Ko Adriaansen in Kruisland, en de pootgoedteelt w aarom een uitstekend arbeids loon, wel, zegt hij omdat wij alles aan selectie en de sortering zelf doen. G, I k zou niet weten waarom ik alleen het ras Bintje teel. Ik heb in het ver leden meerdere rassen geteeld. Ben D K Kwaliteit is ons grootste wapen Zelf sorteren wordt betaald. Te fijne sortering en veel gelegenheidstelers. 'tl s spijtig dat de prijs van het poot goed dit jaar erg laag ligt. Mensen die niet tijdig hebben verkocht zullen' er geen cent aan verdienen en zelfs hun eigen arbeid niet vergoed krij gen meent Ko. Oogstjaar 1979 ken merkt zich om zijn grote areaal, 't Grote aantal knollen per plant en daardoor fijne sortering. 12 Pootgoedteelt is arbeidsintensief,. Bouwplan op slempgevoelige grond. Behandeling. Kosten en opbrengsten 99 De aardappelbewaarplaats waar de temperatuur goed in de gaten wordt ge houden. K o Adriaansen in de Boonhil in Kruisland staat bekend als een goede boer. Zelf zal hij dat wat beduusd tegenspreken, maar de feiten liegen er niet om. Wie langs zijn bedrijf komt, of het nu zomer of winter is, zal daar altijd een beeld van uiterste verzorging in zijn gedachten van overhouden. Adriaansen is naast akker bouwer in de eerste plaats een ervaren pootgoedteler. Daar ben ik eigenlijk van kindsbeen afin gegroeid, zegt hij, want ook mijn vader hield zich daar al druk mee bezig. Een interessante teelt, zegt hij, alleen is het jammer dat we op het ogenblik een dieptepunt in de prijzen meemaken. Nu ligt dat ook niet voor iedereen gelijk, want zelf heb ik mijn produkt tijdig verkocht in een periode dat de prijzen nog min of meer redelijk waren. Zou ik nu eind februari hebben verkocht dan zou dat een groot negatief financieel verschil hebben opgeleverd, 't Is altijd meer geluk dan wijsheid, zegt hij er laconiek bij, want met de verkoop van mijn zaaiuien was ik dit jaar te vroeg. Toch zeg ik wat het pootgoed betreft bij mijzelf dat ik dan wel een matig ondememersloon heb ontvangen, dit jaar maar eveneens een uitstekend arbeidsloon. Daar is een mooie cent mee te ver dienen. Je moet toch al vlug rekenen dat het laten sorteren rond de 8 tot 10 cent de kilo kost. Dat is geloof ik een groot verschil met vele konsumptie- telers, die hun produkt na de oogst of opslag helemaal uit de hand geven. Naar mijn mening zouden die telers veel meer zelf naar sorteer mogelijk heden moeten zoeken. Daarmee is lege tijd mee op te vullen en te ver dienen. Ga maar na, iedere aardap pel moet door iemands handen en dat kost met de huidige lonen een kapitaal, dat uiteindelijk toch door de teler moet worden opgebracht, zegt Ko vol overtuiging. Sorteren kun je over een bepaalde tijd uitsmeren, bij mij gaan de sei zoenwerkzaamheden voor, maar daar tussen door en daarna blijft er tijd genoeg over. Ik geef toe dat de sorteer benodigd heden ook een fikse investering vra gen. Bij mij is dat geleidelijk aan op gebouwd. De vraag of iemand kan en mag investeren in deze zaken is voor iedereen verschillend, draaiend om de kernvraag hoever kan ik op mijn bedrijf gaan en hoeveel zijn mijn onproduktieve uren! Dat het areaal zo is toegenomen ligt ook aan het feit dat er veel gelegen heidstelers zijn, die aangelokt door de extreem hoge prijzen van enkele jaren geleden de gok wagen. Het is duidelijk dat het areaal ingekrompen moet worden. Bovendien hebben ook andere landen wereldwijd ge zien zich met extra ijver in de poot goedteelt gestort. Daarom zeg ik eerlijk, dat die extreme hoge