Mes: Winterbloemkool rijpe
kans op flink extra inkomen
w.
Weinig kans dat wijn en suiker
benzine gaan vervangen
Ook voor akkerbouwer:
D.
H,
D,
M
I
V
V oor de akkerbouwer op Walcheren, de Bevelanden en in
Zeeuws-Vlaanderen is er al jarenlang een uitstekende mogelijk
heid om door de teelt van winterbloemkool een behoorlijke aan
vulling op het jaarinkomen te verwerven. Van deze kans wordt
nochtans maar zeer beperkt gebruik gemaakt. In 1978 bracht 1
ha winterbloemkool, uitgaande van de middenprijs, liefst
18.000,— op. "Daarom, zo zegt de direkteur van de Veiling
vereniging "Walcheren" in Middelburg, de heer E.C.A.A. Mes,
begrijp ik niet dat de landbouw steeds maar zo klaagt over de
uitkomsten. Inderdaad, als ik de cijfers bekijk dan begrijp ik het
wel, maar waarom laat men dan deze kans liggen? De winter
bloemkool is nota bene een extra teelt die na bijv. aardappelen
uitstekend kan en die al jarenlang een zeer behoorlijke extra
opbrengst geeft".
Tevreden
Kraamkamer
Negatief effekt
De teelt
Goede beloning
Door te hoge kosten
Daarmee ondergraaf je de positie
van je eigen regionale veiling en
bovendien maakt de prijs nauwe
lijks iets uit", aldus de heer Mes.
alcheren zou men de kraam
kamer van de winterbloemkool
kunnen noemen. Een aantal jaren
geleden is deze kool uit Bretagne
in Frankrijk naar Walcheren ge
haald door de heer M. Wattel,
toondertijd hoofdassistent van de
tuinbouwvoorlichtingsdienst. De
winterbloemkool bleek het in
Walcheren uitstekend te doen. De
heer Mes: "we hebben hier twee
belangrijke voordelen n.l. het kli
maat dat 's winters vrij zacht is en
de vakmanschap van de Walcher-
se tuinder en boer. Door selektie
is de winterbloemkool vrij onge
voelig geworden voor vorst en tot
10 graden zijn er geen problemen.
Op Walcheren komen lagere
temperaturen door de verzach
tende invloed van de zee rondom,
bijna nooit voor (wel in 1979 toen
de oogst door strenge vorst verlo
ren ging). Mes: "Dat men hier
vakman is blijkt wel uit het sla
gingspercentage van 100% in 1978
en ook uit de reakties van de
kooplui die hier graag de winter
bloemkool kopen".
407.000 waren. Nadien is het niet
meer boven de 400.000 uitgeko
men en dé aanvoer bedroeg in
1978 390.000 stuks. De heer Mes
betreurt dat zeer.
V olgens hem zou hij drie keer
zoveel kunnen verkopen als de
aanvoer er maar was. "Ik heb het
al meegemaakt dat de kopers uit
Holland niet voldoende konden
kopen en dat is natuurlijk een on
gunstige situatie die op den duur
een negatief effekt heeft op de
prijszetting. Probleem is dat we op
Walcheren toch te weinig telen en
we moeten erg oppassen dat an
dere gebieden ons niet overvleu
gelen". In dit verband moet de
heer Mes van het hart dat er telers
zijn die denken dat ze elders een
betere prijs kunnen krijgen.
e teelt van winterbloemkool is
bij uitstek geschikt voor volle-
grondstuinbouwbedrijven en de
kleinere akkerbouwbedrijven.
Van 't jaar voor het eerst hebben
op Walcheren naast tuinders ookf
verschillende boeren de teelt in
hun bouwplan opgenomen. Mes:
dat levert op zich ook geen enkel
probleem op want, en dat is het
aantrekkelijke van deze teelt, je
kan er een arbeidsvakuum dat in
de akkerbouw toch altijd ligt in de
periode september/april mee op
vullen. Die boeren hebben het
volgens Mes uitstekend gedaan.
Telers als Jasperse uit Koudeker-
ke, de gebroeders Jansen en ook
Abrahamse uit Middelburg zijn
tot zeer tevreden stemmende mid-
denprijzen gekomen.
et zaad- en plantmateriaal is
verkrijgbaar bij de Zeeuwse
Groentetelers organisatie. De
planten worden overigens voor
e groei in de winterbloem
koolteelt die men aanvankelijk
verwachtte op Walcheren is er
niet gekomen: In 1972 werden op
de Middelburgse veiling ruim
250.000 winterbloemkolen aan
gevoerd terwijl dat er in 1973
het overgrote deel zelf gekweekt.
