Herstel van landbouwbeleid nodig
Besluitvorming E.G. moet
verbeteren!
KNLC kommentaar
Hoofdbestuur K. N. L. C.
B
W at dat marktbeleid betreft, zul
len nu de betrokken instanties en or
ganisaties alert moeten zijn. Verder
kan de georganiseerde landbouw het
niet bij de 5% laten. De ontwikkeling
van kosten en inkomens moet nauw
lettend worden gevolgd en zo nodig
moeten straks nationaal en in Brussel
passende maatregelen worden be-
E en ander belangrijk agendapunt in
deze hoofdbestuursvergadering was
het nieuwe aardgaskontrakt voor de
stooktuinbouw. Uiting werd gegeven
aan de ontevredenheid en ongerust
heid over de inhoud van dit kontrakt.
Gezien haar verantwoordelijkheid zal
nu de overheid gehouden moeten
worden de glastuinbouw de nodige
hulp te verlenen. Die overheidsver
antwoordelijkheid werd in het hoofd
bestuur ook nog eens beklemtoond
waar het de huidige veenkoloniale
problemen betrof.
Me,,
«fa
E
W,
D e inhoud en de wijze van totstandkoming van de EG-prijsbesluiten
1980/81 - aangenomen dat ze inderdaad bevestigd worden - hebben
naar de mening van het hoofdbestuur van het K.N.L.C. het vertrouwen
van land- en tuinbouw in het EG-landbouwbeleid wel geschaad. Ge
middeld is tot 5% prijsaanpassing besloten, maar er is een kleine "mo
netaire aftrek". Voor sommige produkten is het effekt overigens min
der: bij de melk maar 4% met een hogere heffing (ook bij suiker) en
hogere verwerkingskosten. De kostenstijging is versterkt doorgegaan
sinds het COPA overeenkomstig de geijkte formule 7,9% verlangde. Er
zal dus behoorlijke feitelijke inkomensdaling optreden; de prijsvorming
bij "vrije" produkten als aardappelen, varkens en fruit draagt er het
nodig toe bij.
Winstpercentage OBF
naar 18,7%
Voorzitter Landbouwschap:
D
Geen premie meer voor kippen
WIR-basispremies voor gebouwen
verlaagd
Geslaagden
Groene School
Zorgen om onze welvaart
R,
O
In het KIMLC
intussen...
900 Nieuwe
studenten voor
natuurwetenschap
pelijke richtingen
20.000 ha kavelruil
overschreden
ijzonder - kwalijk en principieel
onaanvaardbaar is de zelffinancie
ring van meerdere afzetkosten, die
nu is ingevoerd: bij de suiker en de
melk eventuele aanzuivering in
1981/82, waarbij voor de melk ook
nog steeds de individuele strafhef-
fing op uitbreiding niet van de baan
is. Grote ongerustheid bestaat er dan
vervolgens over het waarmaken van
de officiële prijzen in het marktbe
heer; de tarweprijsvorming is al dui
delijk onvoldoende. Worden straks
ook voor zuivel de exportrestituties
wel slagvaardig aangepast?
W at nu verder?
De omzet van de Onderlinge Le
vensverzekeringsmaatschappij OBF
U.A. te Leeuwarden steeg in 1979
met 10,3% tot ruim 35,7 miljoen gul
den. Verzekerd bedrag en premies
tand namen beide met 10% toe tot
resp. 3.221.765.969. en
-24.377.496,02 per 31 december
1979. De kostenstijging bedroeg 7%.
Het OBF is een onderlinge levens
verzekeringmaatschappij met bijna
60.000 leden. Naast rechtstreekse
werving worden verzekeringen afge
sloten via assurantie-tussenperso
nen, voornamelijk via assurantie
kantoren van Rabobanken, Fries
land Bank, de standsorganisaties en
een aantal onderlinge schadeverze
keringsbedrijven.
Het winstsaldo bedroeg in 1979
11.350.434,49, ruim 3 miljoen
meer dan in 1978. Na versterking der
solvabiliteitsreserve en reservering
voor vennootschapsbelasting kon
een bedrag van 7.613.490,27 wor
den toegevoegd aan het winstfonds
van de leden, dat daarmee een ni
veau bereikte van rond 31,5 mil
joen. Daardoor krijgt een ieder wiens
verzekering in 1980 tot uitkering
komt 18,7% meer uitbetaald.
pleit. Het hoofdbestuur vond dat de
drie centrale landbouworganisaties
zich hierover moeten beraden. Het
meende voorts, dat nationale be
windslieden en andere politici ervan
doordrongen moeten worden dat
ook het huidige Kabinet, ondanks
schone toezeggingen, heeft gefaald
wat betreft verlichting van de pro
blemen van zelfstandige onderne
mers, met name op het fiskale vlak.
