Strenge landbouwgrondwetten belemmeren ontwikkelingen in landbouw Geen overeenstemming over landbouwprijzen Verlaging EG-bijdrage Engeland mag landbouwbeleid niet verstoren COPA wil eind aan onzekerheid I D, E en oplossing van het vraagstuk over de bijdrage van Engeland aan de EG mag niet leiden tot een verlaging van de EG-uitgaven op land bouwgebied. Dit schrijft het Landbouwschap aan minister-president Van Agt met het oog op de EG-Raad van de regeringsleiders, die op 27 en 28 april a.s' in Luxemburg wordt gehouden. Het Landbouwschap heeft in die brief uiteengezet met welke zaken de minister-president rekening dient te houden tijdens deze Europese top. T D enemarken kent al sedert het eind van de 18e eeuw een soort Wet Vervreemding Landbouwgronden. Deze wet was en is onder meer ge richt op de instandhouding van een goede verkaveling en de voorko ming van het herontstaan van grootgrondbezit. D e Raad van EEG-Ministers (landbouw) heeft tijdens de zitting van 21, 22 en 23 april j.l. geen overeenstemming kunnen bereiken over het landbouwprijzenpakket voor het prijzenjaar 1980-1981. Wel heeft de Raad een tussenbalans opgemaakt ten behoeve van de regeringsleiders, die 27 en 28 april a.s. in Luxemburg bijeenkomen. V Trieste Deense les: Strenge wetten Waarschuwing Raad van EEG-Ministers (landbouw) D Landbouwschap schrijft Van Agt: Beperkte verhoging In het KIULC intussen.. Landbouwschap wil interventie appelen maand verlengen Toepassing EMS in de landbouw Situatie varkensmarkt Na de wetswijziging van 8 juni 1978 worden als doelstellingen van de wet genoemd: a. b. c. De bescherming van de kultuurgrond met de daarbijbehorende landschappelijke waarden; Het verzekeren van een verantwoorde benutting van de landbouw gronden; Het verzekeren van een doelmatige ontwikkeling van de landbouw en een verbetering van de konkurrentiepositie. B ij de verdere uitwerking van deze punten wordt o.a. nog genoemd: het er op toezien dat goede landbouw grond niet onnodig wordt gebruikt voor andere doeleinden. De prijsbeheersing van landbouw gronden is geen doelstelling in de Deense wetgeving. Dit in tegenstel ling tot de Nederlandse ontwerpwet. In de Deense wet worden wel nor men genoemd tot welke grootte be drijven mogen worden samenge voegd en hoeveel bedrijven één per soon mag exploiteren. Er is altijd veel kritiek geleverd op die normen. Zo verscheen in 1968 een rapport van de Deense Raad voor Sociaal On derzoek over de ekonomisch-sociale struktuurproblemen in de landbouw. De konklusie was vernietigend t.a.v. de wetten op de grond: deze hebben een gezonde ontwikkeling van de landbouw afgeremd! O ndanks de wetswijzigingen kan dit nog steeds worden gezegd. De zeer moeilijke periode die de Deense landbouw op dit moment meemaakt is mede toe te schrijven aan de strenge normen in de Deense grond wetten. Deze normen verhinderen een groei van de bedrijven waar de technische mogelijkheden optimaal kunnen worden toegepast. Om de ontwikkeling van de bedrij ven toch aan te passen aan de moge lijkheden die deze tijd technisch ge zien geeft en sociaal en ekonomisch vereist worden de wetten op de grond door de Deense boeren "ont lopen". Een aanwijzing hiervoor is de toena me van het zaaiklaar verhuren van grond. Dit valt niet onder de betref fende wetten. In 1978 werd de grond van 28.341 bedrijven zaaiklaar ver huurd of zoals de Qenen zeggen in deelpacht uitgegeven. Dit betreft 22,6% van alle Deense landbouwbe drijven en 12% van de Deense kul tuurgrond. In Denemarken