Si Het gulle groen van grote bladeren H, I G, KEN E en tuin is meer dan grond waarop wat gras en bloemen groeien. Een tuin is vooral een plek, een oase van groen, waar we onze onrustige dorst moeten kunnen laven aan het gulle rustgevende groen van grote blade ren. Daarom is dit keer niet het kleuraspekt van bloemen of andere plantedelen voorwerp van onze pen, maar het weelderige groen van planten met interessante bladeren. Bladeren die boeien door hun onge wone vorm, hun speels lijnenspel of gewoon door hun royale manier van zijn. Nog steeds slecht bedeeld met vocht Dunnen vraagt veel werk Weer een "droog" verhaal C.J. Nouse Beveland B.V. Z-j o'n oase van rust is eigenlijk niet goed denkbaar zonder daar schaduw en water bij te betrekken. Doen we dat, dan is er weinig fantasie voor nodig om onszelf te wanen onder een open dak van transparant groen waar de wind-en de zon spelen tussen de bladeren, een levendig spel van licht en schaduw dat weerspiegeld wordt in het water. Water dat om zoomd is met royale planten, waar wuivende siergrassen licht ritselen en waar een klein waterspel verfrissend klinkt. Een deel van de tuin zo in te richten, als een intieme hof met een doorkijkje misschien naar een zonnig en kleuriger deel, is alleszins de moeite waard. Planten die meehelpen om de inge togen sfeer op te roepen en die de weelderige rust mee bepalen, kiezen we vooral uit de planten met mooie en grote bladeren. En ofschoon de bladeren het belangrijkste zijn spe len ook de bloemen een meer of minder belangrijke rol. Groot hoefblad, Gunnera en Miscanthus gaande stengels met sierlijk gebogen bladeren kunnen een hoogte berei ken van 3,5 meter. De vorm "Gra- cillimus" is kleiner, fijner en sier lijker. "Silber Feder" bloeit met zil veren bloempluimen het mooist en wordt ongeveer 180 centimeter hoog. Hosta, vrouwenmantel en Ligularia root hoefblad is zo'n typische plant voor een vochtige beschaduw de groeiplaats. De grote, gave, mooi gevormde bladeren sieren het gehele groeiseizoen de tuin. In maart-april, nog voor er bladeren zijn, bloeit deze plant bescheiden met dof rode bloe men. Groot hoefblad heeft als hij het naar zijn zin heeft nogal woeker nei gingen en moet dan in toom worden gehouden. Voor tuinen waar men de ruimte heeft is de Zuidamerikaanse Gun nera interessant. Zeer imponerend zijn de reusachtige soms twee tot drie meter grote bladeren. Op vochtige grond langs grote vijvers is het een schitterende plant. In de winter moet deze plant tegen vorst worden be schermd. Van de siergrassen noemen we het forse siergras Miscanthus sinensis. Van Miscanthus sinensis bestaan er een vijftal kuituurvariëteiten. Grqots is de vorm "Giganteus". De rechtop - osta's behoren tot de mooiste onder de sierbladplanten. Ze zijn dicht bebladerd met grote duidelijk generfde bladeren. Op een enigszins, vochtige, beschaduwde standplaats voelen ze zich het meest op hun plaats en vertonen ze zich in volle glorie. Er zijn een tiental soorten met variëteiten. De verschillen zitten vooral in de bladkleur. Er zijn er met licht groen en goudkleurige blade ren, met donker groene bladeren, met blauw groene bladeren en met witgerande bladeren. De hosta's bloeien met wit tot lilakleurige bloe men aan lange stengels. De gemid delde groeihoogte van hosta's is 30 - 50 centimeter. In de halfschaduw gedijt ook voor treffelijk de zachtaardige vrouwen mantel Alchemilla mollis. Het prachtig gevormde zeegroene blad is erg dekoratief en boven dat sierlijke blad verheffen zich de wijdvertakte geel-groene bloemschermen. Vrou wenmantel stelt prijs op vochthou- dende grond. Forser manifesteren zich de planten van Ligularia. Afhankelijk van de soort heeft Ligularia grote ronde, niervormige of gedeelde bladeren. Heel mooi is Ligularia dentata "Desdemona" met, door de purper kleurige onderkant, donkere rood achtige bladeren en diep oranje bloemen in augustus/september. De in vergelijking met de andere soorten compakte "Desdemona" wordt on geveer een meter hoog. Hoger groeit Ligularia prezwalzkii met gedeelde bladeren en lange trossen donker gele bloemen. Ligularia's houden van vochtige grond en halfschaduw. Zeekool, bereklauw en anderen 'Et eekooi of Crambe cordifolia groeit hoog-en breed uit met grote vlezige bladeren. Bloeit met kleine witte bloempjes aan sterk vertakte stengels die als ware bloemenwolken boven de bladeren verschijnen. Deze tot 180 centimeter hoog groeiende plant verlangt een zonnige stand plaats en luchtige grond. Hoog opgaand is Macleya. Rank opschietend tot ruim twee meter