Ouwe kous D e opkomst van de fijne zaden in dit kille voorjaar heeft veel te wensen overgelaten. Zelfs bij overzaai gin gen we nog in enkele gevallen voor de tweede keer de mist in. In onze studieklub hebben we diverse ma nieren van land klaarmaken eens op een rijtje gezet en daaruit blijkt, dat bij gebruik van de gladde sleep en de kettingegge een ideale opkomst ver kregen wordt. Alle andere systemen lieten het zaailand te los achter. Rol len voor het zaaien zou misschien een hele verbetering kunnen beteke nen. Los land is beslist geen foute zaak, maar een dergelijk zaaibed moet na inzaai direkt goed nat rege nen. Dat hebben we dit voorjaar ge mist en dat missen we nog steeds. Alle droogte ten spijt draait buur man nog iedere avond zijn klompen voor de deur onderste boven, want mochten ze eens vol regenen. Dat zijn van die trouwe leden welke geen risiko nemen, maar die houden het in de regel toch het langste vol. Onze droogtegevoelige gronden houden het echter niet zo lang vol en vooral de daarop geteelde granen hebben nu al een duw gehad waarvan geen volledig herstel meer mogelijk is. Opvallend op tijd staat de wintertar we in de aren en hier en daar zit al een behoorlijke luisaantasting. De praktijk in Limburg Gele roest rukt op! Graag zoet water!!! Géén sléchte droogte Geen risiko Reeds eind mei werden op een paar percelen wintertarwe in West- Zeeuws Vlaanderen de eerste kleine haarden met gele roestaantasting waargenomen. Het gaat hier voorlo pig nog om percelen met voor gele roest gevoelige rassen als Lely, Cle ment en Tundra. Hiervan komen slechts enkele percelen voor. Bekend is dat bijvoorbeeld Okapi en Donata ip jaren met gele roest er meestal ook bij zijn. Als dit wordt gelezen is dit mogelijk al bekend. Mogelijk 70% van het areaal is Arminda, zodat we ons nog niet al te ongerust hoeven te maken. Langs de Vlaams-Belgische kust komt naar het schijnt veel gele roest voor. In tegenstelling tot enkele jaren ge leden hebben we nu de beschikking over een goed werkend bestrijdings middel; mits we tijdig tot een be spuiting overgaan. Meeldauwaan- tasting in de tarwe is tot nu nog steeds van weinig betekenis geweest. Wel schijnen de luizen wat vroeg op pad te zijn. Voor de meeste percelen was de tweede week van juni dit jaar een geschikte week om tegen afrijpings- ziekte te spuiten. Het grootste deel zal ook wel gespoten zijn. In de gerst komen weinig ziekten voor. In win- tergerst zijn de luizen soms behoor lijk aanwezig. De laatste dag van de meimaand bracht ons gebied dan toch nog wat regen. Er viel 15 mm. Het was beter dan niets, maar natuurlijk veel te weinig voor gewassen als aardappe len, allerlei gewassen op de droogte- gevoelige gronden en pas gezaaide bonen, en witlof. Ook knolselderij heeft veel gebrek aan regen. De af gelopen week werd ook een begin gemaakt met het zaaien van stam- slabonen. Ook hiervoor is nu regel matig wat regen zeer gewenst. Dit jaar is de oppervlakte uitgebreid met 50%. Er zijn nu 17 telers in ons ge- De eerste oogst nl. die voor de Lu- cerne-drogerij is al weer begonnen en het lijkt er op dat het ondanks de droogte toch nog een goede eerste snede luzerne is geworden. Op an dere percelen is er echter nog nau welijks sprake van een gewas, zoals bij het witlof waarvan de opkomst nu duidelijk te wensen overlaat. Ook de knolselderij heeft het met zulk weer toch wel heel erg moeilijk, de op komst van de stambonen en de stamslabonen zou eveneens wat be ter en geregelder moeten zijn. Op de 28ste en 29ste mei heeft O.