Voorjaarswerk akkerbouw
Zeeland in drie etappes!
TOESTAND VAN DE GEWASSEN
PER 20 MEI 1980
Weersomstandigheden erg
ongunstig voor akkerbouw
In Utrecht wordt al veel
beregend
Trage grasgroei leidt in
Friesland tot trage handel
in gebruiksvee
D e wintertarwe heeft echter in het
algemeen een goede stand. Niet te
gul, eerder wat schraal maar dat is
geen bezwaar in deze tijd.
D e weersomstandigheden zijn in de afgelopen periode niet al te gun
stig geweest voor de akkerbouw op de zand- en veenkoloniale veen
gronden in Noord-Oost Nederland, zo meldt het konsulentschap voor
de akkerbouw te Emmen.
N aar het zich laat aanzien is de
stuifschade in de bieten beperkt.
Toch moesten naar schatting 200
ha verstoven bieten worden overge
zaaid. In een enkel geval is het per
ceel met mais ingezaaid. De laatste
dagen gaan door het snel drogende
weer graanpercelen in het bijzonder
op droogtegevoelige gronden droog
teverschijnselen vertonen.
Van de in maart gezaaide bieten is de helft overgezaaid.
Maart had een natte staart
I n de laatste week van maart viel op
veel plaatsen ongeveer 30 mm regen
waarvan ongeveer 12 mm op de
laatste dag. De bewerkte akkers bo
den een troosteloze aanblik, vooral
op de lichtere slempgevoelige gron
den. Op veel percelen kwamen gro
tere of kleinere waterplassen voor.
De bovengrond sloeg in elkaar met
alle gevolgen vandien. Na ongeveer
10 april begon er weer zicht in te
komen op verbetering.
Bieten, zorgenkinderen
D e grote zorgenkinderen na 20
april waren de vroeg gezaaide bie
ten,. Verslempte grond begon nu een
harde korst te krijgen waardoor veel
kiemplantjes niet boven kwamen.
Een globale schatting geeft aan dat
in Zeeland ongeveer de helft van de
in maart gezaaide bieten is overge-
Nachtvorst, hagelschade en stuifschade in Drenthe
Nachtvorst
Stuifschade
Hergroei gras traag
H et grasland heeft dit voorjaar
geen hinder ondervonden van emel-
ten. Wel is op enkele plaatsen schade
door rouwvlieglarven gekonstateerd,
zo meldt het Konsulentschap voor de
Rundveehouderij te Assen. De tem-
peratuursom van 200 gr.C. werd dit
jaar in Drenthe aanmerkelijk later
bereikt dan in de rest van ons land.
Schade nachtvorst in fruit
1e etappe
A Is na januari de dagen langer worden en het weer een wat drogend
karakter krijgt, beginnen de ploegsneden op te grijzen (drogen). Voor
de akkerbouwer begint dan een nieuw seizoen. Wanneer precies het
startschot valt blijft een niet te voorspellen zaak. Dat is ook voorjaar
1980 weer duidelijk gebleken.
In de tweede helft van februari begon de' grond al aardig op te drogen,
zodat in de laatste week van deze maand en in de eerste dagen van
maart in enkele gebieden gezaaid kon worden. Vooral de goed ontwa
terende gronden springen er dan uit.
Naast wat zomergranen is een enkel perceel vlas en erwten gezaaid en
verder hoofdzakelijk kunstmest gestrooid. De grond liet zich toen goed
bewerken maar echt goed droog was hij toen nog niet. Er zijn toen ook
wat plantuien geplant. Dat was in de eerste etappe.