hoog is het een fraaie plant op de achtergrond. Het dekoratieve blad is blauwig overwaasd. In juli-augustus verschijnen de isabellakleurige bloe men in grote ijle trossen. Schilderachtig is de grote bereklauw. De forse bladeren zijn handvormig gedeeld en in juli-augustus..verschij nen daarboven de fascinerende grote bloemschermen. Overigens is het een beetje oppassen geblazen met de be reklauw. De plant scheidt vooral wanneer hij wordt beschadigd een sap af waardoor onder zonnige om standigheden ernstige verbranding van de huid kan ontstaan. Behalve de hier genoemde grote bladplanten zijn er natuurlijk nog een hele reeks planten met interes sante bladeren. We noemen nog Rodgersia, Rheum, Acanthus, va rens, distelsoorten en siergrassen. Moesten wij in de vorige tuinbouw- klanken klagen dat ons THOOLSE GEBIED wel bij uitstek in de droge hoek zit, nu met het schrijven van dit epistel is er nog praktisch geen ver andering gekomen. Inzonderheid de groep op de wat zwaardere gronden laat het zitten met de teelt van zaai- uien, bloemzaadsoorten, witlof en aardappelen. Steeds groter wordt het verschil met de teelten in de wat op- drachtige lichte klei. Juist in de maand juni met zijn lange dagen moet de plant zich zowel boven- als ondergronds volledig kunnen ontwikkelen. Een regelmati ge groei is de beste garantie, dat de gewassen tot een verantwoorde pro- duktie kunnen komen. Inzonderheid is het dit jaar een moeilijk voorjaar geweest. Het vroege, en midden vroege zaaisel, had te kampen met direkt daaropvolgende te grote neer slaghoeveelheden. De daarop vol gende slechter wordende struktuur van de grond werd voor het laatste zaaien soms nog funest, met droog- liggen van het zaad. Als klap op de vuurpijl volgde er in ons gebied, een droogteperiode van nu al bijna twee maanden. Het is echter niet zo dat een te droog jaar op financieel ge bied direkt een slecht jaar zal zijn, maar het is wel triest dat in zo'n jaar dikwijls de inkomens zo sterk ver schillen. Ondertussen worden er regelmatig vroege aardappelen gerooid en ge veild. Het ziet er niet naar uit, dat in de maand juni grote partijen aange voerd zullen worden. Het overgrote deel ook van de vroege is pas in april gepoot en dan moet men er nage noeg drie maanden aan toevoegen om tot rooien te kunnen komen. Het is altijd een pluspunt, wanneer een bij uitstek vroege aardappelteler, deze teelt om de twee jaar kan tóe- passen op dezelfde grond. De vroege aardappelprijs heeft zich in de twee de week juni nog op een behoorlijk peil gehouden, alleen vrijdag 13 juni ging er plotseling een halve gulden per kg af. Juist in de beginperiode kan de dagprijs zéér uiteenlopen zo dat men dit soms moet beschouwen als een lot uit een loterij. Wanneer men echter een zekere teelt gespreid te gelde maakt kan men altijd wel rekenen op een gemiddelde. Naar wij vernemen voldoet het nieuwe vroege ras "premiere" goed in zijn vroegrijpheid. Meestal moet dan nog worden bekeken of hij ook gewild is bij de handel. Dikwijls zijn aaltjes resistente rassen soms weer vlug van het toneel verdwenen wanneer de konsument er geen belangstelling voor heeft. Met het nu warmer wor dende weertype neemt het ongedier te in de teelten ook weer toe. In het winterbloemkoolzaad moest begin juni reeds gespoten worden tegen de glanskever. Ook is het weer opletten hóe of het met de luispopulatie ge steld is, want dit kleine insekt kan in korte tijd zeer veel schade veroorza ken. Dit insekt en de meeldauw zijn er dit jaar wel oorzaak van dat de vergeetmij nieten het iets te vroeg lieten zitten wat te merken zal zijn wanneer men tot dorsen overgaat. Zo is er altijd wel weer wat, waarover men in de zorg zit, maar dit houdt het mensdom dikwijls nog het gezondst. Op ZUID-BEVELAND zijn de oogstvooruitzichten nog steeds goed voor wat betreft de appels. Alle rassen zijn zeer dik bezet met vruchten in het bijzonder de Goudreinetten. Op veel plaatsen is chemisch gedund, want enkel handdunnen met zo'n sterke zetting vraagt ontzettend veel ar beidsuren. Bij de Golden Delicious is de eerste rui waarneembaar, hopelijk zet deze goed door want bijna ieder bloemetje is een appel geworden. Ook bij de Cox zullen er zeker nog veel vruchtjes afvallen, het is nu lange tijd zeer droog geweest en na een droge perio de met daaropvolgend regen kan de natuurlijke dunning zeer hevig zijn, zelfs tot in juli. Maar een zeer goede appeloogst komt er dit jaar zeker op Zuid-Beveland: Dit ligt anders bij de peren. De rui is hevig. Doyenné is wisselvallig, maar op veel plaatsen te