D,
Wordt EG te groot?
H,
H
H,
D.
KNLC kommentaar
P er 1 januari 1980 heeft de laatste herziening plaatsgevonden van de
kinderbijslagwetten. Op deze datum zijn enkele kinderbijslagwetten
vervallen, nl. De Kinderbijslagwet Kleine Zelfstandigen (K.K.Z.) en de
Kinderbijslagwet voor loontrekkenden (K.W.L.). De K.K.Z. gaf zelf
standigen, die voldeden aan bepaalde voorwaarden (o.a. ten aanzien
van het maximale inkomen) het recht op kinderbijslag voor het le en
het 2e kind. De K.W.L. gaf aan werknemers recht op kinderbijslag voor
het le en het 2e kind.
A
E r zijn echter verschillende situa
ties, waarin de bijdrage van de ver
zekerde in het onderhoud van het
kind in feite wordt verminderd door
eigen inkomsten van het kind of door
vergoedingen, welke ten behoeve
van het kind worden genoten. Daar
I n tegenstelling met het hiervoor
gestelde met betrekking tot eigen in
komsten van het kind zijn inkomsten
uit vakantiewerk tot een bepaald be
drag vrijgesteld van eigen inkomsten
die bepalend zijn voor het recht op
kinderbijslag.
D eze middeling is in de praktijk
van de agrarische onderneming een
aantrekkelijke zaak gebleven, omdat
in deze bedrijfstak sprake is van sterk
wisselende bedrijfsresultaten, zeker
als we kijken naar de akkerbouw.
Om voor middeling in aanmerking te
komen, moeten een aantal voor
waarden zijn vervuld en één daarvan
is dat de ondernemer drie aaneenge
sloten kalender- of boekjaren winst
uit dezelfde onderneming heeft ge
noten. De onderneming moet - an
ders gezegd - 36 maanden aan elkaar
hebben bestaan. Een andere voor
waarde is ondermeer dat een jaar
slechts éénmaal in een middeling
kan worden betrokken, b.v. zijn de
jaren 1973-1974 en 1975 gemiddeld,
dan is de eerstvolgende mogelijkheid
1976-1977 en 1978. Wel mag daar
tussen één of meer jaren worden
overgeslagen.
B
T och gaan ook de meeste andere
leden der EG niet vrij-uit, als het gaat
om schuld aan stagnerende ontwik
kelingen van die EG. In het beleid van
de politici speelt het eng-nationalis
tisch belang nog een zeer overwegen
de rol; niet alleen in Frankrijk, maar
ook in ons land. Wie regelmatig de
meningsvorming in bijvoorbeeld de
Tweede Kamer volgt, krijgt vaak de
indruk dat men daar nog nauwelijks
van de EG op de hoogte is. Hetzelfde
geldt overigens voor het industriële
bedrijfsleven, zowel aan werknemers
sxf//
De bedragen
Voor welke kinderen
aanspraak
Inkomsten kind
Inkomsten uit
vakantiewerk
Aanvragen en inlichtingen
Kosten uitvoer suiker
Per 1 januari jl. is de Algemene Kinderbijslagwet (A.K.W.) zodanig
gewijzigd, dat iedereen nu recht heeft op kinderbijslag voor alle kinde
ren dus ook het le en het 2e kind, mits wordt voldaan aan de voor
waarden voor de verkrijging van kinderbijslag. Dit houdt in dat zelf
standigen met 1 of 2 kinderen nu ook recht hebben op kinderbijslag.
D e kinderbijslagen bedragen met
ingang van 1 januari 1980 per kwar
taal voor:
Eerste kind jonger dan 3 jaar
130-
Eerste kind van 3 jaar en ouder
259-
Tweedekind 420,—
Derde kind 423,—
Vierde en vijfde kind 511
Zesde en zevende kind 564,—
Achtste en volgende kinderen
621,—
anspraak op kinderbijslag be
staat er voor eigen, aangehuwde en
pleegkinderen.
De meest voorkomende situaties zijn
de volgende:
Kinderen jonger dan 16 jaar die thuis
zijn tellen voor één kind. Kinderen
van 16 tot en met 26 jaar die studeren
en al of niet thuis wonen tellen ook
voor één kind, mits de verzekerde dit
kind in belangrijke mate onder
houdt, dat wil zeggen, tenminste
voor 50,— per week.
