C.O.P.A.-voorzitter Heereman
ernstig
verontrust
Copa wil voldoende
financiële middelen
vastleggen
KNLC kommentaar
MOEIZAAM
Gelijkschakeling gaat door...
Over inkomensontwikkeling boeren
D e totstandkoming van nieuwe
landbouwprijzen blijft zich dit jaar
wel langs uiterst bizarre lijnen ont
wikkelen. Na het principe-akkoord
van eind april, dat weer teniet gedaan
werd door de mislukking van de Eu
ro-top, hebben de ministers van
Landbouw nu toch weer dit principe
akkoord aanvaard. Zelfs is er nu een
aantal nieuwe besluiten aan toege
voegd. Of het nu allemaal doorgaat
hangt af van de bijeenkomst der mi
nisters van Buitenlandse Zaken op 28
en 29 mei. Daar moet dan een defini
tief besluit over de bijdrage van het
Verenigd Koninkrijk genomen wor
den. Lukt dat niet, en de verwachtin
gen zijn toch niet zo hoog gespannen,
dan wordt het vrees ik 12 en 13 juni op
de nieuwe Euro-top. Al met al is het
EG-landbouwbeleid nu wel helemaal
de speelbal van "hogere politiek" ge
worden. Zeer onbevredigend is in dit
kader de rol van de Europese Kom
missie. Of eigenlijk het ontbreken
van een duidelijke rol. Typerend
Nationaal
T egenover minister Braks hebben
we vorige week reeds te kennen ge
geven dat we niet zullen aarzelen de
verantwoordelijkheid die onze rege
ring voor de inkomensontwikkeling
van boeren en tuinders ook in natio
naal verband heeft, aan te spreken.
Daartoe zijn we nu bezig, mede op
grond van wat ons uit de achterban
wordt aangereikt, een pakket maa
tregelen te formuleren dat vanuit Den
Haag uitgevoerd kan worden en tot
verbetering van de netto-inkomens
kan leiden. Zelf denk ik hierbij aan
maatregelen in de sfeer van de druk
der sociale premies en belastingen;
zeker is dat we op dit terrein geen
extra lastenverzwaringen, zoals bij de
bedrijfsoverdracht, kunnen hebben.
Ernstige situatie
'Trage ekonomische groei zal aanhouden'
flf»
l et Centraal Bureau voor de Statistiek heeft cijfers gepubliceerd
over de verdeling van de inkomens in Nederland. Daarbij is het totale
inkomen van alle betrokkenen gesteld op 100 en verder vermeldt het
percentage hoeveel een bepaalde groep heeft bijgedragen aan het totale
inkomen.
De indeling betreft dan steeds een groep van inkomenstrekkers, waarbij
de grenzen zijn getrokken bij 10% - 20% - 30% - enz. Voorts is een
vergelijking gemaakt tussen de jaren 1975 en 1977. Voor de totale
inkomensontvangende bevolking ontwikkelt het aandeel van iedere
10% groep in het totale inkomen zich als volgt:
Gemiddeld
1975
1977
inkomen in
1977
x 1.000,-
le groep (laagste 10%)
2.6
2.7
7.7
2e groep
4.4
4.7
13.2
3e groep
5.8
6.0
16.9
4e groep
6.8
7.0
19.7
5e groep
7.9
8.0
22.5
6e groep
9.0
9.1
25.7
7e groep
10.3
10.4
29.4
8e groep
12.0
12.1
34.1
9e groep
14.7
14.8
41.6
10e groep (hoogste 10%)
26.5
25.3
71.3
wamm
100
100
Ter toelichting diene, dat het bedrag van het inkomen in de eerste groep dus
voor 2,6% bijdroeg in 1975 en voor 2,7% in 1977. Het gemiddelde inkomen
van die groep bedroeg 7.700,— De hoogste groep droeg in 1975 bij aan het
totale inkomen voor 26,5% en in 1977 voor 25,3%. Het gemiddelde inkomen
van deze groep bedroeg 71.300,—
De stijging *van het gemiddelde inkomen was bij de beroepsbevolking het
hoogst in de tweede groep. Deze groep zag het gemiddelde inkomen in de jaren
1975 tot 1977 stijgen met 23.2%.
De stijging was het kleinst in de hoogste groep namelijk 123%. Het gemid
delde inkomen van de beroepsbevolking nam toe van 26.900,— in 1975 tot
31.700,— in 1977, oftewel met 17.8%. Dat van de niet-beroepsbevolking
steeg van 17.200,— tot 20.800,— oftewel met 20.8%.
Dorre cijfers die evenwel aantonen dat de gelijkschakeling door gaat.
C. Paauwe
V.l.n.r. C. Floris, A. Herlitska, C. Heereman, drs. P. Bukman, drs. J.J.
Schouten, ir. D. Luteijn.