Mede met het oog op de komende
algemene verkiezingen zullen de
kontakten van allerlei aard van de
landbouworganisaties met "de poli
tiek" geïntensiveerd moeten worden
om de agrarische- en zelfstandigen-
problematiek terdege onder de aan
dacht te brengen.
e gebeurtenissen in Brussel naar
aanleiding van de kwestie rond de
Britse EG-bijdrage hebben de land
en tuinbouw lange tijd in ongerust
heid gelaten over het gemeenschap
pelijk landbouwbeleid.
Het kan op deze wijze niet verder
gaan met de besluitvorming in de EG.
De land- en tuinbouw wordt hierdoor
ieder jaar met grote onzekerheid en
bijbehorende panieksituaties gekon-
fronteerd. Het uitblijven van een
werkelijke vooruitgang in de Europe
se eenwording maakt het voeren van
een konstruktief EG-landbouwbeleid
moeilijker. De boeren en tuinders
worden daardoor het meest gedu
peerd, aldus de heer D. Luteijn die 4
mei j.l. voor de eerste keer officieel
als voorzitter van het Landbouw
schap op trad voor de komende twee
jaarlijkse periode.
van het eindadvies over de nationale
landschapsparken onlangs heeft ge
sproken, worden afgeleid dat hiermee
schoorvoetend een beleidsombuiging
gestalte gaat krijgen. De overheid
gaat zich wat terughoudender opstel
len terwijl de praktische uitvoerbaar
heid wat meer aandacht krijgt.
Het eindadvies zal in de komende
maanden door de organen van het
Landbouwschap worden doorgelicht.
Vervolgens zal het Landbouwschap
zijn standpunt over het advies bepa
len.
toenemende zorg konstate
ren we, zo ging hij verder, dat de be
sluitvorming in toenemende mate in
de richting gaat van meer financiële
medeverantwoordelijkheid van de
producent.
Nu voorts de uitbreiding van de Ge
meenschap met drie nieuwe lidstaten
voor de deur staat, is het van het
grootste belang dat in het komende
jaar aan de Europese integratie we
zenlijk nieuwe impulsen worden ge
geven. Vooral de toetreding van
Spanje baart ons grote zorgen. Lu
teijn zei het van belang te vinden dat
er een overgangsperiode van tenmin
ste 10 jaar moet worden aangehou
den. Volgens de voorzitter mag uit de
woorden die staatssekretaris Wallis
de Vries van CRM bij de presentatie
De Tweede Kamer heeft 3 juni 1980
het wetsontwerp tot verlaging van de
WIR-basispremies voor gebouwen
aanvaard. Deze verlaging werd nood
zakelijk geacht t.b.v. een meer ge
richt gebruik van de WIR-gelden.
Voor investeringen in nieuwe gebou
wen daalt de premie van 23% naar
18% en voor die in bestaande gebou
wen van 15% naar 11%. De nieuwe
percentages gelden met ingang van 1
januari 1980.
Of een investering onder het oude of
nieuwe regiem valt, moet beoordeeld
worden naar het tijdstip waarop de
verplichtingen zijn aangegaan (veel
al het bestelmoment). In samenhang
hiermede zal de SIR-heffing voor
gebouwen worden verlaagd van 15%
naar 13%. Deze verlaging zal terug
werken tot 6 december 1979.
In gevallen waarin de verplichtingen
zijn aangegaan op of na 1 januari
1980 maar waarvoor de bouwver
gunning was afgegeven vóór 29 juni
1978 resp. vóór 6 december 1979, zal
de basispremie 9% resp. 20% bedra
gen. Dit geldt alleen voor gevallen
waarin de SIR-heffing van toepas
sing is.
Uitsluiting kippen
Met ingang van 1 januari 1980 wor
den leghennen en voor de eierpro-
duktie bestemde kuikens, niet meer
als bedrijfsmiddel aangemerkt.
Hierdoor kan bij de aanschaf hier
van geen WIR-premie meer verkre
gen worden. De bijzonder korte af
schrijvingsperiode voor kippen en de
kritiek van de Europese Kommissie
hierop, waren mede aanleiding tot
deze uitsluiting.