2e etappe
Het heeft 2 a 3 weken geduurd voor
de 2e etappe begon. Zoals altijd is
regen dan de spelbreker. Rond 20
maart kon aarzelend en op 24 maart
bijna overal gezaaid worden. Helaas
duurde deze etappe niet lang want
op veel plaatsen lag op 27 maart alles
weer stil. Toch zijn in deze drie da
gen veel gewassen zoals zomergerst,
vlas erwten, zaaiuien en bijna 20%
van de suikerbieten gezaaid. De
grond was redelijk goed bewerkbaar
maar de hoedanigheid van het zaai-
bed was niet optimaal. De grond had
geleden van het natte weer zodat de
verkruimeling tegenviel. De grond
bleef vochtig onder het zaaibed. In
middels kon in die tijd gekonstateerd
worden dat de wintertarwe en andere
wintergewassen zoals wintergerst,
karwij, koolzaad en luzerne goed
door de winter gekomen waren. De
ontwikkeling van deze gewassen was
op gang maar het ging niet hard om
dat de temperaturen te laag waren.
3e etappe
Zo begon op veel plaatsen op 14 april
de 3e etappe. Gelukkig kon toen
zonder veel hindernissen in één week
bijna alles gezaaid en gepoot wor
den. Met het poten van aardappelen
is men ook nadien doorgegaan. De
struktuur van het zaai- en pootbed
was redelijk, maar de andere grond
was lang te nat.
In veel streken moest de zaaimachine
weer het land op om bietenpercelen
over te zaaien.
zaaid, hetgeen neerkomt op ruim
1.800 ha. Hier en daar zijn ook uien
en erwten overgezaaid. Met de op
komst van de 1 april gezaaide ge
wassen is het over het algemeen vrij
goed verlopen. Hier en daar ligt wat
zaad droog.
Als gevolg van de lage temperaturen
is de groei in de tweede helft van
april langzaam verlopen.
Inmiddels is in mei een droge periode
aangebroken, met hogere temperatu
ren maar ook veel wind. Het is nu
schraal op de akkers en de jonge
plantjes zouden best wat regen kun
nen gebruiken. Veel onkruid komt er
dan niet bij maar het spuiten is met
dit winderige weer ook bijna niet mo
gelijk.
Alles bij elkaar genomen kan gezegd
worden dat de akkerbouwgewassen
tot nu toe een redelijke start hebben
met uitzondering van de vroege bie
ten. Niettemin zouden een paar re
genbuien welkom zijn.
m
iPCagWÉ
Korstvorming, dit jaar een groot probleem.
V oor de rundveehouderij is er op dit
moment nog voldoende gras beschik
baar. De afgelopen dagen is er veel
gemaaid voor voederwinning. De
De opkomst van de vroeg gezaaide suikerbieten ondervond moeilijk
heden op de zware lemen zandgronden. Ook trad hier en daar in het
gebied reeds vroeg hagelschade in de bieten op, ook het stuiven op 19 en
24 april ging niet geheel zonder schade voorbij.
Meer schade werd veroorzaakt door het stuiven in de dagen net voor
hemelvaart, voornamelijk in de veenkoloniën.
De zandgronden hebben mede door de genomen maatregelen in ver
houding minder gestoven.
O ok de nachtvorst bracht in de
veenkoloniën met name op de venige
percelen meer schade mee dan op
het zand.
Van de gewassen hebben de suiker
bieten door de nachtvorst van 9 op 10
mei de meeste schade ondervonden.
Naar schatting zijn 700 ha afge
vroren. De vorstschade aan de aard
appelen is gering, hiervan stonden
nog slechts de vroeg gepootte perce
len boven.
Er zijn diverse percelen zomergranen
aangevroren, waarvan de zomergerst
het ergst. Echter slechts enkele per
celen op zeer venige gronden zijn
geheel dood gevroren.
In de veenkoloniën heeft het aard
appelland het ergst gestoven. Diver
se percelen zijn bloot gestoven, en
zijn door de boeren deels weer aan
geaard.
De boer ondervond voorts moeilijk
heden bij het spuiten van de gewas
sen. Deels door de kans op spuit-
schade, in de verzwakte suikerbieten,
deels door de harde wind die bij alle
gewassen het spuiten onmogelijk
maakte.
Waar tijdig stikstof is gestrooid (rond
half maart) was er begin mei goed
gras. De enkele warme dagen in april
hebben veel veehouders er toe doen
besluiten het melkvee in de weide te
laten (vanaf half april overdag in de
weide).
De tweede helft van april was koud
en schraal, dat remmend heeft ge
werkt op de grasgroei. Begin mei was
er dan ook geen sprake van veel gras.
