Mechanisatiekosten op rundveebedrijf hoog,
loonwerk dikwijls voordeliger
Richtprijs voor biggen
aangepast
G
H et machinepark op een rundvee
bedrijf kan eenvoudig zijn. Deson
danks zijn de jaarlijkse kosten hoog.
Daar de werktuigen praktisch geheel
Hoogste
keuringstarieven
aangepast
Door ing. H.M.J. Smeets, lent schap voor de Rundvee-
specialist Landbouwwerktui- houderij en de Akkerbouw te
gen en Arbeid bij het Konsu- Waalre
ezien de minder gunstige ekonomische situatie is het belangrijk om
eens stil te staan bij de mechanisatiekosten van het rundveebedrijf.
Bij aanschaf van werktuigen moet naast de financiering ook aandacht
worden besteed aan de te leveren eigen arbeidsuren en een eventuele
uitbreiding van de werktuigenberging.
Voor een bedrijf van 20 ha, met 15 ha grasland, 5 ha snijmais, 60
grootvee-eenheden en 250 mestvarkens zijn de mechanisatiekosten van
de basiswerktuigen, de opraapwagen en de vakuümmesttank uitge
werkt. De snijmaisteelt en de graslandvernieuwing gebeuren in loon
werk.
Basiswerktuigen
ten dienste staan van het rundvee
moeten de kosten hieraan ook wor
den toegerekend. Hieronder is een
werktuigenpark weergegeven dat
wenselijk is voor het gekozen be-
drijfsvoorbeeld.
Ver-
Kosten per
jaar
van-
Rente
Afschrij
Onder
Totaal
gings-
ving
houd
waarde
verze
kering
Gld
Gl'd
Gld
Gld
Gld
Trekker
40-45 kW
(54-61 pk)
35-000
2.310
10
3.500
8
2.800
24,6
8.610
Cirkel
maaier,
w.br,165m
*+.**00
290
13
572
10
440
29,6
1.302
Cirkel-
hark-
schudder
w.br.3 m
3-500
231
12
420
10
350
28,6
1.001
Kunstmest
strooier
1.800
119
10
180
3
54
19,6
353
Kuilvoer-
snijvork
4.300
284
15
645
6
258
27,6
1.187
Loswagen
5.000
330
10
500
5
250
21,6
1.080
Klein
gereed
schap
6.000
396
10
600
5
300
21,6
1.296
Totaal
60.000
3.960
6.417
4.452
4.829
Gemiddeld
percentage
6,6
10,7
7,1»
24,7
Gemiddeld geïnvesteerd bedrag; 60% van de vervangingswaarde
36.000,— Hiervan is 11% rente berekend, waardoor de ge
middelde rente op 6,6% van de vervangingswaarde komt.
In verband met een wijziging in de
kostenontwikkeling voor o.a. arbeid
en gebouwen alsmede in de techni
sche resultaten in de varkensfokkerij
en varkensmesterij, is de formule
voor de berekening van de richtprijs
voor biggen van het Landbouwschap
aangepast.
Met ingang van 5 mei 1980 is de
richtprijsformule voor een big van 22
kilo als volgt vastgesteld:
48,06 x EAA-prijs 0.338A - 1,618
B 0,116 C- 12,75
waarin: EAA-prijs de gemiddelde
EAA weeknotering van VAKO, EN-
CEBE, HOVA en Oostgroep.
A, B en C zijn groothandelsprijzen
van respektievelijk zeugenbrok,
mestvarkensbrok en babybiggenkor-
rel per 100 kilogram, zoals die ver
meld worden in het agrarisch week
overzicht van het Landbouw-Eko-
nomisch Instituut (LEI) van de
voorgaande week.
De opzet van de formule vertoont
ten opzichte van de tot nu toe ge
bruikte formule geen fundamentele
wijzigingen.
Bij de nieuwe richtprijsformule ligt
de biggenprijs iets boven die van het
jaar 1979/1980.
Voor biggen zwaarder of lichter dan
22 kilogram gelden binnen het ge-
wichtstrajekt van 17 t/m 27 kilogram
de volgende "verrekenprijzen" per
kilogram meer of minder:
bij EAA weeknotering van 3,11 -
3,40 2,40
bij EAA weeknotering van f 3,41 -
3,70 2,50
bij EAA weeknotering van 3,71 -
ƒ4,- 2,65
bij EAA weeknotering van 4,01 -
4,30 2,85
bij EAA weeknotering van 4,31 -
4,60 3,05
bij EAA weeknotering van f 4,61 -
4,90 3,25
De "verrekenprijs" per kilogram
meer of minder zijn ten opzichte van
1979/1980 eveneens iets verhoogd.
De berekende biggenprijs is franko
mester, dat wil zeggen inklusief de
transportkosten van de big die op
2,75 zijn gesteld.
(Voor belangstellingen is bij het
Konsulentschap voor de Varkens
houderij, Willemsplantsoen 6 te
Utrecht een uitgebreide schriftelijke
toelichting op de richtprijsformule
voor biggen 1979/1980 verkrijgbaar.
De richtprijs is telefonisch te beluis
teren onder nummer 05200 - 13399).
Ondanks de beperkte omvang is de
vervangingswaarde 60.000,—
waarvan 60% oftewel 36.000,—
permanent in de machines is geïn
vesteerd. De totale jaarkosten be
dragen 25% van de nieuwwaarde
en belopen 15.000,— Hierin zijn
de stallingskosten en brandstof niet
begrepen. Deze laatste bedragen
momenteel vlug 125,— a 150,
per ha.
