Ambachtelijke vlasserswerktuigen
in Vlasmuseum Koewacht
Flevohof, alweer groter
w ie er eens een dagje uit wil zijn er dan nog iets op wil steken ook,
die kan op de Flevohof in Oostelijk Flevoland zijn hart ophalen. De
Flevohof is een kijk-, speel- en doepark dat een van Nederlands be
langrijkste attraktiepunten mag worden genoemd. Dat de formule van
dit park goed aanslaat mag blijken uit enige cijfers:
en mooier gegroeid!
T och speurt de heer Roelans nog
altijd verder naar nieuwe stukken:
"Veel is in de loop der jaren verloren
gegaan omdat het gewoon wegge
gooid is. Er moet echter toch nog
heel wat zijn. Het zou bijzonder fijn
zijn, als men mij zou willen bellen of
schrijven als men iets bezit wat in
bruikleen afgestaan zou kunnen
worden ter aanvulling van de kol-
lektie".
N og oudere afbeeldingen uit de
vlasserij zijn te zien op een speciaal
voor dit doel gemaakte serie tegels,
De beeltenissen hierop gaan zo'n 150
jaar terug. Ze zijn afkomstig uit een
oud schoolboekje. Ook de rijmpjes
die onder de plaatjes staan zijn hier
uit genomen.
E r zijn in Zeeland nogal wat musea, hebben we onlangs in een publi-
katie kunnen lezen. Hun aantal ligt ergens rond de twintig. Daaronder
bevinden zich nogal wat hoerenkamers en streekmusea.
D es te waardevoller zijn de oude,
ambachtelijke werktuigen die de
heer Roelans in zijn museum heeft
verzameld. Zullen we er eens een
kijkje gaan nemen? Om het niet al te
moeilijk te maken zullen we de vol
gorde aanhouden waarin de werk
tuigen werden gebruikt voor de ver
schillende bewerkingen. Chronolo
gisch lopen ze dus door elkaar heen,
maar de aanwijzingen en verklarin
gen in het museum zijn duidelijk ge
noeg om daar geen hinder van te
hebben.
Verleden en
heden gaan
hand in hand
Verloren gegaan
Exkursie
Museum
Suksesformule
Investeringen
rond 1930, gebeurde dit met repel-
rollen. Deze konden nog meer, na
melijk het breken van de zaadbollen.
Na het roten - na het bezoek aan het
museum komen we hier nog op terug
- moet de houtkern gebroken wor
den. Zo'n 150 jaar geleden gebeurde
dat men de "knappe". Iedereen kan
zich voorstellen, dat dit verschrikke
lijk zwaar werk was! Later - rond
1900 - gebruikte men daarvoor de
handbrakel.
Om de gebroken houtdeeltjes, de le
men zoals ze in vaktermen heten, uit
het lint te verwijderen werd oor
spronkelijk het zwingelbord met
slaghout gebruikt. Het exemplaar in
het museum van de heer Roelans
dateert uit 1830!
De trapzwingelmolen (1890) is de
opvolger hiervan. Tot voor kort werd
deze nog weieens van stal gehaald
voor demonstraties. Deze worden
nog regelmatig gegeven, maar daar
voor wordt dan een jonger exem
plaar gebruikt.
De kaarde die we aantreffen werd in
1850 gebruikt. Voor veel vrouwen is
dit tegenwoordig geen vreemd werk
tuig meer. Er wordt zoveel schapen
wol thuis verwerkt en deze wordt
evenals het vlas alvorens te spinnen
met de kaarde bewerkt en daarmee
losgemaakt en van de ergste onge
rechtigheden gezuiverd.
Met de hekelkam worden de laatste
onzuiverheden en knoopjes uit het
lint gehaald. De in Koewacht aan
wezige kammen zijn al bijna 200 jaar
oud, evenals het spinnewiel. Dit is
wel een heel bijzonder exemplaar,
het heeft namelijk twee ingangen. De
spinster moet dus een geweldige
handvaardigheid hebben gehad om
met één hand evenveel te kunnen
doen als wij tegenwoordig met twee.
Wie weet, was het wel zo'n spinne
wiel, waarmee Repelsteeltje het vlas
voor de ongelukkige molenaars
dochter tot gouddraad spon en haar
daarmee op de koninginnetroon
bracht! Dat is natuurlijk maar gek
heid, in sprookjes geloven we niet
meer en we zullen ons dus maar be
palen tot de werkelijkheid, het mu
seum dus.
Verder zijn er nog allerlei soorten
handgereedschap te zien, zoals
Foto: de heer Th. Roelans geeft uit
leg bij de handbrakel
graanschoppen, keerkoddes, vorken
etcetera.
Het vlasmuseum en de vlaslinnen
toonzaal zijn nauw met elkaar ver
weven en lopen dan ook als één ge
heel in elkaar over.
Aan de wanden hangt een unieke
serie oude foto's. Hierop zijn stap
voor stap de diverse bewerkingen
van het vlas te zien zoals dat zo'n 50
jaar geleden gebeurde. U kunt er dan
ook de verschillende werktuigen op
herkennen, welke in het museum
aanwezig zijn. Voor zover bekend is
deze reeks afbeeldingen de enige in
Nederland aanwezige. Een tweede
exemplaar van deze serie bevindt
zich in het Mekka van de vlaswereld,
Kortrijk.
Aan de hand van een doorlopende
diapresentatie krijgen de bezoekers
een indruk van de manier waarop
het vlas tegenwoordig wordt gezaaid,
geplukt en verwerkt. Iedereen kan op
deze wijze kennis maken met een
oude kuituur die hier in volle glorie
herleeft.