De Europese Kommissie heeft on
langs het ontwerp-mandaat voorge
legd aan de E.G.-Raad voor de on
derhandelingen met Spanje over de
toekomstige toetreding tot de
E.G./C.O.P.A./COGECA handha
ven hun standpunt dat de regeringen
van de E.G.-lidstaten en de E.G.-in
stellingen, voorafgaande aan de uit
breiding van de E.G., een besluit
moeten nemen over beschikbare
middelen voor deze uitbreiding van de
E.G.
De garantie van voldoende financië
le middelen voor de toetreding van
Spanje tot de E.G. zal noodzakelijk
zijn om .in de onderhandelingen met
Spanje tot een positief resultaat te
komen; deze uitbreiding van de E.G.
zal immers gepaard gaan met extra
kosten voor de Gemeenschap. Ener
zijds zal rekening gehouden moeten
worden met de noodzaak te blijven
streven naar een beter evenwicht
tussen de regio's van de huidige
E.G., en anderzijds met de struktu-
rele achterstand in de agrarische
ontwikkeling van verscheidene ge
bieden in Spanje.
C.O.P.A./COGECA verzetten zich
tegen een herziening van het 'acquis
communautaire' (het huidige E.G.-
beleid). Deze herziening wordt
Gelet op het internationale klimaat
moet voor Nederland op middel lange
termijn rekening gehouden worden
met een aanhouden van de trage
ekonomische groei, aldus prof.dr.
F.W. Rutten, Sekretaris Generaal
van Ekonomische Zaken voor de
Kring van Amsterdamse Ekonomen.
Het Centraal Planbureau heeft wel
iswaar nog geen projekties tot 1985
of tot 1990 beschikbaar, doch los
daarvan dient naar rekening van prof.
Rutten er rekening gehouden te wor
den met een stijging van niet meer
van 1,5% van het reeële nationale in
komen, zoals dan gemiddeld sinds
1973 is gerealiseerd.
Gelet op de relatief sterke stijging
van het aantal inkomenstrekkers die
voor de jaren '80 wordt verwacht, zal
de groei van het reeële inkomen per
daarvoor is bijvoorbeeld het gemak
waarmee Gundelach zowat al zijn
oorspronkelijke voorstellen op de
schroothoop heeft gegooid. Wat dat
betreft is het duidelijk dat alle aktivi-
teiten van de boerenorganisaties toch
wel resultaat hebben gehad. Welis
waar komt de voorgestelde prijsver
hoging van 5% nog slechts voor de
helft tegemoet aan onze minimum
eis, maar op het punt van de begelei
dende marktmaatregelen hebben we
grotendeels aan het langste eind ge
trokken ten opzichte van de Kom
missie-voorstellen. Zo blijft de sui
kerquota gehandhaafd, komt er geen
strafheffing op de melk, wordt het
beleid voor fabrieksaardappelen in de
goede richting omgebogen en komt er
voor de broodtarwe toch weer drie
maanden interventie aan het begin
van het seizoen. Niettemin zullen de
gevolgen van dit prijsbesluit toch ne
gatief op de boereninkomens uitwer
ken. Temeer daar de kostenontwik
keling de laatste maanden ongunstig
verloopt. Daarom houden we ons als
COPA ook het recht voor om vroeg in
de herfst met eisen voor aankomende
prijsbesluiten te komen.
voorgesteld onder het voorwendsel
de kosten van het E.G.-landbouw
beleid te beperken. Het resultaat zal
echter zijn dat door een dergelijke
herziening de garanties voor de boe
ren, met name in de gebieden rond
de Middellandse Zee, worden ver
minderd.
Volgens C.O.P.A./COGECA is het
absoluut noodzakelijk dat de E.G.-
instellingen besluiten over het ni
veau van de steun en bescherming
ten behoeve van de Middellandse-
zee-produkten, alvorens de toetre
dingsonderhandelingen met Spanje
worden afgesloten.
C.O.P.A./COGECA beklemtonen
het belang van een strikte naleving
van de communautaire preferentie
voor alle landbouwprodukten. Dat
geldt in het bijzonder voor Middel-
landsezeeprodukten, die het meest
getroffen worden door alle preferen
tiële handelsakkoorden die de Ge
meenschap met een steeds groter
wordend aantal derde landen heeft
afgesloten.
Daarom vragen C.O.P.A. en COGE-
CA naar een oplossing van de moei
lijkheden, die de uitbreiding met zich
mee kan brengen voor deze derde
landen in de vorm van kompenseren-
de financiële maatregelen.
hoofd mogelijk zeer gering of nihil
zijn, aldus prof. Rutten.
Herstel rendementen nodig
Een herstel van de rendementen is
broodnodig. Daarbij doemen de
moeilijkheden op bij de lonen,
waarbij een eventuele koopkracht-
handhaving neerkomt op een inci
dentele loonsverhoging van gemid
deld 1 tot 2%, wat met de stijging van
de sociale lasten en belastingen ertoe
zal leiden dat de reeële arbeidskosten
sneller zullen stijgen van de nationa
le arbeidsproductiviteit.