- Zuid-Beveland zo'n 10 a 12 mm neerslag gehad, op de laatste dag van de maand mei heeft het gehele ge bied overal zo'n 10 mm gehad, 't Leek heel wat maar het is er met zulk warm weer weer heel snel af. Als het zo blijft zullen de gevolgen dan ook niet uitblijven. Zo zijn er nu al op enkele percelen wintertarwe plekjes te vinden waar het vochttekort dus danig is, dat de tarwe niet meer groeit en geheel verdroogt. Al bij al toch een verhaaltje waarbij men toch steeds meer moet gaan denken, is voor ons gebied - Zuid-Be veland - niet de mogelijkheid aanwe zig voor aanvoer van zo^t water om te beregenen. De bescherming met gro tere zeedijken hebben we gekregen - wat nu nog moet gebeuren is een kwestie van enkele jaren. Maar of er ooit nog hoop is dat we achter deze verhoogde en nu veilige zeedijken aanvulling met zoetwater zullen krij gen wordt steeds moeilijker, 't Wordt Groene perzikbladluis, de voornaam ste overbrenger van het vergelings- ziektevirus. bied. Ook met de bestrijding van de aardappelziekte is zo hier en daar al weer een begin gemaakt. Zo te horen neemt de belangstelling voor Rido- mil weer toe, voor de hier nog veel voorkomende kalkrijke gronden, die dus mangaangevoelig zijn, lijkt ons echter het middel Ridomil - speciaal beter gepast. Vorig jaar heeft de er varing ons geleerd niet langer dan 14 dagen te wachten. In bieten worden momenteel nogal wat groene luizen waargenomen. De groene perzikbladluis die de voor naamste overbrenger van het verge- lingsziektevirus is, is evenwel slechts sporadisch aanwezig. We doen er goed aan eerst het spuitadvies af te wachten. Om het hoofd boven water te kunnen houden de komende jaren zullen we de kosten zoveel mogelijk moeten beperken. Dit kan o.a. door pas kosten voor spuiten te maken als dit ook inderdaad noodzakelijk is. We zullen steeds meer op de "kleintjes" moeten gaan passen. echt tijd dat we hier hard aan moeten gaan trekken. In het meest oostelijke gedeelte van ons gebied is op graszaad en tulpen wat beregend. De oppervlakte waar voor mogelijkheden zouden kunnen zijn is zeer klein, misschien 2 a 3% van de oppervlakte in de kuituur- grond in Zuid-Beveland. De wintertarwe begint langzaam maar zeker in aar te komen. De stand is daardoor wat minder zwaar ge worden. Op de meeste percelen is de kleur zodanig dat duidelijk te zien is dat men het N. strooien niet achter wege heeft gelaten. En toch zijn er hier en daar nog percelen waar te duidelijk te zien is dat er nog geen tweede N. gift is gegeven. Het kan nu nog gewenst zijn om op zulke perce len een aanvulling te geven. Het blijkt dat dit jaar er nog al wat larven van het graanhaantje (ook wel graangoudhaantje) op veelal het vlaggeblad van onze tarwe voorko men. De schade is te verwaarlozen en een bestrijding is niet zinvol. Het wordt langzaam maar zeker nu tijd voor de bestrijding van afrijpings- ziekten. 't Zou moeten zijn tussen het in aar komen en de bloei van de tar we. Soms bloeit de tarwe al wanneer de aren nog gedeeltelijk in de schede zitten, de bestrijding moet dan toch niet achterwege blijven. Bij de suikerbieten zien we grote verschillen in stand. Sommige per celen staan goed, andere staan nog klein en onregelmatig. De stand- diehtheid varieert sterk. Ze zitten ondanks de droogte, of misschien zelfs wel door de droogte al vrij diep in de grond. Toch zouden velen de Het Land van Hulst heeft een vrij droge periode achter de rug. Op de dag van het bezoek van Minister Be- laerts van Blokland regende het be hoorlijk; doch zeer plaatselijk. De aanwezige boeren waren blij met de regen, gingen na de toespraak naar huis, waar het echter droog was geb leven. Al met al heeft het toch de laatste 7 a 8 weken tussen de 12 en 40 mm ge regend. Deze weken zijn voor onze gewassen groeizaam geweest, hoewel er op de lichtere gronden gebrek aan water is. Op de zwaardere gronden, zie je tijdens het schoffelen nog vochtige grond. De gewassen doen het toch goed in deze droge tijd. Het vlas zal de achterstand echter niet meer inhalen. De vroeggezaaide bieten, voor zover er voldoende planten zijn, bedekken de grond. De later gezaaide volgen snel. Op veel bedrijven worden er gevechten, met grove middelen, tegen het onkruid gevoerd. Dit geldt ook in de uien. Men