G. Krekelberg stopt na 45
jaar met landbouwtellingen
H,
G,
D;
PACHTWET IN DE
PRAKTIJK (2)
W(
N a de oorlog zet de minder pretti
ge tijd zich voor Krekelberg nog even
voort. Wel volgt hij Van Loenhoud
als distriktsbureauhouder op, maar
dit betekent tevens dat voor hem de
weinig dankbare taak is weggelegd
een groot aantal medewerkers te
moeten ontslaan. Dit omdat na de
oorlog een zeer groot deel van het
werk overbodig werd. Immers de
schaarste van veel produkten was na
'45 al snel weer opgeheven. En de
beruchte bonnen verdwenen. In 1953
is het personeelsbestand dan ook te
ruggebracht van 40 tot 5. "Ze zijn
gelukkig allemaal goed weggeko
men. Er was toen werk genoeg".
G,
Vanwege pensionering:
1 tot 3 cent...
Meitelling
Werk genoeg
Kleine zelfstandige
Landbouw(mei)tellingen
B
Zwaar ziek...
A Is iemand de kneepjes van de landbouwtelling kent dan is het wel de
heer G. Krekelberg, want 45 jaar lang heeft hij deze iri Midden-Zeeland
georganiseerd. Dit jaar voor het laatst heeft hij de telling voorbereid.
De verwerking ervan valt evenwel niet meer onder zijn verantwoorde
lijkheid want per 1 mei is Krekelberg met pensioen gegaan. De dis-
triktsbureauhouder heeft er een dikke streep ondergezet.
erard Krekelberg kwam in de
krisistijd (1930) als jongeman van 18
jaar eigenlijk bij toeval terecht op het
toenmalige distriktskantoor in Ove-
zaride. Krekelberg moest toen de in
name van de tarwe administratief
begeleiden. Hij schreef voor de boe
ren en molenaars ook de vervoers
bewijzen uit die nodig waren om de
tarwe te kunnen vervoeren. In die
tijd al, weet hij nog, moesten de
boeren opgave doen van het aantal
varkens en runderen dat ze hadden
en van het aantal ha's ingezaaide
tarwe.
at was eigenlijk het begin van de
landbouwtelling, zö zegt Krekelberg
die kan putten uit een schat van he
rinneringen aan die begintijd: "het
bouwplan van toen was niet veel an
ders dan nu, niet meer dan één derde
van het oppervlak mocht ingezaaid
zijn met tarwe, maar tarwe was een
interessant produkt want daar gold
een vaste prijs voor. Geheel anders
was dat met de aardappelen die soms
1 tot 3 cent per kilo opbrachten". Op
talloze zitdagen noteerde Krekelberg
jaSr na jaar de oppervlakte aardap
pelen die de boeren hadden. "Dat
was voor een heffing die ze moesten
betalen om de krisistijd zo goed mo
gelijk door te komen".
I„
1934 begon dan de landbouwtel
ling (meitelling) officieel. Tot de taak
van Krekelberg behoorde o.m. het
aanstellen van mensen die de boeren
opzochten om hen bij het invullen
van de formulieren te helpen. Ook
moest hij deze zgn. 'tellers' werven;
in ieder dorp één of twee. Dat is sterk
gewijzigd want later kwamen de
boeren naar de tellers en nog later
werden er in de verschillende dorpen
zgn. zitdagen gehouden waarop dan
de boeren geacht werden te verschij
nen om de op hun bedrijf betrekking
hebbende gegevens te overhandigen.
En zo gaat dat vandaag de dag nog.
De oorlog wordt een zeer drukke tijd
voor het Bureau van de Provinciale
Voedselcommissaris, zoals de orga
nisatie waarin Krekelberg met zijn
direkte chef A. van Loenhoud deel
uitmaakten, toen werd genoemd.
Krekelberg: "dit kwam vanwege de
vele tekorten aan grondstoffen en
levensmiddelen in die tijd. Voor elke
partij tarwe hoe groot of klein moest,
wilde je daarmee de weg op, een
vervoersbewijs worden afgegeven.
En veel boeren lieten toen zelf hun
tarwe malen. Dat er op ieder dorp
weer iemand werd gestationneerd
om de vervoersbewijzen af te kunnen
geven, behoorde tot zijn taak. Er
vond op het bureau natuurlijk een
sterke personeelsuitbreiding plaats
immers vrijwel alle landbouw-
prodïikten moesten worden ingele
verd en de administratieve en kon-
trolerende begeleiding daarvan ve
reiste veel mankracht. "Ons bureau
telde toen 6 man en in de buiten
ij schreven relds over de in de
plaatsstelling na overlijden van de
pachter. Een belangrijk artikel, want
de belangen van de overblijvende
echtgenoot en kinderen worden veilig
gesteld.
