I.R.S. nog lang
niet uitgestudeerd
maïs onkruidvrij
en het
volggewas
ongemoeid
Phytophthora
Omdat 't goed de grond uit moet
H,
M
Shell
Vooraan in
gewasbescherming.
Ridomil25WP/
Ridomit' Speciaal
H et instituut speelt waar het in ons
LIGTERMOET
CHEMIE EM
Op halve eeuwfeest blijkt:
Twee partners
O,
Veel onderzoek
Nieuwe werkterreinen
Zie, de naam zegt het al.
Bellater. Schone aarde. Maakt de grond schoon
van onkruid. Prachtig, maar wat belangrijker is,
Bellater heeft geen nadelige invloed op het
volggewas! En daarmee heeft 't heel wat voor op
andere onkruidbestrijdingsmiddelen.
Als onkruidgevoelig gewas kan maïs dus ongestoord
grootgroeien na een Bellater-behandeling vóór,
tijdens of kort na de opkomst. Zonder enig gevaar voor wat
er nadien wordt geteeld: granen, bieten, aardappelen,
bonen, erwten of grasland.
Bellater is van Shell. Het wordt zonder toevoeging van
olie of uitvloeier verwerkt en heeft een brede, zeer effectieve
en langdurige werking, via de bodem èn door direct contact.
Bellater: de veilige nieuwe aanpak van
onkruidproblemen in maïs.
voorafgaand aan de toespraak van
prof. Zonderwijk reeds een historisch
overzicht gegeven van de aktiviteiten
van het I.R.S. Ook stelde hij daarbij
vast dat het instituut in de toekomst
nog talrijke zeer nuttige taken moet
gaan vervullen.
p een feestelijke bijeenkomst in de Flevohof heeft het Instituut voor
Rationele Suikerproduktie (IRS) gevestigd te Bergen op Zoom, vorige
week woensdag z'n 50 jarig bestaan gevierd. Prof. Dr. P. Zonderwijk,
hoogleraar te Wageningen, hield voor de talrijke genodigden een be
toog dat hij als titel meegegeven had: "Het harmoniemodel tussen
onkruid en agrarische vegetatie". Hij stelde daarbij duidelijk dat de
teelt van landbouwgewassen voor gaat boven de onkruiden: "Waar
gewassen staan is onkruidbestrijding primair", aldus de hoogleraar.
Voorts zei hij van mening te zijn dat daar waar geen gewassen worden
geteeld zoals langs spoorbermen, bermen van wegen e.d. de onkruiden
juist zoveel mogelijk in stand moeten worden gehouden. En, zo voegde
hij er nog aan toe, waar gewassen en onkruiden elkaar geen kwaad doen
moet men ze beide laten staan.
J. n het tweede deel van zijn betoog
filosofeerde hij over de grenzen van
onkruidbestrijding. "Hoe ver moet
men gaan, alles bestrijden of zijn
teelten zoals suikerbieten mogelijk
waarbij bepaalde onkruiden niet wor
den bestreden? Gevaar daarbij is, zo
meende hij, dat je dan de kans loopt
die onkruiden volgende jaren niet
meer in de hand te kunnen houden.
Veel onderzoek hiernaar moet nog
plaatsvinden. De voorzitter van het
Instituut de heer W, Koster had
.et I.R.S. werd 50 jaar geleden
opgericht. De naam was toen nog
"Instituut voor Suikerbietenteelt".
Initiatiefnemers tot de oprichting
van dit instituut waren de suikerfa
brieken in ons land. Zij waren van
mening dat er meer studie en onder
zoek moest worden gedaan naar de
beste teeltomstandigheden van sui
kerbieten, zulks in het voordeel van
zowel de teler als de verwerker.
Thans bestaat, na enige veranderin
gen in de naam en aantal deelne
mers, het instituut uit twee partners:
de Suiker Unie en de Centrale Suiker
Maatschappij die het instituut ook
financieel bestaansrecht geven. De
direktie wordt gevormd door ir. B.
Bos, de direkteur en door ir. J. Jor-
ritsma de adjunkt-direkteur. Zij sa
men leiden het wetenschappelijk
teeltonderzoek dat voor een belang
rijk deel plaatsvindt in het laborato
rium dat samen met het hoofdkan
toor is gevestigd in de vroegere koö-
peratieve suikerfabriek te Bergen op
Zoom.
De kiem kracht van het zaad wordt nauw
keurig bepaald.
land de teelt van suikerbieten betreft,
een zeer belangrijke rol. Immers de
bietenteelt omvat een belangrijk deel
van het bouwplan van de akkerbou
wer en draagt dientengevolge ook
voor een niet onbelangrijk deel bij tot
de inkomsten van de boer. Het
spreekt vanzelf dat een goede bieten-
oogst naar kwantiteit en kwaliteit
voor hem van groot belang is. Dat de
agrariër bij zijn bietenteelt een be
roep kan doen op kennis, ervaring en
onderzoeksresultaten van het IRS is
van grote betekenis.
Volgens het IRS is nog veel onder
zoek te doen naar de ideale suiker
bietenteelt en naar de optimale teel
tomstandigheden. Naast het vele
werk dat reeds is gedaan naar een
betere verwerking van de teelt (de
mechanisatie en rationalisatie) houdt
het instituut zich nu ook sterk bezig
met de stikstofbemesting. Overigens
tracht men ook het effekt van andere
meststoffen op het gewas te meten.
Zeer bekend is voorts de bestrijding
van bietencystenaaltjes. Het hoeft
geen betoog dat het instituut zich
voortdurend beijvert daarop een af
doend antwoord te gegen.
L aar nieuwe werkterreinen die
nen zich aan: besparing van energie
en beperking van de tarra om er enige
te noemen. Het is voor de teler zaak
goed op de hoogte te blijven van de
onderzoeksresultaten van het insti
tuut. Het doel van het IRS staat daar
overigens borg voor: "trachten te ko
men tot een rendabele bietenteelt en
een zo hoog mogelijke bietsuikerpro-
duktie".
Bellater
De beste uitvinding tegen Phytophthora in aardappelen sinds de
ontdekking van de aardappel zelf!
Ridomil 25 WP en Ridomil Speciaal bevatten metalaxyl, hét
systemische middel voor de bestrijding van Phytophthora in alle
aardappelteelten.
Ridomil Speciaal bevat daarnaast ook mancozeb, waardoor het
bijzonder geschikt is voor toepassing in gevallen waar men
mangaangebrek verwacht.
Door de systemische werking beschermen Ridomil 25 WP en
Ridomil Speciaal de plant gedurende een lange periode tegen een
aantasting van Phytophthora omdat ook de nieuwe uitgroei hiertegen
wordt beschermd.
Beide middelen kunnen gedurende het gehele seizoen worden
toegepast zonder dat de dosering behoeft te worden opgevoerd. -
Metalaxyl kan door de snelle opname door de plant niet worden
afgespoeld. Dus niet overspuiten na een regenbui!
Integendeel! Vocht verbetert de opname! y.
Ridomil 25 WP en Ridomil Speciaal ~-3f:
geven zekerheid in de aardappelteelt.
Vraag er naar! Want iets beters is er niet!
©Ridomil is het geregistreerde
handelsmerk van Ciba-Geigy A.G.
Wilt U meer informatie, /f.\. -%f-
vraag dan naar
onze folder. t
Ligtermoet Chemie B.V.
Postbus 1048
4700 BA Roosendaal
Tel.: 01650-32912
12