Meerderheid Landbouwschap wil verlenging
pachtovereenkomst na 65 jaar
Landbouwschap
adviseert minister
Braks over wijziging
van de Pachtwet
T egelijkertijd dient bij wijziging
van de Pachtwet naar het oordeel van
het Landbouwschap het recht op ver
goeding voor de investeringen, die de
pachter met goedkeuring van de ver
pachter en/of de Grondkamer heeft
verricht, beter te worden geregeld.
Als de pachtovereenkomst wordt
beëindigd, heeft de pachter recht op
een billijke vergoeding voor de ver
beteringen die hij heeft aangebracht.
Volgens de huidige regeling is dit
recht beperkt tot de investeringen
gedurende de laatste twintig jaar.
D e minister stelt voor dat de pachtovereenkomst op verzoek van de
verpachter ontbonden kan worden wanneer de pachter 65 jaar wordt.
Verder wil hij dat de 65-jarige pachter geen recht heeft op verlenging
van de overeenkomst. Een meerderheid van het bestuur van het Land
bouwschap evenwel heeft de minister met klem in overweging gegeven
af te zien van het opnemen van de mogelijkheid tot ontbinding van de
pachtovereenkomst. Voorts pleit het Landbouwschap voor een bepa
ling dat de Pachtkamer op verzoek van de pachter, die 65 jaar is of
ouder, de pachtovereenkomst met maximaal drie jaar kan verlengen,
indien voor de pachter bijzondere omstandigheden aanwezig zijn. Dit
kan het geval zijn wanneer de bedrijfsopvolger nog geen 18 jaar is.
Verder is het Landbouwschap er voorstander van, dat de regeling voor
de wettelijke verlenging als volgt wordt gewijzigd. De pachtovereen
komst, die voor de wettelijke duur is aangegaan, dient telkens met zes
jaar te worden verlengd, tenzij de pachter de leeftijd van 60 jaar heeft
bereikt. In dat geval wordt de pachtovereenkomst van rechtswege ver
lengd tot het einde van het pachtjaar waarin de pachter 65 jaar is
geworden. Na het bereiken van de 65-jarige leeftijd wordt de pachto
vereenkomst van rechtswege met'drie jaar verlengd.
H
In bijzondere
omstandigheden
H et Landbouwschap stemt in met
het voorstel van de minister om de
gene voor wie ook de in de plaats
stelling geldt, als medepachter in
aanmerking te laten komen wanneer
hij met de pachter het bedrijf als
maatschap voert. Het vindt deze be
paling echter onvoldoende. Ook een
broer of zuster van de pachter zou als
medepachter moeten kunnen worden
erkend, indien deze met de pachter
een maatschap vormt. Voorts komt
een maatschap met buren veelvuldig
voor. In dat geval zou volgens het
Landbouwschap dc pachter in de ge
legenheid moeten zijn het gebruik en
genot van de pachtovereenkomst in
de maatschap in te brengen.
Tussentijds doorberekenen
gewijzigde pachtnormen mag mits...
JU en minderheid van het bestuur
van het Landbouwschap blijft van
oordeel, dat de pachtovereenkomst
op 65-jarige leeftijd van rechtswege
dient te worden beëindigd zonder
dat verlenging van deze overeen
komst mogelijk is. Voortzetting van
de pachtverhouding na de 65-jarige
leeftijd dient volgens deze bestuur
sleden van rechtswege nietig te zijn,
zodat de verpachter onmiddellijk
ontruiming kan eisen.
dat
et
voorstel van
n verzoek van
de minister,
de pachter
tot verlenging van de overeenkomst
door de Pachtkamer moet worden af
gewezen wanneer de pachter 65 jaar
of ouder is, heeft tot gevolg dat de
pacht zal eindigen aan het einde van
de zesjarige pachtperiode. Voor de
ene pachter betekent dit dat de over
eenkomst ook werkelijk op 65-jarige
leeftijd eindigt; een andere pachter
kan echter tot zijn 70ste jaar door-
boeren. Dit is volgens het Land
bouwschap onbillijk. Tevens wordt in
dit voorstel geen rekening gehouden
met de mogelijkheid dat de pacht op
grond van bijzondere omstandighe
den kan worden verlengd.
Het Landbouwschap stemt in met de mogelijkheid om de
pachtprijzen tussentijds te herzien. Voorts spreekt het Land
bouwschap zich uit voor beperking van het recht op verlenging
van de pachtovereenkomst, wanneer de pachter 65 jaar is of
ouder. Een tussentijdse ontbinding van de pacht wordt door
het Landbouwschap afgewezen. Dit zijn de belangrijkste
punten uit het advies van het Landbouwschap over de voor
gestelde wijzigingen van de Pachtwet. Het Landbouwschap
heeft dit advies gegeven op verzoek van minister Braks van
Landbouw en Visserij.