Voor scholen en vrouwenorganisa
ties (ook andere groepen zijn uiter
aard welkom) bestaat de mogelijk
heid deel te nemen aan een exkursie,
een leuk uitstapje als afwisseling van
het gewone programma.
De groep wordt in Koewacht vrien
delijk ontvangen door de heer Roe
lans. Hij neemt daarop de leiding
van de exkursie en werkt de diverse
onderdelen van het programrita af
op een gezellige, onderhoudende
manier. De spreekwoordelijke
Vlaamse leut zal daarbij niet ontbre
ken!
De onderdelen van de exkursie zijn:
een lezing met films of dia's, een be
zoek aan het museum en de vlaslin
nentoonzaal (waar ook schitterende
artikelen en leuke souvenirs van dit
natuurprodukt te koop zijn) en een
rondrit door de vlasstreek met een
bezoek aan de vlasfabriek, waar on
dermeer uitleg wordt gegeven over
het roten van het vlas.
In overleg met de heer Roelans kan
tussendoor of na afloop voor een
lunch of koffietafel worden gezorgd.
De vlaslinnentoonzaal annex mu
seum "Arolin" is gevestigd: Emma-
baan 4, Koewacht, telefoon 01146 -
606. De openingstijden zijn dagelijks
van 8.30 tot 17.30 uur, alleen op za
terdag sluit men om 17.00 uur.
Corrie Boon
Eén museum is vermoedelijk wel niet in deze telling opgenomen: het
vlasmuseum in het Zeeuws-Vlaamse Koewacht, waar een groot aantal
werktuigen te zien zijn die vroeger in de vlasserij werden gebruikt.
Het museum is te vinden in de vlaslinnentoonzaal aan de Emmabaan,
waar de heer Th.A.M. Roelans de skepter zwaait. Hij is het ook ge
weest, die al deze werktuigen in de loop der jaren heeft ontdekt en in
bruikleen gekregen van de eigenaars. Dat daar heel wat speurwerk aan
te pas is gekomen spreekt voor zich!
oor de heer Roelans mag dat
allerminst een bezwaar heten, je zou
bijna kunnen zeggen, dat hij zijn hart
aan het vlas heeft verloren. Hij is dan
ook een vlaspromotor bij uitstek. Op
alle mogelijke manieren probeert'hij
de belangstelling voor de vrijwel
overal in Nederland uitgestorven
vlaskultuur levend te houden: "De
streek rond Koewacht is het enige
gebied in ons land waar de oude
vlaskuituur weer nieuw leven is in
geblazen", vertelt hij, "voor het eerst
na 30 jaar hebben hier vorig jaar
weer een aantal jonge vlassers hun
opleiding voltooid en een diploma
behaald. Dat wil toch wel wat zeg
gen! Daarbij komt nog, dat de be
langstelling voor het natuurprodukt
vlaslinnen de laatste jaren steeds
toeneemt. Een hoopvolle ontwikke
ling, die inhoudt dat om aan de vraag
te voldoen er in toenemende mate
vlas van de allerbeste kwaliteit, zoals
wij dat hier telen, verbouwd moet
worden".
Een optimistische kijk op de toe
komst dus. Een oud ambacht met
nieuwe mogelijkheden nu ook hier
de mechanisatie geleidelijk aan zijn
invloed doet gelden.
Na het plukken, wat in vroeger jaren
nog met de hand gebeurde, kwam
het vlas op de reepbank. Het exem
plaar hier dateert van rond de eeuw
wisseling. Tussen de tanden werden
de zaadbollen van het vlas afgetrok
ken. Enige tientallen jaren later,
In de afgelopen jaren bezochten meer dan zes miljoen dagjesmensen
Flevohof. In 1979 waren dat er 700.000, die gemiddeld meer dan 5 uur
op het projekt verbleven, hetgeen in hoofdzaak een gevolg is van de
kombinatie van edukatie en rekreatie.
Kortom, een volledig dagje uit voor het gehele gezin!
O p een terrein van totaal 150 ha
kan de Flevohof-suksesformule in
twee hoofddelen worden opgesplitst.
Een belangrijk deel bestaat uit het
edukatieve centrum, dat wordt ge
vormd door normaal funktionerende
agrarische bedrijven en een ring van
expositiepaviljoens, die gevestigd
zijn in een park van 40 ha.
De agrarische bedrijven, die volledig
zijn aangepast aan dagbezoek, zijn
toeristisch gezien een schot in de
roos.
Zeldzame hoenderrassen, jonge big
getjes, een rundveestal en met name
de champignonkwekerij en de tuin
bouwkassen genieten grote belang
stelling van de bezoeker.
De expositie is de laatste jaren over
de gehele linie uitgebreid en ver
nieuwd.
Daar zijn o.a. bijgebouwd een boe
renkaasmakerij, een "warme" bak
kerij, een slagerij en nieuwe exposi
ties.
B ehalve de dagtoeristen blijkt Fle
vohof - dat ook 's winters is geopend
- aan te slaan als centrum voor kon-
gressen en partijen én voor buiten
landse ekskursies. In dat kader ont
stond een samenwerkingsverband
met de Stichting Land Zonder
Drempels, hetgeen leidde tot de rea
lisering van een projekt van 70 va
kantiewoningen, die in de zomer ter
beschikking staan van de Stichting
Land Zonder Drempels en in de
winter als logeerakkommodatie ge
bruikt kunnen worden voor kon-
gressen, studiedagen en reisgezel
schappen.
Op Flevohof, is in de afgelopen twee
winterseizoenen een groot aantal
projekten gerealiseerd en in aan
bouw genomen, tot een bedrag van
ruim 20 miljoen. Deze projekten
maken deel uit van een meerjaren
plan, dat beoogt aan de nationale
landbouwmanifestatie internationa
le allure te geven.
9