"Ingewikkelde procedures
vertragen ruilverkavelingen"
Z.L.M.-ers op
interessante exkursie
door West-Brabant
"In kwantiteitswaterschappen ligt belangrijke
taak voor boeren"
Z orgen zei de heer Lambregts zich
te maken over de financiën die be
schikbaar komen voor de uitvoering
van allerlei werken. Op dit moment is
het nog zo dat de procedurele en ad
ministratieve zorgen groter zijn. De
Plaatselijke Kommissies raken
achter op de planning. Maar de geld
nood ligt wel in het verschiet.
Met betrekking tot de A2-werken zijn
de financiële mogelijkheden al zo ge
ring, dat voorlopig geen nieuwe ver
plichtingen aangegaan kunnen wor
den.
D,
D,
D,
Ir. C.P. Lambregts:
Dijkgraaf A.H. Munters
O
Afwentelen tekorten scheepvaart Mark
en Dintel op landbouw onverteerbaar
Zoet water
Zorgen
Ht
Maalverbod
D,
X ijdens de ledenraadsvergadering van de ZLM werd door de ir. C.P.
Lambregts, H.I.D. voor de landinrichting Noord-Brabant uitleg gege
ven over de stand van zaken betreffende de ruilverkavelingen in West-
Brabant. Hij gaf een kort overzicht van de belangrijkste problemen
waarmee men bij uitvoering en voorbereiding gekonfronteerd wordt.
Het wringt met name bij de procedurele gang van zaken. Dat de voor
bereiding vaak zo erg lang duurt weet de heer Lambregts ook aan
herziening van streekplannen waardoor gemeenten opnieuw hun be
stemmingsplannen buitengebied moeten aanpassen. Planwijzigingen
vragen zo steeds meer tijd en aandacht, reden waarom het naar zijn
mening steeds belangrijker wordt zo weinig mogelijk te veranderen in
reeds vastgestelde en aanvaarde plannen.
ok de relatienota kwam ter spra
ke. Met dit instrument blijkt moei
zamer te werken dan oorspronkelijk
was verwacht. Lambregts: "Buiten
de bijzonder ingewikkelde procedu
re is er bij de landbouw grote arg
waan, omdat men twijfels heeft met
betrekking tot: het onvermijdelijke
van de aanwijzing van deze gebieden
en deze aanwijzingen moeilijk los
kan zien van bepaalde ruilverkave-
lingsaktiviteiten; twijfels aan de vrij
willigheid en twijfels aan voldoende
middelen.
Ik heb begrip voor deze problemen
maar ik vind dit wel jammer, omdat
Twee aparte hoofdstukken vormen
in het Hoogheemraadschap West-
Brabant de Mark en Dintel, rivieren
die in West-Brabant ook een taak
voor de verzorging van de scheep
vaart hebben. Juist deze scheepvaart,
zo vertelde dijkgraaf A.H. Munters,
levert een groot tekort op; aan het
eind van 1980 zal dit zelfs ca. 9
miljoen bedragen. De provincie pro
beert uit deze impasse te komen en
samen met het Rijk en anderen (nog
onbekend wie) de zaak op te lossen,
't Zou zo, stelde hij onverteerbaar
zijn wanneer men de scheepvaart-
lasten zou afwentelen op het onge
bouwd, dus op de landbouw. De
angst, dat door een onvoordelige
eksploitatie van 't Mark-Vlietkanaal
de tekorten nog ekstremer zullen
worden leeft bij velen.
Toch zit er volgens de heer Munters
voor de landbouw nog één positief
punt in 't Mark-Vlietkanaal. De
zoetwatervoorziening op de Vliet,
die met pame in droge zomers niet
verzekerd was, kan nu wel worden
gewaarborgd. Via inzet in de Mark te
Oosterhout kan via het Mark-Vliet
kanaal zoet water in de Vliet komen.
Toch ook nog enkele werkzaamhe
den van 't Waterschap West-Brabant
voor de verdere toekomst. Binnen
niet al te lange tijd zal een zuive
ringsinstallatie aan 't eind van de
verlegde A.W.P. te Rilland Bath
worden geplaatst.
Vele West-Brabantse kernen en in-
dustriën zullen hierop worden aan
gesloten; de tekorten bedragen ca.
140 miljoen. Door de op handen
zijnde centralisaties zullen ontegen
zeggelijk nogal wat nieuwe werken in
uitvoering komen.
naar mijn mening voor velen hierin
goede mogelijkheden liggen, ervan
uitgaande dat er nu eenmaal be
paalde agrarische gebieden in Ne
derland zijn en duidelijk worden on
derkend, waar zodanige natuur- en
landschapswaarden zijn, die moeten
worden beschermd en derhalve geen
rijksbijdrage kan worden verleend in
verbeteringswerken en welke gebie
den men zal trachten planologisch
steeds beter te beschermen".
