Doperwten, geen zaak van gewicht alleen Stand van de groentegewassen M et ingang van het seizoen 1971 trad de "Centrale IJkdienst voor tenderometers en hardheidsmeters" officieel in werking. De gang van zaken is sindsdien elk jaar als volgt. Als de erwtencampagne nadert, zo omstreeks half juni, probeert men zich bij de TFDL alvast een globaal (beter kan niet) beeld te vormen van het verloop van de campagne. Dat er heel wat getelefoneerd moet worden. I n de praktijk komt het erop neer dat van de laagste drie sorteringen die op dat ogenblik in de fabriek verwerkt worden een emmer vol wordt afgenomen. Per monster wordt vijf maal gemeten, op zowel TTS als tenderometer. Verschillen de gemiddelden méér dan drie eenhe den in het gebied van 80 tot 130, of vier eenheden buiten dit gebied, dan moeten de tenderometergewichten worden bijgesteld. Als de miswijzing aan de gestelde eisen voldoet wordt H H et bleef niet lang bij deze kon klusie alleen. Overleg tussen de kon- servenindustrie en de kontrakttelers- vereniging leidde kort hierna tot twee besluiten. Het eerste was om een TTS aan te schaffen. De reden om voor een TTS als standaard te kiezen en niet bijvoorbeeld een "moederten- derometer" was er een van zuiver praktische aard. Een TTS is gemak kelijker te vervoeren dan een tende rometer en de kans op beschadiging van vitale onderdelen is kleiner. De ervaringen in Amerika waren zodanig dat men op de Universiteit van Maryland inmiddels over een standaard beschikte, waarmee men een TTS speciaal voor verse do perwten kon ijken. Het tweede be sluit was, de Stichting Technische en Fysische Dienst voor de Landbouw (TFDL) te vragen als ijkinstantie op te treden. De keuze lag eigenlijk voor de hand. De TFDL was (en is) een ten opzichte van de betrokken par tijen neutrale instantie en heeft bovendien een grote ervaring in het ijken van allerlei meetinstrumenten, zoals bijvoorbeeld licht-, vocht-, D e gemiddelde opbrengst van as perges zal naar verwachting iets ho ger zijn dan vorig jaar. Dit komt o.a. door een iets vroeger voorjaar en een langzame verbetering *an de pro- duktievelden door de aanplant van produktievere rassen. Hardheid erwten ook erg belangrijk T enderometer Vergelijking T.T.S. Sticker IJken Groenten onder glas Groenten in de volle grond B ij de kontraktteelt van doperwten en tuinbonen wordt al jarenlang naast de opbrengst naar gewicht ook de hardheid van het produkt genieten. Deze hardheidsmeting gebeurt natuurlijk niet zonder reden. De hardheid is als maat voor de "ouderdom" van het gewas een be langrijke grootheid waarop kwaliteitsbeoordeling plaatsvindt. Het is dus duidelijk dat de hardheid meespeelt in de prijs die de teler voor zijn produkt van de fabriek ontvangt. En omdat het voor beide partijen om aanzienlijke bedragen kan gaan moet de meting van de hardheid nauwkeurig gebeuren, op betrouwbare meetapparatuur. Hieronder wordt duidelijk gemaakt hoe dit in de praktijk gerealiseerd wordt. H et in de industrie meer ingebur gerde instrument voor de meting van de hardheid van verse doperwten is de tenderometer, een robuust appa raat waarin de kauwbeweging me chanisch wordt nagebootst. Het meet de kracht die nodig is om een mon ster doperwten samen te drukken en vervolgens te scheuren. De tendero meter wordt al meer dan dertig jaar gebruikt. In Nederland zijn er mo menteel ongeveer dertig in gebruik bij fabrieken, dorsstations, handel sondernemingen en onderzoekinsti tuten. Het is inmiddels alweer tien jaar geleden, dat op initiatief van de toen nog bestaande en zeer aktieve