De zaaitijd is zo half juni tot be
gin juli. De optimale planttijd
valt begin augustus maar dat kan
afhankelijk van de grondstruk-
tuur en het weer iets later. Het
verdient de voorkeur om de
planten te zetten in afgeëgde
ruggen van vroege aardappelen
maar een strikte voorwaarde is
dat niet.
In september - oktober kunnen
de planten dan nog één of twee
keer worden aangeaard. De
planten staan de winter over en
vragen dan geen of nauwelijks
zorg. De oogsttijd valt omstreeks
half april en duurt tot eind mei.
Dit is tevens de periode waarin
men de handen vol heeft aan het
verzorgen en opsnijden. Voor
enige spreiding van de oogst kan
men het beste twee of drie in
vroegheid variërende rassen te
len. In de praktijk is gebleken dat
men per man ongeveer xh ha aan
kan tijdens de oogst. Vaak schie
ten buren, de vrouw of oudere
kinderen te hulp bij bijvoorbeeld
het afdekken tegen de zon van
nog niet volgroeide kolen, het
uitsnijden en transporteren, of bij
het sorteren en tenslotte het ver
pakken.
aar voor iemand die aan
De aangevoerde winterbloemkool
laat wat de hoeveelheid betreft te
wensen over!
wil pakken staat er een goede be
loning in het vooruitzicht: zelfs in
een slecht jaar bracht de Wal-
cherse winterbloemkool toch nog
altijd 7500,— per ha op!", zo
zegt de heer Mes, die overigens
nog wel betere cijfers in huis
heeft:
De laatste jaren heeft de winter
bloemkool per stuk gemiddeld
0,88 opgebracht. De midden-
prijs van de bloemkool was in
1978 1,14 maar dat is inklusief
de slechtere kwaliteit. Er waren er
ook met een middenprijs van
1,40! Omgerekend en rekening
houdend met verlies aan planten
van 25% (wat wel hoger is dan de
praktijk laat zien), komt men bij
het eerstgenoemde voorbeeld aan
een opbrengst van 15.000 per ha
en bij het tweede van 18.000,-
per ha. bruto! Gezien deze op
brengsten vraagt de direkteur van
de Walcherse veiling zich dan ook
steeds weer af waarom men in de
tuin en akkerbouw deze uitge
speelde kans niet meer benut want
ook een akkerbouwer met liefde
voor het vak zou, zo is de heer
Mes van mening, de teelt van
winterbloemkool met sukses kun
nen bekronen. De bewijzen zijn
geleverd
Wierenga
Aanvoer en prijs winterbloemkool veiling Middelburg
Direkteur Mes: behoorlijke aanvulling jaarinkomen..
aanvoer in stuks
gemiddelde prijs
jaar
aanvoerperiode
in centen per stuk
1974
367.000
beg. april-half mei
109
1975
368.000
eind mrt. -half mei
84
1976
372.000
half april-eind mei
55
1977
346.000
beg. april-eind mei
136
1978
390.000
beg. april-eind mei
84
1979
jpen oogst
1980
beg. april-half mei
128 (kwal. I)
O.
mdat er weinig kans is dat de
energiekrisis afneemt zoeken des
kundigen over heel de wereld naar
alternatieve energiebronnen, vooral
naar bronnen die wat de kosten be
treft in een zekere relatie staan tot
geïmporteerde olie.
n de Europese Gemeenschap is
velerlei onderzoek aan de gang, dik
wijls gesteund met Gemeenschaps
middelen, naar de mogelijkheden
van de kernenergie en het benutten
van golven en getij, wind en zon, om
energie op te wekken.
Bepaalde landbouwprodukten zou
den een andere bron van energie
kunnen zijn en in Brazilië en de
Verenigde Staten, maar ook in
Frankrijk en Italië is onderzoek naar
de mogelijkheden gaande.
James Scott-Hopkins, in het Euro
pese Parlement fraktieleider van de
Europese Demokraten acht dit een
zeer verstandig beleid. Hem interes
seert vooral het gebruik van over
schot-produkten van de Gemeen
schap voor verwerking tot alterna
tieve energie.