wordt maar 2,4% van de bedrijven normaal verpacht. delijke waarschuwing voor mogelijke ontwikkelingen die een gevolg kun nen zijn als in Nederland via de Wet Vervreemding Landbouwgronden normen worden gesteld t.a.v. afstand en minimum en maximum bedrijfs- grootte. Deze normen zullen in ons land tot gevolg hebben dat de grondgebonden akkerbouw en melkveehouderij zich niet meer op een soci&al en ekono misch verantwoorde wijze kunnen ontwikkelen. Daarnaast zal er meer en meer grond buiten de Pachtwet om in gebruik komen. Het zaaiklaar ver huren (aardappelen, mais), het ver kopen van grasgewas en het inscha- ren van jongvee zal toenemen. Het gevaar is dan ook duidelijk aanwezig dat de Wet Vervreemding Land bouwgronden de Pachtwet gaat on dergraven! Drs. A.A. Jaarsma e Deense situatie vormt een dui- e Raad heeft nog eens onder streept, dat bezuinigingen op de landbouwuitgaven nodig zijn. Daar naast heeft een meerderheid van de ministers, waaronder ir. Braks, die als minister van landbouw en visserij de Nederlandse delegatie leidde, zich uitgesproken voor een grotere verhoging van de landbouwprijzen dan de Europese Commissie heeft voorgesteld. Anderzijds was men het erover eens, dat met name in de zui- velsektor de kosten van de verdere produktietoename door de produ centen zelf moeten worden gedra gen. Overigens bestaat nog verschil van mening over de wijze waarop deze medefinanciering zou moeten gebeuren. De verdeeldheid betreft met name het al dan niet progressief belasten van bedrijven, die hun pro- duktie uitbreiden en het ontzien van kleinere bedrijven. Minister Braks heeft nogmaals benadrukt, dat hij olgens het Landbouwschap is het onjuist per afzonderlijke EG-lidstaat een berekening van uitgaven en in komsten op te stellen. Niettemin noemt het Landbouwschap het ge wenst, dat het door Engeland aan de orde gestelde probleem op zo kort mogelijke termijn wordt opgelost. Dit vraagstuk werkt immers rem mend op het integratieproces binnen de EG. De integratie is tot nu toe vooral op het landbouwbeleid gericht. Binnen de totale EG-begroting nemen de landbouw-uitgaven als gevolg daar van een belangrijk deel voor hun re kening. Deze uitgaven hebben niet alleen betrekking op de landbouw in de EG, maar komen voor een deel ten goede aan landen buiten de EG. Los van het Britse bijdragevraagstuk zal gestreefd moeten worden naar een verbetering van de marktsituatie, met name voor melk. Het Land bouwschap wijst erop, dat de inko menspositie van de landbouwbevol king in de Gemeenschap hierbij zorgvuldig afgewogen dient te wor den. Daarom moet bij de komende prijsvaststelling worden uitgegaan van de ontwikkeling van de produk- tiekosten in de landbouw. Op basis hiervan is een prijsverhoging nood zakelijk van 7,9%, aldus het Land bouwschap. prijzen voldoende rekening wordt gehouden met de inkomensontwik keling. De opbrengst van de heffing moet gebruikt worden om het mark tevenwicht te herstellen. Het Land bouwschap pleit in dit verband voor de premieregeling, die het heeft voorgesteld voor een vrijwillige ver mindering van de melkproduktie per bedrijf. De zogenaamde bijkomende heffing op melk, zoals de Europese Kommissie deze voorstelt, is voor het Landbouwschap onaanvaardbaar. Het zou onjuist zijn, als de EG de verantwoordelijkheid voor het zui velbeleid uit handen geeft en bij voorbeeld bij de zuivelindustrie legt, zoals dat bij de bijkomende heffing zou gebeuren. De voorzitter van C.O.P.A. verzoekt de Raad van regeringsleiders met klem tijdens de vergadering van de Raad op 27 en 28 april 1980 te Lux emburg heldere en duidelijke beslis singen te nemen om een einde te ma ken aan de onzekerheden en tegen stellingen veroorzaakt door de E.G.