Het komt ook voor dat de pachter
door ziekte, ouderdom of invaliditeit
niet meer in staat is het gepachte
naar behoren of persoonlijk te ex
ploiteren. In artikel 49 van de Pacht
wet staat dat de pachter die de leef
tijd van 65 jaar heeft bereikt of ten
gevolge van ziekte of invaliditeit niet
meer in staat is het gepachte op be
hoorlijke wijze te exploiteren, de be
voegdheid heeft zich tot de pachtka-
mer te wenden met de vordering zijn
echtgenoot één of meer zijner bloed
en aanverwanten in.de rechte lijn in
zijn plaats als pachter te stellen. Dit
geldt eveneens voor medepachters
en een pleegkind.
et is vanzelfsprekend dat men
niet zonder meer een verzoek tot de
pachtkamer richt, maar eerst met de
eigenaar zal zoeken naar een oplos
sing. In vele gevallen zal deze be
spreking tot een oplossing leiden.
Indien onverhoopt zich toch moei
lijkheden zouden voordoen dan kan
men zijn recht zoeken ingevolge
bovengenoemd artikel.
Het komt nogal eens voor, ook al
nadat de vader zijn grond zoge
naamd heeft overgedaan aan de
dienst liepen er niet minder dan 30
man in Zuid-Beveland".
Een druk jaar voor de gepensio
neerde distriktsbureauhouder is 1953
geweest. Hij moest met een paar
medewerkers toen namelijk de scha
de van de watersnoodramp vaststel
len en later ook de uitkering van de
vergoedingen verzorgen. Na 1953
loopt het werk opnieuw sterk terug.
De weinige medewerkers die Kre
kelberg nog had moesten ook weg en
hij bleef ten slotte in 1955 als een
kleine zelfstandige alleen over. Na
een reorganisatie waarbij o.m. in
1965 de Stichting Uitvoering Land-
bouwmaatregelen werd opgericht,
werd Gerard Krekelberg ten slotte in
1971 benoemd tot distriktsbureau
houder voor geheel Walcheren en
zoon, dat de vader toch de officiële
pachter blijft omdat hij dat beter
vindt. Wat hieraan nu beter is kun
nen wij met de beste wil van de
wereld niet ontdekken.
Wel zijn ons gevallen bekend dat de
pachter bij een pachtgeding i.v.m.
zijn leeftijd, geen pachtverlenging
meer kreeg, omdat de leeftijd een rol
ging spelen bij het nemen van de
beslissing door de pachtrechter, en
bij de afweging van de belangen van
beide partijen, dus pachter en ver
pachter. Indien de zoon reeds offi
cieel pachter was geweest was de be
slissing wellicht anders uitgevallen.
e zijn hier eigenlijk weer syste
matisch aangeland bij de bedrijfsop
volging; artikel 49 heeft hier wel de
gelijk betrekking op.
De vraag kan hier gesteld worden:
wanneer doen we ons bedrijf over
aan de zoon-opvolger? Misschien
zegt u terecht: dat zullen wij zelf uit
maken. Wij willen u dan alleen vra
gen of u als zoon-bedrijfsopvolger
niet blij was toen uw vader op bijv.
65-jarige leeftijd zei: "je bent de
stuurmanskunst machtig; probeer
het schip te behouden en zo mogelijk
te verbeteren".
En toen was er nog geen artikel 49.
Maar daar ging het ook niet om. Wel
belangrijk is dat u weet dat het er is,
want het kon er eens om gaan.
J. Markusse
Noord-Beveland. In die funktie heeft
hij dinsdagmiddag in het Land-
bouwhuis te Goes afscheid genomen
van talrijke kollega's en vroegere
medewerkers.
45 jaar lang is Gerard Krekelberg zeer nauw betrokken ge
weest bij de landbouwtellingen, die van zeer grote betekenis
zijn voor de landbouwpraktijk en voor bet beleid. Eén van zijn
taken daarbij is het ieder jaar weer opzoeken van mensen
(vrijwilligers) die de telling gedurende enige weken willen
verzorgen. Dat tellen is volgens Krekelberg een apart vak: "Je
moet dat in je vingers hebben. Sommige die veel geleerd
hebben brengen er niets van terecht en andere juist wel", zegt
hij te hebben ervaren. Overigens is het werk samenhangend
met de landbouwtelling in de loop van de tijd sterk vermin
derd. "In de oorlog telde Krekelberg in Zuid-Beveland zo'n
4000 geregistreerden terwijl dat er op het moment maar zo'n
1000 meer zijn. Er blijven alleen maar boeren over met min
stens 2 ha en meer". Bedrijven met minder dan 10 SBE wor
den nu al niet meer meegenomen. Die kleintjes, dat kan niet
meer uit kennelijk", zegt Krekelberg. Er zal misschien nog
meer veranderen. Waarschijnlijk, zo voorziet de scheidende
distriktsbureauhouder, zal men in de toekomst meer en meer
over gaan op het steekproefsgewijs tellen. De toekomst van
zijn "bureau" is dan ook gehuld in nevelen: Het is voor Kre
kelberg nog de vraag of zijn instituut als zodanig nog een lang
leven beschoren is. Meer en meer, zo verwacht hij, zal het
worden opgenomen in het bureau van de H.I.D.
St. Michielsgestel Vanaf 23 april ligt
gedurende een maand ter inzage het
ontwerp-bestemmingsplan "O pslag-
terrein Zandstraat". Bezwaren kun
nen worden ingediend bij de ge
meenteraad.
