KIJK UIT VOOR POEDERBRAND!
I n dit seizoen wordt in diverse partijen konsumptie-aardappelen be
schadiging door kiemremmingsmiddel gevonden, populair aangeduid
met poederbrand. Behalve dat het uiterlijk daardoor minder fraai is,
levert deze huidirritatie grote problemen op bij het stoomschillen voor
verwerking tot bijv. pommes frites. Dergelijke beschadigde plekken
worden nl. met het normale stoomschilproces niet of onvoldoende
verwijderd. Men moet daarom of extra lang schillen (groter schilver-
lies) of meer mensen aan de pitband zetten om deze schilresten met de
hand te verwijderen. Partijen waarin enkele procenten knollen met
poederbrand voorkomen worden daarom door de verwerkende industrie
geweigerd.
w,
D,
D,
Niet elke hoefijzer brengt geluk
O,
O,
A;
AANBEVELINGEN
Zomergerst laat
het wat zitten
EFFEKTEN
KIEMREMMINGS
MIDDEL
Partijen kunnen
worden geweigerd
TYPE MIDDEL
Ing. C.P. Meijers
en ing. N. Buitelaar
I.R.S.
Aardappelen
Deze beschadiging wordt vooral gevonden na toediening van de poe-
dervormige kiemremmingsmiddelen; vandaar ook de naam poeder
brand.
Omdat in 1979 diverse konsümptie-aardappeltelers reeds in de zomer
deze poedervormige middelen kochten, willen wij door middel van dit
artikel wijzen op de mogelijke konsekwenties.
ij gebruiken in ons iand kiem
remmingsmiddel op basis van pro-
fam en chloorprofam (IPC/CIPC).
Dit zijn uitstekende kiemremmers.
Dit middel voorkomt celdeling, zo
dat de kiemen niet gaan groeien. Het
houdt tevens in dat het helen van
wonden en ontvellingen wordt ver
traagd. Vleeswonden worden daar
om ruwer: de randen worden als het
ware "aangevreten". Veelal ontstaat
een op pokkenschurft gelijkend
beeld. Velloze gedeelten "verbran
den" en er ontstaat uiteindelijk een
verdikte, taaie schil. Door uitstel van
de wondheling zijn de gewichtsver
liezen groter.
e problemen met poederbrand
zijn daarom het grootst bij onvol
doende afgeharde (verkurkte) par
tijen, de partijen dus die te vroeg
worden doodgespoten en/of daarna
te vroeg worden gerooid.
Dat er met de oogst van 1979 wat
meer problemen zijn dan anders, kan
daarom ook wel te maken hebben met
het korte groeiseizoen (laat gepoot,
vrijwel normale tijd geoogst).
oorzaakt grotere verliezen. Er zijn
aanwijzingen dat met kiemrem
mingsmiddel behandelde schurft-
partijen extra moeilijkheden geven
met het schillen. Waargenomen is
bijv. dat juist de met grasland schurft
bezette knollen poederbrand ver
toonden en de schurftvrije knollen
uit dezelfde partij niet. Omdat poe
derbrand en schurft zoveel op elkaar
kunnen lijken, is het soms erg moei
lijk om vast te stellen of er sprake is
van beïnvloeding door het kiemrem
mingsmiddel. Nader onderzoek
moet dan ook uitwijzen of schurftige
partijen werkelijk meer las! hebben
van poederbrand dan schurftvrije
partijen.
O,
'ok het stoomschillen van sterk
door schurft aangetaste partijen ver-
e poedervormige middelen kun
nen alleen bij het vullen van de be
waarplaats worden toegediend. Me
de daarom zijn de problemen na
poederen het grootst. Deze middelen
geven, mits goed toegepast, uitste
kend resultaten en worden daarom
vooral bij "warme" en langdurige
bewaring aanbevolen bijv. voor
chipsaardappelen. Eventuele pro
blemen met huidirritatie zijn bij deze
industrie minder groot, doordat men
hier een ander schilproces toepast.
De vloeibare middelen worden met
behulp van een swingfogapparaat
via de ventilator toegediend. Aanbe
volen wordt de eerste behandeling
ca. 3 weken na de oogst te geven: de
knollen zijn dan inmiddels verkurkt.