- financiering. De verschillen van in zicht die er op het gebied van finan ciering bestaan, vormen een groot gevaar voor het enige gemeenschap pelijke beleid van de E.G., te weten het gemeenschappelijk landbouwbe leid, en derhalve voor de E.G. als zo danig. Deze tegenstellingen hebben er al toe geleid dat het markt- en prijsjaar 1979/1980 voor melk en rundvlees met een maand is verlengd. Dit heeft tot gevolg dat het inkomen van het merendeel van de boeren in de E.G. aanzienlijk zal dalen. C.O.P.A. is van mening dat de grote ekonomische, sociale en regionale problemen, die zich bijzonder dui delijk voordoen in sommige gebie den van de E.G., het noodzakelijk maken dat ook voor andere sektoren dan de landbouw een gemeenschap pelijk beleid wordt ontwikkeld; een toereikende groei van de eigen mid delen van de E.G. zal hiervoor noodzakelijk zijn. Zonder deze ver ruiming van de middelen zal het on mogelijk worden de integratie en de uitbreiding van de E.G. voort te zet ten. Op het ogenblik wordt het gemeen schappelijk landbouwbeleid op on rechtvaardige wijze belast met di verse kosten als gevolg van het ont breken van een gemeenschappelijk beleid op regionaal, sociaal, ekono misch en monetair gebied, en tevens als gevolg van het bestaan van tal rijke preferentiële handelsovereen komsten die ingaan tegen het princi pe van de communautaire preferen tie. C.O.P.A. is fel gekant tegen iedere poging om de budgettaire problemen op te lossen ten koste van het ge meenschappelijk landbouwbeleid, want dat zou een onrechtvaardige straf zijn voor de boeren van de ge meenschap en een reëel gevaar vor men voor het bestaan en de ontwik keling van de E.G. en aanzien van de zuivelproble- matiek zegt het Landbouwschap dat een beperkte verhoging van de me deverantwoordelijkheidsheffing aanvaardbaar is, mits bij de nieuwe Het Landbouwschap wil dat de inter ventieperiode voor appelen met een maand wordt verlengd, te weten tot eind juni in plaats van eind mei. Het heeft minister Braks van Landbouw en Visserij gevraagd om bij de Euro pese Kommissie aan te dringen op die verlengde interventieperiode' Het verzoek van het Landbouwschap is gedaan op grond van de ontwik keling van de afzet in dit seizoen en de nog aanwezige voorraden. Vol gens het Landbouwschap kan de in terventieprijs op hetzelfde niveau worden vastgesteld als in de maand mei. Al eerder is in gelijksoortige situaties een verlengde interventieperiode ge hanteerd ter ondersteuning van de afzet tijdens de afloop van het sei zoen. Dit gebeurde ook in 1979. een lineaire aanpak voorstaat, d.w.z. een voor iedereen gelijke medever antwoordelijkheidsheffing en een zelfde benadering voor een aanvul lende heffing over de meerproduk- tie. Een versghillend regiem voor enerzijds grotere, gespecialiseerde bedrijven en anderzijds kleine, ge mengde bedrijven, noemde hij on rechtvaardig. Nu deze tussenstand aan de Europese Raad wordt voor gelegd, hebben de ministers van landbouw besloten hun eerstvolgen de vergadering te vervroegen en op 6 mei opnieuw bijeen te komen. besteedde de Afdeling Tuinbouw uitvoerig aandacht aan de bereikte overeenstemming tussen de Gasunie en het Landbouwschap over de aardgasprijs voor de tuinbouw. In een periode van twee jaar zal een prijsaanpassing van 4,5 cent per jaar plaatsvinden