Indien men er niet in zou slagen, al
dus prof. Rutten in de komende vijf
jaar een duidelijke keer ten goede,
met name in de vorm van versterking
van onze industrie te bereiken, dan
moet voor de verdere toekomst een
proces van verarming moet worden
uitgesloten.
vdw
Het lijkt daarom zeer gewenst op
korte termijn ook met de nieuwe
staatssekretaris van Financiën een
gesprek te hebben. Uiteraard zullen
we eveneens aan een reeks andere
mogelijkheden voor lastenverlichting
grote aandacht moeten besteden.
Voor alles zal evenwel duidelijk ge
maakt moeten worden dat de boeren
en tuinders zich meer en meer in de
(politieke) tang genomen voelen. Aan
de ene kant volstrekt onvoldoende
prijsaanpassing voor onze prodükten
en aan de andere kant het dreigen
met strafmaatregelen op meerpro-
duktie. Een meerproduktie waartoe
we, om nog een enigszins aanvaard
baar inkomen te halen, als het ware
worden gedwongen. Dat allemaal on
der het motto dat er geen geld meer in
de Brusselse kas is. Ook onze land
bouwminister, nog overtroffen door
de minister-president, praat wel wat
erg gemakkelijk over dit inkomensdi
lemma van de boer heen. Wij zijn be
reid om mee te denken over oplossin
gen, onder meer voor de zuivelpro-
blematiek. Maar dan moet de politiek
wel eerst duidelijk de bereidheid to
nen de boeren en tuinders een redelijk
uurloon te gunnen. Zoals de situatie
zich nu ontwikkelt voelt een steeds
groter gedeelte van de boeren en
tuinders zich in de hoek gezet en
neemt ongetwijfeld de neiging toe om
op minder beheerste wijze voor de ei
gen belangen op te komen.
Luteijn.
De voorzitter van COPA (het
overkoepelend orgaan van boere
norganisaties in de EG), de heer
C. Heereman, heeft op 14 mei jl.,
vergezeld van de heer A. Herlits
ka, algemeen sekretaris van
COPA, een bezoek aan Neder
land gebracht. Dit bezoek stond
in het kader van zijn rondreis
langs de EG-lidstaten om overleg
te plegen met de leden-organisa
ties van COPA en de ministers
van landbouw over de huidige on
zekere situatie die is ontstaan als
gevolg van het uitblijven van be
sluiten over het EG-markt- en
prijsbeleid 1980/1981.
Allereerst heeft de heer Heereman
een bijeenkomst bijgewoond van het
Overlegorgaan der 3 Centrale Land
bouw Organisaties, onder leiding
van de heer drs. P. Bukman, voorzit
ter van de Nederlandse Christelijke
Boeren- en Tuindersbond.
In deze bijeenkomst, waaraan is
deelgenomen door de voorzitters van
de gewestelijke landbouworganisa
ties, is de noodzaak van een prijs
verhoging van 7,9% nog eens onder
streept en is grote zorg uitgesproken
over het uitblijven van besluiten van
de EG-Raad. Een en ander is nader
toegelicht vanuit de diverse produk-
tiesektoren alsmede door een aantal
voorzitters van gewestelijke land
bouworganisaties. De vergadering
benadrukte dat het beginselakkoord
van de EG-Raad om de prijzen ge
middeld met 5% te verhogen ontoe
reikend is. Tevens is in dit verband
gewezen op de toenemende gevaren,
die zijn verbonden aan het principe
van de zelffinanciering in de land
bouw.
Vervolgens heeft de heer Heereman
vergezeld van de voorzitters van de
drie Centrale Landbouw Organisa
ties een bezoek gebracht aan de rij
mster van Landbouw en Visserij, de
heer ir. G. Braks. Hij heeft daarbij
aangedrongen op een snelle besluit
vorming inzake de landbouwprijzen
voor 1980/1981, dit mede met het
oog op de handhaving van de inko
menspositie van de boeren en tuin
ders in de EG.
Tot slot heeft de heer Heereman in
een aansluitende perskonferentie
erop gewezen dat zijns inziens het
huidige principeakkoord geen bijdra
ge levert aan het herstel van het
marktevenwicht, met name in de zui-
velsektor. De heer Heereman merkte
op dat hierdoor de aandrang op na
tionale aanvullende maatregelen
wordt versterkt. COPA is eensgezind
van mening dat een dergelijke ont
wikkeling ongewenst is. De heer
Heereman sprak van een duidelijk
ernstige situatie, zowel voor de inko
mensontwikkeling van de boeren in
de Gemeenschap als voor de werkge
legenheid in de agrarische sektor en
in de EG als geheel.
COPA zal duidelijk stelling nemen
tegen het beginselakkoord van de
EG-landbouwministers* en zal de be
sluiten toetsen aan de COPA-stand-
punten.
Voor uitbreiding E.G. met Spanje
Prof. Rut ten:
3