De lijst van geslaagde
kandidaten examen 1980 van de
Groene School te Kapelle ziet er als
volgt uit:
1. Jaap Bouman te Aagtekerke; 2.
Hans Doorns te Middelburg; 3. Ro
bert Fnmcke te Vlissingen; 4. Kees
Harthoorn te Vlissingen; 5. Henk
Harpe te Gapinge; 6. Adrie Janse te
Oostkapelle; 7. Peter Lauwers te
Lamswaarde; 8. Freddy Louwerse te
Middelburg; 9. Johan Maljaars te
Grijpskerke; 10. Alex Maranus te
Middelburg; 11. Rics Maris te Oos
terhout; 12. Peter Verstraeten te
Oost-Souburg; 13. Christian Traas te
Heinkenszand; 14. Adrie Baas te
Oostdijk; 15. Johan Boonman te
Heinkenszand; 16. Wouter v. Dijke
te Wolphaartsdijk; 17. Niek Gelok te
Goes; 18. René Giese te Ovezande;
19. Leendert Meeuwsen te Oostdijk;
20. Johan Steyn te Hoedekenskerke;
21. Martien Westveer te Kapelle; 22.
René de Winter te Baarland; 23. Sa
rina v. Doezelaar te Terneuzen; 24.
Freddy Besuyen te Veere; 25. Henk
v. Beveren te Krabbendijke; 26. Jaap
Boogert te Goes; 27. Marco de Brui
ne te Kats; 28. John Carton te Hein
kenszand; 29. Rens Davidse te
Nieuwland; 30. Kees Everwijn te
Wolphaartsdijk; 31. Piet Francke te
Biezelinge; 32. Peter Inghels te St.
Jansteen; 33. Leendert Joziasse te
Serooskerke; 34. Piet Kuyper te Ou-
werkerk. 35. Frans v.d. Maas te
Kortgene; 36. Hans Meulenberg te
Kats; 37. Jan Willem v.d. Molen te
Goes; 38. Erik Nieuwdorp te Bieze
linge; 39. Petra Opmeer te Ovezan
de; 40. Roel Schets te Souburg; 41.
Silvia Simons te Souburg; 42. Rudi
Slabbekoorn te Driewegen; 43. Peter
Vijverberg te Ouwerkerk; 44. Piet
Wisse te Ritthem; 45. Johnny Zan-
dee te Kloetinge; 46. Mare Steyn
Hoedekenskerke.
Er zijn 12 kandidaten afgewezen.
en gigantische stijging van de
energiekosten gedurende het laatste
jaar heeft de westerse ekonomiën
onder grote druk gezet. Alles wijst
erop dat het dal waarin onze ekono-
mie is terecht gekomen veel dieper en
hardnekkiger is dan direkt na de eer
ste olieprijsstijgingen van eind 1973.
Een beetje minder meer van alles is
niet meer voldoende om de proble
men het hoofd te bieden. Nu de groei
tot bijna het nulpunt is gedaald wordt
het steeds moeilijker alle verworven
heden van onze hedendaagse welvaart
te financieren.
ok vraag ik me af of we met het
...besprak de Kommissie Verede-
lingslandbouw uiteraard weer de
zorgelijke toestand van de varkens-
markt; terwijl de kosten stijgen, de
konsumptie nu wat vermindert,
stagneert nagenoeg de'export van
varkensvlees naar Italië; er blijkt,
ook Europees, weinig te doen aan de
te scherpe salmonella-kontrole al
daar; hygiëne in slachterijen en be
drijven is de boodschap.
ging dezelfde Kommissie wel ak
koord met de nu uitgewerkte nieuwe
aanpak van de bestrijding van AR
(snuffelziekte) onder varkens, met
o.a. versterkte begeleiding en over
namemogelijkheid op fokbedrijven;
minder te spreken was de Kommissie
over de gang van zaken bij de
pluimvee-ademhalingsziekte ILT,
daar is de Veewet-plicht geschrapt
zonder passende maatregelen.
vond die Kommissie aanleiding
om wat de pluimvee- en ook var
kenshouderij betreft voor te stellen
de overheid te vragen om tijdelijk
energiebesparing te subsidiëren; ook
in deze bedrijfstakken liegen de
energiekosten er niet meer om.
oog op de verdere toekomst er nog
wel verstandig aan doen zo dogma
tisch vast te houden aan het streven
naar volledige werkgelegenheid. Als
we de gigantische bedragen zien die
in sommige sektoren voor het schep
pen van enige, vaak niet rendabele,
arbeidsplaatsen worden uitgegeven,
kan men zich afvragen of dat geld niet
beter besteed kan worden ter stimu
lering van die bedrijfstakken waar
Nederland sterk in staat en bijvoor
beeld tgr vewe^pljjlf.ing van een be-
verdeling "van de aanwezige
de
l uwweg wordt het geld wat we met
z'n allen verdienen in drie richtingen
aangewend, te weten: voor konsump-
tief gebruik door de partikuliere sek-
tor, voor konsumptief gebruik door
de kollektieve sektor en voor op onze
toekomst gerichte investeringen door
zowel partikuliere als kollektieve
sektor.