Peulvruchten Studie Combinatie (PSC) een systematische vergelijking werd opgezet tussen in totaal 21 in ons land aanwezige tenderometers en IBVT-hardheidsmeters. Als ver gelijkingsinstrument fungeerde een Texture Test System (TTS). Dit Amerikaanse apparaat, ook wel Kramer Shear Press genoemd, was aanwezig op het Laboratorium voor Levensmiddelenchemie van de Landbouwhogeschool te Wagenin- gen. Bij de vergelijkingen, die gedu rende één seizoen plaatsvonden, kwamen er ontoelaatbare verschillen tussen de diverse instrumenten aan het licht. De konklusie was dan ook, dat er in de een of andere vorm een kontröledienst moest komen. G.J.W. Visscher Stichting Technische en Fysische Dienst voor de Landbouw (TFDL), Wageningen temperatuur- en windsnelheidsme- ters. ook tijdens de campagne, spreekt vanzelf. Er moeten binnen een dag of tien zo'n twintig deelnemers bezocht worden en het is natuurlijk efficiën ter een deelnemer in Oud-Gastel op een andere dag te bezoeken dan een deelnemer in Schildwolde. Uiteraard loopt de planning wel eens mis, om dat er nu eenmaal onzekere faktoren zijn - we hoeven alleen maar te den- ken^aan het weer. Bij de fabriek wordt de te ijken tenderometer eerst geïnspireerd op algemene staat van onderhoud. De smering wordt beoordeeld, de olierem gekontro- leerd en ook de juiste draairichting. Dat laatste lijkt overbodig, maar het zou niet de eerste keer zijn dat dit een (onaangename) verrassing opleverde! Na kontröle en vaak bijstelling van de wijzerstand kan de eigenlijke ijking plaatsvinden, d.w.z. de vergelijking met het TTS. Deze vergelijking ge beurt met gesorteerde monsters van drie verschillende hardheden, bij voorkeur liggend in het gebied tussen ongeveer 90 en 140 tenderomete- reenheden. Tenderometer. de tenderometer voorzien van een sticker. De ijking vindt gemiddeld tweemaal per seizoen plaats. De eer ste keer is zo snel mogelijk na het eerste gebruik, het liefst na een dag "indraaien", de tweede keer is ruim twee weken later. Soms wordt er op verzoek van de gebruiker nog een derde maal geijkt of moet er na een mechanische storing opnieuw wor den bijgesteld. Zo'n storing kan ont staan omdat er bijvoorbeeld iemand heeft geprobeerd stenen te meten in plaats van erwten. Af en toe is er ruimte (in tijd en geld) om meer te doen dan ijkwerkzaam- heden alleen. Dan wordt er aandacht besteed aan bijvoorbeeld de vraag wat er met de hardheid van erwten of tuinbonen gebeurt tijdens transport, bewaring in water e.d. De geschetste gang van zaken werkt in de praktijk tot tevredenheid van alle betrokkenen. We mogen dan ook konstateren, dat de Centrale IJk dienst voor tenderometers en hard heidsmeters aan haar doel beant woordt. et koude weer in maart en in de eerste helft april heeft de groei van vroeg gezaaide en geplante groenten sterk vertraagd. Ook is van het vroeg uitgeplante materiaal het één en ander verloren gegaan door vorstschade. Het goede weer omstreeks half april zorgde voor een kortstondige groei-explosie. De storm van 19/20 april heeft vooral op stuivende gronden veel schade veroorzaakt. Bij de groenten onder glas is de oogst van tomaten Iaat. De kwaliteit van komkommers is de laatste weken wat achteruit gegaan. De papri ka's staan er goed bij. ger in het seizoen zijn opgezet. Er komen ook veel lange pitten in de krop voor. De winterbloemkool is goed de win- GR0ENTEN ONDER GLAS ter doorgekomen. 