kan op afgehar de uien spuiten, het onkruid lijkt echter ook afgehard. Wat de tarwe betreft zijn er nog weinig problemen met ziekten. Op veel percelen is er tegen meeldauw gespoten, de ont wikkeling hiervan is echter nog niet verontrustend. Overal is de laatste N-gift gestrooid, hiervan zal weinig schade, van een eventueel te hoge dosering, worden gezien. In het graszaad werkte het zelfs gun stig. Ook dit jaar zijn de wolken stuifmeel weer waar te nemen. De karwij heeft een mooie bloeitijd, zo dat ook een goede opbrengst te ver wachten valt. De erwten zijn gespo ten tegen de knopmade. De stand van de gewassen belooft veel, dat is zeer belangrijk. Vele faktoren im mers moeten meewerken om een re delijk inkomen te krijgen. Tussen de buien door werd de knol selderij aan de grond toevertrouwd. Dit gebeurde onder vrijwel ideale omstandigheden. De exkursie naar de "Rusthoeve", was interessant en belangrijk voor de toekomst. Ook in onze eigen streek ligt een proefveld voor tarwe. Hier kan veel wijsheid worden opgedaan, hoewel niet iedereen hiervan over tuigd is. Het is toch belangrijk on danks de drukke werkzaamheden tijd af te doen om zo'n proefveld te bezoeken. Ook op de Kring-vergadering van de Z.L.M. kon men wijsheid opdoen, doch gezien de geringe belangstelling van de zijde van de landbouw, was ook hiervan niet iedereen overtuigd. Mi nister Bellaerts van Blokland hield een interessante inleiding en toonde zich een goed lezer van de Z.L.M.- krant. Dit geeft ons toch het gevoel dat de problemen in Den Haag door dringen. Zeker is, dat de Oost Zeeuws-Vlaamse boeren minder be langstelling hebben voor het werk van de Minister, dan de Minister voor de problemen van deze streek. Jammer, het is toch belangrijk, zo iemand in de streek te hebben. bladmassa en de kleur wat mooier willen zien. De stand van de aardappelen valt niet tegen. Hier en daar kan men aan de bladstand zien dat ze toch best wat water zouden kunnen gebruiken. Een flinke regenbui zou best veel nut kunnen doen. Ook voor het vlas zou regen zeker op zijn plaats zijn. De lengtegroei en ook de kg-opbrengst zou gunstig reageren. Zo zou ook bij de erwten de stromassa nog wat kunnen verbe teren. Het stro is nog zeer kort. Bij beide gewassen komen nu de eerste bloempjes voor de dag. Het graszaad bloeit reeds en ook hier is de massa te beperkt gebleven door vochttekort. Nu met de maandag middag dat dit geschreven wordt re gent het wat. We zullen hopen dat het even blijft aanhouden. We kun nen behoorlijke hoeveelheden ge bruiken en verdragen. Laten we echter hopen dat het niet via zware onweersbuien en dergelijke gaat. Wegens vakantie komt de bijdrage van Noord-Beveland voor "uit de praktijk" uit het zuidelijkste puntje van Limburg; de streek rond Slena- ken en Epen. Omdat iedereen wel weet dat het op Noord-Beveland erg droog is en dat er klappen vallen door de desastreuze ontwikkeling van de aardappelmarkt, lijkt het voor een keer interessanter om een indruk te geven van het rijlen en zeilen van de landbouw in dit on-Nederlands stukje heuvelland. We vinden hier het schoolvoorbeeld van de gemengde landbouw d.w.z. akkerbouw in dienst van de veeteelt. De grootste helft van het gebied is echter weiland met zo op het eerste oog wel erg veel bloemetjes van allerlei kleuren, leuk voor de toerist, maar niet zo doelmatig dachten wij. De percelen zijn piepklein en liggen erg verspreid, maar ruil- of herver kaveling zal er om diverse redenen wel niet in zitten. Van het akker- bouwareaal wordt de hoofdmoot ge vormd door de snijmais, een gewas dat ook hier elk jaar een stormachti ge uitbreiding ondergaat, dit ten koste van de twee andere hoofdge wassen te weten granen (ook hier bijna alles wintertarwe) en suiker bieten. De tarwe en ook, misschien onverwacht, de suikerbieten zijn toch wel een stukje achter bij de Zeeuwse produkten, aren zijn er (8 .A. ktualiteiten