prijzen van 1976 en 1977 ons meer kwaad dan goed hebben gedaan. In het buitenland is men toen ook gaan zoeken naar een mogelijkheid om goedkoper aan dat produkt te ko men. Daarnaast hebben we in die jaren ook nog een verrot slechte kwaliteit afgeleverd wat toen onze naam ook geen eer aandeed. Toch is tot nu toe de kwaliteit nog altijd ons wapen geweest. En dat moet het ook blijven, want dat is de enige redding van ons pootgoed, zegt Ko met meer dan gewone nadruk in zijn stem. We moeten de realiteit eerlijk onder ogen zien. De produk- tiekosten in de meeste andere landen liggen veel lager dan bij ons. Dat betekent een goedkoper'produkt, al leen het schort aan hun kwaliteit. Daarom alleen de uiterste zorg voor de kwaliteit betekent toekomst voor de nederlandse poterteelt! Dat kan niet genoeg herhaald worden. We beschikken over een uitstekend, technisch en wetenschappelijke ken- nis, gekoppeld aan een fantastisch handelsapparaat. We hebben een goed begeleidingsapparaat dat telers in landen waar men voorheen geen aardappels verbouwde met raad en daad bijstaat. En tot slot hebben we een uitgebreid rassenassortiment. oed pootgoedtelen is een ar beidsintensieve bezigheid, zegt Ko met nadruk want eigenlijk ben je er haast nooit helemaal mee klaar. Soms wordt het vele werk nog eens extra verzwaard, zoals b.v. in '77 toen we ons bijna een flauwte moesten selecteren omdat het uitgangsmate riaal slecht was. Dag in dag uit heb ben we toen moeten selecteren. Sommige percelen hebben we 12 keer nagelopen. Toch vind ik het een boeiende teelt, die ik niet graag in mijn bouwplan zou missen. Ik moet er wel bij zeggen dat het heel veel opofferingsgezindheid vraagt, dat in de eerste plaats, en dan heb je daar naast vanzelfsprekend ook nogal wat vakkennis nodig. Bovendien hebben wij ook de zorg voor de poters tot dat de consump tieteler het produkt in het voorjaar nodig heeft, als hij b.v. op voorjaar slevering gekocht heeft. Al met al komt vakbekwaamheid dus niet op de eerste plaats, maar vooral de ambitie om het werk te doen. Ze zeggen wel eens dat selekteren moeilijk is, zegt 'Ko, maar wat is moeilijk, er zijn lieden die het nooit leren. Mijn zoon ging één dag mee en hij kende het, nou waar ligt dat aan??? drainreeksen om de 9 meter. Een drainage, die op zo'n manier wel veel geld heeft gekost. Toch betaald zoiets zich dan op den lange duur vanzelf zegt Ko met overtuiging. Mijn bedrijf is 50 ha, waarvan ik in feite maar 43 ha kan gebruiken om werkelijk mijn boterham op te ver dienen de rest is in mijn ogen min of meer, afval, lage stukken langs een kreek en sloten, 2/6 deel van mijn areaal wordt ieder jaar benut voor pootgoed, 1/6 aan uien, 1/6 suiker bieten, 1/6 conservenbonen en 1/6 deel wintertarwe. Je zou bij mij van een ijzeren bouwplan kunnen spre ken, zegt hij, ik wijk er zelden of nooit vanaf. Wanneer de prijzen van consumptieaardappelen aan de hoge kant liggen dan wordt het wel eens aan het wankelen gebracht, maar werkelijke wijzigingen heb ik er nog niet in aangebracht. Met een dergelijke slempgevoelige grond ben ik verplicht de uiterste aandacht aan mijn land te besteden. Daarom is gemiddeld genomen ieder jaar 66% van mijn grond voorzien van een groenbemesting. Na het pootgoed pas ik een grondontsmet- ting toe om de teelt van 1 op 3 vol te kunnen blijven houden, na die onts metting zaai ik dan ook nog een groenbemester in. Ik weet dat onts metten rond de 600 gulden per ha kost, maar ik verdeel voor mezelf die kosten enigermate