Bij de voorgenomen wijziging van de Pachtwet gaat het om de
volgende punten:
de mogelijkheid om, wanneer de pachtnormen worden ge
wijzigd, het effekt hiervan tegelijkertijd te kunnen door
berekenen in de pachtprijzen.
de beperking van het recht op verlenging van de pachtove
reenkomst, ofwel ontbinding van de pachtovereenkomst
nadat de pachter 65 jaar is geworden.
de wijziging van het tijdstip waarop een bedrijfsopvolger
als pachter kan worden aangewezen in de plaats van de
oude pachter.
de aanwijzing van bepaalde personen, die deelnemen in een
maatschap, tot medepachter.
Het Landbouwschap heeft de minister voorts gevraagd de
Pachtwet ook op een aantal andere punten te wijzigen. Het
gaat hierbij met name om:
de relatie pacht-beheersovereenkomst.
bij behandeling in beroep dient een wijziging van de
tegenprestatie gebaseerd te zijn op het Pachtnormenbe-
sluit, dat van kracht is op het moment dat de Grondkamer
beslist.
wijziging van de verlengingsperiode nadat de pachter 60 of
65 jaar is geworden.
aanvulling van de bepalingen om het gepachte of het genot
ervan in een maatschap in te brengen.
invoering van een recht op verrekening van de vermogens-
winst wanneer de pachter de grond, die hij op basis van het
voorkeursrecht tegen de verpachte waarde heeft kunnen
kopen, binnen een bepaalde termijn als pachtvrije grond
verkoopt.
schrappen van de beperking, dat de vergoeding over door
de pachter verrichte investeringen bij beëindiging van de
pachtovereenkomst slechts betrekking heeft op de irives-
teringen die in de laatste twintig jaar zijn gedaan.
Voorts geldt het bezwaar dat - wan
neer de verpachter de pachtovereen
komst niet wenst te beëindigen - de
wettelijke verlenging van de overeen
komst met zes jaar van kracht blijft.
Voorts heeft het Landbouwschap
nog de volgende bezwaren naar vo
ren gebracht. Pachtontbinding blijkt
in het bedrijfsleven op psychologi
sche .weerstanden te stuiten. Het be
tekent ook aan afwijkende beëindi
gingsprocedure. Het zal volgens het
Landbouwschap in het bijzonder
onbillijk werken voor de onderne
mers die in een gebied wonen dat op
korte termijn onteigend zal worden.
De rechter zal bij de schadeloosstel
ling uiteraard rekening houden met
een wettelijke regeling tot pachtont
binding. De pachter die in de periode,
voorafgaand aan een bestemmings-1
wijziging van de grond reeds een ne
gatieve invloed hiervan in zijn be
drijfsvoering en inkomen onder
vindt, loopt kans bij pachtontbinding
op 65-jarige leeftijd deze inkomens-
schade (negatieve ontwikkelings-
schade) niet vergoed te krijgen. Dit is
niet alleen onbillijk, maar het doel
van de regeling - het eerder beschik
baar krijgen van de grond voor
voortgezet agrarisch gebruik - is hier
helemaal niet in het geding.
Doorstroming
Het Landbouwschap is wel
met de minister van mening,
dat in verband met de krappe
grondmarkt en de doorstro
ming van grond naar jongere
gebruikers voorkomen moet
worden dat oudere pachters
zonder opvolger de pacht
grond in gebruik blijven hou
den. Het gaat hierbij om
pachters die vaak aanzienlijk
ouder zijn dan 65 jaar en voor
wie het gebruik van de grond
niet meer van wezenlijk be
lang is voor hun levensonder
houd.
Het Landbouwschap heeft in
1978 dan ook al in principe
uitgesproken, dat bij 65-jarige
leeftijd van de pachter de
pachtovereenkomst van
rechtswege moet worden
beëindigd, tenzij er bijzondere
omstandigheden in het geding
zijn.
Pacht en maatschap
In de plaatsstelling
bedrijfsopvolger
Volgens de huidige Pachtwet
kan de pachter verzoeken dat
zijn zoon, schoonzoon of
pleegzoon als pachter zijn
plaats inneemt. Behalve in ge
val van invaliditeit of overlij
den van de pachter kan deze in
de plaatsstelling pas geschie
den wanneer de pachter 65 jaar
is. De beperking van het ver-
lengingsrecht van de oudere
pachter maakt het noodzake
lijk, dat dit leeftijdskriterium
wordt gewijzigd. Het Land
bouwschap is het met de mi
nister eens, dat de leeftijds
norm geheel kan verdwijnen
zodat de pachter eerder het
bedrijf aan zijn opvolger kan
overdoen.