Eindhoven Vanaf 30 april ligt gedu
rende een maand ter inzage het ont
werp-bestemmingsplan II De Vest.
Bezwaren kunnen worden ingediend
bij de gemeenteraad.
Tevens ligt gedurende bovenge
noemde termijn ter inzage het goed
gekeurde bestemmingsplan "VIII
Rapenland". Zij die tijdig bezwaren
hebben ingediend, zowel bij de ge
meenteraad als bij G.S. kunnen be
roep instellen bij de Kroon.
Geldrop Vanaf 24 april liggen gedu
rende een maand ter inzage de ont-
werp-bestemmingsplannen "Vijfde
herziening Kievit Oost" en "Tweede
herziening Kievit West". Bezwaren
kunnen worden ingediend bij de ge
meenteraad.
Veldhoven Vanaf 24 april ligt gedu
rende een maand ter inzage het
vastgestelde bestemmingsplan
"Zonderwijk, herziening IX". Zij die
bezwaren hebben tegen de in het
ontwerp aangebrachte wijzigingen
kunnen bezwaren indienen bij G.S.
Bergen op Zoom Vanaf 25 april ligt
gedurende een maand ter inzage het
ontwerp van de 4e herziening van het
bestemmingsplan "Parade". Bezwa
ren kunnen worden ingediend bij de
gemeenteraad.
Tevens ligt gedurende bovenge
noemde termijn ter inzage het ge
deeltelijk goedgekeurde bestem
mingsplan "De Poort". Zij die tijdig
bezwaren hebben ingediend zowel
bij de gemeenteraad als bij G.S. als
mede zij die bezwaren hebben inge
diend bij G.S. tegen de in het ont
werp aangebrachte wijzigingen en zij
die bezwaren hebben tegen de ge
deeltelijke onthouding van goed
keuring door G.S. kunnen beroep
instellen bij de Kroon.
elastingen worden geheven krachtens een wet. Dit staat in onze
Grondwet.
Deze wetten funktioneren pas goed als ze aan bepaalde voorwaarden
voldoen. Dit noemt men het legaliteitsbeginsel. De inhoud van dit
beginsel is enerzijds de kontröle van de staat op de naleving van de wet
door de burgers; anderzijds de bescherming van de burgers tegen de
staat.
Di
it legaliteitsbeginsel stelt be
paalde eisen waaraan de wet moet
voldoen en aan de voorwaarden welke
moeten vervuld zijn alvorens de wet
kan worden toegepast.
De wetgeving voldoet aan de eisen
van het beginsel van legaliteit indien:
a. regelen geeft; welke
b. duidelijk zijn,
c. met elkaar in overeenstemming
zijn,
d. aan iedere burger bekend zijn,
e. geen terugwerkende kracht bezit
ten,
f. langdurig ongewijzigd blijven,
g. slechts het mogelijke van de bur
ger verlangen.
h. door rechters en uitvoerders
nauwgezet in acht worden geno
men.
kracht; het langdurig van kracht zijn
van bepalingen en regelingen, alles
draagt er toe bij dat het systeem faalt.
Niet uit het oog mag worden verlo
ren, dat het merendeel van de belas
tingplichtigen wordt gevormd door
mensen die op belastinggebied niet
zijn geschoold.
De ingewikkeldheid van de bepalin
gen leidt er toe dat niet meer wordt
overzien welke fiskale gevolgen aan
een bepaald handelen verbonden
zijn.
Deze gevolgen kunnen door de
hoogte van de tarieven ruïneus zijn.
Di
ekonstateerd moet worden dat
vele van onze belastingwetten aan
deze voorwaarden beslist niet vol»
doen en dat niet meer van een rede
lijk werkend rechtssysteem kan wor
den gesproken. Tën opzichte van elk
van de geformuleerde eisen gaan de
bestaande wetten in.
Soms zijn bepaalde regelingen niet
openlijk bekend gemaakt, (b.v. wat
de bewijsvoering betreft, met be
trekking tot het aandragen van be
wijzen dat men minder voor privé-
doeleinden gebruik maakt van een
auto om voor bijtelling in aanmer
king te komen).
Ook wat duidelijkheid betreft; het
met elkaar in overeenstemming zijn;
het verlenen van terugwerkende
it alles leidt er overigens ook toe,
dat zo de gevolgen wel worden over
zien, hetzij op legale, maar ook op
illegale wijze, en dat is veel erger; de
belasting wordt ontgaan. Allerlei
noodmaatregelen, die het systeem
nog ingewikkelder maken zijn dan het
gevolg.
Wij weten dat verschillende wijzigin
gen op stapel staan. "Reparatiewet
geving" en "renteaftrek van hypothe
ken" zijn er voorbeelden van.
En als wij even terugkijken is het ge
rommel met fiktieve kinderaftrek en
kinderbijslag een treurig dieptepunt.
Wij hebben de hoop opgegeven dat er
een gezond goed werkend systeem op
korte termijn tot stand zal komen.
Ondertussen moet gekonstateerd dat
de patiënt zwaar ziek is, dit tot schade
van Overheid en burger beiden.
Paauwe