Onlangs vroeg hij de Kommissie
welke hoeveelheden alkohol, ge
schikt voor gebruik als brandstof
(door toevoeging aan benzine of in
aangepaste installaties) kunnen wor
den verkregen uit de Gemeenschap
soverschotten aan wijn, suiker en
andere produkten en uit de suiker
van Lomélanden die de Gemeen
schap onder een voorkeurregime
binnenlaat.
Hij wilde ook weten wat de kosten
van produktie van deze alkohol zou
den zijn vergeleken met die van
benzine: wat zou de Gemeenschap
kunnen besparen op de dure oliein-
voer?
Verder vroeg hij hoeveel het subsi
diëren van alkohol uit suiker en wijn
zou kosten (of door direkte subsidies
aan oliemaatschappijen of door ver
mindering van benzinebelastingem)
vergeleken met de huidige kosten
van overschotten.
Een aantrekkelijk denkbeeld, vooral
omdat de suikerproduktie van de
Gemeenschap ieder jaar een gemid
deld overschot laat van 1,2 miljoen
ton en verwacht wordt dat de wijn-
produktie van vorig jaar het verbruik
met ongeveer 24 miljoen hl zal over
treffen.
Met haar cijfers toonde de Kommis
sie echter aan dat de idee niet zo
praktisch is als ze er wellicht uitziet.
Allereerst - hoeveel alkohol zou uit
de overschotten kunnen worden ge
wonnen? Neem het gemiddelde wij
noverschot van de laatste jaren en je
zou 50.000 ton alkohol krijgen. Uit
het teveel aan suiker 770.000 ton.
Voeg daarbij wat uit de preferentieel
ingevoerde suiker zou zijn te halen -
830.000 ton - en je komt tot 1,6 mil
joen ton in totaal.
Omdat het warmtevermogen van
deze alkohol ongeveer twee derde is
van dat van benzine komt een ton
dezer alkohol overeen met 0,7 ton
benzine.
Als we hiervan uitgaan zou de uit
wijn- en suikeroverschotten te win
nen alkohol overeenkomen met
maar 0,24% van de olieinvoer van de
Gemeenschap in 1978.
De omzettingskosten geven nog een
ander probleem. Gezien het huidige
prijsniveau op de landbouwmarkt is
konkurrentie met benzine niet mo
gelijk.
Een liter alkohol maken uit wijn kost
ongeveer 4,71 gulden, uit suikerbie
ten tussen de 1,26 en 1,55 gulden. De
kosten van superbenzine lagen in de
Gemeenschap in augustus tussen de
0,46 en 0,63 gulden.
De subsidies die nodig zijn om uit
landbouwoverschotten verkregen al
kohol als brandstof te gebruiken
zouden moeten overeenkomen met
het verschil tussen de produktiekos-
ten van deze alkohol en de kosten
van benzine (zonder belasting).
Dit betekent dat de subsidie voor
wijn zou moeten liggen om de 4,32
gulden, per liter en voor suikerbieten
om de 1,16 gulden. Daarentegen
komt de steun voor destillatie van
overschot wijn neer op een 1,52'gul
den per liter alkohol en de subsidie
op de uitvoer van suiker die de lagere
prijzen op de wereldmarkt ten be
hoeve van de exporteurs kompen-
seert komt neer op 0,93 gulden.
Een andere moeilijkheid voor het
eventueel gebruik van uit wijn en
suiker verkregen alkohol als substi
tuut voor olieprodukten is de onze
kerheid van de bevoorrading. Die
hangt immers af van de oogst. De
wijnoogst lag vorig jaar - een topjaar
- om de 150 miljoen hl, maar in 1978
bedroeg ze 132 miljoen hl en 128
miljoen hl in 1977.
Wat er op dit gebied gaande is wordt
echter door de Europese Kommissie
nauwlettend gevolgd. Ze steunt ook
met financiële middelen onderzoek
in een aantal landen, waaronder
Soedan en Boven-Volta, naar de
mogelijkheid landbouwprodukten te
gebruiken voor alkoholwinning.
Veel andere ontwikkelingslanden en
vooral landen die met de Gemeen
schap de Overeenkomst van Lomé
hebben gesloten hebben belangstel
ling getoond voor dit soort projekten
en met sommige hunner zijn bespre
kingen aan de gang die tot uitbrei
ding van dit onderzoek zouden kun
nen leiden.
oorlopig ziet het er echter naar
uit dat we bij het laten vollopen van
de benzinetank met het huidige - of
een hoger - prijsniveau hebben te re-
kënen. Spijt daarover moeten- we
maar wegwerken met wijn of een ex
tra klontje in de thee.
(Euroforum)
11