D an komt de periode van de se lektie. Hoeveel keer dat we door zo'n gewas lopen hangt ook weer van de mate der virusbesmetting af. Ge middeld toch wel 7 k 10 keer. Na het poten wordt het areaal opgegeven bij de Keuringsdienst. We krijgen van hen een rekening van 100,— per ha te voldoen na aangifte en later na 10 jarig gemiddelde teeltresultaten De teelt Selektie en klasse Het gaat over de periode 1974 tot en met 1979, geldend voor zijn bedrijf. Opbrengsten per ha Klasse A. 1974 1975 1976 1977 1978 1979 Gem. 28/35 9480 7670 7030 8520 5380 10970 8180 35/45 18500 15960 12130 12150 16450 12660 14640 45/55 1700 1960 2430 620 2620 1190 1750 25/28 1000 770 1400 1260 590 1740 1130 25/55 30680 26360 22990 22550 25040 26560 Z57ÖÖ I eder jaar is weer anders, zegt Ko. Het afgelopen teeltseizoen heb ik te maken naar mijn mening, met een opbrengstderving van circa 10%. Dat is gekomen door de overvloedige re genval in het voorjaar. Ondanks het feit dat ik een uitstekende drainage in al mijn grond heb heb ik toch te kampen met verzopen plekken. De grond ligt niet overal even mooi geëgaliseerd en door die slagregens is het water naar die lage plekken ge stroomd. De slempgevoeligheid komt dan toch om de hoek, want je krijgt een dichtgeslibde bovenlaag waardoor geen water meer kan weg- zakken..Ook beschik je dan over een perfect drainagesysteem dan helpt dat natuurlijk niet meer. Toch meen ik met de laatste 10 jarig gemiddelde opbrengst van 27270 kg. 25/55 poot- goed per ha niet slecht uit de verf te komen. Bij mij gaat er overigens geen aardappel verloren. Ook de kriel en het uitdraaisel niet. 21,5% gaat in de voersector. De opbrengst van 1979 bedroeg 28470 kg per ha bruto. Het had zoals ik al zei naar mijn mening 10% hoger kunnen zijn. O ok de rest van mijn produkten deden het goed in 1979. Bij de sui kerbieten had ik in het begin met pech te kampen, door de zware re genval, en de hagelschade, was ik genoodzaakt het gewas opnieuw te zaaien. Op 10 mei werd er voor de tweede keer gezaaid terwijl de sui kerbieten werden gerooid eind no vember. Dat is laat, ook op deze lichte grond, want het kan dan slecht uitkomen waardoor het te nat is en de struktuur van de grond danig lijdt. Het is goed afgelopen. De opbreng sten waren in mijn ogen goed. Ik oogstte gemiddeld 54320 kg per ha met een gemiddeld gehalte van 16,89%. Overigens ligt m'n 10 jarige gemidd. wat suikerbieten betreft hoger want dat komt aan 59370 kg/ha en 16,41% suiker. Het 10 jarig gemiddelde van mijn uien, gerekend naar aflevering half maart, ligt op circa 51200 kg per ha. In 1979 heb ikdirekt op 't land verkocht. Ik leverde 69.300 kg uien per ha netto af. Nou moet ik er bij zeggen dat de uien gedurende het hele teeltseizoen bijzonder vlot zijn gegroeid. Jammer toch wel een beet je zegt Ko, dat ik iets te vroeg heb verkocht en daarom de betere prij zen die zich later in het seizoen aan boden heb gemist. Het is interessant om wat meer cijfers te weten, en Ko is best bereid om er mee voor de dag te komen. Tienjarig gemiddelde bij de conservenbonen ügt op 12.230 kg per ha. Wintertarwe gemiddeld 5560 kg en in 1979 6600 kg ha en een stro opbrengst van 4370 kg per ha. Alle grond is rond het be drijf gelegen. Op 8 ha en de gebou wen na is het pacht. Ook de opvol ging lijkt verzekerd, zegt Ko, want van mijn acht kinderen, is er nu één zoon volledig werkzaam in het be drijf. Mijn andere zoon en ik zelf ook, hebben nu een kleine machine fabriek. We hebben nl. een paar jaar geleden de produktie van de beken de Baselier fresen hier in Kruisland, ter hand genomen. Óm dat geheel goed op poten te zet ten vraagt ook veel aandacht maar ik moet zeggen dat we in de goede richting koersen met ons produkt. Via Leonard Lang kunnen we met onze fresen vele landen van Europa bereiken. 