dun en ook Beurré Hardy is zeer matig. Ons hoofdras de Con ference kan wederom een goede oogst geven al lijkt het toch iets min der dan in 1979. Opvallend is het aantal langere en scheve vruchtjes bij dit ras, maar deze kunnen er in ju ni/juli nog uitgedund worden. De laatste weken konden we reeds wat oefenen met dunnen, want het ras Benoni vroeg weer ontzettend veel werk, maar de meesten zijn hiermee klaar en ze hangen op één. Bij de pruimen vraagt alleen de CZAR wat dunwerk want de andere rassen hangen over het algemeen net goed, maar op een enkele plaats ook te dun. De bladstand van alle fruitgewassen is gezien de lange droge periode zeer goed en ook de vruchtgroei is nor maal. De jonge pasgeplante perce len moet men beslist water geven, omdat anders stagnatie in de groei optreedt en wanneer potgrond is ge bruikt ook goed nat houden, anders drogen de wortels hier nog vlugger uit dan in gewone grond. In de natuur Onze bijdrage vanuit SCHOUWEN- DUIVELAND zou weer een "droog" verhaal kunnen worden. Want in twee maanden tijds is er op grote delen van ons eiland minder dan 20 mm neer slag gevallen, terwijl er een open wa ter verdampimg tegenover staat van 30 - 60 mm per week. Gelukkig was de beginvoorraad door voldoende neerslag in de eerste maanden van het jaar gunstig. Door boer en tuimder is er de laatste weken al vaak naar de lucht gekeken op een bijna smekende manier. Het is niet zo dat voor alle gewassen en iedere grond al droogte proble men te zien zijn. Het zijn vooral de teelten in de grove groente teelt die de laatste jaren no gal wat naar voren zijn gekomen die het gebrek aan water hard voelen. De winterpeen geeft een erg onre gelmatige opkomst te zien. De witlof is in veel gevallen laat gezaaid. De neerslag van de laatste dag in mei was voldoende om te kiemen, over de verdere ontwikkeling zijn de ge luiden verdeeld. Hetzelfde geldt voor de knolselderij, naast percelen 'met een redelijke stand zijn er ook waar veel uitvallers zijn. De hoge vaste kosten die we ieder seizoen weer op nieuw in een teelt investeren dragen een zo groot risiko met zich mee door kans op mislukking door droogte- schade, dat we ons voor diverse teel ten duchtig afmoeten vragen of deze zonder de mogelijkheid van berege ning nog te handhaven is. Brakwater Onze konkurrentie positie is de laat ste decennia door gebrek aan vol doende zoetwater ernstig verzwakt hebben we echter één ding niet in de hand, het weer en dat is maar geluk kig ook, zo blijft er altijd nog iets te wensen, want wanneer dit Z.L.M.- blad in de bus rolt heeft het mis schien al volop geregend, wie zal het zeggen? ten opzichte van andere streken. Ge lukkig spannen onze landbouworga nisaties zich in, om de goede moge lijkheden die de Grevelingen ons biedt, in de toekomst te benutten. De weg van onderzoek, inspraak en demokratie, is in ons land echter zo lang geworden dat er nog heel wat brakwater door onze sloten zal stro men voordat deze besluitvorming op gang zal zijn gekomen. Wanneer ge duld beloond wordt met een gunstige beslissing dan zullen we nog maar even moed houden. Bij de fruittelers, zijn de appels en peren aan de juni rui bezig. Bij de appels is de vruchtzetting na de bloei zwaar, zodat een stevige rui welkom is. Op uitgebreide schaal is er met vruchtdunningsmiddelen gespoten om de rui te bevorderen. Door ver schillende telers is de Goudreinette met Amid-Thin behandeld' om na de zware zetting de nodige dunning te bereiken. Hoe de resultaten zijn is nu nog te vroeg om te kunnen beoordelen, wel is de Carbaryl op de meeste bedrijven binnen de drie we ken na de volle bloei verspoten. Bij de peren lijkt de Conference over het algemeen een goede oogst te kunnen geven bij de andere rassen is het beeld erg wisselend per bedrijf maar over het gemiddeld maar zeer matig. De CCC geeft wat tegenval lende resultaten te zien, zodat een herhaalde bespuiting nodig is ge weest. Dank zij het droge weer valt tot nu toe de aantasting van bakte- rievuur mée, al vormt de veel voor komende nabloei dit jaar een nieuwe besmettingskans. De perebladvlo steekt weer geducht de kop op. Be strijding van dit insekt blijft een uiterst moeilijk te klaren karwei. De tot nu toe geadviseerde middelen geven een teleurstellende bestrijding te zien op tal van praktijkpercelen. Door enkele telers wordt een 10- daags schema met wisselende midde len aangehouden. De moeilijkste pe riode staat ons echter nog te komen zodat opletten hard nodig is om zwarte peren te voorkomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 9