no. 19 waarin moge lijkheden voor bedrijfsaanpassing uitvoerig behandeld zijn, heeft ons bij herhaling aan het denken gezet. In eerste instantie hebben we land bouwgewassen waaraan we weinig of niets verdienen direkt uit ons bouw plan 1980 geschrapt. Hiervoor heb ben we naar andere mogelijkheden gezocht en deze gevonden in de vol- legrondsgroenteteelt. Voor veel van deze gewassen is beregening gewenst en vooral dit voorjaar noodzakelijk. Met het planten van de spruitkool ondervinden we nu dagelijks het ge mis van zoetwater en vooral bij de dubbelteelten speelt dit ook een grote rol. Op die watervoorziening zullen we nog moeten studeren, want ons principe is om nieuwe investeringen zo laag mogelijk te houden. Een oud gezegde luidt, dat een boer zo weinig mogelijk moet kopen en zo veel mogelijk moet verkopen, maar al die verhalen over die "ouwe kous" zijn allang geschiedenis ge worden. In Smerdiek stopten ze het vroeger in een potje onder de grond om later een appeltje voor de dorst te hebben. Die dorst was eigen in die kringen welke hun schaapjes op het droge hadden. Uit overlevering heb ben we ons laten vertellen, dat in de direkte buurt waar de Thoolse schat begraven lag, het polderbestuur in vroegere tijden iedere zaterdag avond vergaderde en na afloop haar personeel het weekloon uitbetaalde. In een droog jaar hield de dijkgraaf geld over en logisch dat hij dat tijde lijk liet verstoppen om bij eventuele kalamiteiten direkt boter bij de vis te hebben. Toendertijd kon men het geld niet beleggen en dadrom was dit de enige manier om het veilig weg te leggen. We kunnen ons zo een beetje voorstellen hoe onze voorouders in zo'n kleine gemeenschap tussen de vesten hebben geleefd en gewoond. Aan raden en gissen over dc oor sprong van de gevonden schat doen we niet mee en we laten ons ook niets wijs maken. Een openbaar lichaam zoals een polderbestuur uit ver ver vlogen tijden beschikte over regle- juni) nog niet te vinden. Aardappe len ontbreken vrijwel geheel, alleen voor eigen gebruik of voor de cam ping zien we hier en daar een blokje. Zo zagen we een lapje van toch wel een metje dat duidelijk met de hand in de vlakke grond was gepoot. De grote hoeveelheid stenen in deze overigens goede lössgrond zal wel mede debet zijn aan het ontbreken van dit, voor ons (in winst of verlies) belangrijkste gewas. Klagen Het arcadische landschap met zijn holle grindwegen, meidorenheggen, smalle dammetjes en kasteelboerde rijen, brengt ook problemen met zich mee in verband met de misschien wel wat onnodig grote machines. Zo za gen we een trekker die wellicht de helft meer woog dan de daarachter gehangen volgeladen opraapwagen. Bij de poort van de boerderij geko men, bleek dat hij de poort niet door kon, waarop hij zeker een half uur door velden en beemden moest hob belen om de hoeve van de achterzij de te naderen waar de boer rustig op een boomstronk zat te wachten, om de plaats te wijzen waar de kuil moest verrijzen. Overigens, hoezeer het landschap en de bedrijfsvoering hier mogen ver schillen van de Zeeuwse, de boeren zijn precies eender. Ze klagen ook... menten en had uit dien hoofde rech ten. Rechten over de grond in haar werkgebied. Uit de vondsten van Serooskerke en Smerdiek kunnen we lering trekken door te stellen, dat er nog meer onder de grond ligt. Wa terschappen let daarom in deze op uw "saeck", want een gouden vondstje zou de ingelanden zeer welkom zijn. I ngewijden voorspellen dan ook, dat de graanoogst vroeger zal zijn dan vorig jaar. Ons gebied heeft nog steeds geen regen van betekenis ge had, terwijl andere gewesten al dik en dik tevreden zijn met de hoeveelheid neerslag uit meerdere buien. Onder deze omstandigheden valt er hier niets goeds te voorspellen, want we zijn er ons van bewust, dat wij het dit jaar met veel én veel minder zullen moeten doen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 15