'tl s spijtig dat we dit jaar met een groot overschot aan pootaardappe- len blijven zitten. Het zal veel telers geld kosten, dat staat vast, zegt hij zorgelijk. Jammer natuurlijk wan neer men bekijkt met hoeveel zorg het produkt is omringd. Ko is een ervaren kenner en zijn idee van pootgoedtelen zal misschien weer anders liggen dan bij collega's. Hij vertelt er dit over: In het najaar geef ik reeds de kalibe mesting. Dat doe ik met het oog op het voorkomen van zoutschade in het voorjaar. De rest van de bemes ting volgt dan in het voorjaar. Ik strooi 80 kg zuivere stikstof per ha, 95 kilo fosfaat en in het najaar heb ik dus al 240 kg zuivere kali gestrooid. Zodra de grond het toelaat wordt die in één keer bewerkt met een Roter- ra-egge. We maken heel egaal een laag van 8 cm losse grond. Ik streef naar een zo ondiep mogelijke bovenlaag. Onder de knol wil ik on geveer 4 cm losse grond. Het poten gebeurt met een vierrijige Hassia machine volautomatisch. Zo'n werk zou je helemaal alleen kunnen, maar 't scheelt stukken in de werksnelheid, wanneer je een AOW er of een jonge kerel hebt die je helpt bij het vullen van de voorraadbak en ook meerijdt op de machine en een oogje in het zeil houdt. Toch vind ik in feite de kapaciteit niet zo belangrijk, want de kwaliteit van het poten is vanzelf sprekend veel interessanter. Het bedrijf van Adriaanse te midden van de uitgestrekte landerijen. Wanneer ik spuit ter bestrijding van onkruid gebruik ik zo'n 2,5 kg Ivo- rin-super per ha. Het spuiten doen we niet zelf en wordt geheel overge laten aan de loonwerker die hier vlak bij mijn bedrijf woont. Mijn zoon heeft er geen ambitie voor en ook ik zelf zie het niet zo zitten. Ik vind dat ik die tijd aan spuiten beter anders kan besteden. Bovendien vind jk het verkeren tussen al die kwalijke dam pen ook niet zo'n prettig vooruit zicht. Daarnaast voeren wij voor on ze buurman de loonwerker ook wel eens andere arbeid uit en als we dan uiteindelijk de rekening opmaken dan blijft er voor beiden weinig meer te betalen over. Het aantal keren dat de spuitkar van stal moet worden gehaald, varieert ieder jaar. Het af gelopen jaar hebben we b.v. niet één keer tegen de luizen behoeven te spuiten. Dat kan in andere jaren ge heel anders liggen. De heer Adriaanse houdt een oogje in het zeil. de definitieve keuringsuitslag nog eens 100,— per ha. Totaal dus 200,— Gelukkig krijgen we nu via de overheid daarvan een bedrag van 80,— terug. Dat is dan het eerste lichtpuntje van de maatregel die van der Stee heeft genomen om een aan deel van de keuringskosten als over heid op zich te nemen, zegt Ko te vreden. Het selektiewerk doen mijn zoon Kees en ik samen. Omstreeks half juli krijgen we de rooidatum te ho ren. Het tijdstip hangt ook weer sa men met de klasse pootgoed die men vermeerdert en de luizen situatie. Wij houden het op de A klasse, die in mijn ogen voor de pootgoedteler het meeste rendement