De kosten voor onderhoud en af
schrijving kunnen per bedrijf varië
ren. Uiteraard speelt hierbij het ge
bruik een grote rol. Goed onderhoud
en verstandig gebruik drukken de
kosten.
De loonwerker kan de boer op wijze wijzen van dienst zijn.
werking met zelf inkuilen, niets of
zeer weinig wordt verdiend. Met een
tijdig gemaakte afspraak met de
loonwerker, niet als het gras al ge-
wierst is, zal meer voordeel te behalen
zijn.
Mengmest uitrijden
O p genoemd bedrijf met 60 groot
vee-eenheden en 250 mestvarkens
wordt jaarlijks 1.100 m3 meng
mest geproduceerd. De jaarkosten
van een vakuümmesttank bedragen
merkt worden, dat bij eigen mecha
nisatie in verband met de kleinere
tank uitgegaan moet worden van een
lagere uurkapaciteit.
Zelf inkuilen
In onderstaand overzicht zijn de mechanisatiekosten weergege
ven van de bijkuilmethode. Hierbij wordt het voordrooggras
aangevoerd met de opraapwagen en aan de hoop gezet door een
tweede trekker uitgerust met een grasvork. Net als bij andere
inkuilmethoden moet deze tweede man met trekker beschikbaar
zijn. Uiteraard is dit niet altijd eenvoudig.
Ver-
Kosten per
jaar
van-
Rente
Afschrij
Onder
Totaal
gings-
ving
houd
waarde
verze
kering
Gld
Gld
Gld
Gld
Gld
Opraap
wagen
14.000
924
13
1.820
7
980
26,6
3-724
Grasvork
met
afschuif-
bord
2.500
165
13
325
5
125
24,6
615
Totaal
16.500
1.089
13
2.145
1.105
4.339
Gemiddeld
percentage
6,6
13
6,7
26,3
Relatie
boer-loonwerker
Alvorens tot eigen mechanisa
tie wordt overgegaan moet
men eerst inzicht hebben in de
uitgaven voor loonwerk. Dan
kan een kostenkalkulatie,
analoog aan bovenstaande
voorbeelden, worden opgezet.
Gezien de hoogte van de eigen
mechanisatiekosten is het
voor veel bedrijven wenselijk
om de loonwerker in te scha
kelen.
Bovendien heeft dit nog het
voordeel dat u meer tijd vrij-
krijgt, waardoor u alle aan
dacht aan het vee kunt beste
den, zodat u daar optimale op
brengst mag verwachten.
Tijdige afspraken maken met
de loonwerker is noodzakelijk.
De loonwerkers zullen u graag
behulpzaam zijn.
De totale jaarkosten van dit systeem
bedragen 4.339,— exklusief kos
ten trekkers en bediening.
Op het gekozen bedrijf, waar jaar
lijks 15 ha gekuild wordt, zijn de
kosten van opraapwagen en grasvork
al 289,— per ha, ervan uitgaande
daKde tweede trekker inklusief be
diening beschikbaar is, maar nog wel
betaald moet worden. Zou deze
trekker, die weinig uren maakt, op
het bedrijf zijn en bediend worden
door een gezinslid, dat tijdelijk in
springt, dan zijn de kosten nog aan-
merkelijk hoger.- In bovengenoemde
situatie is loonwerk altijd goedkoper.
Bij een gezamenlijke exploitatie door
twee gelijksoortige bedrijven, met
totaal 30 ha in te kuilen, zijn alleen
de werktuigkosten 145,- per ha
exklusief trekkers en arbeid. Boven
dien zal dan nog wat extra berekend
moeten worden voor onderhoud.
Gekonkludeerd moet worden dat op
dergelijke bedrijven, ondanks samen
volgens onderstaande gegevens
3.192,-.
Vakuümmesttank 5.000 liter
12.000 -
Rente 13% 792,-
Afschrijving 13% 1.560,
Onderhoud ver
zekering 7% 840,—
Totaal, 26,6% 3.192,—
Volgens de door het Landbouw
schap geadviseerde tarieven voor
loonwerk bedragen de loonwerkkos-
ten per uur voor het uitrijden met
een 8.000 liter tank 76,— en een
10.000 liter tank 80,—
Voor het bedrag van 3.192,— heeft
u respektievelijk 42 of 40 uur de be
schikking over een loonwerker. Bij
gelijkblijvende kosten hoeft deze dan
bij de grootste tank maar amper 3
keer per uur te rijden. Bij 8.000 liter
tank iets meer dan 3 keer.
Voor de volledigheid moet opge
Teneinde de tariefverschillen in de
keuring van vlees tussen bedrijven die
jaarlijks grote aantallen en die, welke
kleine aantallen van één kategorie
dieren op een bedrijf ter keuring aan
bieden, niet verder te vergroten, zijn
onlangs de huidige vleeskeuringsta
rieven aangepast. Met terugwerken
de kracht tot 4 februari 1980 is een
verlaging ingevoerd van de hoogste
tarieven voor runderen, éénhoevige
dieren en varkens.
Dit o.m. antwoordt minister ir. Braks
(landbouw en visserij) mede namens
minister Ginjaar (volksgezondheid
en milieuhygiëne) op schriftelijke
vragen van de Tweede Kamerleden
Van Rossum, Waalkens en Braks.
(Zoals bekend is ir. Braks tot zijn
benoeming als minister op 4 maart
j.l., lid der Tweede Kamer geweest).
In de motie Van Rossum wordt ver
zocht maatregelen te nemen om de
verschillen in de kosten van vlees
keuring zodanig terug te brengen dat
de kleine bedrijven in de konkur-
rentiestrijd niet ten onder gaan.
13