en wel op 1 april 3 cent en op 1 oktober 1,5 cent. In totaal derhalve 9 cent. De tuinbouw ziet zich geplaatst voor een onverantwoord grote prijsaan passing in een korte tijd die voor de praktijk niet aanvaardbaar is. Gelet op de rentabiliteit van vele teelten zal deze prijsverhoging rampzalige ge volgen hebben, als de inkomsten tenminste niet blijvend verbeteren. Gevreesd moet worden dat veel be drijven het niet zullen redden. Het zullen met name de nieuwe bedrij ven en bedrijven met nog jonge on dernemers zijn die het eerst in de problemen gaan komen. achtte dezelfde Afdeling Tuin bouw het tegen de achtergrond van de thans reeds slechte rentabiliteit in de glastuinbouw onverantwoord dat door het bedrijfsleven was meege werkt aan de totstandkoming van dit kontrakt. De tuinbouw ziet zich thans dan ook voor een onmogelijke situatie geplaatst. Er zullen op korte termijn maatregelen getroffen moe ten worden om te voorkomen dat veel bedrijven in moeilijkheden gaan ntussen is besloten het prijzenjaar 1979-1980 voor melk en zuivelpro- dukten, gedroogde voedergewassen en bloemkool te verlengen tot en met 31 mei a.s. en dat voor rundvlees tot en met 1 juni a.s. O vereenstemming is thans wel be reikt over voortzetting van de toe passing van het Europees Monetair Stelsel (EMS) in het gemeenschap pelijke landbouwbeleid. Zoals be kend bestond er tot 1 april 1980 een tijdelijke regeling. Bij uitblijven van overeenstemming over de verlenging ervan heeft de Europese Commissie in opdracht van de Raad sindsdien haar eigen verantwoordelijkheid als beheerster van de gemeenschappe lijke landbouwmarkt vervuld. Zij heeft vanaf dat tijdstip zelf monetair kompenserende bedragen (MCB's) vastgesteld' teneinde ontwrichtingen in het handelsverkeer te voorkomen. an Nederlandse en Duitse zijde is gewezen op de druk, die momenteel wordt uitgeoefend op de varkens- markt. Minister Braks heeft in dat verband melding gemaakt van de problemen die onze varkensexport ondervindt bij de Italiaanse grens als gevolg van de zeer strenge veterinaire kontrole. Dit heeft ertoe geleid dat de Europese Commissie met spoed het Permanent Veterinair Comité bijeen zal roepen. Daarnaast zal de kom missie een onderzoek instellen naar de situatie op de varkensmarkt, om na te gaan of een partikuliere opsla gregeling nodig is. komen en dat het tot onverantwoor de teeltverschuivingen gaat komen. Teeltverschuivingen die alleen maar aanleiding zullen zijn tot nog grotere teleurstellingen. was de Afdeling Tuinbouw verder van oordeel dat de te nemen maa tregelen allereerst gericht moeten zijn op het voortbestaan van de tuinbouw en niet op bedrijfsbeëindi ging. Met het nemen van maatrege len mag niet gewacht worden tot de bedrijven het nog slechter krijgen dan ze het nu al hebben, want dan kon het voor een groot deel van de tuinbouw wel eens te laat zijn. was de Afdeling Tuinbouw de mening toegedaan dat nu alles op alles gezet zal moeten worden om energiebesparingsprogramma's te versnellen. kwam in de Afdeling Tuinbouw tevens aan de orde de wel zeer on gunstige liquiditeitspositie van de fruitteelt. Vastgesteld wérd dat door de overheid onvoldoende maatrege len worden getroffen om de struktu- rele problemen in de fruitóektor op te lossen. Voorop staat dat de geldende herinplantregeling flink moet wor den verbeterd.Verder zijn overheids bijdragen noodzakelijk voor verbe tering van de afzet en in de premie van de hagelverzekering. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 4