Recht van vergoeding
De minister van Landbouw wif
dat het voorkeursrecht van de
65-jarige pachten bij verkoop
komt te vervallen. Het Land
bouwschap is tegen deze voor
genomen» beperking van het
voorkeursrecht. Dit recht
dient volgens het Schap
onverkort in stand te blijven
zolang de pachtovereenkomst
voortduurt, ongeacht de leef
tijd van de pachter.
Voor investeringen, die eerder wer
den gedaan, bestaat geen recht op
vergoeding. Het Landbouwschap
acht die periode van twintig jaar te
kort als het gaat om duurzame inves
teringen in bedrijfsgebouwen, toren
silo's enzovoorts en wil dat deze be
perking vervalt.
BESTEMMINGS
PLANNEN
Spijkenisse Vanaf 19 mei ligt gedu
rende een maand ter inzage het ge
wijzigd vastgestelde bestentmings-
plan "Hongerland". Zij die tijdig
bezwaren hebben ingediend bij de
gemeenteraad alsmede zij die be
zwaren hebben tegen de in het ont
werp aangebrachte wijzigingen kun
nen bezwaren indienen bij G.S.
Fijnaart en Heijningen Vanaf 23 mei
ligt gedurende een maand ter inzage
het ontwerp-plan tot herziening van
het bestemmingsplan Buitengebied,
herziening 1980, met de daarbij be
horende bescheiden. Bezwaren kun
nen worden ingediend bij de ge
meenteraad.
Bergen op Zoom Vanaf 23 mei ligt
gedurende een maand ter inzage het
ontwerp van de 2e herziening van het
bestemmingsplan "De Lange Weg".
Bezwaren kunnen worden ingediend
bij de gemeenteraad.
Oostburg Vanaf 21 mei ligt gedu
rende een maand ter inzage het ge
deeltelijk goedgekeurde bestem
mingsplan "Buitengebied". Zij die
tijdig bezwaren hebben ingediend
zowel bij de gemeenteraad als bij
G.S., alsmede zij die bezwaren heb
ben ingediend bij G.S. tegen de in
het ontwerp aangebrachte wijzigin
gen en zij die bezwaren hebben tegen
de gedeeltelijke onthouding van G.S.
kunnen beroep instellen bij de
Kroon.
Voor onteigeningsgebieden (gebie
den met een niet-agrarische bestem
ming) zou volgens het Landbouw
schap, gezien het doel van deze wij
ziging van het verlengingsrecht, een
uitzonderingspositie moeten gelden.
In deze gebieden zou de oude ver
lengingsregeling moeten blijven gel
den dan wel de niet-agrarische be
stemming als een bijzondere om
standigheid moeten worden aange
merkt. Op grond hiervan kan de
Pachtkamer op verzoek van de
pachter tot verlenging van de over
eenkomst besluiten.
Het Landbouwschap wenst in de wet
een verrekening van de vermogens
winst op te nemen, indien de pachter
de grond - die hij op basis van het
voorkeursrecht van de verpachter
heeft gekocht - binnen een bepaalde
tijd als onverpachte grond doorver
koopt. Deze verrekening dient
achterwege te blijven in geval van
bedrijfsopvolging, aankoop van ver
vangende grond of een vervangend
bedrijf.
Landbouwschap:
De pachtprijzen mogen volgens de Pachtwet om de drie jaar
worden aangepast. Dit betekent dat het effekt van een wij
ziging van de pachtnormen één keer in de drie jaar in de
pachtprijzen kan doorwerken. Voor de ene pachter gaat dit
direkt in na het van kracht worden van de nieuwe pachtnor
men; voor de andere een of twee jaar later. De minister stelt
nu voor om ook tussentijds - dus binnen de periode van drie
jaar - een herziening van de pachtprijs mogelijk te maken,
indien het Pachtnormenbesluit wordt gewijzigd.
Het bestuur van het Landbouwschap blijkt in meerderheid
met dit voorstel in te stemmen indien aan twee voorwaarden
wordt voldaan. In de eerste plaats mag in principe het
Pachtnormenbesluit niet meer dan één keer in de drie jaar
worden gewijzigd. Het Landbouwschap vindt het redelijk,
dat zo'n aanpassen van de normen, als gevolg van bijvoor
beeld inmiddels gestegen eigenaarslasten, dan ook in alle
pachtovereenkomsten tegelijkertijd kan doorwerken.
De tweede voorwaarde die het Landbouwschap stelt betreft
het werk van de Grondkamers. Deze moeten de verzoeken
tot pachtprijsaanpassing binnen een redelijke termijn kun
nen afhandelen. Daarvoor zullen de nodige voorzieningen
moeten worden getroffen. Op het ogenblik hebben de
Grondkamers of de Centrale Grondkamer de handen nog
vol aan de rigoreuze wijziging van de pachtprijzen van
1977/1978.
1