over ook andere gewassen, 400 gulden reken ik voor het pootgoed, en die 200 verdeel ik over de uien en de bieten, die door die ontsmetting ook een meerop brengst geven. Bovendien ploeg ik het suikerbietenblad onder. Als groenbemestingsgewas kies ik mees tal Westerwoldslandras, dat heeft tot voordeel dat het in een vorstperiode lekker doorvriest, wat voorkomt dat ik last krijg met vervelende doorgroei van dat gras na het ploegen. Onze grond is geschikt voor pootgoed. Je hebt hier een goede aanslag en ook als het droog is groeit het in deze streek nog door. Daarom heb ik ook nog nooit gebruik hoéven te maken van beregening. Dat is op deze grond overbodig, ofschoon in een lange droogteperiode de twijfels wel eens boven komen, want goed water heb ben we vlak bij. Pootaardappelen zijn een zomerprodukt, dat heeft tot voordeel dat ik vroeg vrij land heb waarop dan weer de groenbemester kan worden gezaaid. Tevens voor kom ik het gevaar van veel struk- tuurverlies als in het najaar onder natte omstandigheden moet worden gewerkt. Stoppelbewerking pas ik zo min mogelijk toe. Ik vind dat stoppe len uit de tijd is. Het kost te veel aan energie en tijd. Een chemische be spuiting wordt in de meeste gevallen goedkoper en een groenbemesting is stukken beter. Ko Adriaanse. hiervan afgestapt om eenvoudiger te werken. Zelf gebruik ik uitgangsma teriaal uit eigen teelt, maar om de drie jaar koop ik in het noorden nieuw uitgangsmateriaal in de klasse S of wat SE aan. Natuurlijk gebruik ik alleen eigen teelt als ik zeker weet dat ik het materiaal voldoende kan vertrouwen. Na de slechte ervarin gen in '76 heb ik in 1977 allemaal nieuw materiaal genomen, sinds die tijd heb«ik nog geen nieuw materiaal aangekocht. Mijn uitgangspoters worden in Oc tober gesorteerd in de maat 35/45 en daarna ontsmet met kwik tegen ri- zocthonia. Dat doe ik graag vroeg in het jaar en dan gaan de aardappels in de mechanise koeling waar ze blijven tot eind februari begin maart bij een temperatuur van 3 a 4 graden Cel sius. Dan zit er soms al een klein topspruitje aan, maar dat gaat er tij dens het werk wel af. De aardappe len gaan in nylonzakken op pallets in een glazen bewaarplaats waarin 8 tochtdeuren zijn aangebracht zodat er altijd veel ventilatie is. We zetten de aardappelen meerdere malen om waardoor ik een versterkt oog kiempje op de poter krijg wat tijdens het poten met de volautomatische machine niet wordt beschadigd. Met een lange spruit bereik je niets, want ik noem die automatische machine altijd de ontspruiter bij uitstek. Na tuurlijk is er met voorgekiemde po ters in combinatie met de snaren- bedmachine een beter resultaat te bereiken, maar zelf ben ik aan deze methode voorlopig nog niet toe. e pootgoedteelt is een bezigheid die per ha met de eigen arbeid mee gerekend om en nabij de 10.500 k 11.500 gulden kost. Een belangrijke factor daarbij is natuurlijk de prijs van het uitgangsmateriaal. Dat kan van jaar tot jaar nogal uiteen lopen. Ko is iemand die veel opschrijft en uitrekent. Hij haalt de opbrengstcij- fers van een aantal jaren uit de kast. -ruisland staat bekend om de pootgoedteelt. Dat is niet zomaaë gekomen. De grond leent zich er heel goed voor, zegt Ko. Ze is licht van struktuur met een afslibbaarheid van 16%. Ook nogal slempgevoelig maar wel erg vochthoudend. Bovendien hebben we alles zeer intensief ge draineerd, gemidideld liggen de Het akkerbouwbedrijf vanuit de lucht gezien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 12