Kinderen van 16 tot en met 26 jaar
die studeren, niet thuis wonen (bijv.
op kamers) en grotendeels (meer dan
de helft) door de verzekerde worden
onderhouden tellen voor de uitke
ring voor twee kinderen.
Kinderen van 18 tot en met 26 jaar
die studeren, thuis wonen en groten
deels (meer dan de helft) door de
verzekerde worden onderhouden
tellen voor de uitkering voor twee
kinderen. Kinderen van 18 tot en
met 26 jaar die studeren, niet thuis
wonen (bijv. op kamers) en geheel of
nagenoeg geheel (d.w.z. tenminste
90%) door de verzekerde worden
onderhouden tellen voor de uitke
ring voor drie kinderen.
Ook is kinderbijslag mogelijk voor
partieel leerplichtige kinderen, zieke
of gebrekkige kinderen van 16 en 17
jaar en kinderen van 16 tot en met 26
jaar die de huishouding van verze
kerde verzorgen of medeverzorgen.
Voor de onderhoudsvoorwaarde en
telling van deze kinderen kunt u het
beste even informatie inwinnen bij
de S.E.V. van uw Standsorganisatie
of de Raad van Arbeid.
Z oals hiervoor is vermeld, wordt in
enkele gevallen geen onderhouds
voorwaarde gesteld voor de bereke
ning van kinderbijslag. In andere ge
vallen is het verlenen van kinderbij
slag echter afhankelijk gesteld van de
mate waarin de verzekerde een kind
onderhoudt. Zolang de verzekerde de
vereiste bedragen (in belangrijke ma
te, grotendeels, geheel of nagenoeg
geheel) voor het onderhoud van het
kind volledig uit eigen portemonnaie
betaalt, is er geen probleem.
de kinderbijslagwet steunt op het
onderhoudsbeginsel is het duidelijk
dat in deze situaties ook de aanspra
ken op kinderbijslag van de verze
kerde kunnen worden beïnvloed. Als
een kind eigen inkomsten heeft of er
worden door hem vergoedingen ont
vangen bijv. studiebeurs, renteloos
voorschot, die voor zijn onderhoud
worden besteed of geacht worden te
zijn besteed, betekent dat immers
een financiële verlichting voor de
verzekerde. Uiteindelijk gaat het
erom, welke bedragen dan in feite
nog ten laste van de verzekerde ko
men voor de onderhoud van hef
kind.
In de kinderbijslagwet is bepaald,
dat voor het vaststellen van de mate,
waarin een kind wordt onderhouden,
het inkomen van het kind wordt
geacht te zijn aangewend voor het
onderhoud van het kind.
Dit betekent dus, dat een kind het
welk zijn eigen inkomsten niet voor
zijn onderhoud besteedt (maar deze
bijv. op een spaarrekening plaatst)
toch geacht wordt zelf in zijn onder
houd te voorzien tot het bedrag van
die eigen inkomsten.
Onder vakantiewerk wordt verstaan
werkzaamheden, welke van een be
perkte duur zijn en welke verricht
worden in de maanden juni, juli en
augustus.
Bedragen de totale vakantie-inkom
sten van een kind méér dan het be
drag van het wettelijk minimumloon
(thans 1.826.50), dan wordt alleen
het meerdere tot het inkomen van
het kind gerekend. Omdat vakantie
werk als regel van incidentele bete
kenis is en de verdiensten daaruit
vrijwel onmiddellijk aan de vakantie
worden besteed, is het ongewenst
geacht, dat deze inkomsten het recht
op kinderbijslag in gevaar zouden
brengen, vandaar deze vrijstelling.
L et aanvragen van kinderbijslag
moet geschieden bij de Raad van Ar
beid. Op het postkantoor zijn hier
voor aanvraagformulieren verkrijg
baar die na afloop van elk kwartaal
worden ingezonden naar de Raad van
Arbeid in uw provincie. Voor inlich
tingen over de mogelijkheden van
kinderbijslag kunt u terecht bij de
Raad van Arbeid of bij uw boekhou
der of bij de voorlichters(sters) van
uw eigen organisatie. Let wel. Velen
vergeten hun kinderbijslag aan te
vragen volgens berichten in de dag
bladen. U nu toch niet meer zeker!!!
et hoge tabeltarief van de inkomstenbelasting met o.a. een bovenste
schijf van 72% is er de oorzaak van dat in de wet zelf reeds bepaalde
matiging is aangebracht, omdat de wetgever begreep dat het hoge tarief
op bepaalde gebieden onbillijk zou werken.