Wanneer de behandeling kort na de
oogst gebeurt, kan ook beschadiging
optreden en dit is in de oogst van
1979 ook inderdaad vastgesteld! De
kiemremming is bij een juiste toe
passing bij matige bëwaartempera-
turen (5 - 8 graden C) afdoende.
is het slootwater veelal brak. Derge
lijk brak water geeft, hoewel de die
ren het vanwege het zoutgehalte
soms graag drinken, aanleiding tot
voortdurende diarree. Men zegt van
brak water wel, dat het de inkomsten
van de boer niet in de melkemmer,
maar over de grond spoelt. Brak wa
ter is alleen te verbeteren door zoet
water in de polders in te laten, maar
dat is in onze provincie helaas niet
mogelijk.
pvallend veel hoefijzers hebben
we dit voorjaar op het land gevonden.
Of dat nu komt omdat we zoveel over
het land lopen of omdat er andere
oorzaken voor aan te wijzen zijn,, we
ten we niet. Wel weten we, dat niet
elk gevonden hoefijzer ons geluk
heeft gebracht. Ook het paard heeft
op 't moment van kwijtraken geen
geluk gehad, want menige paarden
hoef liep daarbij en daarna meestal
flinke beschadigingen op.
an de vorm van het hoefijzer
kunnen we zien of we met een voor-
of een achterijzer te doen hebben en
of het een links- of een rechtsijzer is
geweest. Vooral in een natte herfst
bij het ploegen met drie paarden
werden op de kopakkers bij het ke
ren veel hoefijzers afgetrapt en daar
zouden we dus nu de meesten kun
nen vinden. Door de jaren heen zijn
ze met eggen en met kultivatoren
overal heen gesleept en daarom lig
gen ze her en der verspreid. Bij de
smid kon het vooral met slecht weer
nogal eens druk zijn om de paarden
beslagen te krijgen. Dat was van dat
weer, dat het nog blaasjes regende en
daar verlangen we nu nog naar.
Sinds dat de mens op de maan ge
land is, lijkt het wel of het weer
daarmee van slag is geraakt. Vroeger
hebben we heerlijke voorjaren ge
kend en ook hete zomers. In de win
ter vroor het en zo pasten de vier
jaargetijden precies in het schema
van onze bedrijfsvoering. Hoe ge
noeglijk rolde toen het leven van de
rustige landman voort. Nu echter
hebben we aardappelopslag als erfe
nis van de oogsten 1978 en 1979. We
vragen ons dit voorjaar wel af wie er
eerder was de bietenvlieg of de bie-
tenplant. Hoe meer men zijn oren te
luisteren legt en hoe meer men zijn
ogen de kost geeft, des te wonder
lijker men de natuur eigenlijk wel
vindt. Op de spuitkursus hebben we
tachtig onkruiden moeten leren ken
nen en dan nog veelal in kiemblad-
stadium. Het wordt voor de boer van
vandaag niet eenvoudiger en nu het
zo droog is, zien we dagelijks, dat
menig onkruidje de dans ontspron
gen is. De flora die daarvan het ge
volg zal zijn, zal dit jaar niet meer te
korrigeren zijn.
Water is onmisbaar voor plant en
dier. Nu de sloten bijna droog staan,
p 22 mei j.l. zijn we te gast ge
weest op het I.R.S. te Bergen op
Zoom, waar een open middag werd
gehouden ter herdenking van de op
richting nu 50 jaar geleden. In die
peTiode van een halve eeuw is veel
bereikt en vele suksessen zijn er me
de in samenwerking met de praktijk
geboekt. Deze praktijk was op deze
open middag juist te gast en de me
dewerkers van het Instituut fungeer
den daarbij als gastheer. Op bizon-
der voortreffelijke wijze werd ons in
woord en beeld uitleg gegeven over
de wijze van onderzoek en beproe
ving in de ruimste zin des woords.
Graag willen wij van telerszijde me
neer Bos en zijn medewerkers kom-
plimenteren met de behaalde resul
taten en hen nog veel sukses toe
wensen voor de toekomst.
Op een dag, dat het in menig bieten
veld thuis direkt nog geen koek en ei
was, zijn we op het I.R.S. weer ge
sterkt door de wetenschap en de
kennis welke daar ruimschoots aan
wezig zijn. Tevens hebben we nog
een dankbaar gebruik gemaakt van
de ontmoetingen met vele kollega's
welke beslist niet zonder problemen
naar Bergen op. Zoom gekomen wa
ren. Eenzaam, maar door onze band
met het I.R.S. zijn we beslist toch niet
alleen.
