initiatieven,
met betrekking tot het ontwikkelen
van aktiviteiten in Ermelo, Win
schoten en Limburg. Aktiviteiten,
aldus de bewindsman, waarbij het
gebruik van de normale beleidsin-
werd 35% in het binnenland opge
nomen vergeleken met 40% in 1978.
Meer verbruik pluimveevlees
Het hoofdelijk verbruik van gevo
gelte werd voor 1979 door het Pro
duktschap becijferd op 8.7 kg. ver
geleken met 8,5 kg in 1978. Daarbij
steeg het aandeel braadkuikens van
7,24 kg tot 7,28 kg. In 1977 was dat
nog maar 6,47 kg. De toeneming van
het verbruik is dus in 1979 wel aan
zienlijk vertraagd.
Van 1962 tot 1972 is het binnenlands
verbruik geleidelijk toegenomen,
terwijl het van 1973 tot 1976 onge
veer gelijk bleef en daarna de licht
stijgende tendens in het verbruik zich
weer herstelde. Ongeveer 56% van de
aanvoer van slachtkuikens werd ver
werkt tot een diepgevroren produkt.
De binnenlandse afzet bestaat voor
15% uit een diepgevroren produkt en
voor 85% uit een vers produkt.
Bij de uitvoer vindt 79% plaats als
diepgevroren produkt en 21% als
vers produkt.
Producentenprijzen
De gemiddelde producentenprijs
van eieren die daalde van 2.28 per
kg in 1977 tot 1.89 per kg in 1978.
steeg in 1979 tot 1.93 per kg.
Daarbij is op te merken dat de ge
middelde voerprijs steeg van 55.95
tot 58,30 per 100 kg.
De inkoopprijzen van kuikens door
de slachterijen daalden van gemid
deld 2,00 per kg in 1977 tot 1.93
per kg in 1978, doch stegen weer tot
1,98 per kg in 1979.
Van de totale produktie aan braad
kuikens van 287.189 ton (284.709)
werd 101.921 ton (101.010) in het
binnenland gekonsumeerd.
vdw
strumenten als voorlichting, onder
zoek en onderwijs in het geding is.
Voorts benadrukte minister Braks
dat ook beleidsmaatregelen getrof
fen dienen te worden i.v.m. het
openstellen op 8 augustus a.s. van de
Drafbaan te Schaesberg. hetgeen
met het oog op de daarmee gepaard
gaande werkgelegenheid geen verder
uitstel gedoogd.
Minister Braks heeft 19 juni 19S0 in
Den Haag een petitie in ontvangst
genomen naar aanleiding van de
nota "Paarden in Nederland". De
organisaties op het gebied van de
paardenhouderij en -sport boden
hem die gezamenlijk aan.
Industrie en bouw hebben veel
grondstoffen nodig zoals zand, grint,
klei en mergel.
Grondstoffen, die uit de Nederlandse
bodem moeten wórden opgediept. En
dat gaat vaak ten koste van land
bouw, natuur en landschap. Markant
voorbeeld: de mergelwinning bij
Margraten (Zuid-Limburg). Terecht
worden vergunningen voor afgravin
gen op een goudschaaltje gewogen.
Belangen moeten tegen elkaar wor
den afgewogen. Maar wie neemt nu
de uiteindelijke beslissing en hoe
komt een dergelijk besluit tot stand?
De Raad van advies voor de ruimte
lijke ordening (RARO) heeft hier
over een advies uitgebracht aan de
Minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening.
De RARO, hèt adviesorgaan van de
regering op het gebied van de
ruimtelijke ordening, ziet hier een
belangrijkere rol voor de provincie.
Het rijk zal in een periodiek bij te
stellen beleidsvisie of struktuursche-
ma moeten bepalen wat er in een
provincie per delfstof gewonnen kan
worden. De provincies moeten dit
beleid uitwerken in streek- en pro
vinciale ontgrondingsplannen.
Het is ook aan de provincie om met
de gemeenten overleg te voeren om
tenslotte tot de vaststelling van kon-
krete wingebieden te komen. Dit
laatste zal volgens de RARO kunnen
geschieden d.m.v. met rechtswaar
borgen omklede gebiedsaanwij-
zingsprocedures, waarbij het beleid
van de verschillende partijen, ook
voor wat betreft de uiteindelijke be
stemming en inrichting van het ge
bied, met elkaar in overeenstemming
wordt gebracht.
Een dergelijke gebiedsaanwijzing zal
dan de basis kunnen zijn voor het
verlenen van de daadwerkelijke ver
gunningen volgens de Ontgron-
dingswet.
(Het RARO advies is te verkrijgen
bij de Staatsuitgeverij)
In een telegram aan de Minister van
Landbouw en Visserij heeft het be
stuur van de Koninklijke Nederland
se Zuivelbond FNZ in zijn laatstge
houden vergadering zijn grote veron
trusting uitgesproken over de drasti
sche verlaging van de zuivelexpor-
trestituties.
Men acht een stabiel en op konti-
nuïteit gericht exportbeleid van de
EEG van het grootste belang voor de
Eiiropese zuivelsektor. Door het
thans gevoerde beleid zal onder meer
een breuk ontstaan in de stijgende
zuivelexport van de EEG van de
laatste jaren.
Het bestuur acht de Brusselse maa
tregelen te plotseling en veel te fors.
Gevreesd moet worden dat de zui-
velvoorraden mede hierdoor vol
gend jaar weer zullen toenemen. De
kosten van het Europese zuivelbeleid
zullen daardoor weer oplopen.
In het bijzonder de Nederlandse
melkveehouders zullen hierdoor op
nieuw een grote druk op de melkpnis
tegemoet moeten zien. Ter illustra
tie: de Nederlandse export naar der
de landen bedroeg in 1979 ongeveer.
- vol en mager melkpoeder 300.000
ton
- kondens 360.'XO ton
- boter en boterolie 160.000 ton
- kaas 65000 ton
De export van deze produkten vindt
plaats naar meer dan 150 landen.
Het bestuur is van mening dat het
veel kosten en moeite zal vergen om
de stagnatie inde afzet op de
wereldmarkt die de EEG thans op
roept, weer te overwinnen.
5