80% Van de uitge zette planten is naar schatting ge schikt om te. oogsten en over het al gemeen van goede kwaliteit. Gem. opbrengst verwachting Het Textura Test Systeem. D e oogst van tomaten is laat op gang gekomen, maar verloopt nu vlot. De kwaliteit is in het algemeen goed. De gewassen zijn veelal aan de zware kant en hangen beladen met vruch ten. De gewasverzorging heeft grote aandacht. Uit de steekproef onder glas blijkt dat de oppervlakte toma ten op 1 april j.l. 1345 ha is, hetgeen 74 ha minder is dan verleden jaar op hetzelfde tijdstip. Gezien de tijd van het jaar zou de kwaliteit van de komkommers beter kunnen zijn. De aanvoer is matig. Op enkele bedrijven waar, in het kader van de energiebesparing, dubbel glas gebruikt wordt, lijkt de ontwikkeling van de planten goed te verlopen. Er zijn enkele verschillen met de plan ten onder enkel glas. Zo is de kleur van het gewas wat lichter en zijn de bladeren wat groter. Bij de kom kommers is de oppervlakte, per 1 april j.l. 539 ha, in vergelijking met verleden jaar met 28 ha uitgebreid. Veel paprikaplanten zijn zwaar be last. Dit leidt nogal eens tot wat chlorose in de koppen. De vroegst gezette vruchten vertonen vaak krimpscheurtjes. De teelt op water verloopt gunstig. In het algemeen kan men spreken van een goed ver loop van de zetting en zijn er weinig problemen in de teelt. Met betrekking tot de slateelt zijn de berichten nog steeds erg ongunstig. De prijzen zijn in verhouding met verleden jaar opvallend laag. Uit de steekproef onder glas blijkt dat de oppervlakte sla in vergelijking met verleden jaar nog steeds groter is. Op 1 april 1979 was er 1032 ha sla, dit jaar 1086 ha. De groei van de winterprei is vooral na de warme dagen rond half april goed op gang gekomen. Dit geeft aanleiding tot een gunstige op brengstverwachting van 325 kg per are. De rabarber is goed gegroeid na de warme dagen en de strekking zal ook bij koel weer doorgaan. De kwaliteit van de spinazie schijnt nogal verschillend te zijn. De harde wind en hagel van 19/20 april waren niet bevorderlijk voor de kwaliteit. De witloftrek is nagenoeg afgelopen. De opbrengst en kwaliteit van de laatste witlof zijn matig. Dit komt omdat er lang bewaarde wortels ge bruikt worden, die ondanks een goe de bewaring toch een lagere op brengst geven dan wortels die vroe- Tomaten vroege stookteelt incl. tussenteelt late stookteelt/hetelucht 1480 2400 1400 kg/are kg/are kg/are Komkommers vroege stookteelt late stookteelt/hetelucht 66 60 st/rr)2 st/m2 Paprika's - stookteelt 1610 kg/are Sla late voorjaarsteelt zeer late voorjaarsteelt 380 420 kg/are kg/are Andijvie - voorjaarsteelt 420 kg/are Aardbeien GROENTEN IN DE warm koud VOLLE GROND 250 380 kg/are kg/are Asperges 40 kg/are Waspeen ondergooiers 625 kg/are Winterprei -325 kg/are Rabarber buitenteelt 600 kg/are Spinazie vers 250 kg/are Witlof forceren 130 kg/are worteltéelt Bloemkool - winter 180 st/ar^. Sojateelt in Frankrijk Van 1974 tot 1978 bedroeg het soja- areaal in de Gemeenschap, dat vrij wel geheel in Frankrijk is gelegen tussen de 1000 en 4000 ha. Na een moeilijke aanloopperiode is het areaal geleidelijk gestegen tot onge veer 11.000 ha (raming) in 1979. De produktie die in 1978 6600 ton bedroeg, steeg tot ongeveer 25.000 ton in 1979. Het-is slechts een miniem gedeelte i van de behoefte aan sojaschroot in de Gemeenschap. In 1978 bedroeg deze al ongeveer 17 miljoen ton, in hoofdzaak afkomstig uit de Verenig de Staten. Van sojabonen blijft na bewerking ongeveer 80% over als "afvalpro duct" het zozeer gewenste soja schroot. Ongeveer 20% is soja-olie, die voor een deel nog buiten de Ge meenschap afgezet wordt. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1980 | | pagina 15