Behandel geen aardappelen die vóór januari al worden
afgezet.
Gebruik absoluut geen poeder bij onvoldoende afgeharde
en vochtige partijen. Voorlopig wordt het advies gegeven
ook sterk schurftige partijen niet te poederen.
Gezien het zeer goede kiemremmende effekt van poeders,
durven wij poederen alleen aan te bevelen voor zeer lang
durige en warm te bewaren, goed afgeharde partijen (bijv.
chipsaardappelen).
Tafelaardappelen en aardappelen voor de frites- en droog-
industrie kunnen het beste (voorzover na december afle
vering plaats heeft) met vloeibare middelen worden be
handeld. Geef de eerste behandeling dan ca. 2-3 weken na
de oogst, na vooraf voor een goede wondheling te hebben
gezorgd. Herhaal de behandeling zonodig elke 2-3 maan
den.
De dosering bij poederen is 1 kg/ton; bij de vloeibare
middelen mag in totaal niet meer dan 65-80 ml/ton aard
appelen worden gegeven (bij 30% resp. 25%-ig produkt).
Verdeel bij de vloeibare middelen deze hoeveelheid over
3-4 behandelingen.
Het is nog onvoldoende onderzocht of de kombinatie van
TBZ IPC/CIPC stuif (Germotect) minder problemen
geeft wat de huidverbranding betreft dan alleen
IPC/CIPC.
Bedenk dat het leeghalen van cellen met bepoederde
aardappelen tot meer stof aanleiding kan geven.
Cellen waarin met kiemremmingsmiddel behandelde aard
appelen hebben gezeten, zijn jarenlang ongeschikt voor
opslag van pootgoed. De afbraak van het middel in hout- en
pleisterwerk gaat uitermate langzaam!
Eén ding is zeker, .wanneer het in de
WESTHOEK zö nat was, als het nu
droog is, dan was de toestand nog veel
erger! Wel is duidelijk, dat de droogte
toch wel schade heeït toegebracht.
Hoeveel valt nog niet te zeggen.
Wanneer er regen komt is er wellicht
toch nog veel te herstellen. De granen
stonden er in het begin heel goed voor
maar met name de zomergerst iaat
het nu wel wat zitten. Ook de winter
tarwe staat niet zo zwaar meer als in
het begin.
De tijd voor een extra N-gift is nu
aangebroken. Ook de bespuiting
tegen de roest zal moeten gebeuren
wanneer de roest verder omhoog
trekt. Het meeste graszaad staat op
dit moment ook aan de lichte kant,
evenals de karwij. We dachten, dat
dit niet meer helemaal tot een maxi
mum opbrengst zal leiden. De bieten
hebben het in de meeste gevallen
toch wel aardig gedaan. Nog steeds
zie je er jonge plantjes bijkomen. Je
begrijpt niet hoe het mogelijk is door
al de droogte, maar komen doen er
nog steeds. Opmerkelijk veel éénlin
gen hebben de bieten dit jaar gege-
leverd. De verpleging is in volle gang
en wat de onkruidvernietiging be
treft, moet het niet teveel regenen.
Vele Betanal bespuitingen zijn
zwaarder uitgepakt dan de bedoeling
was. Dit ligt hém vooral in de tem
peratuur. Wanneer we namelijk de
thermometer op de grond legden
ontdekten we, dat een temperatuur
van 5 a 6 graden hoger bij de grond
niets bijzonders was. De uitstraling
speelde dit jaar wel degelijk parten.
Overigens bleek weer duidelijk, dat
we Betanal niet licht te vroeg spuiten.
Door vertraging in de groei hebben
nogal wat erwtenpercelen schade
opgelopen door de duiven. Flink
doorgroeien zou nog wel wat goed
maken.
De aardappelen vooral op de lichtere
grond hebben het niet slecht gedaan.
Op de zwaardere grond hebben ze het
wat moeilijker, maar wanneer de
droge wind wat tempert zijn de groei-
omstandigheden al aanmerkelijk
gunstiger, 't Is net als altijd ieder
jaargetijde heeft voor de boer zijn
aparte zorgen. 1980 vormt daarop
geen uitzondering, misschien, en dat
hopen we maar, hebben we de pro
blemen nu in 't vroeg gehad en ver
loopt de rest van de groei met minder
problemen, 't Kan allemaal nog best
terechtkomen met de meeste perce
len. Nu en daar hopen we dan maar
op!
7