De laatste jaren is de overheid een
steeds groter beslag op de extra mid
delen gaan leggen. Ter financiering
van overdrachtsuitgaven voor al die
genen die niet meer in het arbeids
proces zijn opgenomen en ter finan
ciering van een als maar uitdijend
overheidsapparaat. Daardoor steeg
het beslag wat de kollektieve sektor
op het in Nederland verdiende natio
nale inkomen legt tot omstreeks 55%.
Hoger dan in welk land ter wereld
ook. Niettemin slaagde de regering er
niet in de eindjes aan elkaar te kno
pen en moest voor de financiering van
de overheidsuitgaven steeds meer een
wissel op de toekomst worden ge
trokken.
Nu er helemaal niets extra's meer te
verdelen valt, lijkt de zaak steeds
verder vast te lopen. Met name de
partikuliere inkomens en de investe
ringen die pas op termijn resultaat
opleveren en vooral de konkurrentie-
positie van de Nederlandse industrie
en landbouw moeten versterken, lij
ken hiervan de dupe te worden. Im
mers, nog steeds blijken politici niet
ertoe te kunnen komen een voldoen
de ombuiging in de overheidsuitgaven
tot stand te brengen. Toch zal
onherroepelijk het niveau van de
overheidsuitgaven omlaag moeten
door de overdrachtsuitgaven kritisch
door te lichten en via vereenvoudi
ging van de hele struktuur van onze
sociale wetgeving tot bezuinigingen
te komen. Hopelijk worden de ideeën
van de Kommissie Veldman nu snel
voor praktische toepassing klaarge
maakt.
tere verdeling^ van o
werkgelegenheid
Ik vind daarom ook de gedachten die
Voedingsbondvoorzitter Schelling
onlangs naar voren bracht op het fu-
sie-kongres van zijn organisatie, al
leszins een diskussie waard: Met na
me waarbij hij het heeft over een voor
een basis-bestaan noodzakelijk ar
beidsloos inkomen voor iedereen met
daar overheen een soort extra inko
men in verhouding tot de geleverde
arbeidsprestatie. Ook al moeten we
natuurlijk ons er doorlopend van be
wust zijn dat we in Nederland niet op
een eiland leven. Dat geldt overigens
ook voor de druk der belastingen.
Hier zal de overheid zich toch wer
kelijk moeten inbinden, wil zo lang
zamerhand niet elke prikkel tot extra
prestatie de grond ingeboord worden.
e moeten er in onze hedendaag
se maatschappij toch voor oppassen
niet te ver door te gaan met een beleid
dat het leveren van waardevolle eko-
nomische prestaties steeds meer ont
moedigt. Meer dan ooit dienen juist
nu de sterke en perspektief biedende
sektoren en bedrijven in ons land,
zoals bijvoorbeeld land - en tuinbouw,
voldoende geruggesteund te worden
om straks onze welvaart te kunnen
blijven garanderen.
Het wordt tijd dat regering en Parle
ment werkelijk tot een toekomst ge
richt beleid komen. Het brandblus-
werk waar men zich nu veelal toe be
perkt geeft immers uiteindelijk geen
uitkomst. Helaas geven eerste kon-
cepten van verkiezingsprogramma's
nog weinig hoop voor een beter beleid
na 1981. Ook voor de belangenorga
nisaties van werknemers, werkgevers
en niet in de laatste plaats zelfstan
digen ligt er een belangrijke taak om
de politiek in de tachtiger jaren op
het goede spoor te zetten.
Luteijn
Landbouwhogeschool
Wageningen
M inister ir. Braks (landbouw en vis
serij) heeft het aantal studenten voor
het studiejaar 1980-1981 voor wat
betreft de propedeuse van de na
tuurwetenschappelijke studierichtin
gen aan de Landbouwhogeschool te
Wageningen vastgesteld op 900.
Zowel de Akademische Raad als de
Onderwijsraad brachten hieromtrent
advies
wits
uit.
Met het gereedkomen van de kavel
ruil "Koelenweg" in Drenthe zal de
totale oppervlakte aan kavelruilen in
ons land sinds het van kracht worden
van de regeling "kavelruil en per
ceelvergroting" de 20.000 ha over
schrijden.
De notariële akte van deze kavelïuil
zal 26 juni a.s. om 15.30 uur worden
gepasseerd in: Café J. Drent, Nor-
gervaart 18, Huis ter Heide (gem.
Norg).
4