Ook de eerste week van mei is de
temperatuur aan de lage kant geb
leven, met zelfs enkele nachtvorsten
van -4 a -5 gr.C.
Het gevolg is dan ook dat de hergroei
van voorgeweide percelen traag ver
loopt.
Voor stalvoedering kan intussen vo
lop gemaaid worden. Maaien voor
ruwvoederwinning behoort op dit
moment nog tot de uitzonderingen.
De stand van het grasland is verder
redelijk goed. Er is momenteel nog
voldoende weidegras. Maar als de
temperatuur enige tijd zo laag blijft
en de hergroei het laat afweten, zul
len toch weer enkele percelen be
stemd voor voederwinning in de be
weiding terechtkomen. In jong gras
land komt hier en daar vrij veel muur
voor.
kwaliteit van het gewonnen ruwvoe-
der is goed. Of er in de komende we
ken voldoende weidegras zal zijn voor
het vee hangt voor een groot deel af
van het tijdstip dat het gaat regenen.
Hier en daar is de stand van het gras
wel wat dun. Er wordt ondanks de
harde wind al vrij veel beregend in de
provincie Utrecht.
De snij mais vertoont een goede op
komst. Op zandgronden staat de
mais al duidelijk boven de grond. Op
de rivierkleigronden zijn de eerste
blaadjes te zien (vrijdag 16 mei).
oor wat het fruit betreft heeft de
nachtvorst van 22 april beperkte
schade veroorzaakt bij de rode bes
sen, pruimen en peren. De zetting
van deze gewassen is goed. Ook de
bloei van alle rassen appels is goed.
Over de zetting is nog geen voor
spelling te doen. Ook voor deze ge
wassen is het droog, doch van schade
kan in geen enkel opzicht worden
gesproken.
De akkerbouwgewassen, voor zover
deze in Utrecht worden verbouwd,
staan er redelijk voor; doch veel zal
afhangen van het tijdstip en de hoe
veelheid regen die er gaat vallen.
A.M.
Of er in de komende weken voldoende
weidegras zal zijn...
De droogte geeft ook in Friesland al
zorgen. In de greidestreken meer dan
in de bouwhoek. Tussen "nieuwe" en
"oude" mei (resp. 1 en 12 mei) moet
het flink regenen, zo wil een oud
boerengezegde. Vorig jaar viel in die
periode en trouwens in de gehele
voorzomer, te veel regen waardoor
de kwaliteit van het toen met moeite
ingekuilde gras de melkveehouderij
het gehele stalseizoen parten speel
de.
Dit jaar was de eerste helft van mei
rijk aan zon en een harde koude
wind; geen druppel regen, maar wel
een sterke verdamping. Het gras op
droogtegevoelige grond groeit amper
meer en gaat soms eerder achteruit.
Uit Gaasterland en andere zandge
bieden komen daarover al weer zor
gelijke berichten. Er wordt allerwe
gen druk beregend. De bezorgdheid
over de kwantiteit van de eerste snee
gras neemt met de dag toe, dat was
op de veemarkt merkbaar in een
trage handel in gebruiksvee. Maar de
kwaliteit van het ingekuilde gras is
nu heel goed.
De akkerbouwgewassen geven door-
eengenomen minder aanleiding tot
zorg. De grond was dit voorjaar tij
dens het poten en zaaien ideaal van
struktuur. De vroeg gezaaide suiker
bieten hebben het zwaar gehad met
opkomstmoeilijkheden en moeten
nog al eens overgezaaid worden. Dat
gold voor zeven profcent van het
areaal, aldus het Rijkslandbouw-
konsulentschap. Ook de pootaar-
dappelen in niet al te ideale grond
kampten met de opkomst. De nacht
vorst heeft op nogal wat vroege-
aardappelpercelen vorstschade toe
gebracht. Dat betekent in elk geval
wel een weekje achterstand. Bij de
granen eigenlijk geen problemen. Al
met al in de Friese bouw nog geen
grote zorgen over de gewassen, maar
er wordt wel naar regen uitgezien.