Deze matiging is aangebracht door instelling van een bijzonder tarief,
hetwelk kan variëren tussen 20% en 50%. Daarnaast is in de wet de
mogelijkheid geboden van middeling van ondernemingswinsten en in
komsten uit dienstbetrekking.
Tijdens een lopende onderneming
geven deze bepalingen niet al te veel
problemen, al blijft de keus van wel
ke jaren te middelen altijd een
moeilijke.
ij het staken van de onderneming
is het zinvol te letten op het juiste
stakingsmoment. Ik doel hierbij op
het kunnen volbrengen van een volle
driejaars termijn. Stel u wilt uw be
drijf beëindigen op 1 oktober 1980 en
u zou kunnen middelen het tijdvak
1978-1979 en 1980, dan is het soms
gewenst de staking van uw bedrijf
zodanig te rekken dat de laatste sta
kingshandeling in 1981 valt. Op deze
wijze hebt u in ieder geval drie volle
aaneengesloten kalenderjaren winst
uit dezelfde onderneming genoten
en is middeling mogelijk.
Het Hof 's Gravenhage kreeg een
soortgelijk geval te behandelen,
waarbij de ondernemer op 25 okto
ber 1972 grond verkoopt, de pacht
van andere gronden op 1 november
beëindigt, de opstallen en de inven
taris op 20 december 1972 verkoopt,
maar op 12 januari 1973 de overeen
komst krachtens de bedrijfsbeëindi
gingsregeling van het Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw tekent. Op 1 november
1972 heeft de ondernemer reeds een
dienstbetrekking aanvaard, waar
door het Hof moet vaststellen dat na
.20 decembe^ 1972 het ondernemen
e uiterst terughoudende wijze
waarop Frankrijk's president Giscard
d'Estaing vorige week Spanje's toe
treding tot de EG benaderde, heeft
heel wat stof doen opwaaien. Toch is
de Franse benadering zeker niet zo
onrealistisch. Ook in landbouwkrin-
gen vragen we ons steeds meer af wat
we eigenlijk met een uitbreiding van
de EG aanmoeten, nu steeds weer
blijkt dat we met z'n negenen doorlo
pend problemen hebben.
De toetreding van landen als Grie
kenland, Spanje en Portugal wordt
nogal eens verkocht als een politieke
noodzaak om daar het demokratise-
ringsproces te ondersteunen. Ik ge
loof daar niet zo in. Immers, dat pro
ces blijkt ook zonder impulsen vanuit
de EG goed op gang te komen.
Bovendien kan toetreding tot een
EG, die zelf met grote interne pro
blemen worstelt, alleen maar frustre
rend werken. De verwachtingen van
de toetredende landen zouden wel
eens veel te hoog gespannen kunnen
zijn. Vooral Engeland wordt veelal
als grootste boosdoener gezien, wan
neer het gaat om de stagnerende
ontwikkeling in de EG en de krisi-
sachtige situaties die daaruit voort
vloeien. Mijns inziens is dat slechts
ten dele juist. Inderdaad wordt in
Engeland veel te eng-nationalistisch
gedacht. De eis rondom de Engelse
bijdrage aan het gemeenschappelijk
budget is daarvan een voorbeeld.
L et is een volkomen verkeerde
voorstelling van zaken als zou de EG
Engeland zoveel kosten. De afdracht
van heffingen aan de grens is immers
in feite geen kostenpost van Enge
land, omdat mén hier slechts als in-
kasseerder aan de EG-grenzen met
derde landen optreedt. Het gaat hier
bij voornamelijk om landbouwpro-
dukten, die Engeland meer dan welk
EG-land ook moet importeren. De
eigen landbouw is immers altijd be
perkt gehouden ten gunste van im
port uit Gemenebest-landen. De
winst voor Engeland zou uit de export
van industrieprodukten naar de rest
van de EG moeten komen. Dat dit tot
nu toe is tegengevallen, is niet de
schuld van de EG, maar van Engeland
zelf. Vooral het vaak niet kunnen
voldoen aan leveringsverplichtingen
door arbeidsonrust heeft hierbij een
belangrijke rol gespeeld. Ook speelt
natuurlijk de nogal verouderde in
dustriële struktuur het land parten.
geen risiko's meer meebracht van
enige betekenis. Toch vond het Hof
de ondertekening van de overeen
komst met de Stichting een zodanig
belangrijk moment in de periode van
liquidatie, dat zij konkludeerde dat
de staking van de onderneming eerst
definitief was na de ondertekening.