Hij wees tenslotte ook nog op de
grondverwerving die in de lopende
ruilverkavelingen, met uitzondering
van Willemstad en Zonzeel, een
groot probleem vormt.
Over de heg bij de buurman kijken is een nuttige zaak..
De heer Exel vertelt iets over zijn
akkerbouwbedrijf
oog gezeten in twee bussen en be
geleid door de zon hebben zo 'n 60 le
den van de Z.L.M.-ledenraad maan
dag 2 juni een exkursie gemaakt door
het West-Brabantse werkgebied van
de Z.L,M.! Door ter plaatse goed be
kend zijnde leden werd tijdens de bus-
rit (alle reizigers waren bewapend met
een topografische kaart) gewezen op
allerlei wetenswaardigheden.
"V anaf de Wouwse Tol zakte men
eerst af naar het zuiden. Op de lichte
gronden hier bijna alle vormen van
landbouw zoals veeteelt, akkerbouw,
varkenshouderijen en tuinbouw. Na
de Wouwse PlanRTge passeerde het
gezelschap een bos waar door de
Heidemij (kaal)slag was geleverd.
Een kort bezoek aan veehouder
A.C.J. Brosens was de eerste onder
breking van de rit. Via een kompu-
ter, zo vertelde Brosens de Z.L.M.-
ers, krijgen de melkkoeien de
krachtvoer toegediend, d.w.z. wordt
bepaald hoeveel iedere koe er krijgt.
Algemene indruk was wel dat het
verzorgen van 80 melkkoeien op je
eentje niet zo'n eenvoudige taak is.
Nadat was verteld dat de sierteelt in
de omgeving van Brembosch in op
komst is en het niet slecht doet, werd
door het langs de kant van de weg
staande bordje "kleiaardappelen te
D e kwantiteitswaterschappen krijgen in Brabant met de vele op
handen zijnde veranderingen in het waterschapsbestel, een kans voor de
boeren. Laat ons dan ook zorgen dat we die kans goed benutten. Laten
we bewijzen dat we die taak aankunnen en ook goed uit kunnen voe
ren". Met deze woorden besloot de heer A.H. Munters dijkgraaf van
het waterschap "De Striene" te Fijnaart zijn toespraak voor de op
maandag 2 juni in de Wouwse Tol te Bergen op Zoom bijeen gekomen
leden van de ledenraad der ZLM! 't Is zaak, zo liet hij er op volgen, dat
we als landbouw gezien de vele ervaring en kundigheid die er bij ons is,
ons zegje blijven doen.
verhoging van de waterstanden be
neden Willemstad. Ekstra maatrege
len moesten worden getroffen aan de
dijken vanaf Willemstad tot voorbij
Bergen op Zoom. In 1980 moeten de
werkzaamheden in het zgn. "zwakke
plekken plan" voltooid zijn. In
West-Brabant komt het laatste werk
- het maken van een verhoging en
een verbetering van de sluizen te
Dintelsas alsmede het maken van
een spuisluis - dit najaar gereed.
aarvoor al had de dijkgraaf een
uitvoerig overzicht gegeven van de
ontwikkelingen van het water
schapsbestel in Noord-Brabant van
uit een wat verder verleden naar de
ontstuimige ontwikkelingen van de
laatste decennia. Vooral na de wa
tersnoodramp die ook in dit gebied
toesloeg, wilde het provinciaal be
stuur dat de dijken vanaf Bergen op
Zoom tot Geertruidenberg centraal
beheerd moesten worden.
Het dijk waterschap "De Brabantse
Bandijk" werd opgericht en de taak
die anders de aanliggende water
schappen t.a.v. de dijkzorg hadden
werd door dit waterschap overgeno
men. Mark en Dintel en de Roosen-
daalse en Steenbergsche Vliet waren
de waterschappen die het boezem-
beheer regelden. Een aparte taak
hadden deze waterschappen ook
t.a.v. de scheepvaart. In het Bijzon
der Reglement stond namelijk ver
meld dat er scheepvaart op deze ri
vieren mogelijk moest zijn. In den
lande is dit laatste een unieke situa
tie, zo vertelde de beer Munters.
e ontwikkeling der techniek en de
opkomst van de kuituurtechniek, met
uitvoering van steeds grotere ruilver
kavelingen hebben geleid tot grotere
waterstaatkundige eenheden; in 1958
werd het waterschap "De Striene",
begrensd door Mark, Rodevaart,
Hollands Diep en Volkerak, opge
richt (5 kleinere waterschappen wer
den opgeheven). De grootte van dit
waterschap was 11.000 ha. Daar
van hadden al kleinere koncentraties
plaatsgevonden die leidden tot de
Polders van Halsteren (1185 ha) en
de Gewijzigde Cruijslandpolders
(5250 ha).