afwerpt, zegt Ko. Ook voor de consumptieteler is het A uitgangsmateriaal het beste. Beter pootgoed is in dit geval naar mijn mening alleen maar een overbodige luxe. Voor dat tot het doodspuiten wordt overgegaan, voer ik zelf eerst het loofklappen uit, zegt hij. Onge veer 10 dagen na het doodspuiten begin ik met rooien. Dat is zo mijn idee, want naar mijn mening voor kom je daarmee o.a. de kans op een rizochtonia besmetting. Het rooien wordt door de loonwer ker uitgevoerd, terwijl we zelf het transport leveren. Ik beschik hier over voldoende opslagruimte. Ik kan 300 ton mechanisch koelen en daar naast heb ik nog ruimte voor 800 ton buitenluchtkoeling. Na het rooien gebruik ik eerst alleen maar de bui tenluchtkoeling. Dat is de goed koopste manier van opslag. Iedere avond loop ik oplettend rond mijn gebouwen met in mijn achterhoofd het meest recente weerbericht. Wan neer de temperatuur het toelaat maak ik zolang mogelijk gebruik van de buitenluchtkoeling. Als het kan is er veel te automatiseren, maar toch vertrouw ik wat de koeling betreft alleen maar op mijn eigen waarne mingen. Als een boer die zijn vee 's avonds afvoert, zo kontroleer ik in die tijd iedere avond mijn aardappe len. Mechanische koeling is vrij duur en als ik nogmaals zou moeten be sluiten tot de bouw daarvan zou ik het misschien niet doen. Maar laat ik eerlijk zijn, in die jaren dat we van het pootgoed en de uien uitstekende prijzen vingen komt zo'n besluit tot de bouw ervan tot stand. Tijdens het rooien volgt er een kon- trole op de Phoma besmetting en in dien dat nodig is worden voor de nacontrole ook nog monsters geno men. Van omstreeks half augustus tot half oktober is het dan in het pootgoed heel rustig bij mij op het bedrijf. Na het sorteren gaat er !6 van de opbrengst onmiddellijk weg via de handel. De rest, deel dus, wordt dan in de mechanische koeling ge bracht. De helft daarvan gaat later in het jaar meestal weer weg via de handel en de andere helft wordt af geleverd bij de consumptieteler die rechtstreeks bij mij zijn uitgangsma teriaal heeft besteld. Vooral Limburg en aati enkele boeren in West-Bra bant. In zekere zin begrijp ik per soonlijk niet waarom er niet meer direkte handel is tussen consumptie- te.ler en pootgoedteler. Tijdens het sorteren komt de keur meester dagelijks het produkt kon- troleren. We moeten daar voor z.g. plomberingskosten betalen, die nu op 1,30 per 100 kg liggen. Daarvan neemt nu in het kader van de keu- ringskostenbijdrage, de overheid 32 cent voor haar rekening. Vervolgens kennen we nog een bijdrage aan de STOPA van 40 cent per 100 kg. Ver der moeten we via het Landbouw schap nog een extra heffing aan het STOPA voldoen die kan variëren al naargelang het kwantum dat bij het STOPA wordt ondergebracht en dat zal ongetwijfeld dus invloed hebben op de hoogte van de heffing, zegt Ko. M. van Wezel Ongeveer een dag of acht vqor de opkomst begin ik aan het fresen van de ruggen. Er zit een gevaar aan dat je dan door het natte weer wordt tegengehouden. In '78 overkwam mij dat, door de vertraging en het verge vorderde groeistadium van de aard appels kon ik geen chemische kruid- bestrijding meer toepassen. Ik vrees de toen dat mijn gewas onder het onkruid zou schieten, 't Viel mee. Het Iaden van de vrachtwagen dient voorzichtig te gebeuren! 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 13