En daarmee was dus tevens beslist
dat eind 1972 de onderneming nog
steeds bestond, waardoor de onder
nemer terecht middeling kon vragen
over de jaren 1970-1971 en 1972,
hetgeen hem een restitutie opleverde
van 2.130,—
Di
it voorbeeld laat ons weer eens
zien dat wanneer goed wordt opgelet
en de zaken juist worden afgehan
deld, bepaalde belastingverminderin
gen haalbaar zijn. Bet is daarbij wel
noodzakelijk dat u tijdig omtrent uw
plannen tot staking overleg pleegt
met uw adviseur.
Veerbeek
als aan ondernemerskant. Misschien
is het grootste probleem waarmee we
in EG-verband te maken hebben, wel
dat we er niet in slagen op een aantal
gebieden voor de mensen werkelijk
aansprekende Europese zaken tot
stand te brengen, zoals één paspoort,
één munteenheid en een meer uni
form belastingstelsel.
"e besluitvorming in Brussel en
Straatsburg staat vaak te ver van de
mensen af, doordat ze op het moei
lijke sociaal-ekonomische vlak
plaatsvindt. Kernprobleem is dat een
werkelijk Europees beleid, ook op
voor mensen aansprekende zaken,
een veel grotere bevoegdheid van Eu
ropese organen vergt. Zolang we niet
tot een volledig geaccepteerde be
sluitvorming met meerderheid van
stemmen komen of tenminste af
schaffing van het veto-recht, zal het
wat dit betreft wel kwakkelen blijven
met de EG. Tot zolang ben ik met de
Franse president van mening dat ze
ker de land- en tuinbouw niet gebaat
zijn bij uitbreiding van die EG. Dat
geldt natuurlijk in sterke mate voor
onze tuinbouw, die op redelijke basis
moet kunnen konkurreren tegen deze
zuidelijke landen. Het geldt evenwel
ook voor andere sektoren die dan met
een steeds moeizamer besluitvor
mingsproces worden gekonfronteerd.
Dat wordt zeker niet goedgemaakt
door een iets ruimere afzetmarkt.
Intussen moeten we, na de uitspraken
van onder meer Bondskanselier
Schmidt over de verdeling van "lus
ten en lasten" binnen de EG, vrezen,
dat de toekomst er voor de Europese
Gemeenschap dreigend gaat uitzien.
De grenzen tussen de lidstaten lijken
eerder meer geaccentueerd te wor
den, dan dat ze vervagen, zoals toch
bij voortgaande ontwikkeling het ge
val zal moeten zijn.
LUTEIJN
Wanneer in de Gemeenschap bin
nen de afgesproken maximale quota
geproduceerde suiker naar derde
landen wordt uitgevoerd, kunnen
export-restituties worden toegekend,
als de wereldmarktprijzen beneden
de interne prijzen van de Gemeen
schap liggen. De kosten van de ex
port komen tot een bepaald maxi
mum ten laste van de bietentelers en
de suikerproducenten. Voor de be
groting van de Gemeenschap be
droegen de netto-kosten de afgelo
penjaren:
1974
1975
1976
1977
1978
1979
8 miljoen ERE
28 miljoen ERE
62 miljoen ERE
353 miljoen ERE
462 miljoen ERE
475 miljoen ERE
(1 ERE is ca. 2,75)
Deze bedragen zijn inklusief de kos
ten voor uitvoer van ongeveer 1,3
miljoen ton suiker van de Gemeen
schap, overeenkomende met de hoe
veelheid preferentiële invoer in het
kader van de konventie van Lomé.
Voor 1979 kunnen deze kosten op
380 miljoen ERE worden geraamd.
Uitvoer-restituties worden niet be
schouwd als subsidies aan de lidsta
ten. Ze worden toegekend aan ex
porteurs, die vrij zijn hun uitvoer
vergunningen in welke lidstaat van
de Gemeenschap dan ook te gebrui
ken. De restituties worden betaald
door de lidstaten. De Kommissie
heeft geen bijzonderheden over de
afzonderlijke exporteurs aan wie de
restituties werden toegekend, naar zij
heeft meegedeeld aan Brian Key,
een Brits lid van de socialistische
fraktie in het Europees Parlement.