Omstreeks in 1960 waren er in Bra
bant nog 120 waterschappen en
per 1 januari J980 waren er nog 44.
oor de flinke getijverschillen
veranderde ook de lozing van de
Mark te Dintelsas. Met veel risiko is
soms gespuid en iedereen die een
beetje van sluizen, stortebedden en
uitschuren afweet, is verheugd dat
najaar 1980 de nieuwe spuisluis het
overtollige Mark- en Dintelwater op
een verantwoorde wijze kan afvoe
ren. De laatste jaren is het verschil
lende malen voorgekomen dat ge
malen die op de Mark uitsloegen een
maalverbod kregen opgelegd om een
te hoge waterstand op de Mark te
voorkomen. Een rol bij de snellere
afvloeïng speelde ook dat de Mark in
de loop der jaren is uitgediept en
aangepast, vertelde de heer Munters
die voor de verdere toekomst nog
heel wat veranderingen voorzag.
Door een betrekkelijk vast peil op
het Volkerak zullen Mark en Vliet
kontinu kunnen lozen. De sluizen in
de Vliet zullen opengaan en wij krij
gen dus een open verbinding met het
benedenpand van deze rivier. Dit
houdt een aanmerkelijke verhoging
in van het thans bestaande peil. Ka
den langs de Vliet moeten worden
aangelegd en natuurlijke lozingen
voorzover nog niet aangepast, zullen
bemalen moeten worden, zo besloot
hij.
e aansluiting van het Hollands
Diep, verklaarde Dijkgraaf Munters,
had voor West-Brabant nogal wat
gevolgen. Het betekende een fikse
Aandachtig luisteren de leden van de ledenraad en een aantal genodigden naar
de lezingen die over het West-Brabantse gebied werden gehouden.
koop" duidelijk dat we het kleige
bied waren binnengereden. In een
stevig tempo ging het via Stand-
daarbuiten (de, vlasteelt heeft hier
plaats moeten maken voor de cham
pignonteelt), het ZLM-landbouw-
huis in Zevenbergen en over het ter
rein van de suikerfabriek van de
Suiker Unie naar het industriegebied
Moerdijk. Voor deze "miskleun van
de eeuw" moesten 20 agrariërs in
dertijd wijken. Zij boeren nu in Fle
voland. In polder De Ruigenhil werd
vervolgens een bezoek gebracht aan
het akkerbouwbedrijf van Exel. Met
de adem van Willemstads uitbrei
dingen in zijn nek vertelde de jonge
boer Exel iets over zijn bedrijf.
Hij werkt met zijn buurman samen
wat de teelt van aardappelen betreft.
Die werkzaamhedenS/aarvoor hoge
investeringen in machines noodza
kelijk zijn, draagt hij op aan loon
werkers (bietenrooier, kombine e.d.)
evenals het zaaien van bieten. Nadat
men zich de verfrissing die hier aan
geboden werd, goed had laten sma
ken, ging de tocht verder. In straf
tempo ging het voorbij het bedrijf
van de heer Kloosterboer in Fijnaart,
passeerden we bij Dinteloord het
enige gebied in West-Brabant dat
nog niet bij een ruilverkaveling is
betrokken en werd het gezelschap
door de begeleiders attent gemaakt
op de in uitvoering zijnde aanpas-
singswerken aan de Vliet. Van de
vroegere koöperatieve vlasfabriek in
Steenbergen zo konstateerde men, is
niet veel meer overgebleven dan een
ruine. Met volgens schema nog tien
minuten te gaan passeerden we
Kruisland waar veel pootaardappe-
len worden verbouwd. Een minuut
over de geplande tijd was men terug
bij de Wouwse Tol om daar in de zon
gezeten een frisse dronk te nemen op
de geslaagde verkenning van het ge
bied West-Brabant dat ondanks de
overal snel oprukkende woning
bouw, zijn industrie, kanalen wegen
e.d. toch mede dank zij de landbouw
erg veel van zijn pracht en schoon
heid heeft weten te bewaren. Het
kompliment van de heer Doeleman
aan het adres van de organisatoren
R. Hoiting en kringvoorzitter J. Ge
luk was, gezien de reakties, volledig
verdiend.
Tijdens de ledenraadsvergadering
van de ZLM in de Wouwse Tol te
Bergen op Zoom heeft de voorzitter
van de kring Zevenbergen, Klundert,
Lage- en Hoge Zwaluwe de heer P.
Groenewegen het voorzittersschap
neergelegd. Dit om ook jonge leden
meer mogelijkheden te geven. In de
17 jaar dat hij voorzitter is geweest, is
het ledental van de kring sterk ge
stegen tot nu de op twee na grootste.
Dit afscheid doet pijn, zo zei hij. Ik
heb het altijd met veel liefde en ple
zier gedaan. De vergadering was
volgens hem tezeer doortrokken met
negatieve geluiden. Waarop Doele
man repliceerde dat de zaken toch
niet anders liggen, gezien de hele
ontwikkeling in met name de akker
bouw. "Wel, zijn er velen die toch in
hun individuele situatie gelukkig zijn
met hun werk en hun bedrijf, dat
dient anderzijds ook gezegd".